12
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van den 22 Januarij 1880.
gemoet komen aan eene commissie, die met onvermoeiden ijver
tot dusver vruchteloos heeft gepoogd onze gemeente, zonder
dat het haar iets kost, in het bezit te stellen van eene inrig-
ting waaraan in zekeren zin geene mindere behoefte bestaat
dan aan beurs-, waag- en schoolgebouwen, waaraan in de
laatste jaren honderd duizenden zijn te koste gelegd. Spr.
gelooft dat men niet alleen de financiële zijde der zaak
moet beschouwen, maar ook verder moet zien en vragen
of het belang der gemeente Leeuwarden niet eischt
dat men het verblijf ook der meergegoedenzooveel mo
gelijk tracht te veraangenamen, vooral waar dit kan zooals
hier, n. 1. door ondersteuning van pogingen van particulieren,
eene ondersteuning die de gemeente slechts enkele guldens
zal kosten en voor de belastingschuldigen waarop zoo dik
wijls werd gewezenwelligt niet bij centen of halve centen is te
berekenen. Men moet niet vergetendat het geld dat het dei-
gemeente zal kosten, geenszins wordt weggeworpen, maar vrij
zeker zal strekken tot vermeerdering harer bloei. In het
meerder bezoek van vreemdelingen en het grooter vertier der
meergegoede inwoners zal zeker meer teruggevonden worden
dan wordt opgeofferd. Spi. voor zich zou dan ook geenszins
aarzelen, om zich bij den heer Duparc aan te sluiten, die van
de Harmonie in het geheel geene retributie wil eischendoch
waar hij meent dat het deswege in te dienen amendement
weinig kans van slagen heeft, daar meent hij zich aan het
voorstel van burgemeester en wethouders te moeten houden
en wil hij eindigen met dat voorstel den leden aan te bevelen.
Hierna dient de heer Duparc het door hem reeds vroeger
aangekondigde amendement in luidende: cDe kosten van
alle zoodanige werkendie het gevolg zullen zijn van de
stichting van bedoeld gebouw met zijne omgeving op het
daarvoor bestemd terreinzoo in opzigt tot het opruimen,
en verleggen der bestaande toegangswegen als ten aanzien
der verplaatsing van de bestaande riolering en waterleiding
voor brandblusschingmet aanbehoorende putten, pompen en
kolken komen ten laste der gemeente."
Dit amendement ondersteund zijnde, wordt in stemming ge-
bragt. Met 11 tegen 5 stemmen wordt het verworpen. Vóór
stemden de heeren mr. C. W. A. Buma, Kymmell, Rengers, Duparc
en Bakker. Alsnu dient de heer Troelstra een amendement in op
het voorstel van burgemeester en wethoudersstrekkende om
de daarin genoemde retributie in plaats van op 4 op 5 pCt.
te stellen. Dit amendement blijft, als niet ondersteund, buiten
behandeling. Het voorstel van burgemeester en wethouders
wordt hierop met 14 tegen 2 stemmen die van de heeren
Minnema Buma en Troelstra aangenomendoor welk besluit
het amendement ingediend door den heer Minnema Buma met
goedvinden van dezen als vervallen wordt beschouwd.
Hierna wordt aan de orde gesteld punt d van onderdeel 2
der conclusie van het voorstel van burgemeester en wethouders
luidende„rf. de werken of beplantingen bij de vestiging van
het regt van opstal op den grond aanwezig kunnen door het
gemeentebestuur worden weggenomen."
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit punt aangenomen.
Na eenige bespreking tusschen de heeren Plautengade
Voorzitter, Duparc en Wiersma, wordt eveneens aangenomen
punt e luidende:
ehet gebouw, door de vereeniging op het in opstal uit te
geven terrein te stichten, moet worden gemaakt overeenkom
stig het bouwplan door het bestuur der vereeniging aange
boden bij missive van den 13 October 1879. De stichting
van dat gebouw moet zijn aangevangen binnen zes maanden
en voltooid binnen twee jaren na de dagteekening der sub b
vermelde acte. Wanneer niet binnen den gestelden termijn
met den bouw is aangevangen, vervalt het verleend regt van
opstal en blijft de plek grond ter vrije beschikking van de
gemeente."
