I
li
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 6 September 1881.
Door den Voorzitter wordt verder ten opzigte van deze be
grooting nog medegedeeld dat zij aanwijst
een totaal inkomsten ad ƒ720,361.86
uitgaven 720,281.29
en een waarschijnlijk saldo ad
dat onder de inkomsten is begrepen
voor opcenten op de grondbelasting
personele belasting
hoofdelijken omslag berekend naar 3.52
ten honderd
regtenloonen enz.
schoolgelden
opbrengst van bezittingen
de gasfabriek
reiniging
het 4/ö der rijl
nele belasting
bijdrage van het rijk in de kosten van het
hooger, middelbaar en lager onderwij:
dat onder de uitgaven is vervat voor
onderhoud van wegenstratenvaarten
plantsoenen enz.zoomede van torens uur
werken en wegens kosten der straatver-
verlichting
i persoue
80.57
15,984.23
28,493.63
149,627.20
47,046.—
24,535.—
55,329.76
154,900.—
46,900
91,177.38
44.020.—
41,539.—
kosten van de gasfabriek133,580.
reiniging37,229.—
brandweer7,115.50
B politie26,503.—
armwezen44,553.
onderwijsa 156,272.
a de schutterij4,386.
buitengewone werkena 32,214.
waaronder eene uitgaaf van ƒ7.000.voor
verbetering van het vaarwater ,de Potmarge."
Aflossing van schuld en rente van geldlee-
ningen a 132,387.50
II. Wordt verder nog medegedeeld en door de vergade
ring voor kennisgeving aangenomen
1. dat is ingekomen eene beschikking van gedeputeerde
staten van 25 Augustus jl.waarbij de reclames van G. J.
v. d. Schroeff, T. de JagerC. H. Weiberger c. s.mr. E.
Cats en C. F. Tobisch tegen hunne aanslagen in de directe
belasting op het inkomendienst 1881niet ontvankelijk zijn
verklaard
2. dat het le suppletoir kohier der directe belasting op
het inkomenvastgesteld bij raadsbesluit van 11 Augustus
jl.is goedgekeurd bij resolutie van gedeputeerde staten dd.
1 September 1881 2de afdeeling, no. 10.
III. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten
1. Benoeming van 3 wethouders voor de vacature, ontstaan
door de periodieke aftreding als raadslid van den heer J. J.
Bruinsma.
De heer J. J. Bruinsma wordt op nieuw benoemd zulks met 20
van de 21 stemmen. 1 stem werd uitgebragt op denheer mr. J. Dirks.
Voor de vacatureontstaan door de periodieke aftreding
als lid van den raad en als wethouder van den heer mr.
H. Wiersmawordt op nieuw benoemd de heer mr. H. Wier-
sma. Op den benoemde werden 20 stemmen uitgebragtter
wijl de heer mr. J. Dirks 1 stem verkreeg.
Voor de vacature ontstaan door het overlijden van den heer
E. Bloembergendie in 1881 als wethouder periodiek had
moeten aftredenwordt met 18 stemmen verkozen de heer
mr. J. S. baron van Hariuxma thoe Slooten. Op de heeren
mr. C. W. A. Bumamr. J. Dirks en~mr. J. L. van Sloter-
dijck werd ieder 1 stem uitgebragt.
De benoemden allen ter vergadering aanwezig verklaren de
op hen uitgebragte benoeming aan te nemen.
2. Benoeming van een ambtenaar van den burgerlijken stand.
De heer mr. J. Dirkstengevolge periodieke aftreding als
raadslid afgetreden als ambtenaar van den burgerlijken stand,
wordt als zoodanig met meerderheid van stemmen herbenoemd.
3. Benoeming van een lid der commissie voor[het stedelijk mu
ziekkorps.
Voor de vacature, ontstaan door de periodieke aftreding als
raadslid van den heer mr. J. Dirks wordt met meerderheid
van stemmen op nieuw benoemd de heer mr. J. Dirks.
4. Benoeming van twee leden der commissie voor de gasfabriek.
De heeren mr. J. Dirks en J. J. Brungertengevolge
hunne periodieke aftreding als raadslid ook afgetreden als
leden van bovenvermelde commissieworden beiden als zoo
danig met meerderheid van stemmen herbenoemd.
5. Benoeming van vier leden der commissie voor het ont
werpen van strafverordeningen.
Alle aftredende ledenzijnde de heeren mr. J. L. van Slo-
terdijck A. Duparc mr. J. Minnema Buma en mr. C. W. A.
Buma worden bij meerderheid van stemmen herbenoemd als leden
dezer commissie, waarvan de burg. volgens de wet is voorzitter.
6. Benoeming van 4 leden der commissie voor openbare
werken.
Bij meerderheid van stemmen worden alle aftredende leden,
de heeren mr. J. DirksJ. Troelstramr. C. W. A. Buma
en J. J. Brunger als leden dezer commissie waarvan de bur
gemeester is voorzitter, herbenoemd.
7. Benoeming van 2 leden der commissie voor de gymnastiek.
De heeren G. T. N, Suringar en dr. J. Baart de la Faille,
aftredende ledenworden bij meerderheid van stemmen tot
leden dezer commissiewaarvan de burgemeester tot voor
zitter is aangewezenherbenoemd.
