20
Verslag der handeliugen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 24 Maart 1881.
adres van bestuurders der schippersvereniging Binnenlandsch
Wélvaren te Dragtenom vermindering van bruggeld voor
het passeren der Wirdumerpoorts- en Prins Hendriksbruggen
voor schepen beneden de 30 ton en de uren voor het openen
en sluiten dier bruggen te wijzigen.
Dit voorstel strekt om aan de adressanten te kennen te
gevendat er geene termen bestaan tot inwilliging van hun
verzoek en het alzoo wordt gewezen van de hand.
7. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een
adres van de vereeniging Nijverheid om een gemeentelijk
subsidie voor een te houden wedstrijd op het gebied van
nijverheid.
Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor te beslui
ten om aan de vereeniging Nijverheid ter tegemoetkoming
in de kostenverbonden aan de harentwege in de maanden
Julij en Augustus a.s. in het gebouw en op de terreinen van
de Harmonie alhier te houden wedstrijd op het gebied van
nijverheid en de daaraan verbonden tentoonstellingeene
subsidie uit de gemeentekas toe te kennen van 1500.
8. Een voordragt ter benoeming van een opzigter bij de
gemeentewerkenzulks ter vervanging van H. W. Peeters
op verzoek eervol ontslagen.
Op deze voordragt zijn geplaatst:
1. Theodorus Gerardus Franciscus Anken, teekenaar le
klasse bij de Indische spoorwegen te Breda
2. Hendrik Flieringa Gz. te Menaldum.
Alle voormelde stukken zijn ter visie gelegd om in eene
volgende vergadering te worden behandeld.
9. Eene aanvraag van het bestuur van het stads zieken
huis om magtiging tot af- en overschrijving op de begrooting
dier instelling, dienst 1880.
Ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van
de heeren mr. C. W. A. Bumavan Erjsinga en Plantenga.
10. Eene aanvraag van voogden der stads armenkamer
om magtiging tot af- en overschrijving op de begrooting dier
instellingdienst 1880.
In handen gesteld van de heeren BrungerHommes en
Troelstra ten fine van onderzoek en rapport.
11. Een adres van H. Weidijk en mej. S. H. Klaar, om
van gemeentewege geen retributie meer te heffen voor het
gebruik van het gymnastieklocaal en de toestellen ten be
hoeve der- leerlingen van de normaalinrigting.
Om prae-advies in handen gesteld van burgemeester en
wethouders.
III. Op voorstel des Voorzitters worden de heeren mr. J.
Minnema de With, mr. C. W. A. Buma, mr. J. Dirks, dr.
J. Baart de la Faille en H. Beucker Andreas aangewezen
als leden speciaal belast met de bijwoning der dit jaar aan
de gemeentescholen te houden examens.
IV. Wordt medegedeeld
1dat de plek gemeentegrond naast het ijkkantoor aan de
Oosterkade publiek is verkocht aan G. Jansen voor ƒ1830.
2. dat voor de 2e serie ad 280,000 der geldleening groot
ƒ900,000, rentende 4°/0 is ingeschreven een totaal bedrag
ad ƒ551,000. waarvan is aangenomen: ƒ20,000 a lOOVfi*
ƒ10,000 a 100"/loo, ƒ8000 a 100, ƒ3000 a 99V4o, 25,000
a 993,20, f 16,000 a 99, ƒ4000 a 98%f ƒ60,000 a 98,
ƒ5000 a 97% ƒ4000 a 97 ƒ2000 a 97°/0 50,000
a 96'8, ƒ30,000 a 966%ooƒ40,000 a 96/l8, ƒ1000 a 96%,
en ƒ2000 a 96/A40.
3. dat door burgemeester en wethouders aan H. Brons-
dijk en echtgenoot op verzoek eervol ontslag is verleend als
vader en moeder in het stads ziekenhuis.
4. een berigt van den heer mr. Moerkerk van Steeldat
door wijlen den heer J. Heijmans kunstschilder te Arnhem,
ter plaatsing in het archief dezer gemeentezijne geboorte
plaats zijn nagelaten twee schilderijenvoorstellende hem en
zijne zuster in Friesch costuum.
Naar aanleiding van dit berigt wordt besloten tot het zenden
van een brief van dankbetuiging.
V. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten.
1. Voorstel Van burgemeester en wethouders tot wijziging
van de verordeningen voor het gymnasiumde middelbare school
voor meisjes en de burger dag- en avondschool.
Dit voorstel strekt om
a. aan art. 1 der verordening voor het gymnasium, vast
gesteld bij besluit van 31 December 1878 Gemeenteblad no.
