168 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 30 December 1878. tor openlijk bekend te makendag in de maand July en by den aanvang van den nieuwen cursus. Art. 3. Indien iemand tusschentyds in eene der klassen van het gymnasium wenscht te worden opgenomen en deze wensch naar het oordeel van Curatoren door byzondere om standigheden gewettigd wordt, kan aan hem de gelegenheid worden gegeven tot het afleggen van een buitengewoon toe- latings-examen. Hoofdsuk ii. Over de verpligtingen van den Rector en de leeraren. Art. 4. Onder toezigt van Curatoren heeft de Rector het bestuur over het gymnasium. Hij zorgt voor het nakomen van de algemeene en byzondere verordeningenen geeft tot handhaving van orde en tucht zoodanige aanwijzingenals hem geschikt voorkomen. In alle zaken, de schooltucht of de inwendige huishouding van het gymnasium betreffende gedragen zich de leeraren naar zyne beslissingbehoudens beroep op Curatoren. De Rector en elke leeraar is gehoudenna bekomen uit- noodigingde vergadering van Curatoren bij te wonen. De Rector is verpligt zoo dikwyls hem dit gevraagd wordt aan Curatoren een naauwkeurig berigt te geven van den staat van het gymnasium en van de onderscheidene klassenen hun aangaande de leeraren en het gedrag der leerlingen de ge- wenschte inlichtingen te verstrekken. Hy deelt aan Curatoren zijne opmerkingen mede zoo dik wijls hy daartoein het belang van de orde en het onder wijs ten aanzien van eenig leeraar of leerling aanleiding vindt. Art. 5. De Rector heeft het toezigt op alle klassen van het gymnasium. Hij is verpligt van tijd tot tijd en bevoegd zoo dikwyls hem goeddunktde onderscheidene klassen te bezoeken en de les sen aldaar korter of langer tijd bij te wonen. Hij kan daarbij door eigen ondervraging naar de vorderingen der leerlingen onderzoek doen. Art. 6. De leeraren geven betrekkelijk hun onderwijs aan den Rector al de door hem gevraagde inlichtingen, deelen hem hun opmerkingen medezoo dikwyls zij daartoe aanleiding vinden en maken hem bekend met alle voorkomende bijzon derheden van eenig belangbepaaldelijk in geval van wan gedrag der leerlingen. Art. 7. Een leeraardie door ongesteldheid wordt verhin derd onderwys te gevenzorgt dat de rector daarvan ten spoedigste wordt onderrigt. Hij behoeft de vergunning van den rector om de gemeente te verlaten voor den tijd van een week. Voor langere afwezigheid heeft hij de vergunning van curatoren noodig. Indien de rector wordt verhinderd zijne functien waar te nemengeeft hij daarvan aan den president-curator en den conrector kennis. Voor eene afwezigheid gedurende meer dan eene week heeft hij ook het verlof van curatoren noodig. Bij ongesteldheidafwezigheid of ontstentenis van den rec tor neemt de conrector zijne functien waar en voorziet hij zooveel mogelijk in overleg met de andere leeraren in den geregelden gang van zaken. Art. 8. De Rector roept de leeraren zamenzoo dikwijls hij dit ter beraadslaging over aangelegenheden het Gymna- sinm betreffendenoodig acht of Curatoren dit verzoeken en eveneens zoodra hem door minstens drie leeraren het verlangen daartoe te kennen wordt gegeven. Arf. 9. Alle voorstellen en aanvragen den gang en de regeling van het onderwijs betreffendevan leeraren aan Cu ratoren worden door den Rector en welindien hy het noo dig achtmet zyne opmerkingen ter kennis van dit collegie gebragt. Art. 10. De Rector geeft jaarlyks driemaal telkens vóór den aanvang van de na te noemen vacantiënaan de ouders of voogden schriftelijk kennis van het gedragde vlyt en de vorderingen der leerlingen in de verschillende vakken. Art. 11. Voor het geven van privaat onderwys behoeft elk der leeraren de vergunning van Curatoren, die hieraan in elk bijzonder geval zoodanige voorwaarden kunnen verbin den als zij in het belang van het gymnasium noodig achten. Art. 12. De Rector heeft het algemeen toezigt op