134 Verslag der handelingen van den tning vastgesteldluidende deze instructiën na eenige wijzi ging van redactie door burgemeester en wethoudersals volgt INSTRUCTIE voor den Beursmeester te Leeuwarden. Art. 1. De beursmeester zorgt dat de beurslocalen, na al vorens behoorlijk te zijn gelucht en zoover daartoe de gelegen heid bestaat verwarmd minstens een half uur vóór den beurstijd toegankelijk zijn. Hij zorgt dat de beursklok en de beursbengel op de aan gewezen tijdstippen worden geluid. Art. 2. Hij isonder toezigt van de beurscommissiebe last met de zorg voor een doelmatig gebruik van de beurs localen zoomede van het daarin aanwezige ameublement, en is te dien einde gedurende den beurstijd steeds in de beurs localen aanwezig. Art. 3. De beursmeester is belast met de inning van de entreegelden der beursbezoekers en van de verdere regten die voor het gebruik van de beurslocalen en van het daarin ge plaatste ameublement zijn verschuldigdovereenkomstig de bepalingen der verordeningen waarbij de heffing en invorde ring der beursregten is geregeld. Voor zoover een ander persoon door hem met die inning wordt belastis hij voor diens handelingen en verzuimen verantwoordelijk. Art. 4. Hij houdt van zijne administratie zoodanig boek als hem door burgemeester en wethouders zal worden voor geschreven en stort de door hem ingevorderde regten iederen Zaturdag ten kantore van den gemeente-ontvangeronder overlegging van eenen staatingerigt naar het door burge meester en wethouders vast te stellen model. Art. 5. Aan den beursmeester is opgedragen om steeds na het houden van de beurs te zorgen voor het schoonhouden van het beurslocaalde afrekenkamers en het telegraafkantoor. Art. 0. Hij zendt binnen de eerste vijf dagen van elke maand aan burgemeester en wethouders eene specifieke nota van de voor het schoonhouden der beurslocalen en van het ameublementgedurende de afgeloopen maand gedane ver schotten ten einde daarvan teruggave te kunnen bekomen. Art. 7. Het is den beursmeester verboden ter beurse eenigerlei handel te drijven of eenige nering uit te oefenen. Het is hem mede verboden terzake de waarneming zijner bedieningonder welk voorwendsel ookiets te vorderen of aan te nemen buiten hetgeen volgens bestaande verordenin gen verschuldigd is. Art. 8. Ingeval de beursmeester door ziekte of eenige andere oorzaak verhinderd wordt zijne betrekking waar te nemen geeft hij hiervan dadelijk kennis aan den voorzitter der beurscommissie onder opgave van den persoon, die onder zijne verantwoordelijkheidmet de waarneming zijner functiën wordt belast. Art. 9. De beursmeester staat gedurende den beurstijd onder de onmiddelijke bevelen van de beurscommissie. Hij gedraagt zich verder in de uitoefening zijner betrekking naar de bevelen en voorschriften van burgemeester en wet houders. Deze instructie kan zoo dikwijls dit noodig of nuttig wordt geoordeeld worden gewijzigd. INSTRUCTIE voor den Waagmeestor te Leeu warden. Art. 1De waagmeester is onder toezigt der waagcommis- ad te Leeuwarden, van den 14 October 1880. i-ie belast met de zorg voor een doelmatig gebruik van de waag, van de weegtoestellen en van het ameublement in de waag aanwezigzoomede met de regeling der door het waag- personeel te errigten werkzaamhedenovereenkomstig de bepalingen der hiertoe betrekkelijke verordening. Hij ziet toe dat het verbodom in de waag- of in de bij- behoorende vertrekken te rooken steeds stipt wordt nageleefd. Art. 2. Hij is tevens belast met de werkzaamheden die uit het bepaalde bij de artikelen 31 en 37 van het provin ciaal reglement op de botervaten voortvloeijen doch kan het hechten der geleibilletten op de botervaten door waagwerkers doen verrigten. Art. 3. Hij houdt een bestendig toezigt op de werkzaam heden van de wegersweegsters en waagwerkersen zorgt dat die in goede orde worden uitgevoerd. Art. 4. Hij draagt zorg dat het wegen steeds met geijkte gewigten en deugdelijke weegtoestellen plaats hebbe en dat na afloop van het wegen op iederen marktdag de gewigten van de schalen worden genomen. Art. 5. Hij is verpligt dagelijks van de opening tot