.JÊÊL létf^ÊÊÊr
Verslag der handelingen van den gemeenten
Vergadering van Donderdag 24 Maart 1881.
Tegenwoordig 20 leden.
Afwezig de heer E- Bloembergen, met kennisgeving.
Voorzitter: de burgemeester.
I. De notuleu van de vorige op 10 Maart j.l. gehouden
vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt ter tafel gebragt:
1. het rapport omtrent liet onderzoek in de sectiën van
het kohier van hoofdelijken omslag, dienst 1881zoomede dat
omtrent de reclames tegen bedoeld kohier, bij den raad ingediend.
2. Het rapport der commissie van rapporteurs uit de
sectiën omtrent het verzoek van het hoofd der gemeenteschool
no. 5, F. de Vries, om hem thans reeds te doen deelen in
het genot van verhoogde jaarwedde wegens 25 jarigen dienst.
De commis>ie adviseert hierbij in overeenstemming met het
prae advies van burgemeester en wethouders om het gedaan
verzoek af te wijzen.
3. Een voorstel van burgemeester en wethouders op het
adres van het bestuur van het departement Leeuwarden der
Maatschappij Tot Nut van H Algemeenom een jaarlijksch
subsidie uit de gemeentekas ten behoeve van zijne bewaarschool.
Burgemeester en wethouders stellen hierbij vooraan den
adressant te kennen te gevendat er bezwaren bestaan tot
het verleenen van subsidie aan het departement Leeuwarden
Tot Nut van H Algemeen ten behoeve van zijne bewaarschool
en het verzoek alzoo als niet voor inwilliging vatbaarte
wijzen van de hand.
4. Een voorstel tot benoeming van twee leeraien aan het
gymnasium, in verband met de oprigting van eene 6e klasse
aan die inrigting en tot invoering van het onderwijs in de
Hebreeuwsche taal aan diezelfde inrigting.
De conclusie van dit voorstel luidt, te besluiten
I. het besluit, regelende het getal en de bezoldiging van
de leeraren aan het gymnasium, laatstelijk gewijzigd bij uw
besluit van den 5 Augustus 1880 Gemeenteblad no. 8)nader
te wijzigen door daarin ter vervanging van de bestaande be
paling, op te nemen, dat aan het gymnasium zal worden
benoemd een leeraar in de natuur- en scheikunde, in de
natuurlijke historie en voor zooveel noodig, in de wiskunde;
II. art. 14 der verordening voor het gymnasium Ge
meenteblad no. li van 1878) te wijzigen, door aan het einde
van de eerste zinsnede tusschen het woord „onderwijs" en het
woordje „en" te voegen .in de Hebreeuwsche taal"
III. het besluit van den 29 Augustus 1878 (Gemeenteblad
no. 3), gewijzigd bij besluit van den 5 Augustus 1880 (Ge
meenteblad no. 8) nader te wijzigen
a. door ter vervanging der bestaande bepaling, hettracte-
ment van den leeraar in de natuur- en scheikunde, in de
natuurlijke historie en zooveel noodig in de wiskunde vast te
stellen op ƒ2000 a ƒ2500;
l). den leeraar in de Hebreeuwsche taal eene bezoldiging
toe te kennen, berekend naar ƒ100 per uur onderwijs, dat
hij elk jaar feitelijk geeft
IV. met ingang van den cursus 1881/2 aan het gymnasium
te benoemen
a. een leeraar in de natuur- en scheikunde en in de na
tuurlijke historie, met bepaling dat deze zich, des gevorderd
ook beschikbaar moet stellen voor het geven van eenige uren
onderwijs in de wiskunde, op een tractement van f2000
a ƒ2500;
Bijvoegsel iehoorende hij de Leeuwarder Courant.
ad te Leeuwarden van den 24 Maart 1881. 19
b. een leeraar in de Nederlandsche taal en letterkunde en
in de aardrijkskunde, op een tractement van ƒ2000 a 2500;
V. burgemeester en wethouders uit te noodigen zoodra
mogelijk eene oproeping te doen voor de sub 4 gemelde
leeraren, wat den sub a gemelden betreft op eene bezoldiging
van ƒ2000 en wat den sub b genoemden aangaat op eene
jaarwedde van 2500
VI. burgemeester en wethouders voor diligent te verklaren
ten opzigte van het geven van prae-advies omtrent het voor
stel van heeren curatoren van het gymnasium, tot stichting
van een gymnastieklocaal op het terrein van het nieuwe
gymnasium alhier.
5. Voorstel van burgemeester en wethouders op een adres
van J. F. Klazema, om het terrein waarop de Harlingerstal
heeft gestaan onderhands te huren voor moestuin.
Dit voorstel strekt om aan J. F. Klazema, koopman en
kastelein alhier, onderhands voor den tijd van 5 jaar, van
Maart 1881 tot den 5 Maart 1886, te verhuren de plek ge
meentegrond, ten kadaster bekend gemeente Leeuwarden, in
sectie D no. 563, zijnde het terrein, waarop vroeger de
Harlingerstal heelt gestaan en het daaraan ten zuidoosten
grenzende stuk grond, kadastraal niet genummerd, ter ge
zamenlijke grootte van ongeveer 11 centiare, gelegen aan en
ten westen van den Westersingel en zulks op de navolgende
voorwaarden
a. dat de huur zal gerekend worden te zijn ingegaan den
5 Maart 1881
b. dat de jaarlijksche huurprijs zal bedragen ƒ30, telken
jare voor of op den 12 Mei in een termijn te voldoen, ten
kantore van den gemeente-ontvangervoor de eerste maal
op 12 Mei 1881
c. dat het gehuurde uitsluitend moet worden gebruikt als
moestuin
d. dat de huurder ten zijnen koste langs den Westersingel,
volgens eenedoor den directeur der gemeentewerken te
geven rooijing moet maken een rasterwerk van schroten 1.80
meter hoog boven het maaiveldmet twee deuropeningen
van voldoende sloten voorzien die gedurende den tijddat
er niet op het terrein wordt gewerktgesloten moet zijn
e. dat het rasterwerk, sub 4 bedoeld, moet worden ge
maakt volgens eene teekening, die vooraf door burgemeester
en wethouders moet zijn goedgekeurd
f. dat de aanvoer van mest, bladaarde of andere, voor
het in orde brengen van den grond benoodigde stoffen evenals
de afvoer van groentenbladenafval en andere bestand-
deelen, steeds moeten geschieden vóór 'smorgens 10 uur;
g. dat op het gehuurde geene getimmertenvan welken
aard ookmogen worden gemaakt
h. dat de verhuurder het regt heeft de huurovereenkomst
gedurende den kuurtijdhetzij voor de geheele plek grond
hetzij voor een gedeelte daarvan te doen eindigen, mits van
het voornemen daartoe minstens 6 maanden te voren bij
missive kennis gevende aan den huurder, in welk geval eene
huurverminclering of schadevergoeding aan den huurder zal
worden toegekendvolgens bepaling van twee deskundigen
waarvan een door den huurder en een door den verhuurder
zal worden benoemd, zullende bij verschil tusschen die des
kundigen een derde door den kantonregter worden aangewezen
en verder op voorwaarden als door burgemeester en wet
houders dienstig zullen worden geacht.
6. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een
0