Ook punt f wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld
zooals het is voorgedragen en wel als volgt:
.f. het in opstal uit te geven terrein moet van den omlig-
genden publieken grond worden afgesloten door een ijzeren
hek, ter hoogte van 1.5U meter, te plaatsen op eenen steenen
rollaag. Het gedeelte van dit hek, te plaatsen op het west
einde van het terrein moet op een afstand van minstens 20
meter van de gracht worden geplaatst.
Bij punt <r/ wordt door den Voorzitter beantwoordt eene
kleine opmerking van den heer Plantenga, waarna dit punt
wordt goedgekeurd en vastgesteld in voege als volgt:
de oostelijke gevel van het te stichten gebouw moet
minstens GO meter verwijderd zijn van den achtergevel van
het paleis van justitie.
„Op voorstel van den heer Bloembergen wordt in punt h
achter het woord „concertzaal" gevoegd de woorden: „en
aanhoorigheid."
Verder vraagt de heer Minnema Buma te worden inge
licht of bij dit punt h ook ter sprake is gekomen de bedie
ning. Het kan gebeuren dat de gemeente gebruik maakt van
het haar hierbij toegekende regt en dan kan alligt het gemis
van eenige vermelding omtrent de bediening aanleiding tot
conflict geven. Volgens de tegenwoordige redactie van het
punt is er alleen sprake van verlichting en verwarming, spr.
zou „bediening" daaraan willen toevoegen.
De Voorzitter kan de noodzakelijkheid dezer toevoeging
niet inzien. Do hoofdzaak is, dat de gemeente de vrije be
schikking over het locaal heeft. Ook is omtrent de bediening
al weinig te bepalen. Immersdeze hangt voor een groot
deel af van het doel, waarvoor men de localiteit zou willen
bezigen.
De heer Minnema Buma heeft de opmerking alleen ge
maakt om duidelijk in het licht te stellen wat hier het doel
is. Spr. stelt zich voor, dat b. v. wanneer bij een bezoek des
Konings te dezer stede een diner of bal of wat dan ook werd
gegeven, de bediening lang geen onverschillige zaak zou zijn.
Het komt hem voordat de vereeniging de Harmonie niet
gaarne zou ziendat bij dergelijke gelegenheid een geheel
vreemd personeel minder bekend tot inrigting en gewoonten
in dienst werd genomen.
Nadat do heer Duparc nog had gewezen op de moeijelijk-
heid om ten opzigte der bediening eene bepaling te maken
en had opgemerkt, dat in het ondcrwerpelijke punt h sprake
is van „overleg met het bestuur der Harmoniewordt dat
punt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld als volgt:
Ji. het gemeentebestuur heeft het regt, in overleg met het
bestuur van de Harmonie gedurende drie dagen in het jaar
over de door de vereeniging te stichten concertzaal en aan
hoorigheid te beschikken, zonder tot eenige andere vergoeding
dan van verlichting en verwarming gehouden te zijn".
Na toelichting door den Voorzitter van eene door den
lieer van Harinxma gemaakte opmerking omtrent het
woord „desverkiezende" wordt punt i zonder hoofdelijke stern-
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van den 22 Januarij 188U.
13
miug vastgesteld, met dien verstande, dat op voorstel van den
heer Bloembergen van de laatste alinea een nieuw punt wordt
gemaakt en aangeduid door letter k. Tengevolge hiervan
wordt het oude punt i vastgesteld als volgt
„i. ingeval van ontbinding of verandering van bestemming
van de vereeniging de Harmonie heeft het gemeentebestuur de
bevoegdheid, het regt van opstal te doen eindigen en de op
den grond aanwezige gebouwen desverkiezende over te nemen
tegen een prijs, te bepalen door twee deskundigen, wederzijds
één te benoemen en aan wie in geval van verschil een derde
door den kantonregter aan te wijzen zal worden toegevoegd.
k. Bij het eindigen van het regt van opstal zal art. 762
van het burgerlijk wetboek worden toegepast. De waarde der
gebouwen wordt alsdan bepaald zooals bij lett. i is vastgesteld".
Omtrent het laatste onderdeel der conclusie heeft geen dis
cussie plaats. Zonder hoofdelijke stemming wordt het vast'
gesteld als volgt: „3. burgemeester en wethouders te magtigen,
om de verdere voorwaarden in overleg met het bestuur der
vereeniging de Harmonie vast te stellen".
