2 Verslag der handelingen van den gemeenteraad spoorweg Stavoren Leeuwardenniet goed te keuren hij zou daarmede in strijd handelen door nu bij de Eerste kamer op goedkeuring van dat wetsontwerp aan te dringen. Zulks is evenwel het geval niet en daarom blijft spr. van meening, dat het indienen van het aangeboden adres eene allezins conséquente handeling is. De heer Attema vindt in den loopdie de discussien ne men aanleiding den voorzitter in overweging te gevenhet in behandeling zijnde voorstel te splitsen in dier voegedat eerst worde beslist of de raad zich al dan niet aan de Eerste kamer zal adresseren en daarna, casu quo, het concept-adres in behandeling worde genomen. De Voorzitter had niet voorzien dat de beraadslagingen over dit voorstel van zoodanigen omvang zouden worden als nu reeds het geval blijkt te zijnanders zou hij er terstond op bedacht zijn geweest het voorstel te splitsen. Hij is in- tusschen bereid alsnog aan den wenk van den heer Attema gevolg te geven en verzoekt mitsdien dat voor 't oogenblik de discussien worden beperkt tot de vraag of al dan niet een adres zal worden ingediend. De heer Duparc meentnaar aanleiding van het door den heer Wiersma gesprokene in herinnering te moeten brengen, dat aanvankelijk was besloteneen adres in te dienen aan de Tweede kameren afschrift daarvan te zenden aan den minister van waterstaatdoch dat in een volgende zitting werd beslotende zaak om te keerenn.l. het adres den minister in te dienen en afschrift aan de Tweede kamer te doen toe komen. Zijns inziens heeft dit aan het wezen der zaak niets veranderd. Hij blyft de indiening van een adres min wen- schelijk achten en wil daarom den raad het nemen van een daartoe strekkend besluit ten ernstigsten ontraden. De Voorzitter de beraadslagingen sluitendebrengt in rond vraag het le gedeelte van het voorstel, 't welkmet 10 tegen 7 stemmendie van de heeren Duparc Kijmmellvan Slo- terdijckAttema Kuipers Dirks en de With wordt aan genomen, zoodat tot de indiening van een adres is besloten. De heer Dirks, ofschoon zich tegen het indienen vaneen adres verklaard hebbende wil toch aan het aangeboden con cept-adres zijne stem niet onthouden. De heer Wiersma acht het wenschelyk dat in de redac tie van het adres eene kleine wijziging worde aangebragt n.l. waar er van gesproken wordt, dat de raad bij zijn vroe ger adres de wijziging der oorspronkelijk voorgestelde rigting heeft bestreden niet omdat de ombuiging over Bolsward a b- s o luut verwerpelijk werd geachtmaar inzonderheid dewijl enz. Spr. stelt voorin plaats daarvan te lezen niet omdat de ombuiging over Bolsward op zich zelf verwerpelijk werd geachtmaar omdat zij het gevolg was van eene minder gun stige wijziging der vroeger aangegeven rigting en vooral ook deicijl enz. Dit voorstel wordt ondersteund en vervolgens zonder dis cussie en hoofdelijke stemming aangenomen. Daarna wordt het aldus gewijzigd concept-adres in rond vraag gebragt en aangenomen met 16 stemmen. De heer Duparc verklaarde zich tegen. Na een en ander is alzoo besloten Met betrekking tot het bij de Eerste kamer der staten ge neraal aanhangige wets-ontwerp tot onteigening ten behoeve te Leeuwardenvan den 4 January 1879. van den aanleg van een spoorweg van Stavoren naar Leeu warden aan die vergadering een adres te rigten van inhoud als volgt Aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Het gemeente-bestuur van Leeuwarden heeft zich, bij adres van den 6 Junjj 1878 gewend tot Zijne Exellentie den Mi nister van WaterstaatHandel en Nijverheid met verzoek om wegens de daarbij aangegeven redenen het daarheen te willen leidendat de Regeringniet toegevende aan den wensch van de Tweede Kameruitgesproken in de aanne ming eener motie van den heer Sickeszop 11 April 1878, het wets-ontwerp tot onteigening ten behoeve van een spoor weg van Stavoren naar Leeuwarden op nieuw onveranderd aan de wetgevende magt ter bekrachtiging aanbiedt. De Regering heeft gemeend niet aan dat van verschillende zijden met aandrang uitgesproken verlangen te moeten toe geven en een wets-ontwerp aangeboden waarbijmet terzijde stelling van de eerst gekozen