14 van 1878) toe te voegen de volgende alinea:
-Leerlingen die den ouderdom van 12 jaar nog niet heb
ben bereikt, zijn verpligt, zoodra een der beide besmettelijke
ziekten, mazelen of diphteritis zich in het huis door een der
leeraren of scholieren bewoond voordoet, het gymnasium te verla
ten, totdat de ziektevolgens de bepalingen der wetuit dat huis
is geweken;"
b. aan art. 11 der verordening op de school van m. o.
voor meisjes met vijfjarigen cursus, vastgesteld bij raads be
sluit van den 15 April 1875 en gewijzigd den 27 Maart en
9 October 1879 Gemeentebladen nos. 7 van 1875 en 17 van
1879), toe te voegen gelijke bepaling als hierboven sub o is
vermeld
c. aan art. 12 van het reglement voor de burger dag
en avondschoolvastgesteld bij uw besluit van den
22 Augustus 1867, gewijzigd den 12 November 1868, 11
Augustus 1870 en 26 October 1871 (Gemeentebladen no. 8
van 1867, no. 15 van 1868, no. 10 van 1870 en no. 7 van
1871) toe te voegen gelijke bepaling als hierboven sub o is
vermeld.
Aan de algemeene beraadslagingen omtrent dit voorstel
wordt deelgenomen als volgt
De heer Duparc kan zich met deze voordragt niet ver-
eenigen. Hij is met de commissie van toezigt op het middel
baar onderwijs van oordeeldat eene wijziging als de voor-
gedragene eene uitbreiding is van art. 14 der wet van 1872,
houdende voorzieningen tegen besmettelijke ziektenwaartoe
wel de rijkswetgevermaar niet een gemeenteraad bevoegd is.
Wat is het geval Die wet bepaalt uitdrukkelijk in de
le alinea van art. 14 dat bewoners van huizen of vaartuigen,
waarin eene besmettelijke ziekte voorkwam, geen scholen mogen
bezoeken dan na den daarbij gestelden termijn. In de laatste
alinea van dat art. wordt echter eene uitzondering gemaakt
bij het voorkomen van mazelen en diphteritisvoor scholen
uitsluitend bezocht door leerlingen boven de 12 jaar.
Nu wordt echter het gymnasium en ook de middelbare
school voor meisjes en de burger dag- en avondschool vóór
en na ook bezocht door leerlingen beneden dien leeftijd. Dit is de
feitelijke toestand. Het gevolg is dus, dat de leerlingen dierinrig-
tingen en ook de leeraar ze niet mogen bezoeken, indien in hun
woning mazelen of diphteritis heerscht. Tijdens de jongste maze
len épidemie zijn er dan ook geen kinderen uit besmette woningen
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 24 Maart 1881.
21
toegelaten. Dit is voor hen, wien het treft, een groote last
spr. zelf zouindien het hem veroorloofd ware van zich zelf
te sprekendaarvan kunnen getuigen. Men vergete intus-
schen nietdat er middel tegen is. Men kan bij het uit
breken van genoemde ziekten in zijn gezin de kinderen daar
uit tijdelijk verwijderen en ze bij familie of vrienden doen
huisvesten. Dan zijn zij niet bewoners van een huis waarin be
smettelijke ziekte voorkwam en kunnen ze de scholen blijven
bezoeken.
Wat willen echter burgemeester en wethouders
Om den hinderpaal uit den weg te ruimen, bij het uitbreken
van mazelen of diphteritis ten huize van een der leeraren of
leerlingen van gemelde inrigtingen, willen ze de kinderen
beneden de 12 jaar de school doen verlatenteneinde zoo te
verkrijgen het geval, bedoeld in de laatste alinea van art. 14
der wet.
Spr. zou misschien burgemeester en wethouders kunnen
steunenindien maar een onkele bepaling kon worden aange
wezen waarbij het bezoek dor bedoelde inrigtingen door kin
deren van beneden 12 jaar als een gunst wordt toegekend.
Dit is echter geenszins het geval. Noch in de wet op het
hooger- noch in die regelende het middelbaar onderwijskomt
een voorschrift voor, dat de toelating der kinderen aan een
leeftijd bindt. Alleen do vraag of ze kunnen voldoen aan do
eischen van het admissie-examen mag in aanmerking komen.
Voldoen ze aan die eischen, dan hebben zij, onverschillig van
welken leeftijd ze zijnregtde school te bezoeken.
Naar het oordeel van spr. is het dus een inbreuk op de
wetom eenmaal toegelaten leerlingen van de school te ver
wijderen alléén omdat zij in zekere omstandigheden den leef
tijd van 12 jaren nog niet hebben bereikt.
Maar bovendien zou de maatregel hoogst onbillijk zijn.
Spr. heeft er reeds op gewezendat in de bedoelde gevallen
de leerlingen boven de 12 jaar geenszins van het onderwijs
behoeven te worden verstoken indien ze tijdelijk uit de be
smette woning worden verwijderd. Met de leerlingen beneden
den 12-jarigen leeftijd zal het echter kunnen gebeuren, dat
zij bij eene mazelen-epidemicals die van onlangsweken
ja maanden achtereen niet van het onderwijs zullen kunnen
genieten wegens het telkens voorkomen van nieuwe gevallen,
ten huize van de oudere leerlingen gelijk bij de jongste épi
demie het geval was. En dit zal juist de zeer vluggen treffen,
als zoodanig toch kunnen de reeds beneden den 12-jarigen
'leeftijd toegelaten worden aangemerkt.
