22 Verslag der handelingen van den gemeenterat
De stukken, vermeld onder nos. 1 tot en met 7 zijn ter visie
gelegd om in eene volgende vergadering te worden behandeld
terwijl het verzoek onder no. 8 omschreven 'in handen is ge
steld van de heeren van tiloterdjjck, Wijbrandi en Bakker ton
fine van praeadvies.
III. Wordt der vergadering medegedeeld en door deze voor
kennisgeving aangenomen eene resolutie van ged. staten, hou
dende berigt dat door die verg. voor kennisgeving aangenomen
en voor zoo ver noodig goedgekeurd is 's raads besluit tot ver
meerdering van het getal scholen.
De voorzitter zegtdat in verband met deze resolutie bereids
eene oproeping is gedaan van sollicitanten naar de hoofdonder
wijzersbetrekking aan de nieuw op te rigten scholen bepaald is
en dat het voor die betrekking te houden vergelijkend examen
zal plaats hebben op 20 Maart c. k.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten
1. Rapport eener raadscommissie over de aanvrage van den
schuttersraad om magtiging tot af- en overschrijving op de schut
terij he gr ootingdienst 1878.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt, conform hot
bij dit rapport verstrekt advies, besloten de gevraagde magtiging
te verleenen.
2. Rapport eener raadscommissie over de verantwoording der
fondsen van de kamer van koophandeldienst 1878.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt, overeenkom
stig het door de commissie voorgestelde, beslotende rekening en
verantwoording wegens do fondsen der kamer van koophandel
en fabrieken over 1878 goed te keuren en vast te stellen tot een
bedrag in ontvang en uitgaaf beide van ƒ340 86.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders op h<t adres van
de hoofdonderivijzeres der gemeenteschool no. 3 om verhooging van
hare bezoldiging of vergunning tot het geven van privaatlessen.
De conclusie van dit voorstel is luidende, het verzoek van
mej. H. Bups, hoofdonderwijzeres aan de gemeenteschool no.3,
gedaan bij adres dd. 19 Januarij jl.om verhooging harer jaar
wedde of om wijziging van art. 2 der verordening dd. 24 Junij
1875 Gemeenteblad no. 11) als niet voor invulling vatbaar, te
wijzen van de hand.
De discussion omtrent dat voorstel geopend zijndezegt de
heer van Sloterdijck, dat hy zich moeijolijk met dit
door burgemeester en wethouders verstrekt advies zal kunnen
vereenigon, niet, omdat bij hem do vaste overtuiging bestaat,
dat het onjuist is, maar omdat het geheel onbekend isop welke
gronden dat advies steunt. Ook in het praeadvies door de school
commissie verstrekt, zijn geeno motieven genoemd. Deze zegt
eenvoudigdat cr h. i. geene termen aanwezig zijn op het ver
zoek gunstig te beschikken. Maarvraagt spr.waarom bestaan
or geen termen voor eene gunstige beschikking. Nu kan hij
wel motieven zoekenals b.v. dat het tractement van adresaante
tot 1870 door verandering gestadig is verbeterd en de verorde
ning verbiedt, dat door haar privaatlessen worden gegevenmaar
van zoodanige argumenten, die trouwens anders zeer goed zou
den kunnen worden genoemd, vindt men niets in het voorstel
van burgemeester en wethouders, evenmin als in het praead
vies der schoolcommissie.
Gaat spr. verder apreciëren den fïnanticlen toest ir:d van adres
sante dan komt hij tot de conclusiedat de hoofdonderwijzeres
van gemeenteschool no. 3 in veel mindere positie verkeert dan
anderen in gelijksoortige betrekkingen. Hij zal nie' noemen don
hoofdonderwijzer aan dc gemeenteschool no. 2, die eene jaar
wedde van f 2000 en eene personele toelage van ƒ400 geniet
boven het genot van vrije woning met tuinmaar wil slechts
wijzen op de andere hoofdonderwijzersdiezoo niet meer trac
tement, dan toch vrijheid hebben om privaatlessen te geven.
Zou nu nietvraagt "spr.aan het verzoek van adres3anto
kunnen worden voldaan, zonder nu juist de gemeentekas te be
zwaren, door n.l. ook aan haar te vergunnen buiten de school
uren privaatles te geven aan anderendan aan Icorlïogen i
1 te Leeuwarden, van den 27 February 1879.
harer school Hij voor zich kan er althans niet toe komen
zijne stem te geven aan een voorstel waarin hoegenaamd geene
motieven zijn genoemd.
