48 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 12 Mei 1881. te worden toegelatenmoeten de kinderen den leeftijd van zes jaren hebben bereikt. Kinderendie binnen de eerstvolgende drie maanden na de in het volgende artikel bepaalde tijdstippen dien leeftijd zul len hebben bereiktkunnen onder goedkeuring van de com missie van toezigt op het lager onderwijsmede worden toe gelaten. Art. 2. De toelating geschiedt met den 1 Jannarij en met den 1 Julij. Zijdie de kinderen verlangen te hebben toegelatendoen daartoe ten minste acht dagen te voren bij het hoofd der school aangifte. Ten blijke der toelating wordt hun een schriftelijk bewijs verstrekt. Ten behoeve van kinderendie van elders in de gemeente komen wonenkan door de commissie van toezigt op het lager onderwijs van de in het 1ste lid van dit artikel ver melde tijdsbepalingen worden afgeweken. Indien de kinderen de school zullen verlaten moet daar van ten minste acht dagen te voren door hendie ze ter school hebben gezondenaan het hoofd der school schriftelijk kennis worden gegeven. Hij geeft lmn van de ontvangst dier kennisgeveving een schriftelijk bewijs. Art. 3. Op de scholen der derde klasse worden geen kin deren toegelaten dan met goedkeuring van burgemeester en wethouders. Art. 4. Op de herhalingseholen worden alleen toegelaten zij die het gewoon schoolonderwijs hebben genoten. De toelating geschiedt: op de school met driejarigen cursus den 1 April scholen tweejarigen October. Ten aanzien der herhalingseholen gelden de bepalingen van de laatste vijf leden van art. 2. Art. 5. Aan iedere schoolgenoemd in art. 1 is eene schoolbibliotheek verbonden. Daarvoor wordt jaarlijks eene som op de gemeente-begroo ting gebragt. Ait. 6. De leermiddelen worden door de gemeente ver strekt met uitzondering van diewelke door de leerlingen ook te huis worden gebruikt. Art. 7. Onverminderd het bepaalde bij het koninklijk be sluit van 30 Augustus 1880 Staatsblad no. 167), worden de inrigtiDg der lokalen en de verdere regeling van het onder wijs door burgemeester en wethouders vastgesteld den arron- dissements-schoolopziener en de commissie van toezigt op het lager onderwijs gehoord. Art. 8. Het aan de onderwijzersop verzoek te verleenen eervol ontslag gaat niet eerder in dan twee maanden na den dag, waarop het verzoek om ontslag is ingekomen. Onder onderwijzers zijn de onderwijzeressen begrepen. Art. 9. Jaarlijks wordt eene openbare les gehouden ten overstaan van eene commissie uit den gemeenteraad en de commissie van toezigt op het lager onderwijs: op de scholen der eerste en der tweede klasse in den loop der twee weken voorafgaande aan de zomer-vacantie, zoo die er is; op de scholen der derde klasse in de maand April. Art. 10. Ter gelegenheid van de openbare les wordt aan de leerlingen, die zich in het afgeloopen jaar door vlijt en goed gedrag hebben ouderscheideneen getuigschrift uigereikt. De beoordeeling hiervan geschiedt door de commissie van toezigt op het lager onderwijsop voordragt van het hoofd der school. Art. 11. De bepalingen omtrent de schooltucht en hetgeen tot nadere regeling van het in deze verordening voorgeschre- vene ntogt noodig zijn worden opgenomen in eene verorde ning binnen twee maanden na het inwerkingtreden dezer verordening vast te stellen door burgemeester en wethouders de commissie van toezigt op het lager onderwijs eii de hoof den der scholen gehoord. Art. 12. Deze verordening treedt in werking tegelijk met de bij besluit van den raad van heden vastgestelde verorde ning tot regeling van het openbaar lager onderwijs in de ge meente. Bij hare invoering zijn alle bestaande verordeningen betref fende onderwerpen, bij deze verordening geregeld, vervallen. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders betrekkelijk de stichting van eene nieuwe muziektent in den Prinsentuin. Zonder discussie en hoofdelijke stemmingwordt conform de conclusie van bovengenoemd voorstel besloten Burgemeester en wethouders te magtigen om tot bestrijding der kosten van stichting van eene nieuwe ovaalvormige mu ziektent met een kelder daaronderbehalve het bij de ge- meente-begrooting toegestaan bedrag ad ƒ1500, daarvoor aan te wenden ƒ1400 of zooveel meer of minder als zal blijken noodig te zijn uit het vaste fonds voor den Prinsentuin. Geene zaken meer aan de orde zijnde is de vergadering door den Voorzitter gesloten. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden; van den 25 Mei 1881.' Vergadering van Woensdag 25 Mei 1881. Tegenwoordig 18 leden. Afwezig de heeren mr. J. S. baron van Harinxrna tlioe StootenS. T. Bakker en E. Bloembergenlaatstgenoemde met kennisgeving. Voorzitter: de burgemeester. I. De notulen van de vorige op 12 Mei j.l. gehouden ver gadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld. II. Wordt ter tafel gebragt: 1. Een adres van het hoofd der armenbewaarschool om in de termen te mogen vallen ter verkrijging van verhoogde toelage voor woninghuur. Ten fine van prae-advies gesteld in handen van burgemeester en wethouders. 2. Eene aanbeveling ter vervulling der vacature van een lid der commissie van toezigt op het lager onderwijs ont staan door dat de heer mr. J. D. Quintus als zoodanig heeft bedankt. Op deze aanbeveling komen voor de heeren 1. Mr. B. W. N. Servatius; 2. J. Kutsch Lojenga, en 3. R. H. Dijkstra. 