128
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 23 September 1880.
Men lette er wel opdat de nieuwe toestand geheel anders
is als die van voorheen en dat de beurs niet zal worden, zooals
vroeger de zalen van den heer van der Wieleneen soort
koffijhuis. De handelaren zullen zich vrij zeker, zoodra zij
hunne zaken ter beurse hebben afgedaan, naar elders begeven
en daar verder zoeken, wat zij in de beurs moeten ontberen.
Nu heeft de heer Troelstra beweerd, dat het gemakkelijker
zal zijn om later het beursuur van 1 op 2 uur te stellen dan
van 2 op 1 uurmaar veeleer dient men de zaak om te
keeren. Indien de ervaring leert, dat de beurs gedurende
liet laatste uur slechts door weinigen wordt bezochtdan zal
men gereede aanleiding hebben den beurstijd in te krimpen.
Men wenscht de beurs zooveel mogelijk te doen bezoeken
en daardoor tevens productief te maken. Niets beter dus ook
dan dat men dc 58 a 59 adresserende handelaren in en fa
brikanten en droogers van cichorei de door hen gewenschte gele
genheid om de beurs te bezoeken verschaffe en niet bemoeije-
lijke. Men vergete nietdat onder de verbouwers van ci
chorei velen zijn die ook zaken aan de veemarkt hebben te
verrigten terwijl die personen dikwerf, vóór ze zich naar de
beurs begeven ook met de ingezetenen zaken hebben te doen.
De heer Bruinsma heeft groot bezwaar om niet te ge-
moet te komen aan den weusch van die vele handelaren
welke zich thans hebben geadresseerd. Hij vreest, dat de adres
santen zich bij weigering van hun verzoek van een afzonder
lijk locaal zullen voorzien en daar zullen blijven als het hun
goed bevalt' Dit wenscht hij te voorkomen. Ook hij is van
oordeeldat al wordt het tijdstip van sluiting der beurs op 2
uur gesteld toch vele handelaren vooral in granen en olie
zaden zich vroeger zullen verwijderen en niet langer zullen
blijven dan hunne zaken eischen. Hij meent voorts, dat men
bij de bepaling van de sluiting der beurs op 1 uur, meer het
oog heeft gehad op den handel in granen en zaden en niet
zoozeer op dien in vlas en cichorei.
Hierna worden de discussiën gesloten en het voorstel van
burgemeester en wethouders in stemming gebragt.
Met 15 tegen 3 stemmen, die van de heeren Troelstra,
Brunger en Bakkerwordt overeenkomstig de conclusie er
van besloten art. 1 der verordening regelende het gebruik
der beurs zóó te wijzigen dat het uur van sluiting wordt
gesteld op des namiddags 2 uur.
Niets verder te behandelen of voorgesteld zijude sluit de
voorzitter de vergadering.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 2 October 1880.
129
Vergadering van Zaturdag den 2 October 1880.
Tegenwoordig 17 leden.
Afwezig de heeren Hommes en van Eijsinga met- en de
heeren Brunger en Kymmell zonder kennisgeving.
Voorzitter: de heer Mr. W. J. v. Weideren baron Rengers,
burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 23 September jl. gehouden
vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt ter tafel gebragt:
1. Het rapport der raadscommissie in wier handen is gesteld
de resolutie van gedeputeerde staten houdende mededeeling
van bij den minister van binnenlandsche zaken gerezen be
denkingen tegen het den 10 Junij jl. vastgesteld besluit tot
heffing van havengeld.
De commissie stelt voor
a. in de verordening van 10 Junij 1880, tot het heffen
van een regt onder den naam van havengelda, in art. 2
sub 2, te roijeren de woorden: „en in wateren", b. als art. 6
vast te stellen het volgende: „Door burgemeester en wethou
ders wordt opgemaaktaangehouden en gepubliceerd een
„staat van alle in de gemeente binnen de in art. 5 aangeduide
„grenzen gelegen wallenwaarvan het onderhoud niet ten
„laste van de gemeente is"c. het tegenwoordige art. 6 te
nummeren als art. 7
b. aan heeren gedeputeerde staten van Frieslandonder
mededeeling van de sub 1 vermelde wijzigingen te verzoeken,
de in het rapportnaar aanleiding van de opmerking van den
heer minister van binnenlandsche zaken gemaakte beschouwin
gen te overwegen en aan het oordeel van zijne Exc. te
onderwerpen.
2. Het rapport der raadscommissie belast met het onderzoek
der gemeente-rekeningdienst 1879.