Da Voorzitter geeft toe, dat de motieven, door dc school
commissie voor haar praeadvies bijgebragtzeer schraal zijn
en intusschea gelooft hijdat er wel motieven zijn die echter
minder geschikt hier ter plaatse kunnen besproken worden. In
die overtuiging heeft spr. gemeend het advies der schoolcom
missie te moeten volgen hoewel hij voor zich er geen overwe
gend bezwaar in zietadressante eene bevoegdheid te vorleenen
die aau alle hoofdonderwijzers is toegekenden waar het mogt
gebeuren dat de conclusie van het door burgemeester en wet
houders aangeboden voorstel wordt verworpen, daar zal hij zulks
beschouwen als een wenk voor het collegie om nader met do
plaatselijke echoolcommisie in overleg te treden of niet aan hot
verzoek van adressante om vergunning tot het geven van pri-
vaatlecsen zou kunnen worden voldaan.
De heer Bloomborgen had niet verwacht, dat togen het
voorstel van burgemeester en wethouders de gemaakte opmer
king zou worden ingebragt. Ofschoon hij gaarne wil aannemen,
dat niettegenstaande die opmerkingtoch verschillende leden
hun stem aan dat voorstel zouden willen gevenacht hij het
toch verkieslijkdat het vooralsnog niet worde jin stemming
gebragtmaar burgemeester en wethouders in de gelegenheid
worden gesteld ter zake van de schoolcommissie nadere inlich
tingen in te winnen en van deze de motieven te vragen welke
tot het door haar uitgebragt advies hebben geleid. Die motieven
zouden dan later aan don raad kenbaar kunnen worden gemaakt,
als wanneer hij in staat zou zijn een meer bepaald oordeel ter
zake te vellen.
Wat spr. aangaat, hij erkent, dat hij tot het doen van een
voorstel in den geest van de plaatselijke schoolcommissie heeft
medegewerkt, opgrond, dat er in de laatste jaren omtrent den
gang van het onderwijs aan deze school en de gedurige afwis
seling in het hulppersoneel van tijd tot tijd nog al bedenkingen
en opmerkingen zijn vernomen, die het voor hot tegenwoordige
minder geraden doen achtenom do eerst voor een paar jaren
vastgestelde bezoldiging te verhoogen ofmet wijziging van het
daaromtrent bij de verordening opzettelijk bepaalde voor adres
sante de gelegenheid te openen tot het geven van privaat onderw.
In hoeverre dit echter ook het motief der schoolcommissie is,
durft spr. niet verzekeren. Hij wil echter gaarne er toe mede
werken dien aangaande zokerhoid te erlangen en stelt mitsdien
voor dc behandeling van het aau de orde zijnde voorstel uit te
stellen, om burgemeester cn wethouders in de gelegenheid te
stellen nadere inlichtingen van de plaatselijke schoolcommissie
in te winnen.
Dit voorsteldoor burgemeester en wethouders overgenomen
zijnde, wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming aange
nomen en de behandeling mitsdien uitgesteld.
4 Voorstel van burgemeester en wethouders aangaande de vol
doening van kosten wegens verbetering der schietbaan.
Burgemeester eu wethouders stellen hierbij voor
a. ten laste van do gemeente te brengen een derde gedeelte
der kostenvereischt voor de uitvoering van door de militaire
autoriteit noodig geachte verbeteringen aan de schietbaan alhier,
mits het bedrag vaa dat een derde gedeelte de eom van f 400
niet te boven ga.
b. Burgemeester cn wethouders uit te noodigen tor zijner
tijd den raad voorstellen aan te bieden met opzigt tot de fondsen,
waaruit de sub lo bedoelde uitgaaf zal worden bestreden.
Dienovereenkomstig wordt zonder discussie en hoofdelijke
stemming besloten.
5. Voorstel van burgemeester en wethouders ter zake verhoo-
ging der subsidie voor het stedelijk muziekkorps over 1878.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de
conclusie van dit voorstel besloten
atot dekking van het bij do administratie van het stcdoljjk
Verslag der handelingen van don gemeenteraad te Leeuwarden, van den 27 February 1879.
23
muziekkorps over 1878 bestaande te kort, ad ƒ290.76, de ten
behoeve van dit korps voor genoemd dionstjaar toegestane sub
sidie ad 2200 te verhoogen met ƒ300.
b. Burgemeester en wethouders te magtigonom door af
schrijving eener som van ƒ300 van het fonds voor onvoorziene
uitgaven der gemeente hogrooting dienst 1878 en overschrijving
van dat bedrag op hoofdstuk IX afd. III art. 2 (uitgaven) der
zelfde begrooting, de verevening der sub a bedoelde verhoogde
subsidie te bevorderen.
