98 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 11 September 1879. cussie zal lezen, maar, zegt hij, dan leest zij ook de opmer king van den heer van Sloterdijck in de laatste plaats ge maakt, nl. omtrent het verkieslijke van eene rente-reductie boven een subsidie. Spr. hoopt niet dat die opmerking bij de commissie ingang zal vinden, wijl hij voor zich, bij de tegenwoordig reeds lage rente-standaardniet zoo gaarne tot nadere verlaging zou willen overgaan. In verband hier mede zal hij aan het voorstel tot het verleenen van eene subsidie ad 450gaarne zijne stem geven. Hij gelooft dat deze maatregel ook nog goedkooper voor de gemeente zal zijn. De heer Bloembergen kan zich geheel aansluiten bij het gevoelen van den heer Troelstra. Ook hij meent, dat men te ver gaat, wanneer men de betrokken bepaling in dien zin opvat, dat aan de in het reglement genoemde ru brieken geene nieuwe mogen worden toegevoegd. Hij wil observeren, dat met betrekking tot de gemeente-begrooting de rubrieken zijn opgenoemd in de gemeentewet. De erva ring van verscheidene jaren heeft echter bewezen, dat er volstrekt geen gevaar bestaat aan die rubrieken, des noodig, nog andere toe te voegen. Het ligchaam, dat de begrooting dient goed te keuren, kan immers altijd nog over de toe lating van de toegevoegde rubriek beslissen. Spr. beschouwt de bepaling van 1 van art. 52 als eene aanwijzing van de rubrieken, die in elk geval op de begroo ting moeten voorkomen en als eene wijze van indeeling der administratie-kosten. Waar nu verschillende rubrieken zijn gesteld, zou het de vraag nog zijn of misschien niet onder een daarvan zou kunnen worden opgenomen het bedrag van het toe te kennen pensioenmaar aangezien er niets tegen kan zijn hiervoor een expresse rubriek aan de begrooting toe te voe gen heeft men gemeend daaraan de voorkeur te moeten geven. Spr. gelooft echter met andere sprekers dat dit punt beter ter sprake kan worden gebragt bij de behandeling der sup- pletoire begrooting, waarom ook hij daarover niet verder zal uitweiden. Echter doet het hem genoegen, dat blijkens de gehouden discussie, de leden over het algemeen zich zeer goed met het voorstel van burgemeester en wethouders kunnen ver eenigen. Hierna worden de discussiën gesloten en de verschillende onderdeelen van de conclusie van het voorstel zonder hoof delijke stemming aangenomen, Niets verder te behandelen zijnde, wordt de vergadering door den voorzitter gesloten. ERRATUM. In het verslag van het verhandelde ter raads vergadering van 2 September 1879, staat op bladzijde 94 en wel in de omschrijving van punt I den naam ,mr. J. Minnema Bumamen leze: „mr. J. Minnema de With Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 25 September 1879. 99 Vergadering van Donderdag 25 September 1879. Tegenwoordig 13 leden. Afwezig: de heer mr. W. J. v. Weideren baron Rengers burgemeester, en de heer mr. H. Wiersma met- en deheeren mr. C. W. A. Buma, dr. J. Baart de la Faille, mr. P. I). Kymmell, S. T. Bakker, jhr. mr. C. van Eysinga en J. Troel stra zonder kennisgeving. Voorzitter de heer J. J. Bruinsma, oudste wethouder. I. De notulen van de vorige op 11 September 1879 ge houden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt. 1. het rapport der commissie voor de reclames tegen aan slagen op kohieren der belasting op het inkomenbetreffende de bezwaarschriften tegen aanslagen voorkomende op het le suppletoir kohier. 2. het rapport der raadscommissie belast geweest met het onderzoek der gemeente-rekeningdienst 1878. De commissie stelt hierbij voor te besluiten: a. de gemeente-rekening over het dienstjaar 1878 vast te stellen in ontvang op eene som van 721,445.71 en in uit gaaf op 713,181.42sen alzoo met een voordeelig slot van f 8,264.28 s. b. Burgemeestsr en wethoudersonder mededeeling van enkele gemaakte opmerkingen's raads dank te betuigen voor hun getrouw beheer. 3. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een schrijven van de commissie van administratie der stadsbank van leeningomtrent uitkeering van toegezegde subsidie voor het aan den boekhouder H. Broersma verleend pensioen en tot wijziging der begrooting voor 1879. De conclusie van dit voorstel strekt om: a. burgemeester en wethouders te magtigen om aan de commissie van administratie der stadsbank van leening uit te keeren de toegezegde subsidie uit de gemeentekas, berekend naar f 450 's jaars, aanvangende 12 November e. k.; b. de vereischte goedkeuring tot wijziging, aanvulling, der begrooting van administratie-kosten der stadsbank van leening, dienst 1879, in dier voege, dat onder kapittel 7, „algemeene administratiekosten" wordt aangebragt de somdie wegens pensioen van den eervol ontslagen boekhouder H. Broersma, over het tijdvak van 12 November tot ultimo December 1879 ten laste der administratie moet komen en alzoo het bedrag van kapittel 7, zoomede het totaal der begrooting te verhoo- gen met ƒ60.58. 4. een voorstel van burgemeester en wethouders tot uit loting van obligatiën van aangegane geldleeningen. Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor om 1. te bepalen dat de sommen voor buitengewone aflossing van schuld bij de begrooting voor 1879 beschikbaar gesteld worden bestemd ter aflossing met den 2en Januarij 1880: op de geldleening, aangegaan in 1853, ƒ1000; op die 18561000 op die 18631000 op die aangegaan voor de gasfabriek in 1865, boven de gewone aflossing bij het plan bepaald ƒ10,000; 2. over te gaan tot de uitloting van na te melden getal obligatiën, ieder groot ƒ1000, als: 1 van de leening aangegaan in 1853, rentende 4 pCt. 1 k -, n n 1856 4V2 1 Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant. 2 van de leening aangegaan in 1 i> i n i, i> 1 1 1 1 2 ten behoeve der verbetering van 1 van de leening aangegaan in voor diverse werken. 3 van de leening aangegaan in 13 voor de gasfabriek. 2 1 1 voor dezelfde inrigting. 3 van de leening aangegaan in voor dezelfde inrigting. 5. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot nadere wyziging der verordening van de middelbare school voor meisjes. De conclusie van dit voorstel strekt, om te besluiten met intrekking van onderdeel a van het raadsbesluit van 27 Maart 1879 110. 13, te besluiten: de artikelen 2 en 14 der verordening op de school van middelbaar onderwijs voor meisjes te vervangen door navol gend artikel 2: „Jaarlijks wordt een programma der lessen voor een vol gend schooljaar vastgesteldvermeldende het getal der lesuren, wekelijks in ieder vak en in iedere klasse te geven, de namen der leeraressen en leeraren met het onderwijs in elk vak be last, benevens de daarbij te gebruiken boeken en zooveel doen lijk de in iedere klasse voor ieder vak te behandelen leerstof. Dit programma wordt door de directrice, in overleg met het overige onderwijzend personeel opgemaakt en in de eerste helft der maand Junij aan de commissie van toezigt ingezon den, welke het, onder bijvoeging van het daarop ingewonnen advies van den inspecteur van het middelbaar onderwijs, met haar advies aan burgemeester en wethouders ter vaststelling aanbiedt. Een door de directrice opgemaakte rooster der les uren wordt door haar aan de goedkeuring der commissie vkn toezigt onderworpen. Deze is zoodanig ingerigt, dat het te geven onderwijs valt tusschen des voormiddags 8 en des namiddags 4 uur op de zes werkdagen der week en dat op geen dag meer dan 6 les uren voor iederen leerling vallen." 6. Een voordragt ter benoeming van een hulponderwijzer aan gemeenteschool no. 2. Hierop zijn geplaatst: 1. Cornelis Sweeris, en 2. Jan Roelfs Madiol beiden te Leeuwarden, en 3. Gosse Nonkes te Akkrum. Al deze stukken zijn ter visie gelegd om in eene volgende vergadering te worden behandeld. 7. Drie verzoekschriften van huurders van aan de gemeente behoorende zathen en landen, om vermindering van huur. De voorzitter stelt voor die stukken tot onderzoek te brengen in de sectiën en ze te dien einde te voegen bij de stukken der gemeente-begrooting voor 1880. De heer Duparc kan zich niet met dit voorstel vereenigen. Hij meent, dat de ingekomen adressen ter nadere adstructie in handen van burgemeester en wethouders moeten worden gesteld. Het betreft hier een principieel punt en nu vindt 18 1862, rentende 4Vs pCt. 1863 1, 4% 1864 11 5 1865 K 5 1868 5 18(jp 1, 5 1871 5 het aschland. 1871, rentende 5 1876 4% 1865 f. 5 1867 n 5 1876 11 4 Va

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1879 | | pagina 1