rrd: 120 s raadsverslurr An f DO«,n i. de bijlagen tot 's raads'verslag en daarna in de sectiën te doen onderzoeken Door den Voorzitter wordt medegedeeld, dat de op deze begrooting voorkomende inkomsten en uitgaven in hoofdzaak zijn gespecificeerd als volgt: INKOMSTEN Batig saldo der rekening over 1878 Opcenten op's rijks belastingen - Belasting op het inkomen a 3.52 pet. Verschillende heffingen en regten Schoolgelden Inkomsten van bezittingen Opbrengst der gasfabriek reiniging */5 der rijks personele belasting Subsidie voor de middelb. school voor meisjes het gymnasium Tegemoetkoming in de kosten van het lager onderwijs Verschillende ontvangsten Geldleeniugen 41,936,04 41,083.33 147,393.14 50,767.— 26,605.— 58,806.48 150,318.75 46,900.— 90,896.26 5,000. 12,207.50 40,856.40 11,885. 368.000. Totaal UITGAVEN: Jaarwedden Kosten van bestuur Kosten van de zorg voor plaatselijke wegen, straten pleinen enz Kosten van de gasfabriek reiniging Buitengewone werken Brandweer Onderhoud van gebouwen Kosten der gezondheidspolitie en voor de zorg der openbare veiligheid en van in vordering van belastingen Armwezen Kosten van 't gymnasium 't middelbaar onderwijs 't lager onderwijs en bewaar- muziek- en ambachtsscholen Militieschutterij uitkeeringenpensioenen en kosten van vermakelijkheden Renten van geldleeniugen Aflossing van schuld: a. gewone b. buitengewone c. op leeningen voor de gasfabriek d. gedeelte koopsom van de herberg „de Bleek" J 1,095,654.90 28,888.- 13,357.- 49,306.— 137,730.— 36,063.— 107,428.— 6,923.— 7,667.40 35,867.— 47,602.40 24,985. 27,300. 147,479.- 26,612.- 85.925.— 28,500.- 2,000.- 18,000. 18,000.- Aflossing door conversie Onvoorziene uitgaven 66,500.— 239,000.— 7,000. Totaal zijnde de balans der begrooting als volgt Inkomsten 1,095.654.90 Uitgaven 1,095,632.80 1,095,632.80 Waarschijnlijk saldo 22.10 III. Wordt medegedeeld: 1. eene resu.atie van gedeputeerde staten, houdende goed keuring van 's raads besluiten van 5 Augustus 1880 tot wij ziging der gemeentebegrootingdienst 1880, en tot het aan gaan eener geldleening mede ten behoeve der conversie van gemeenteschuld. 2. eene missive van den heer mr. P. D. Kymmell houdende berigtdat hij zijn ontslag neemt als lid van den raad 3. eene missive van den directeur van liet kabinet des ko- nings, waarbij de dank van hunne majesteiten den Koning en de Koningin wordt overgebragt voor 's raads betoonde deel neming bij de gelukkige geboorte eener prinses; 4. eene missive van den vice-president van den raad van state meldende dat op 15 September verslag is uitgebragt in zake liet beroep van het besluit van gedeputeerde staten waarbij goedkeuring is onthouden aan 's raads besluit tot wij ziging der voorwaarden van uitgifte van bouwterrein no. 88. De Voorzitter deelt hierbij nog mede, dat bij de onlangs plaats gehad hebbende behandeling der zaak door hem de vereischte inlichtingen zijn verstrekt; 5. eene missive van J. van Dam te Leeuwarden, houdende bedenking tegen liet passeren bij de benoeming van een waagmeester van den sollicitant L. H. van Dam. De stukken, vermeld nos. 1 t./m. 4 zijn voor kennisgeving aangenomen, terwijl de missive vermeld no. 5, op voorstel van den heer Duparc, als ongezegeld is ter zijde gelegd. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten: 1. Rapport eener raadscommissie over de begrooting voor de stads armenJcamerdienst 1881. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform het advies der raadscommissie besloten a. aan het bestuur van de stads armeiikamer te Leeuwar den ten behoeve van die inrigting uit de fondsen der ge meente over 1881 toe te staan eene subsidie van ƒ25,626.60 en hiertoe vast te stellen het overgelegd gemotiveerd besluit; b. de door dat bestuur ingediende begrooting van inkom- stem en uitgaven voor die inrigting over 1881 goed te keu ren tot een bedrag in ontvang en in uitgaaf van ƒ32,722.87. 