6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot overplaatsing
van den hoofdonderwijzer der gemeenteschool no. 9 in dezelfde
betrekking aan gemeenteschool no. 10
Overeenkomstig de conclusie van dit voorstel wordt besloten
en wel zonder discussie en hoofdelijke stemming, den heer J.
Visser, hoofdonderwijzer aan de gemeenteschool no. 9, met ingang
van den 12 Mei 1879 over te plaatsen naar de gemeenteschool
no. 10 en zulks op eene jaarwedde van 1250 benevens vrije
woning of wegens vergoeding voor huishuur van f300'sjaars
7. Voorstel van burgemeester en wethouders tot overplaatsing
van den hulponderwijzer T. Roep van gemeenteschool no. 5 naar
gemeenteschool no 1.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt overeen
komstig de strekking van dit voorstel besloten aan den hulp
onderwijzer Thomas Roep, benoemd tot hulponderwijzer aan do
gemeenteschool no. 5doch sedert 5 November 1877 tjjdelyk
als zoodanig werkzaam aan de gemeenteschool no. 1 met in
gang van den ln Maart 1879 aau te stellen als hulponder wijzer
aan de gemeenteschool no. 1onder genot van gelijke voor-
deelen als aan zijne tegenwoordige betrekking zijn verbonden
en met toekenning van eervol ontslag als hulponderwijzer aan
gemeenteschool no. 5, mede in te gaan op den ln Maart 1879.
8. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verleenen
van eervol ontslag aan den hulponderwijzer aan gemeenteschool
no. 5 M. Baarda.
Overeenkomstig de strekking van dit voorstel wordt besloten:
aan Meinto Baarda, hulponderwijzer aan de gemeenteschool no.
5 alhiereervol ontslag te verleenen uit die betrekkingin te
gaan den 15 Maart 1879.
10. Voorstel van burgemeester en wethouders tot gedeeltelijke ont
heffing van A. Kestens van eene aangenomen levering van keijen
en tot kwijtschelding van beloopen boete.
Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor
a. Antonius Kestensblijkens procesverbaal dd. 6 April 1878
aunnomer van de levering van 40000 heelo en 2000 halve Ben
tham keijen te ontheffen van zijne verpligting tot de levering van
de door afkeuring nog ontbrekende 28165 heele keijen,
b. den adressant vrijstelling te verleenen van de boete tot een
bedrag van ƒ66 beloopen voor de te late levering van door hem
blijkens proecsverbaal van den 6e April 1878 aangenomen Ben
tham keijen.
Dc algemeeno beraadslagingen over dit voorstel worden geopend.
De beer van Sloterdijlc zegt, dat het misschien weinigen
zal bevreemdendat hij zich met de conclusie van dit voorstel
niet zal en kan vereenigen. Hij wil echter ook mededeelen de
gronden, waarom hij bepaald niet met het voorstel kan meegaan.
In de le plaats heeft zc.owel het voorstel als het door den di
recteur verstrekt pr«advies een ongunstigea indruk op hora ge
maakt, niet om beider strekking, want hij wil een ieder vrij
laten in het oordeel omtrent zaken als de onderwerpehjke, maar
omdat de feitenwaarop de adviezen rustenin de stukken
onjuist wordt medegedeeld. Alleen deze omstandigheid heeft
bij spr. een ongunstigen indruk doen ontstaan, zoomede den schijn,
alsof bij deze zaak niet het belang der gemeende, maar dat ven
den adressant op den voorgrond is gesteld. Spr. zal dit beweren
ook ju8tificeren.
Door adressant is aangenomen de levering van 40000 heele en
2000 halve Benthain keijen, te leveren vóór of op 1 Junij en
1 Julij telkens de helft' Er is geleverd, volgons don directeur,
op 7 Junjj de eerste helft en op 15 Julij de andere, soodat do
aannemer do eerste helft te laat heeft geleverd 7 dagen en de
laatste 15 dagen, makende te zamen 22 dagen. Aangezien vol
gens art. 4 van het bestek en de voorwaarden van levering
door iederen dag te late levering eene boete wordt verbeurd van
ƒ3, zoo is, volgens het beweren in de overgelegde stukken, door
den aannemer eene boete verschuldigd van 22 X ƒ3 ƒ66.
