53 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 27 Mei 1330 deelten en in de keuze der daaraan te geven inngting ge bonden zal zijn. Spr. meende dit in het midden te moeten brengen, om zijne stem, welke hij tegen het voorstel zal uitbrengen, te motiveren. De Voorzitter zal niet in herhaling treden der motieven, welke het eollegie tot het in behandeling zijnde voorstel heb ben geleid aangezien die motievenalthans in hoofdzaak, in het voorstel zelve zijn vervat. Hij is het echter geheel met den vorigen spreker eensdat het te nemen besluit in min of meerdere mate kan beschouwd worden een principieel besluit te zijn. Blijft de raad bij de meening, dat de terrei nen aan de Sophialaan en den Stationsweg hunne oorspronkelijke bestemming en gedaante moeten behoudendan acht spr. ook de verwerping van dit voorstel beter. Evenwel is spr. voor zich eene andere ineening toegedaan en acht hij eene wijziging in voege als op de overgelegde schetsteekening is aangeduid wenschelijk. Hoewel ook de bouwcommissie en de meerderheid van burgemeester en wet houders zich in beginsel met dat plan kunnen vereenigen heeft men zich aanvankelijk tot het thans in behandeling zijnde terrein bepaaldook omdat eene uitbreiding van het Stations terrein wel ligt er toe kan leiden om de Sophialaan meer westelijk te verleggen en in verband daarmede de geheele indeeling der bouwterreinen te wijzigen. Hierna worden de discussiën gesloten en tot stemming over gegaan. Het resultaat hiervan is, dat het voorstel van burg. en wetli. met 13 tegen 3 stemmen wordt aangenomen. Tegen stemden de heeren Suringar, Bloembergen en Plantenga. 0. Voorstel van burgemeester en wethouders tot overdragt van strookjes grond van een perceel land op Oldegalileën aan verschillende eigenaars van huizen aldaar. Met goedvinden der vergadering tot dadelijke behandeling van dit niet ter vorige vergadering aangebragte voorstel over gegaan zijnde, wordt zonder discussie en hoofdelijke stem ming conform de conclusie er van beslotenvoorbehoudens goedkeuring van gedeputeerde staten «aan de na te melden eige naren van huizen op Oldegalileën in eigendom over te dragen eene plek grond tot eene oppervlakteals bij hunne namen is omschreven, uitmakende een gedeelte van het aan de ge meente behoorend perceel land, sectie F no. 1576, zulks te gen betaling eener som berekend naar ƒ1.50 per centiare en overigens op voorwa«arden door burgemeester en wethouders vast te stellen, als aan: Willem Beintema, eigenaar van het huis no. 47: 44,80 ca. Hendrik Arend Nijland, eigenaar der huizinge no. 49: 44,14 ca. Sijtze Steinvoorte, eigenaar der huizinge no. 51: 73,53 ca. Petrus v. d, Steeneigenaar der huizingeno. 5355 61 en 69: te zamen 61,5 ca. Dirk Wiemers, eigenaar der huizinge no. 57: 20,74 ca. Heeltje Terguin, echtgenoote van Gabbinus IJpes, eigena res der huizinge no. 59: 15,21 ca. Egbertus v. d. Meuleneigenaar der huizinge no. 63: 28,18 ca. Jan Ter Horst, eigenaar der huizen no. 65 en 6761,47 ca. Hierna wordt nog in behandeling genomen het heden a«an- gebragte 7. Voorstel van burgemeester en wethouders betreffende de benoeming van een lid van den raad in het bestuur der op te rigten ambachtsschool. De conclusie van dit voorstel luidt: aan de voorloopige commissie voor de ambachtsschool te berigtendat de raad casu quo gaarne gebruik zal maken van de aanbieding om een lid af te vaardigendie regt van zitting in het bestuur der vereeniging „de Ambachtsschool'' zal hebben. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt dienover eenkomstig besloten. De verschillende punten van behandeling hiermede afgedaan zijnde, wordt nog het woord verleend aan den heer van Slo- terdijck die mededeelt, dat het der raadscommissie voor het ontwerpen v.an strafverordeningen is gebleken, dat in de af- druk-verordening op liet, bouwen en inrigten van woningen enz.zoo als die in het gemeenteblad is opgenomen, een arti kel mist, dat wel was opgenomen in het ontwerp, dat door den raad werd vastgesteld. Bovendien is haar gebleken, dat bedoeld artikel ook niet is opgenomen geworden in het af schrift, hetwelk ter voldoening aan art. 167 alinea 