De commissie stelt voor
a. goed te keurende door burgemeester en wethouders aan
den raad aangeboden rekening van de ontvangsten en uitgaven
der gemeente Leeuwarden in 1879 en die alzoo voorloopig
vast te stellen
in ontvang op 865,651.15
in uitgaaf op 823,715.11
en alzoo met een batig slot ad 41,936.04
b. burgemeester en wethoudersonder mededeeling van
enkele in het rapport vervatte opmerkingen's raads bijzon
deren dank te betuigen voor het allezius volledig en naauw-
keurig beheer der gemeente-financiën in het jaar 1879.
3. Een voorstel van burgemeester en wethoudersgeleidende
ter vaststelling ontwerp-instructiën voor den beurs- en den
waagmeester.
4. Twee voordragten ter benoeming van twee hulponder
wijzers respectievelijk aan gemeentescholen no. 1 en 2.
Op deze voordragten komen voor
a. op die voor gemeenteschool no. 1 1. C. Heidstra te
Eestrum2. K. Semplonius te Meppel en 3. O. Beswerda te
Lekkum
b. op die voor gemeenteschool no. 2 1. F. de Vries te Leeu
warden 2. K. Semplonius te Meppel en 3. C. Heidstra te
Eestrum.
5. Eene aanbeveling van curatoren van het gymnasium, tot
benoeming van den heer L. Nauta als tijdelijk leeraar in de
Bijyoegsel, behooeende bij de Leeuwarder Courant.
aardrijkskunde aan die inrigtingzulks voor het studiejaar
1880/81 en tegen eene bezoldiging van ƒ600.
Deze aanbeveling waarmede de heer inspecteur der gym
nasia zich blijkens overgelegd schrijvenvereenigtis met
de stukken vermeld nos. 1 tot en met 4ter visie gelegd om
in eene volgende vergadering te worden behandeld.
6. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot nadere
wijziging der gemeente-begrootingdienst 1880.
Ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van
de heerenPlantengaHommes en Brunger.
7. Een adres van den heer G. Poshoudende verzoek te
mogen vernemen den prijs waarvoor door hem de strook
bouwterrein ten westen van het beurs- en waaggebouwin
eigendom kan worden bekomen, voor het maken eener passage.
Ten fine van prse-advies gesteld in handen van burgemees-
en wethouders.
8. Eene dankbetuiging van J. Bakkerinspecteur-titulair
bij de politievoor zijne benoeming tot beursmeester.
Aangenomen voor kennisgeving.
III. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten
1. Voorstel van burgemeester en wethoudersom te bepalen
dat met het in werking treden der nieuwe wet op het lager
onderwijsin deze gemeente eene commissie van toezigt op dit
onderwijs zal blijven bestaan.
Conform de conclusie van dit voorstel wordt zonder discussie
en hoofdelijke stemming
a. bepaald dat in de gemeente Leeuwarden met de in wer
king treding van de wet van den 17 Augustus 1878 (Staats
blad no. 127) ter nadere verzekering van het plaatselijk
toezigt op het lager onderwijs eene commissie zal zijnbe
staande uit 8 ledenen
b. burgemeester en wethouders gedragen eene plaatselijke
verordening te ontwerpendie de zamenstelling en inrigting
der sub. a. bedoelde commissie regelt.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver
zoek van den hulponderwijzer T. Roepom eervol ontslag uit
zijne betrekking aan gemeenteschool no. 1.
Zonder discussie en hoofdelijke stemmingwordt overeen
komstig de conclusie van dit voorstel het gevraagd eervol
ontslag verleend in te gaan den 15 October 1880.
3. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver
zoek van den hulponderwijzer C. Sweerisom eervol ontslag uit
zijne betrekking aan gemeenteschool no. 2.
Het gevraagd eervol ontslag wordt overeenkomstig het
voorstel verleend, met ingang van den 15 October 1880.
4. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver
zoek van Mej. M. A. Feenstraom eervol ontslag als hulpon
derwijzeres aan gemeenteschool no. 3.
Overeenkomstig het verzoek van adressante en het voorstel
van burgemeester en wethouders wordt het gevraagd eervol
ontslag verleendmet ingang van 1 November 1880.
De Voorzitter, het noodig achtende eene vergadering met
gesloten deuren te houden, heft de openbare zitting tijdelijk op.
Bij heropening dezer zitting niets verder te behandelen
zijnde wordt zij door den voorzitter gesloten.
15