Dit beweren, zegt spr., is echter geheel onjuist. Immers de aan
nemer bood wel op de genoemde tijdstippen 40000 stukken steen
tor levering aan, maar van die 4Ö000 werden niet minder dan
28165dus bijna 3 4 afgekeurdals niet voldoende aan het mons
ter. De aannemer nam bij de besteding op zichom voor den
door hom ingeschreven prijs en op den bij het bestek bepaalden
tijd het benoodigde getal ateenen volgens monster te leveren en
waar de 28165 afgekeerde ateenen niet aan dat monster volde
dendaar kon te dien opzigte geen sprake zijn van levering
volgens contract en bleef de aannemer in verzuim zoolang geen
anderen overeenkomstig dat monster waren geleverd. De te
late levering bepaalt zich dus geenszins tot 22 dagen, maar strekt
zich uit zelfs tot hedenaangezien de aannemer thans nog niet
de levering volgens contract heeft bevorderd. Men heeft te doen,
zegt spr. met eene in het oog springende onjuistheid, waar men
beweert, dat het bedrag der kwijt te schelden boete slechts 66
bedraagt. Neenhet belang der gemeente is bij deze zaak veel
meer geïnteresseerd en de boetedie zij van don aannemer vol
gens de voorwaarden van besteding kan vorderen, is niet 66
maar het drievoud van het getal dagendat er reeds sinds de
termijnen voor de levering bepaaldia of nog zal verloopen
dus een zeer belangrijk bedrag. Waar de raad zijne goedkeuring
aan het voorstel van burgemeester en wethouders hecht, daar
zal hij adressant dan ook doen eene schenking van zeer grooten
omvang en nu vraagt spr. zijn voor zoodanige schenking hier
wel voldoende gronden. De gronden voor het toestaan van het
verzoek bijgebragt, zijn, naar spr meent, genomen uit de me
morie door adressant zelf overgelegd en nu vraagt spr. of gron
den uit zoodanige memorie, uit zoodanig eenzijdig stuk voldoende
zijn voor remissie van boete. Maarzegt spr., zelfs aan de hand
van die memorie moet men tot de overtuiging komen dat adres
sant eeno onvoorzigtigheid ligtvaardigheid en nonchalance heeft
begaan, die zeer bedenkelijk zijn. Adressant heet door minder
Jojale handelingen van vermogende concurrenten bedrogen te
zijn, maar, vraagt spr., had hij zich vóór de aanbesteding niet de
zekerheid moeten verschaffendat hij zoowel het getal als de
soort ateenen op de bepaalde tijdstippen zou kunnen verkrijgen
tegen zekeren prijs Adressant heeft zich ochter eerst na zijne
aanneming met derden in betrekking gesteld on W8l met iemand,
door wien hijook wegens financiële onmagtwerd teleur
gesteld. Was het niet groote ligtvaardigheid van adressant zoo
danig te handelen en is hij het niet, die de gevolgen van die
ligtvaardigheid behoort te dragen Of, vraagt spr., heeft men
hier nu niet te doen met die risico, welke do gemeente juist
door do aanbesteding yan zicb. af tracht te weren Verder
blijkt uit de door adressant overgelegde memorie, dat hij zelf niet
behoorlijk voor de sorteering der steenen heeft gezord maar
voor die sorteeringopdragt aan een anderz i. deskundige heeft
verstrekt, wat is hiervan het gevolg geworden?1 dit, dat van do
40,000 ter levering aangeboden keijen meer dan 28,000 moesten
worden afgekeurd, en zulksniettogenstaaade art. 2 der voorwaarden
vaa besteding uitdrukkelijk bepaalt, dat de afmetingen en de
soort der keijen geheel moeten voldoen aan da monsters ea dat
de keijen gelijkmatig en goed gesorteerd zullen zijn en dus niet
zoo als die aan de groeve worden geleverd.
Adressant, zoo merkt spr. op, had in dit art eene waarschu
wing. Bij de bekendheid, dat er aan de groeve dikwijls veel ver
keerds wordt afgeleverd, heeft mon expres deze bepaling onder
de voorwaarde opgenomen. Hij moet het herhalen dat uit bet
stuk door adressant zelf overgelegd, blijkt, dat adressant ligt -
vaardig heeft gehandelddoor eerst na de aanneming zich van
do mogelijkheid der levering te ve'gewisBcn en door misschien
uit zucht tot winstbejag, voor de levering ziju tocvlugt te ne-