de lo kalen schoolmeubelenverzamelingenwerkplaatsen en an dere hulpmiddelen voor het onderwystot het gymnasium behoorende. De bedienden van het gymnasium staan onder zyne onmiddelyke bevelen. Art. 13. De vergadering van Rector en leeraren maakt jaarlijks, voor 15 Julijeene gespecificeerde begrooting op van het bedrag benoodigd voor de leermiddelen en de huis houdelijke uitgaven van het gymnasium in het volgend maat schappelijk jaar. De Rector zendt deze begrooting aan Cu ratoren. Hoofdstuk iii. Over de regeling van het onderwijsde overgangsexamens en de vacantiën. Art. 14. Aan het gymnasium wordt onderwijs gegeven in de vakkenvermeld onder letter a tot en met m van Art. 5 der wet op het hooger onderwys en in de gymnastiek. Buiten de leerlingen worden met vergunning van Curatoren als toehoorders toegelaten zij die afzonderlijke lessen wen- schen te volgen. Art. 15. De verdeeling der leervakken onder de leeraren en de vaststelling van het getal lesuren per week van iederen leeraar geschiedt door Curatoren na ingewonnen raad van den Rector. Jaarlijks voor 1 Junij wordt door Rector en leeraren een programma voor het volgende schooljaar ontworpen en ter goedkeuring aan Curatoren gezondenmet opmerkingen van den Rector en overige leeraren indien zij verlangen die me degedeeld te hebben. Dit programma vermeldt het getal lesuren wekelijks in iedere klasse aan elk vak te wijdende namen der leeraren die het onderwijs geven de daarbij te gebruiken boeken en, zooveel doenlijkvoor elke klasse den omvang van het onderwijs in elk vak. Het goedgekeurde programma wordt zoo lydig mogelijk en in ieder geval vóór 1 Augustus door de zorg van den Rector ter kennis van het algemeen gebragt. De vaststelling van den rooster der lesuren is opgedragen aan den Rector. Art. 16. Buiten de vacantiën wordt iederen werkdag on derwijs gegeven tusschen des voormiddags 8 en des namid dags 4 uur. De nadere regeling der schooluren isbehoudens goedkeu Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 30 December 1878. 169 ring door Burgemeester en Wethouders, aan Curatoren op gedragen met dien verstande dat dagelijks niet meer dan zes uren onderwys aan iederen leerling zal worden gegeven.. Art. 17. Op een door Curatoren te bepalen en door den Rector openlijk bekend te maken tydworden jaarlyks de overgangs-examen in het openbaar gehouden. Na afloop van deze examens worden de namen bekend ge maakt van de leerlingen, die naar eene hoogere klasse zyn bevorderd of naar de universiteit vertrekken. Art. 18. Er zyn drie vacantiën, eene van hoogstens zeven wekeneindigende met den aanvang van den nieuwen cur sus eene met Kerstmis en eene met Paschende beide laatste elk van ongeveer tien dagen. Bij buitengewone gelegenheden kan de Rector in overleg met den President-Curatorhoogstens voor een dag vacantie geven. Art. 19. In het belang der orde zulks noodig achtende, is de rector bevoegd een of meer leerlingen of toehoorders ty- delijkdoch voor niet langer dan drie dagenvan het gym nasium te verwjjderen. Geschiedt dit dan stelt hy curatoren daarvan onverwijld in kennis. Curatoren zijn bevoegd om de leerlingen of toehoorders die zich aan wangedrag of verregaande nalatigheid schuldig maken of bij voortduring blijken ongeschikt te zyn voor het gymnasiaal onderwys, na hen en hunne ouders of voogden te hebben gehoordden verderen toegang tot het gymnasium te ontzeggen. Verdere bepalingenbetreffende de schooltucht, en tot nadere regeling van hetgeen in dit reglement in het algemeen is vastge steld, worden opgenomen in een huishoudelijk Reglement, door Curatoren en den Rector vast te stellen en aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders te onderwerpen Hoofdstuk iv. Over de Curatoren. Art. 20. Het Collegie van Curatoren bestaat uit vyfleden, die ieder jaar uit hun midden een Voorzitter en een Secre taris benoemen. Van deze