de sluiting van de waag aldaar tegenwoordig te zijn. Buiten den tijd dien hij aan de waag moet doorbrengen stelt hij zich beschikbaar tot het verrigten van de werkzaam heden welke burgemeester en wethouders hemkrachtens de 3e alinea van art. 7 der verordening voor de waag mog- ten opdragen. Art. 6. Hij is belast met de inning van alle aan de waag te heffen regten zoo voor de gemeente als ten behoeve van de provincie overeenkomstig de deswege bestaande bepalingen. De daarvoor vereischte boekhouding, zoomede de verant woording der geïnde regten en loonen heeft plaats op de wijze door burgemeester en wethouders te bepalen. Vóór de aanvaarding zijner betrekking stelt hij ten ge- noege van burgemeester en wethouders een borgtogt voor een bedrag van een duizend gulden. Art. 7. Uitgezonderd het schoonmaken van het beurslo caal de afrekenkamers en het telegraafkantooronmiddelijk na het eindigen der beurs, is aan den waagmeester opgedragen de zorg voor de bewaking en het schoonhouden van het beurs en waaggebouw, zoomede de zorg voor eene behoorlijke rei niging der daarin aanwezige privaten en urinoirs. Hij is tevens belast met de zorg voor het behoorlijk schoon houden van de in de waag aanwezige bergplaatsweegtoe stellen en gewigtenwaarvoor de noodige gereedschappen hem op aanvragevan wege de gemeente worden verstrekt. Art. 8. Het is den waagmeester verboden in de waag eenigerlei handel te drijven of eenige nering uit te oefenen. Het is hem niet geoorloofd terzake de waarneming zijner betrekkingonder welk voorwendsel ookiets te vorderen of aan te nemenbuiten hetgeen volgens bestaande verorde ningen verschuldigd is. Art. 9. In geval de waagmeester door ziekte of eenige andere oorzaak verhinderd is zijne betrekking waar te nemen, geeft hij hiervan dadelijk kennis aan den voorzitter der waagcommissie. Hij wijst onder goedkeuring van burgemeester en wethou ders den persoon aandie hem in de bovengemelde omstan digheden vervangt. Art. 10. Deze instructie kan zoo dikwijls dit noodig of nuttig wordt geoordeeldworden gewijzigd. Niets verder te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 28 October 1880. 135 Vergadering van Donderdag 28 October 1880. Tegenwoordig 17 leden. Afwezig de heerenmr. W. J. v. Weideren baron Rengers, G. H. HommesJ. J. Brunger en mr. P. D. Kymmell. Bij afwezigheid van den burgemeester wordt het presidium waargenomen door den heer J. J. Bruinsma, oudste wethouder. I. De notulen van de vorige op 14 October 1880 gehou den vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt ter tafel gebragt: 1. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een adres van G, Pos Dz.om de voorwaarden te vernemen waarop aan hem kan worden afgestaan het terrein ten wes ten van het nieuwe beurs- en waaggebouw. Dit voorstel strekt, om aan den heer G. Pos Dz. te ken nen te gevendat er met het oog op het raadsbesluit van den 31 Januarij 1878 vooralsnog geene beslissing kan wor den genomen omtrent de bestemming van het door hem aan gevraagd terreinten westen van het beurs- en waaggebouw en zijn verzoek, als niet voor inwilliging vatbaarwordt ge wezen van de hand. 2. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een adres van H. Mellemaom eervol ontslag als hulponderwij zer aan gemeenteschool no. 8. Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor het gevraagd eervol ontslag te verleenen, ingaande met den 15 November e. k. 3. Een voordragt tot benoeming van een hulponderwijzer aan gemeenteschool no. 4. Op deze voordragt zijn geplaatst de twee eenige sollicitan ten, als: 1. Jentje Hiemstra te St. Jacobi-Parochie2. Jacob Mellema te Loppersum. De stukken vermeld nos. 1 2 en 3 zijn ter visie gelegd om in eene volgende vergadering te worden behandeld. 4. De begrooting van administratiekosten der stads bank van leening, dienst 1881. Ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van de heeren Suringar, de la Faille en Hommes. 5. De begrooting van het nieuwe stads weeshuisdienst 1881. In handen gesteld van de heeren BrungerPlantenga en van Eijsinga ten fine van onderzoek en rapport. 