kortere rigting over Ijlstde ombuiging langs Bolsward wordt voorgesteld. De Tweede Kamer heeft in hare zitting van 20 December 11., aan dit gewijzigd wets-ontwerp hare goedkeuring verleend, zoodat het thans aan het oordeel Uwer vergadering zal wor den onderworpen. In dezen stand van zaken achten wij het onzen pligt, ter voorkoming van onjuiste gevolgtrekkingendie blijkens de dis cussien in de Tweede Kamer uit het bovengenoemd adres konden worden afgeleiduitdrukkelijk te verklaren dat het gemeentebestuur van Leeuwarden de wijziging der oorspron kelijk voorgestelde rigting van den Spoorweg Stavoren-Leeu warden heeft bestreden niet omdat de ombuiging over Bols ward op zich zelf verwerpelijk werd geachtmaar omdat zij het gevolg was van eene minder gunstige wijziging der vroeger aangegeven rigting en vooral ook, dewijl men de zoo onverwacht voorgestelde wijziging der rigting van den gepro- jecteerden weg als een bedenkelijk antecedent beschouwde en vrees koesterde, dat door het onderzoek van de nieuwe rig ting de geheele zaak een geruimen tijd zou worden verscho ven en de motie alzoo een eerste stap zoude zyn om den vastgestelden wegStavoren-Leeuwardenvoor zeer langen tyd van de agenda te brengen. Nu evenwel de Regeringmet eene opoffering van eigen inzigtendie wij blijven betreurendoch tevens met eene voortvarendheid waaraan wij lof mogen toebrengennog in den loop des jaars 1878 een wets-ontwerp heeft kunnen aanbieden waarin de ombuiging over Bolsward is opgenomen, en de Tweede Kamer daaraan hare goedkeuring geschonken heeftvindt ook het gemeente-bestuur van Leeuwarden geene termen tot een verzet tegen den aanleg dezer lijndie een belangrijk en welvarend deel onzer provincie met de hoofd stad zal verbindenen de algemeene belangen zonder twijfel ten goede zal komen. Wij veroorloven ons het vorenstaande alzoo ter kennis vanUwe vergadering te brengen, met verzoek, aan het thans aanhangige wets-ontwerpbetreffende onteigening ten behoeve van den aanleg van een spoorweg van Stavoren naar Leeuwarden Uwe goedkeuring te willen verleenen. 't welk doende Het Gemeente-bestuur van Leeuwarden. Hierna sluit de voorzitter de vergadering. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van den 9 Januarij 1879. 3 Vergadering van Donderdag 9 Januarij 1879. Tegenwoordig 17 leden. Afwezig de heeren de With en de la Faille met- en de heeren Kuipers en Wijbrandi zonder kennisgeving. Voorzitter de heer Mr. W. J. v. Weideren Baron Rengers. I. De notulen van de vorige op 30 December 1878 en 4 Januarij 1879 gehouden vergaderingen worden gelezen en goedgekeurd. II. De Voorzitter meent deze eerste gewone vergadering van den raad in 1879 met een kort woord te moeten inleiden. Hij verheugt zich allen die hij een jaar geleden van deze plaats mogt begroetenop nieuw bijeen te zien en het is hem niet minder aangenaam om by den heilwensch die hij allen van harte toebrengteen bemoedigenden terugblik op den afgeloopen jaarkring te kunnen werpen. Wel is waar zijn de naweeën van het treurige jaar 1877 ook in ons vaderland en onze gemeente niet onopgemerkt gebleven en kenmerkte zich handel en vertier niet door den bloei van vroegere jaren, doch achteruitgang, gelijk die elders wordt waargenomen, be speurde men gelukkig in Leeuwarden niet. De bevolking steeg van 27547 zielen tot 27928, inzonder heid door het belangrijk verschil tusschen het cijfer der ge boorten 889 en dat der sterftegevallen 584, dat zelfs beneden het reeds lage cyfer van 1877 bleef en in verhouding van de bevolking de gunstige uitkomst van 1 tot bijna 48 aanwees. Met uitzondering van enkele typhus en mazelen gevallen bleef Leeuwarden van besmettelijke ziekten gespaard. De cijfers der handelsbeweging mogen ten aanzien van twee belangrijke takken van vertier voldoende worden genoemd. Bedroeg toch het getal der aangevoerde stukken vee 111660 of ruim 5000 minder dan ten vorigen jarede beweging aan de boterwaag gaf een hooger cyfer en wel van 43402/t, 16234/» en 939/ie vaten, terwijl 114842 kilogram kaas werd gewogen. Opnieuw daalde het cijfer der gemeten granen en wel tot slechts 320000 hectoliter. Kunnen de fmantiele