1 ten fine van mededeeling «aan gedeputeerde staten is ingezonden. Aangezien het vermiste juist bevat de bepaling, dat bij het in werking treden der nieuwe, de oude verordening ver valt, is het noodzakelijk, ten einde niet vormelijk twee ver ordeningen over hetzelfde onderwerp te hebben, die bepaling alsnog bij verordening vast te stellen. Dientengevolge heeft hij de eer, voor te stellen dat de r,aud neme het volgende besluit „De r«aad der gemeente Leeuw«arden, Overwegendedat in het aan gedeputeerde staten van Fries land medegedeelde afschrift van de bij raadsbesluit van 25 Maart 1880 vastgestelde verordening op het bouwen en in rigten van woningenzoomede tegen het bewonen van voor de gezondheid nadeelige woningen niet is opgenomen artikel 31 van het ontwerpluidende .Met het in werking treden van deze verordening, zijn die op het bouwen en inrigten van woningenzoomede tegen het bewonen van voor de gezondheid nadeelige woningen van 26 February 1874 (gemeenteblad no. 7), en die tot wijziging van Laatstgenoemde, van 10 Januarij 1878 (gemeenteblad no 2), vervallen." Gezien art. 135 der gemeentewet; Besluit De verordening op het bouwen en inrigten van woningen, zoomede tegen het bewonen van voor de gezondheid nadee lige woningen, van 26 February 1874 (gemeenteblad no. 7), en die tot wijziging van laatstgenoemde van 10 Januarij 1878 (gemeenteblad no. 2), zijn vervallen. Dit besluit treedt in werking met den dag zijner afkon- diging." Op voorstel des Voorzitters en met goedvinden der vergade ring wordt tot dadelijke behandeling van dit voorstel overgegaan. Na eenige bespreking tusschen de heeren Bloembergen DuparcDirks en den Voorzitter over de wenschelijkheid om de verordening, aangevuld met de thans voorgestelde be paling te herdrukken en in één gemeenteblad op te nemen, welke wenschelijkheid echter niet algemeen wordt beaamd, wordt het door den heer van Sloterdijck ingediende voorstel zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd, terwijl verder op voorstel des Voorzitters wordt besloten om in dezen gebruik te maken van de bevoegdheid, bedoeld in art. 171 alinea 1 der gemeentewetnl. om de vastgestelde verordening terstond af te kondigen en hiervan aan gedeputeerde staten bij het in te zenden afschriftmededeeling te doen. Niets verder te behandelen of voorgesteld zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den r> en 10 Junij 1880. Vergadering van Zaturdag 5 Junij 1880. Tegenwoordig 17 leden. Afwezig de heeren Kijmmell, de la Faille en Dirks met en de heer de With zonder kennisgeving. Voorzitter de heer mr. W. J. v. Weideren baron Rengers I. De notulen van de op 27 Mei jl. gehouden vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld. II. Wordt ter tafel gebr«agt 1Een voorstel van burgemeester en wethouders betref fende af- en overschrijvingen op artikelen der gemeente-be grooting, dienst 1879. Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor goed te keuren de overgelegde ontwerp-besluitenbetreffende af- en overschrijving op artikelen der geineente-begrooting, dienst 1879 en strekkende: a. tot het verleenen van toestemming aan burgemeester en wethouders om de op den overgelegden staat vermelde arti kelen te versterken, krachtens daartoe bij de begrooting ver leende magtiging; b. tot afschrijving van het fonds voor onvoorziene uitga- ven wegens posten van uitgaaf, die hare omschrijving niet op de begrooting vinden en waarvan het bedrag als buiten gewone uitgaaf in de gemeente-rekening zal worden verant woord. 2. Een voorstel van burgemeester en wethouders ter zake oninvorderbaarverklaring van aanslagen in de belasting op het inkomen en die op het houden v«an honden. Dit voorstel is strekkende, om: a. oninvorderbaar te verklaren de aanslagen in de belas ting op het inkomen en die op het houden v.an honden, zoo mede wegens schoolgeld aangeduid en gespecificeerd op de staten, ingezonden door den gemeente-ontvanger bij zijne missive van den 4 Junij 1880, no. 42; b. den gemeente-ontvanger te magtigen om de sub 1 be doelde aanslagen van de betrekkelijke kohieren af te schrij ven en ze als oninvorderbaar in zijne rekening over 1879 te verantwoorden 3. Een voorstel van burgemeester en wethouders oj) de adressen van P. Pama de Kenipenaer en J. L. Petersenom in hunne betrekking van directeur en boekhouder der gasfa briek te worden gecontinueerd. Hierbij wordt voorgesteld om voor goed aan te ziendat voor de benoeming van een directeur en een boekhouder der gas fabriek geene aanbeveling van een dubbeltal personen wordt ingediend, terwijl tevens hierbij ter benoeming voor den tijd van 3 jaren, ingaande met 1 October 1880, voor bedoelde functien worden aanbevolen de heeren I'. Pama de Kenipe naer en J. L. Petersen. 