3. Een voorstel van burgemeester en wethouders strekkende a. tot af- en overschrijving van artikelenwaarop zal be schikbaar blijven op het fonds voor onvoorziene uitgaven b. tot het verleenen van toestemming aan burgemeester en wethouders om de op den overgelegden staat vermelde artikelen te versterken krachtens daartoe bij de begrooting verleende magtiging c. tot overschrijving op artikelen waarvoor bij de begroo ting zelve geene magtiging is verleend; d. tot afschrijving van het fonds voor onvoorziene uitga ven wegens posten van uitgaaf, die hare omschrijving niet op de begrooting vinden en waarvan het bedrag als buiten gewone uitgaaf in de gemeente-rekening zal worden verant woord De stukken vermeld onder nos. 2 en 3 zijn ter visie ge legd om in eene volgende vergadering te worden behandeld. in. Wordt medegedeelddat bij openbare aanbesteding Is gegund a. aan de firma B. Hagedoorn Zoon te Amsterdam de levering van 80,000 heet. Holmside- en 10,000 heet. Wal- dridge gaskolende eerste a 59de laatste a 60V> ct. per heet. b. aan H. Keijzer alhier het maken van eene muziektent voor 2899 c. aan J. Franzen alhier het maken van meubilair voor het gymnasium. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten 1. Voorstel can burgemeester en Wethouders op het adres van de wed. J. Wijnands, in leven adjunct-commies ter secre tarie om eene gratificatie. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de conclusie van dit voorstel beslotenaan de adressante te ken nen te gevendat haar verzoek niet voor inwilliging vatbaar is en mitsdien wordt gewezen van de hand. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders betrekkelijk het leggen van rails in het waaggebouw en het maken van wagentjes tot vervoer van boter en kaas. 49 De conclusie van dit voorstel luidt a. met wijziging van het raadsbesluit dd. 28 April 11. no. 9burgemeester en wethouders te magtigenhet leveren en aanbrengen van een railsnet in en buiten de waagmet de levering van zes wagentjestot aan- en afvoer van boter en kaasop te dragen aan den persoon of de firmadie volgens de te ontvangen prijsopgavendaarvoor de meest aanneme lijke voorwaarden stelt b. burgemeester en wethouders uit te noodigen ter zijner tijd de noodige financiële voorstellen te doen tot bestrijding van de kosten daaruit voortvloeijende. Met goedvinden der vergadering tot dadelijke behandeling van dit niet ter vorige vergadering aangebragte voorstel over gegaan zijndemerkt de heer de la Faille opdat het kostenbedragthans opgegeven, zeer aanzienlijk is en nogal belangrijk verschilt met dat oorspronkelijk genoemd. Toen reeds rees bij hem de vraagof de beoogde uitgaaf wel zoo dringend noodzakelijk was als werd voorgesteld, ofschoon hij weetdat burgemeester en wethouders ter zake de waagcom- missie enz. hebben gehoord. Thans nu het primitief genoemde kostenbedrag bijna moet wbrden verdubbeld, is hij nog meer huiverig tegen de te doene uitgaaf en zou hij, alvorens zijne stem aan het gedane voorstel te kunnen geven gaarne eenige inlichting ontvangen omtrent de inrigting der te maken wa gentjes. Hij zou b. v. willen vernemen, of met die wagen tjes vervoermiddelen worden bedoeldwaarmede eenige vaten boter te gelijk kunnen worden vervoerddan wel kleine waarop slechts 1 a 2 vaten kunnen worden geplaatst. Mogt dit laatste het geval zijn en met de bedoelde wagentjes geen vereenvoudiging in het vervoer kunnen worden verkregen dan zou hij wel willen vragenof men geen kruiwagens zou kunnen gebruikenzooals men bij het spoor heeftdie zeker tot eene belangrijke besparing van uitgaaf zouden leiden. Nu men komt te staan voor eene dubbele uitgaaf, nu dringt zich bij hem ook in dubbele mate de vraag op of hier wel bestaat dringende noodzakelijkheid. De Voorzitter verklaart, dat ook burgemeester en wet houders eenigzins door het belangrijk hooger kostenbedrag zijn teleurgestelddoch dat het dringend noodzakelijke der zaak aan geen twijfel onderhevig is. Niet alleen sluit het voorstel van burgemeester en wethouders zich geheel aan bij het advies der waagcommissie en andere deskundigenmaar zelfs zal iederdie een bezoek aan de waag brengt en gade slaat hetgeen daar omgaatzelf overtuigd wordendat be spoediging van het transport van groot belang is. Spr. heeft jl. Vrijdag nog aan de waag geweest en mogt van verschil lende boterhandelaren de verklaring erlangendat er niets meer aan de inrigting haperdemits nog werd gelet op de hoofdvoorwaardebespoediging van transport. Die bespoedi ging zal worden verkregen door de aanschaffing van de voor gestelde wagentjeswaarop niet 1 a 2maar 6 vaten tegelijk kunnen worden geplaatst. Op kruiwagens zullen niet zooveel worden geladendaargelaten dat het vervoer met deze voer tuigen op lange na niet zoo gemakkelijk is en meer krachts ontwikkeling eischtdan het vervoer op rails. En wat nu het kostenbedrag betreftal moet worden er kend dat het belangrijk hooger is, dan het primitief opgegevene, toch acht hij het économie en alzoo in het belang der ge meente om zich daardoor niet te laten afschrikkenvooral waar door de te doene uitgaafin het geheel eene rente ver-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1881 | | pagina 1