6. Eene aanbeveling ter benoeming van een lid der com missie van administratie der stads bank van leening. Ter vervulling der vacature, met 1 Januarij 1881 ontstaande door periodieke aftreding van den heer mr. M. van Heioma worden door de commissie van administratie aanbevolen de heeren mr. Marcus van Heioma en Tjepke Gratamaterwijl op de aanbeveling door burgemeester en wethouders opge maakt ingevolge art. 1 van het reglement voor de commissie van administratie der bankzijn geplaatst de heerenmr. W. A. van Sloterdijck en A. J. Lucardie. 7. Eene aanbeveling ter benoeming van twee voogden der stads armenkamer. Voor de vacature, met 1 Januarij 1881 ontstaande door pe riodieke aftreding van den heer mr. C. W. de Vriese, worden door voogden der stads armenkamer aanbevolen de heeren 1. mr. C. W. de Vriese, 2. mr. J. C. Meijer en 3. W. J. Oosterhoff Jz., terwijl door voogden voor de vacature, te ontstaan BlJVOEOSEL BEHOOFENDE BIJ DE LEEUWARDER COURANT. door periodieke aftreding van den heer D. Tigler Wijbrandi navolgende aanbeveling is ingezonden, als: 1. D. Tigler Wijbrandi2. S. Stellingwerf Beintema en 3. K. E. Brunger. 8. Eene aanbeveling voor de benoeming van een voogd en eene voogdes van het nieuwe stads weeshuis. Door het weeshuisbestuur worden aanbevolen 0. ter benoeming als voogd zulks ter voorziening in de vacature te ontstaan door periodieke aftreding met 1 Januarij 1881 van den heer mr. W. A. van Sloterdijckde heeren mr. W. A. van Sloterdijck E. Zeper en mr. E. Star Busman; b. ter benoeming als voogdes ter voorziening in de vacature, met 1 Januarij 1881 ontstaande door periodieke aftreding van mevrouw BeekkerkHamerster Dijkstra navolgende dames 1. mevr. Beekkerk -Hamerster Dijkstra2. Jonkvrouwe A. A. G. Gevaerts3. mevr. Kramersv. Wageningen. De aanbevelingenvermeld onder nos. 67 en 8zijn ter visie gelegd om in eene volgende vergadering tot benoe ming over te gaan. III. Wordt medegedeeld en door de vergadering voor kennisgeving aangenomen. 1. Eene missive van den hulponderwijzer 0. T. Heidstra houdende dankbetuiging voor zijne benoeming tot hulponder wijzer aan gemeenteschool no. 1. 2. De goedkeuring door gedeputeerde staten van 's raads besluiten tot nadere wijziging der gemeente-begrooting dienst 1880 en van het le supletoir kohier der directe belasting op het inkomendienst 1880. 3. Dat voor de le serie ad 534,000 der geldleening groot 900,000 rentende 4 pet.is ingeschreven een totaal bedrag ad ƒ928,000 en dat daarvan is aangenomen ƒ5000 a 1002&4iooo pet., f 15,000 a 100 2 loo pet., ƒ13,000 a 100 pet., ƒ20,000 a 99#1/ioo pet.ƒ5000 a 99V* pet., 5000 a 992/ioo pet.2000 a 99 pet.3000 a 98 s3/ioo pet.5000 a 98 52/ioo pet.ƒ200,000 a 98 V* ƒ7000 a 98Vjc pet., 135,000 a 98 pet., ƒ10,000 a 97i^, pet., ƒ12,000 a 97 pet., ƒ19,000 a 96y3 pet., ƒ186,000 a 96 pet. en ƒ72,000 a 95 Va pet. 4. Het proces-verbaal van verificatie der gemeentekas op 19 October 1880. 5. Eene resolutie van gedeputeerde statenten geleide van afschrift van het koninklijk besluithoudende met vernieti ging van een bestreden besluit van gedeputeerde staten, goed keuring van het raadsbesluit tot wijziging der voorwaarden van uitgifte in exploitatie van bouwterrein no. 88, welk bouw terrein in verband met die goedkeuring thans door burge meester en wethouders provisioneel in koop is toegewezen aan den heer S. de Hoo. 6. Dat bij openbare verhuring de herberg de Bleek c. a. en bijgelegen 2 perceelen land voor 3 jaar in huur is toege wezen aan K. F. de Boervoor 1305 per jaar en het huis aan den Stienserweg voor één jaar aan J. W. Radersma, voor ƒ100. IV. Verder wordt nog medegedeeld, dat door burgemeester en wethouders aan P. van der Ende, op zijn daartoe gedaan verzoekeervol ontslag is verleend als opzigter der stads reinigingzulks met ingang van 15 November e. k. In verband met het bepaalde bij alinea 2 van art. 3 der verorde ning regelende den ranghet getalde bezoldiging en de wijze van benoeming van de ambtenaren en bedienden, belast met de stads reiniging en de exploitatie van het aschland 17

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1880 | | pagina 1