benoeming wordt aan Burgemeester en Wethou ders kennis gegeven. Art. 21. Met den 1 January van ieder jaar treedt een der Curatoren af, naar een daarvan op te maken rooster. Voor elke in zyn midden opengevallen plaats zendt het col legie eene aanbeveling van drie personen by den gemeente raad in. Aftredende leden zijn weder benoembaar. Wie ter vervulling eener buiten den gewonen tijd openge vallen plaats benoemd istreedt af op het tijdstipwaarop degene wiens plaats hij inneemt moest aftreden. Art. 22. De leden van het collegie van Curatoren kunnen ten allen tijde hun ontslag nemen. Zij zenden dit in by den gemeenteraad. Zij blijven in dat geval hunne functie waar nemen totdat de opvolgers de betrekking hebben aanvaard. Art. 23. Curatoren zorgen voor de getrouwe nakoming van alle wettenbesluiten verordeningen en instruction tot het gymnasium betrekking hebbende. Zij dienen des gevraagd het gemeentebestuur van berigt en raad om trent alle zaken die instelling betreffende, en doen uit eigen beweging aan burgemeester en wethouders de mededeelingen en voorstellendie zij in haar belangnoodzakelijk acht. Art. 24. Curatoren doenna den Rector gehoord te hebben, aan Burgemeester en Wethouders de noodige voorstellen om trent benoeming of ontslag van bedienden aan het gymnasium. Art. 25. Curatoren ontvangen jaarlijks, op ordonnantie uit de gemeentekas eene som van honderd vjjftig guldenom daaruit druk- en schryfloonen kosten van vergaderingen en andere kleine uitgaven te bestrijden. Art. 26. Curatoren zenden jaarlyks vóór 1 July de van den Rector ontvangen begrooting (Art. 13) met de opmerkin gen of voorstellendie zij noodig achten daaraan te verbin den aan Burgemeester en Wethouders. Art. 27. Curatoren stellen den Inspecteur der gymnasia telkens in kennis van belangrijke veranderingendie in het gymnasium hebben plaats gehad. Art. 28. Curatoren stellen voor hunne vergaderingen een reglement van orde vastdat in afschrift aan Burgemeester en Wethouders wordt medegedeeld. Hoofdstuk v. Overgangsbepalingen. Art. 29. De leerlingen van het tegenwoordig gymnasium kunnen op het met 1 January 1879 op te rigten gymnasium worden toegelaten in die klassewaarin zij volgens hunne bekwaamheid naar het oordeel van Curatoren, de leeraren ge hoord behooren. Art. 30. Het onderwijs in de klassen van het gymnasium, vooraf gaande aan die klasse, welke op 1 September 1877 naar het nieuwe leerplan is ingesteldwordt door Curatoren en den Rector zóó geregeld als voor de verdere studie van die leerlingen aan de universiteit het meest gewenscht is in overeenstemming met de daaromtrent bestaande wettelijke be palingen. Art. 31. Dit reglement treedt in werking 1 January 1879. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van bepalingen voor de heffing en invordering van schoolgeld voor onderwijs aan het gymnasium. De door burgemeester en wethouders ten dezen ingediende ontwerpen worden zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd en vastgesteldzulks nadat door den heer Duparc op art. 4 van het besluit tot heffing van schoolgeld een amendement was ingediendom in de laatste alinea van dat artikel te roijeren de vermelding van art. 3welk amendement echter, als niet ondersteund, buiten behandeling wordt gelaten. Tengevolge een en ander is vastgesteld 1». navolgend besluit regelende de heffing van schoolgeld aan het gymnasium. BESLUIT regelende de heffing van schoolgeld voor onderwijs aan het gymnasium. De raad der gemeente Leeuwarden In aanmerking nemendedat met den len Januarij 1879 het in die gemeente bestaande gymnasium wordt ingerigt overeenkomstig de voorschriften der wet op het hooger on derwijs van 28 April 1876 (Staatsblad no. 102) dat in verband daarmede zijn besluit van 14 November 1872, tot heffing van schoolgeld voor onderwijs aan het gym-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1878 | | pagina 8