2. Vaststelling van het le suppletoir kohier der belasting op het inkomen dienst 1880 en behandeling der daartegen inge diende reclames. De Voorzitter, het noodig achtende eene vergadering met gesloten deuren te houden, heft de openbare zitting tijdelijk op. Bij heropening dezer zitting wordt vastgesteld navolgend besluit: De raad der gemeente Leeuwarden, Gezien het door burgemeester en wethouders voorloopig vastgestelde le suppletoir kohier van de directe belasting op het inkomen ten behoeve dier gemeente, over het dienstjaar 1880; Gezien de publicatie van den 24 Julij 1880, waaruit blijkt, dat voormeld kohier voor een ieder ten gemeentehuize ter visie lieeft gelegen van den 26 Julij 1880 tot en met den 10 Augustus d. a. v. en alzoo te dien aanzien uitvoering is ge geven aan het voorschrift van art. 264 der gemeentewet Gelet op het besluit dezer vergadering van den 30 October 1879, waarbij is bepaald, dat over het loopend dienstjaar 3.63 ten honderd van het belastbaar inkomen zal worden geheven Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 23 September 1880. 127 Overwegende, dat voormeld kohier na daarin aangebragte wijzigingen een belastbaar inkomen aanwijst van ƒ31,815.72 en een totaal bedrag der aanslagen ad f 1154.97; Gelet op het besluit dezer vergadering van den 5n Junij 1880, waarbij ten aanzien der aanslagen op het primitief ko hier van gemelde belasting is bepaald dat daarvan 97 pet. zal worden ingevorderd; Besluit 1. Het le suppletoir kohier van de directe belasting op het inkomen ten behoeve dezer gemeente, dienst 1880 vast te stellen op een belastbaar inkomen ter somma van 31,815.72 en het totaal der aanslagen op ƒ1154.97. 2. Te bepalendat van het bedrag dier aanslagen 97 pet. zal worden ingevorderd, tengevolge waarvan het te innen bedrag zal beloopen ƒ1120.07. 3. De aanslagen invorderbaar te stellen in drie termijnen, vervallende op den 30n der maanden OctoberNovember en December 1880. 3. Benoeming van een beursmeester. Op de voordragt zijn geplaatst: .1. Bakker, inspecteur-titu lair bij de politie, en H. D. T. Los, concierge in den Schouw burg, beide te Leeuwarden. Eerstgenoemde wordt met 11 stemmen tot de bedeelde betrekking benoemd. H. D. T. Los bekwam 7 stemmen. 4. Benoeming van een waagmeester Op de ten dezen ingediende voordragt komen voor: M. Elskaiup, politiedienaar le klasse, en G. Visser, koopman, beiden te Leeuwarden. Met 15 stemmen wordt eerstgenoemde tot de gemelde functie benoemd. G. Visser bekwam 3 stemmen. Alsnu wordt met goedvinden der vergadering nog aan de orde gesteld het heden aangebragte 5. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van artikel 1 der verordening regelende het gebruik van de beurs. De conclusie van dit voorstel luidt: Artikel 1 der op den 26 Augustus 1880 vastgestelde ver ordening, regelende het gebruik van de beurs, te wijzigen en nader vast te stellen als volgt: „De beurs wordt gehouden iederen marktdag van tien uur voormiddags tot twee uur namiddags. Op andere dagen kan beurs worden gehouden met toestemming van burgemeester en wethouders, op uren door hen te bepalen". Na lecture van het ter zake ingewonnen advies der kamer van koophandelwordt eenige mondelinge toelichting van het voorstel verstrekt door den Voorzitter, waarbij deze de wen- schelijkheid uitspreekt, om, teneinde het beursbezoek zooveel mogelijk te bevorderen gehoor te geven aan het blijkens de ingekomen adressen door tal van handelaren gedaan verzoek, om het uur van sluiting der beurs 1 uur later te stellen en te bepalen op 2 uur. De heer Brunger verklaart, dat hij het in eene vorige vergadering gedaan voorstel om het sluitingsuur der beurs op 1 uur des namiddags te bepalen heeft ingediend uit volle overtuiging. Hij meende