4. Eene missive van voogden der stads armenkamerdd. 28 Mei 1.1., no. 1005/;, waarbij tot goedkeuring wordt inge zonden de rekening en verantwoording dier administratie over 1879. De stukken 1 2 en 3 zijn ter visie gelegd om in eene volgende vergadering te worden behandeldterwijl die ver meld no. 4 ten fine van onderzoek en rapport zijn gesteld in handen van de heeren Bloembergen, Suringar en de With. III. Wordt medegedeeld en voor notificatie aangenomen eene missive van de commissie v«an toezigt over de muziek- Bijvoegsel, beiioorende bij de Leeuwarder Courant. school van den heer H.agemanhoudende uitnoodiging aan de leden van den r«aad tot bijwoning van het aan die school te houden examen. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van het op den oproepingsbrief vermelde punt: Vaststelling van hef primitief kohier der directe belasting op het inkomendienst 1880. De Voorzitter, het noodig achtende eene vergadering met gesloten deuren te houdenheft de openbare zitting tijdelijk op. Bij heropening dezer zitting wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming v«astgesteld navolgend besluit: De ra.ad der gemeente Leeuwarden Gezien de resolutie van gedeputeerde staten van Friesland dd. 28 Mei 1880, 2e afd. no. 12, waarbij uitspraak is ge daan omtrent de bij hun eollegie ingediende reclames tegen aanslagen op het kohier der directe belasting op het inkomen ten behoeve dezer gemeenteover het dienstjaar 1880. Gelet op het daartoe betrekkelijk voorstel van burgemees ter en wethoudersaangeboden ter vergadering van heden. Besluit: 1. de door gedeputeerde staten bij voormelde resolutie be oogde wijzigingen in het kohier aan te brengen 2. liet kohier finaal vast te stellen in belastbaar inkomen tot een bedrag van ƒ4,251,171.25 en in totaal der aanslagen op 154,315.07 Vs 3. te bepalen datvermits liet montant der aanslagen het bij het betrekkelijk heffingsbesluit van den 14 September 1876 vastgestelde maximum met een bedrag van 4315.07Vs over treft, van die aanslagen 97°/0 zal worden ingevorderd, ten gevolge waarvan zal worden geïnd eene som van 149,685.62 V2 4. in voldoening aan het da«artoe door gedeputeerde staten bij hunne voormelde resolutie gedaan verzoek de reclamanten door uitreiking van extracten uit die resolutie, ieder zooveel hem betreftvan de op hunne bezwa.arschriften genomen be slissing in kennis te stellen. Niets verder te behandelen zijndesluit de voorzitter de vergadering. Vergadering van Donderdag 10 Junij 1880. Tegenwoordig 17 leden. Afwezig de heeren de la F.ailleKijmmell en Troelstra met en de heer v. Eijsinga zonder kennisgeving. Voorzitter de heer mr. W. J. v. Weideren baron Rengers. I. De notulen van de vorige op 5 Junij j.l. gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt om in eene volgende vergade ring te worden behandeld het rapport der raadscommissie, belast geweest met het onderzoek van een verzoek tot het aanbrengen van eenige wijziging in de begrooting der admi- stratiekosten der stadsbank van leening, dienst 1880. De commissie stelt hierbij voor: a goed te keuren de door de commissie van administratie vastgestelde verhooging van kapittel 1 der begrooting van de administratiekosten der stadsbank van leening over 1880 en diensvolgens van de geheele begrooting met ƒ400. b. aan de commissie v«an administratie te berigten, dat de raad bezwaar maakt op haar sub 2 gedaan verzoek gunstig te 1 beschikken, strekkende dit verzoek om magtiging te willen 9

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1880 | | pagina 1