uitkomsten der exploitatie van gas fabriek en stadsreiniging nog niet met juistheid worden op gegeven het mag als zeker worden aangenomen, dat zy niet beneden die van vorige jaren zullen blijken. Stapt men thans van de cijfers af en werpt men een blik op hetgeen in het afgeloopen jaar de raad tot stand mogt brengendan zal voorzeker de beëindiging der beurs kwestie niet als een der minst belangrijke zaken mogen worden genoemd doch nevens den tempel van Mercuriusdie men weldra als een sieraad onzer stad zal zien verrijzenwordt met niet mindere ingenomenheid begroet den nieuwen tem pel van Minerva, die onlangs hare poorten ontsloot. Mogen beide stichtingen aan de verwachtingen, die er van worden gekoesterd, beantwoorden en de gemeente Leeuwarden door steeds toenemende materiele en intellectuele ontwikkeling eene waardige plaats onder hare zuster-sleden innemen. III. Worden ter tafel gebragt twee adressen van eenige voerlieden en andere belanghebbenden en van verschillende neringdoende ingezetenen in deze gemeentehoudende ver zoek, dat tijdens de vernieuwing der Vrouwenpoortsbrug eene hulprijbrug over de gracht ter plaatse mag worden gelegd. In verband met het reeds opgevat voornemen, om te zijner Bijvoegsel behoorende bij de Leenwarder Courant. tijd in den geest van het verzoek der adressanten te handelen worden beide adressen voor notificatie aangenomen. IV. Verder wordt ter tafel gebragt lo. een voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek van Mej. C. A. Tadema om eervol ontslag als hulp onderwijzeres aan gemeenteschool no. 3. Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor het ge vraagd eervol ontslag te verleeneningaande den 15 Febru ary 1879. 2o. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot vermeerdering van het getal scholen voor kosteloos onderwijs. De conclusie van dit voorstel luidt te besluiten lo. Het getal scholen voor gewoon lager onderwijs te vermeerderen met één. 2o. De op te rigten school ten aanzien van de leervakken gelijk te stellen met de gemeenteschool no. 10. 3o. Met opzigt tot de bezoldiging van den hoofdonderwij zer en het hulppersoneel voor bedoelde school toepasselijk te verklaren de bepalingen der verordeningregelende de be zoldiging van hot onderwijzend personeel aan de gemeente scholenvan den 24 Augustus 1876, zoo ver deze gelden voor de gemeentescholen no. 6 tot 9. 4. Voor deze school te bestemmen het geboouw in het Hofstraatje laatstelijk in gebruik geweest als gymnasium. 3. Een voorstel van burgemeester en wethouders omtrent onderhandsche verpachting der tolhekken op den trekweg van Leeuwarden naar Harlingen. Dit voorstel is strekkendeom voorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerden staten van Friesland te besluiten tot onderhandsche verpachting aan de tegenwoordige pachters van de opkomsten der tolhekken op don trekweg van Leeu warden naar Harlingenzulks voor den tijd van een jaar en op de meest voordeelige wyze. V. Wordt der vergadering medegedeeld en door deze voor kennisgeving aangenomen lo. Missives van Mr. W. B. S. Boeles, Mr. W. Terpstra en Ds. J. B. Weermanhoudende berigt, dat zij aanne men de op hen uitgebragte benoeming als curator van het gymnasium. 2o. Berigten van J. Dijkstra Szn. en Mej. M. A. Feenstra, dat zy aannemen hunne benoeming respectievelijk tot hulp onderwijzer aan gemeenteschool no. 8en tot hulponderwij zeres aan gemeenteschool no. 3. VI. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Voorstel van burgemeester en wethouders betreffende overname voor de gemeente van een plekje grond op den Noord westhoek van de Peperstraat. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de conclusie van dit voorstel besloten Voorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerden sta ten van Friesland van den heer P. Schierbeek alhier voor de gemeente in eigendom over te nemen een driehoekig plekje grondgroot 2.53 centiarevrijgevallen door de verbouwing der huizinge staande op den Noordwesthoek van de Peper straat, aan de Nieuwstad, tegen betaling eener som van f 10, o

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1879 | | pagina 1