te moeten breken met de oude sleur, nl. met de gewoonte, om een lang tijdvak voor het drijven van den handel te stellen. Eensdeels wilde hij met het in gebruik nemen der nieuwe beurs hierin verbetering brengen en anderdeels had hij, zooals uit de discussiën der bedoelde vergadering ook genoegzaam kan blijkenhet wel begrepen belang der gemeente op het oog. Mogt de raad thans besluiten op het vroeger op sprekers voorstel genomen besluit terug te komen, ten einde zich zoo veel mogelijk van het bezoek der beurs door den handel te verzekeren, dan hoopt hij dat spoedig de ervaring zal worden opgedaan, dat werkelijk eeu tijdvak als door hem is gewild voor het drijven van den handel ter beurze voldoende is. Overi gens moet hij verklaren, dat hij vroeger niet bekend was met de omstandigheiddat de handel in cichorei enz. zoo laat op den dag een aanvang neemt en dat, blijkens door hem inge wonnen informatiën, ook niet ieder der handelaren in be doeld artikel sympathiseert met de ingekomen adressen tot verlenging van den beurstijd. De heer Troelstra heeft indertijd het amendement van den heer Brunger tot bepaling van den tijd van sluiting der beurs op 1 uur ondersteund en is door de ingekomen adressen niet van zienswijze veranderd. Hij is nog geenszins overtuigd dat de zaken aan de beurs niet zóó zullen kunnen worden geregeld, dat om 1 uur alles is afgeloopen. Hij wil herinne ren aan de veemarkt. Toen deze in gebruik werd genomen bestonden bij velen groote bezwaren tegen de voorge schreven bepalingdat ieder soort vee op afzonderlijke daar voor aangewezen plaats moest worden gebragt. Bij de meer malen voorkomende gevallendat een persoon b.v. èn koeijen èn schapen èn varkens tegelijk ter markt heeftachtte men dergelijken maatregel onuitvoerbaar en tochde ervaring heeft geleerddat dit niet het geval is. Evenzoo zal het zeker gaan ten opzigte van de beurs. De handel zal zich naar de gemaakte bepalingen leeren schikken. Men vergete ook niet, dat de handelaren zich nu voortaan ook niet zoo dikwijls zullen behoeven te verplaatsen. Vóór de openstelling der beurs werd op zoo véél plaatsen handel gedreven. Niet alleen werden de zalen van den heer v. d. Wielen daartoe gebruiktmaar ook andere localen als b.v. die van het koffijhuis Benthem van het Friesch koffijhuis enz. De handel wordt nu geconcentreerd en de handelaren zullen elkander zeer waarschijnlijk allen op de beurs ontmoeten. Daarenboven diene men ook wel in het oog te houden, dat het veel gemakkelijker zal zijn later, des noodig het uur van sluiting der beurs van 1 op 2 uur te stellen dan van 2 op 1 uur. Hij voor zich kan vooralsnog bepaald niet inziendat het noodig is het eens bepaalde uur van sluiting der beurs te verlengen en zal zich, vooral ook omdat z. i. het belang der gemeente door behoud van dat uur zal worden gebaatniet met het voorstel van burgemeester en wethouders ver eenigen. De heer Duparc zegt, dat het hoofdmotief, althans een der hoofdmotieven voor de verkorting van den beurstijd is geweest, het belang der ingezetenen. Men ging van de redenering uit, datwerd de beurs om 2 uur geslotende handelaren zich regtstreeks van de beurs naar het station begeven en geen gelegenhéid hebben zouden aankoopen in de stad te doen. Ook bij spr. heeft dit argnment gewogen. Naar aanleiding echter van het ingekomen adres heeft hij de zaak nog eens nagegaan en zich afgevraagdof dit motief eigenlijk wel klemmend is. Zijn antwoord was ontkennend. Men mag toch niet aannemenzooals bij de vorige gelegenheid is ge schied dat de handelarenals zij hunne zaken zullen hebben afgedaanzich nog langer op de beurs zullen ophouden vooral thans, nu geen buffet is geplaatst en er geen gelegen heid bestaat zich daar eeriigzins te restaureren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1880 | | pagina 2