te tete- - te. te—— 23 124 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 9 September 1880. BOTER. Van elk Vi vatf 0.16 Va 0.08 w V10 w 0.04 KAAS. Van elke partij van 12° kilogram of' minder 0.02 Boven de 125 tot en met 25 kilogram 0.03 25 50 0.08 Van elke meerdere 50 kilogram of minder 0.06 WOL. Los of gepakt in zakken van minder dan 150 kilogram Van elke partij van 12 s kilogram of minder 0.02' Boven de 125 tot en met 25 kilogram 0.04 25 50 fi 0.09 Van elke meerdere 50 kilogram of minder 0.07 Gepakt in balen of zakken, die per stuk 150 kilogram of meer wegen: Van elke baal of zak 0.30 GESLAGT VEE en alle andere NATTE en DROOGE WAREN. Van elke partij van 125 kilogram of minder 0.025 Boven de 125 tot en met 25 kilogram 0.035 25 50 0.085 Van elke meerdere 50 kilogram of minder 0.06 Art. 2. Voor het door den waagmeester af te geven billet van elke gedane wegingindien dat verlangd wordtis ver schuldigd ƒ0,025. Art. 3. Behoudens het bepaalde bij art. 6is voor het uitstallen van vaten boter en van kaas in de waag geen af zonderlijk regt verschuldigd. Voor het bewaren van vaten boter in de daarvoor bestemde bewaarplaats is door den belanghebbende telkens verschuldigd een regt van vijf cent per vatvoor den tijd verloo- pende tusschen den eenen en den anderen dag voor den ver koop van boter aan de waag bestemdmet een minimum van vijf en twintig cent. Art. 4. De bij artikel 1 bepaalde regten zijn verschuldigd door hem die de weging heeft verlangd, hetzij kooper of verkooper. De plaatsing der goederen iu de waag wordt geacht het verzoek tot weging in te sluiten. Het regt in art. 3 genoemdis verschuldigd door hem, die de bewaring heeft verlangd. Art. 5. Onder de bij dit tarief bepaalde regten is niet begrepen wat krachtens het provinciaal reglement op de bo tervaten tot vinding van tractement en reiskosten voor den keurmeester der botervatenwordt ingevorderd. Art. 6. In de waag worden ten gerieve van den boterhan- del vaste standplaatsen verpacht aan de meestbiedenden, tel kens voor een tijdvak van drie jaren, met een minimumprijs van vijftig cent per jaar voor iedere centiare. De verpachting geschiedt door de waagcommissietelkens als een of meer der aangewezen perceelen voor standplaat sen beschikbaar zijn. Art. 7. Het regt van uitstalling en verkoop van door bur gemeester en wethouders aan te geven artikelen in eene van gemeentewege in de waag te plaatsen winkelkast, kan telkens voor een jaar door de waagcommissie kunnen worden ver- pacht aan den meestbiedendeop nader door burgemeester en wethouders vast te stellen voorwaarden. Art. 8. Het regt om voor aankondiging van adres en voor andere einden gebruik te maken van de door de gemeente in de waag te hangen aanplakborden of van aan te wijzen muurvlakken der waagwordt door de waagcommissie jaar lijks verpachtonder voorwaarden nader door burgemeester en wethouders te bepalen. Art. 9. De jaarlijksche regten bij artikelen 67 en 8 be doeld worden bij vooruitbetaling voldaan. Het belastingjaar loopt van den I11 Januarij tot en met den 31n December. Die het gebruik aanvaardt gedurende de eerste zes maandenbetaalt de pachtsom of vergoeding van een vol jaarbij aanvaarding gedurende de laatste helft van het jaar is slechts de helft der pachtsom of vergoeding verschuldigd. Indien in den loop van het jaar het gebruik ophoudt geschiedt geene teruggave van betaalde pachtsom of vergoeding. Deze verordening treedt in werking den 1 Januarij 1881. Met dit tijdstip vervalt het tarief van wik- en weegloonen en verdere daartoe betrekkelijke werkloonen vastgesteld door den raad der gemeente den 19 Junij 1856. De ontwerp-verordeniug op