Afgescheiden dus van het wettelijk bezwaar, bestaat er nog
alle redenom zich niet met het voorstel van burgemeester
en wethouders te vereenigen.
De heer Minnema Buma moet verklaren dat zijn ge
voelen ten dezen in lijnregten strijd is met dat van den vo-
rigen spreker. Dit geachte lid heeft zich vereenigd met het
bij de stukken aanwezige advies van de commissie van toe
zigt op de scholen van middelbaar onderwijs, maar spr. refe
reert zich aan dat van curatoren gesterkt door het pr;e-advies
van burgemeester en wethouders.
Zijns inziens is de zaak zeer eenvoudig. Zij wordt beheerscht
door de vraag: wie regelt de toelating op de bedoelde scho
len? Volgens de wet op het hooger onderwijs, spr. zal
zich hoofdzakelijk tot het gymnasium bepalenis die be
voegdheid aan den gemeenteraad. Deze kan bepalen b.v. dat
geen kinderen van beneden 12 jaar tot het gymnasium zullen
worden toegelaten en waar hjj nu het meerdere kan, vermag
hij zeker ook het mindere d. i. de toelating van leerlingen
beneden de 12 jaren onder voorwaarde. En die voorwaarde
is tijdelijke afzondering van de betrokken scholen zoodra do
wet op de besmettelijke ziekteningeval van mazelen of
diphteritis intreedt door het statuut, „dat scholen in dat ge
val niet zullen mogen worden bezocht dooi* leerlingen beue
den de 12 jaren oud. De gemeenteraad blijft dus binneö
zijne bevoegdheid en do wet wordt niet uitgebreidmaar
blijft in haar geheel.
Spr. acht het gedane voorstel een zeer liberaal voorstel.
Het beoogt de toelating van leerlingen beneden de 12 jaar,
die reeds vroegtijdig meer dan gewoon zijn ontwikkeldmo
gelijk te maken. Daarenboven wordt de opinio van burge
meester en wethouders ook gedeeld door hot geneeskundig
staatstoezigt. Dit acht de voorgestelde regeiing.de verkies-
lijkste. Spr. hecht hieraan nog al eenige waarde, omdat be
doeld toezigt door zijne veelvuldige bemoeijingen voor eene
goede explicatie der wet houdende voorzieningen tegen be
smettelijke ziekten zeker nog al in aanmerking mag komen.
Het komt hem voordat iD dezen de geachte vorige spre
ker is plus rojaliste que le roi. De wet toch laat geheel aan
den raad de regeling der toelating over en liet genbeskuftdig
staatstoezigtdo autoriteitdie zich krachtens zijne roeping
met goed gevolg tegen zoodanige regeling zoude kunnen ver
zettenis het geheel met burgemeester en wethouders eens,
dat de voorgestelde wijziging de eenig moge ijke is, om liet
beoogde doel te bereiken.
Spr. voor zich ziet in de voorgestelde wijziging der veror
dening op verre na niet dat bezwaarhetwelk de geachte
vorige spreker daarin ziet en zal zich met volle overtuiging
voor het voorstel verklaren.
De heer Duparc wenscht den vorigen spreker te-beant
woorden
Deze is begonnen met de vraag: wie regelt de toelating
tot de hier bedoelde inrigtingen. Dit is echter geen vraag.
De wet bepaalt, dat die regeling aan den raad is. Maar niét
deze bepaling wordt alléén bedoeld dat de raad de toelating
regelt uit bet oogpunt van de geschiktheid der leerlingen.
Niets meer. Van leeftijd is geen sprake.
Ware dit laatste wel het geval, en moest de toelating van
leerlingen beneden 12 jaar als eene gunst worden beschouwd,
dan alleen zou er misschien de voorwaarde aan kunnen worden
verbonden, dat zij de school tijdelijk hadden verlaten-in de
door burgemeester en wethouders bedoelde gevallen.
Spr. wenscht den leden te herinneren, dat bij.4© .beha? -
ling van de verordeningen voor het gym nasi urn. er in dv rand
nog al eene vrij sterke partij was, die de kennis der begin
selen van de Fransche taal niet onder de veréisehten van
toelating wenschte te hebben opgenomei. Had de raad di* v
overeenkomstig besloten, waartoe hij, ingevolge r 9 der
wet op het hooger onderwijs volkomen bevoegd was gewcesi.
dan zouden vrij zeker tal ve.u kinderen r ja
reeds van 10 jaar, leerlingen vaulnd g\ tem ;.c nf' -n.
Men zou dan, casu quo, die aden, id; b van
mazelen of diphteritis ten huize van b 12
jaar, tijdelijk van de school hebben net v\\ ;d
De geachte vorige spreker heeft er opgewe/.ou ba' de mee
ning van burgemeester en we*houders ook di van de
ambtenaren \an likt geneeskundig slaat tóezigl doch
hecht daaraan weinig. Hij heeft alien eerivo. va. *rdee!
van die ambtenaren waar hef geldt zaken v i in. 1