In verband met een en ander is genomen het navolgend
besluit
1Te verklaren niet meer voor de openbare dienst te zijn
bestemd, de plek gemeentegrond', hierna sub 2 omschreven.
2. Voorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde
staten van Frieslandten behoeve van de vereeniging „de
Harmonie" alhiervoor het stichten van het gebouw lett. e
bedoeld een regt van opstal te vestigen op eene oppervlakte
grondter grootte van hoogstens 5000 centiareuitmakende
een gedeelte van het terrein gelegen achter het paleis van
justitie, aangeduid op de door het voorloopig bestuur der ver
eeniging overgelegde situatieteekening, onder de volgende voor
waarden
a. Vorenomschreven regt van opstal wordt gevestigd voor
den tijd van 49 jaren.
b. Als erkenning van het eigendomsregt van de gemeente
zal aan haar door de vereeniging „de Harmonie" jaarlijks
worden betaald eene recognitie van drie honderd vijftig gul
den ingaande met de dagteekening der acte die ter zake de
vestiging van het regt van opstal wordt opgemaakt;
c. het bestuur van de „Harmonie" is gehouden aan de gemeente
als vergoeding voor de na'te melden kosten jaarlijks te betalen eene
ritributie gelijkstaande met 4 pCt. van het bedrag van alle zooda-
nigewerken, die het gevolg zullen zijn van de stichting van bedoeld
gebouw met zijne omgeviug op het daarvoor bestemd terrein,
zoo in opzigt tot het opruimen en verleggen der bestaande
toegangswegen als ten aanzien der verplaatsing van de be
staande riolering en waterleiding voor brandblussching, met
aanbehoorende putten, pompen en kolken;
d. de werken of beplantingen bij de vestiging van het
regt van opstal op den grond aanwezig, kunnen door het
gemeentebestuur worden weggenomen
e. het gebouwdoor de vereeniging op het in ojistal uit
te geven terrein te stichten moet worden gemaakt overeen
komstig het bouwplan door het bestuur der vereeniging aan
geboden bij missive van den 13 October 1879. De stichting
van dat gebouw moet zijn aangevangen binnen zes jnaanden
en voltooid binnen twee jaren na de dagteekening der sub b
vermelde acte. Wanneer niet binnen den gestelden termijn
met den bouw is aangevangenvervalt het verleend regt van
opstal en blijft de plek grond ter vrije beschikking van de
gemeente.
f. het in opstal uit te geven terrein moet van den omlig-
genden publieken grond worden afgesloten door een ijzeren
hek, ter hoogte van minstens 1.50 meter, te plaatsen op een
steenen rollaag. Het gedeelte van dit hekte plaatsen op
het westeinde van het terreinmoet op een afstand van min
stens 20 meter van de gracht worden geplaatst
(j. de oostelijke gevel van het te stichten gebouw moet
minstens 60 meter verwijderd zijn van den achtergevel van
het paleis van justitie;
h. het gemeentebestuur heeft het regt, in overleg met het
bestuur van „de Harmonie"gedurende drie dagen in het
jaar over de door de vereeniging te stichten concertzaal en
aanhoorigheid te beschikkenzonder tot eenige andere ver
goeding dan van verlichting en verwarming gehouden te zijn
i. in geval van ontbinding of verandering van bestemming
van de vereeniging „d-e Harmonie", heeft het gemeentebestuur
de bevoegdheid, het regt van opstal te doen eindigen en de
op den grond aanwezige gebouwen desverkiezende over te
nemen tegen een prijste bepalen door twee deskundigen
wederzijds één te benoemen en aan wie in geval van verschil
een derdedoor den kantonregter aan te wijzen zal worden
toegevoegd.
k. bij het eindigen van het regt van opstal zal art. 762 van
het burgerlijk wetboek worden toegepast. De waarde der
gebouwen wordt alsdan bepaald zooals bij lett. i is vastgesteld
3. Burgemeester en wethouders te magtigen om de verdere
voorwaarden in overleg met het bestuur der vereeniging „de
Harmonie" vast te stellen.
Niets verder te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter de
vergadering.