de invordering der waagregten alsnu aan de orde gesteld zijndeworden de verschillende artikels zoomede de considerans zonder eenige verandering aangenomen. De verordening in haar geheel wordt vastge steld als volgt De raad der gemeente Leeuwarden Gelet op de verordeningregelende de heffing van weeg- werk- en bewaarregten van vergoedingen voor vaste stand plaatsen in de waagbenevens voor het regt van uitstalling en aankondiging Gezien art. 257 der gemeentewet Besluit Vast te stellen de volgende VERORDENING, regelende de invordering der aan de waag geheven wordende regten en vergoedingen. Art. 1. De weeg-, werk-, bewaar-en verdere regten worden van de schuldenaren ingevorderd door den waagmeester. Art. 2. De pachtsommen en vergoedingen verschuldigd voor de vaste standplaatsen voor het regt van uitstalling en aan kondiging worden ingevorderd binnen eene week nadat zij zijn verschuldigdtegen overgave van een bewijs van kwijting van wege de waagcommissie door den voorzitter dier commissie voor „gezien" en door den waagmeester voor „voldaan" geteekend. Art. 3. De weeg-, werk- en bewaarregten zijn dadelijk na de weging of in bewaringstelling der producten of waren ver schuldigd en moeten terstond bij de aanvraag worden betaald. Art. 4. In geval van verschil over het bedrag der ver schuldigde regten is de schuldenaar verpligt het door den waagmeester gevorderde bedrag dadelijk te voldoenbehou dens beroep op de waagcommissiediebij gegrond bevin ding van het beroepden waagmeester gelast het te veel ge vorderde terug te betalen. Art. 5. Geene goederen mogen van uit de waag worden weggevoerdzonder dat de daarvoor verschuldigde regten zijn betaald. Overtreding van dit artikel wordt als ontduiking van belas ting aangemerkt. Art. 6. De regten en verdere vergoedingen de waag be treffende die0111 welke reden ookonbetaald zijn geble 125 ven, worden door den - gemeente-ontvanger ingevorderd, over eenkomstig de voorschriften van artt. 258261 der gemeentewet. Art. 7. Deze verordening treedt in werking den I11 Jan. 1881. Alsdan vervalt de verordening op de invordering der werk en weegloonen enz., vastgesteld den 19 Junij 1856. 3. Herneming van vier leden der commissie voor het ont werpen van strafverordeningen. De heeren mr. J. L. van Sloterdijck, A. Duparcmr. P. I). Kymmell en 1111*. W. A. Buma, allen aftredende leden, worden bij meerderheid van stemmen herbenoemd tot leden dezer commissie, waarvan de burgemeester ingevolge de wet is voorzitter. 1. Benoeming van vier leden der commissie voor openbare werken. Bij meerderheid van stemmen worden alle aftredende leden dezer commissie, waarvan de burgemeester is voorzitter, lier- benoemd, zijnde de heeren mr. J. Dirks, mr. P. I). Kymmell, mr. C. W. A. Buma en J. .1. Brunger. 5. Benoeming van twee leden der commissie voor de gym nastiek. De uitslag der ten dezen gehouden stemming is dat de heeren G. T. N. Suringar en dr. J. Baart de la Faille tot leden dezer commissie, waarvan de burgemeester is voorzitter, worden herbenoemd. 6. Vernieuwing der sectiën van den raad Bij loting worden aangewezen als behoorende tot de: le sectie, waarvan de burgemeester is voorzitter, de heeren: jhr. mr. v. EijsingaS. T. Bakker, mr. J. v. Harinxma tlioe Slooten, J. J. Brunger, mr. P. D. Kymmell en mr. H. Wiersma, wethouder. 2e sectie de heeren: dr. J. Baart de la Faille, mr. C. VV. A. Buma, mr. J. Dirks, F. Plantenga, mr. J. L. v. Sloter dijck, G. 11. Hommes en E. Bloembergen wethouder. Se sedie de heeren: mr. J. Minneina de With, mr. J.Min- nema Buma, D. van Goons, A. Duparc, G, T. N. Suringar, Troelstra en .1. J. Bruinsma, wethouder. 7. Regeling der rangorde van zitting van de lede/, ter ver gadering. Door het lot wordt toegewezen, plaats No. 1 aan den heer mr. J. Minnema de With. 2 - mr. J. Minnema Buma. 3 mr. C. W. A. Buma. 4 mr. J. S. v. Harinxma tlioc Slooten. 5 A. Duparc. 6 dr. J. Baart de la Faille. 7 G. II. Hommes. 8 S. T. Bakker. 9 J. J. Brunger. 10 jhr. mr. C. v. Eijsinga. 11 J. Troelstra. 12 mr. P. I). Kymmell. 13 G. T. N. Suringar. ld mr. J. Dirks. 15 D. van Goens. 16 mr. J. L. van Sloterdijck. 17 F. Plantenga. Niets verder te behandelen of voorgesteld zijnde sluit dt voorzitter de vergadering. Vergadering van Donderdag 23 September 1880. Tegenwoordig 18 leden. Afwezig de heeren G. II. Hommes, mr. 0. W. A. Buma 1 mr. P. D. Kymmell allen met kennisgeving. Voorzitter de heer mr. W. J. v. Weideren baron Rengers, burgemeester. I. De notulen van de vorige op 9 September 1881» gehou den vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt 1het rapport der raadscommissie, belast geweest met een on derzoek van de begrooting voor liet stads ziekenhuis, dienst 1881. De commissie adviseert hierbij a. de gevraagde subsidie ten bedrage van 12,556.80 voor liet jaar 1881 toe te staan b. de aangeboden begrooting voor dit jaar goed te keuren tot een bedrag in ontvang en uitgaaf ad 12,909.80; 2. voorstel van burgemeester en wethouders om te bepa len, dat met het in werking treden der nieuwe wet op het lager onderwijs in deze gemeente eeijie commissie van toezigt op dat onderwijs zal blijven bestaan. De conclusie van dit voorstel strekt om te besluiten a. dat in de gemeente Leeuwarden met de iu werking treding van de wet van den 17 Augustus 1878 (Staatsblad no. 127)ter nadere verzekering van het plaatselijk toezigt op het lager onderwijs eene commissie zal zijnbestaande uit acht leden b. burgemeester en wethouders op te dragen eene plaatse lijke verordening te ontwerpen, die de zamenstelling en in- rigting der sub a bedoelde commissie regelt. 3. een voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek van den hulponderwijzer T. Roep, om eervol ontslag uit zijne betrekking aan gemeenteschool 110. 1. Burg. en wetli. stellen hierbij vooraan Thomas Roep hulponderwijzer aan gemeenteschool 110. 1 alhier, tengevolge van zijn daartoe strekkend verzoek, eervol ontslag uit genoemde betrekking te verleenen in te gaan den 15 October 1886; 4. een voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek van den hulponderwijzer C. Sweerisom eervol ont slag uit zijne betrekking aan gemeenteschool uo. 2. Dit voorstel strekt 0111 het gevraagd eervol ontslag te ver leenen, met ingang van 15 October 1880. 5. een voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek van mej. M. A. Feenstra 0111 eervol ontslag als hulp- onderwijzeres aan gemeenteschool 110. 3. De conclusie van dit voorstel luidt: aan mej. Minke Anna Feenstrahulponderwijzeres aan gemeenteschool 110. 3over- .eenkomstig haar daartoe strekkend verzoek, eervol ontslag te ver- j leenen uit genoemde betrekking, in te gaan deu 1 November 1880. Al deze stukken zijn ter visie gelegd om in eene volgende I vergadering te worden behandeld. 6. een voorstel van burgemeester en wethouders tot wij- j ziging van art. 1 der verordeningregelende het gebruik van I de beurs, zulks naar aanleiding van deswege ingekomen adres sen en daarop ingewonnen advies van de kamer van koophandel. Wordt besloten: dit voorstel nog heden in behandeling te 1 nemen, en wel na afdoening van de op deu oproepingbrief vermelde punten. 7. de ontwerp-gemeentebegroatingdienst 1881. i Mot de daarbij behoorende memorie te doen drukken in

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1880 | | pagina 1