8. Loting voor de rangorde, waarop de leden van den raad
ter vergadering zitting zullen nemen tot Maart e.k.
De uitslag dezer loting is, dat wordt toegewezen plaats
no. 1 aan den heer G. T. N. Suringar.
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
dr. J. Baart de la Faille.
F. Plantenga.
A. Duparc.
mr. J. Dirks.
J. J. Brunger.
W. J. Oosterhoff.
D. v. Goens.
H. Beucker Andrea;.
G. H. Hommes.
mr. J. L. v. Sloterdijck.
dr. J. v. d. Scheer,
jhr. mr. C. v. Eijsinga.
mr. J. Minnema Buma.
J. Troelstra.
H. Kuipers.
mr. C. W. A. Buma.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van den G September 18S1.
73
9. Loting voor de zamenstelling eter sectiën tot Maart e.k.
Het resultaat hiervan is dat worden aangewezen
tot leden der le sectiewaarvan de burgemeester is voor
zitter de heerenD. van Goens dr. J. Baart de la Faille
W. J. Oosterhoff, J. Troelstra, jhr. mr. C. v. Eijsinga en mr.
H. Wiersma wethouder
tot leden der 2e sectiede heeren H. KuipersF. Plan
tenga, J. J. Brunger, mr. C. W. A. Buma, mr. J. Minnema
BumaG. T. N. Suringar en tot voorzitter de heer J. J.
Bruinsmawethouder
tot leden der 3e sectie, de heeren mr. J. Dirks, H. Beucker
Andrea;, G. H. Hommes, mr. J. L. v. Sloterdijck, A. Duparc,
J. v. d. Scheer en tot voorzitter de heer mr. J. S. baron van
Harinxma thoe Slooten wethouder.
10. Voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek
van den onderwijzer J. Hoitsma om eervol ontslag.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de
strekking van dit voorstel aan J. Hoitsma, eervol ontslag ver
leend als onderwijzer aan gemeenteschool no. 5zulks met
ingang van 6 September e.k.
Niets verder te behandelen zijndesluit de voorzitter de
vergadering.
Vergadering van Donderdag 8 September 1881.
Tegenwoordig 20 leden.
Afwezig de heer de la Faille met kennisgeving.
Voorzitter de burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 6 September jl. gehouden
vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld.
II. Wordt ter tafel gebragt en ter visie gelegd om in eene
volgende vergadering te worden behandeld, een voorstel van
burgemeester en wethouders tot benoeming van een leeraar
in de natuurwetenschappen en van eene leerares in de dier
en plantkunde aan de middelbare school voor meisjes, als
mede tot regeling van de tractementen van die docenteD.
De conclusie vau dit voorstel strekt om te besluiten
1. het onderwijs in de natuurkundige wetenschappen aan
de school van middelbaar onderwijs voor meisjes op te dragen
aan twee docentenmet bepalingdat met het onderwijs in
de dier- en plantkunde eene leerares en met dat in de natuur-
en scheikunde een leeraar zal worden belast;
2. de bezoldiging van de leerares vast te stellen op 1600,
onder voorwaarde, dat aan haar ook kan worden opgedragen
het onderwijs in andere vakken tot een maximum van 24
uren per week;
3. aan den leeraar toe te kennen eene bezoldiging bere
kend naar ƒ100 voor ieder uur, dat hij per week gedurende
den geheelen cursus onderwijs geeft;
4. tot leerares in de dier- en plantkunde te benoemen
mej. A. M. Will, eerste onderwijzeres aan de openbare meis
jesschool en leerares aan de kweekschool te Leiden
5. tot leeraar in de natuur- en scheikunde den heer dr. J.
Zaaijer, leeraar in de natuur- en werktuigkunde aan 's rijks
hoogere burgerschool alhier.
III. Wordt medegedeeld:
a. dat tot concierge aan het gymnasium is benoemd P.
Funcke, tot nu toe die betrekking tijdelijk waarnemende;
b. dat bij openbare aanbesteding aan Pieter Boerinane
voor eene som van 2677 is gegund het doen van eenige
veranderingen aan het gebouw der hoofdwacht en het in verband
brengen vau de bovenlocalen daarvan met het gemeentehuis.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten.
1. Verzoek van den onderwijzer F. D. Hoekstra om ontslag.
Conform de conclusie van het voorstel wordt zonder dis
cussie en hoofdelijke stemming besloten:
aan F. D. Hoekstraonderwijzer aan gemeenteschool no. 8,
overeenkomstig zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag te
verleenen uit zijne genoemde betrekking, met ingang van den
1 October 1881.
2. Verzoek van den onderwijzer W. G. Hoeneveld om ontslag.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de con
clusie van het hieromtrent door burg. en weth. ingediend voor
stel besloten
aan W. G. Hoeneveld, onderwijzer aan gemeenteschool uo.
11, overeenkomstig zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ont
slag te verleenen uit gemelde betrekking en zulks ingaande
den 26 October 1881.
3. Benoeming van een tijdelijken leeraar in de oude talen
aan het gymnasium.
De conclusie van het deswege door burgemeester en wet
houders aangeboden voorstel luidt:
voorbehoudens goedkeuring van den minister van binnen-
landsche zaken te benoemen tot tijdelijken leeraar in de oude
talen aan het gymnasium alhier voor den cursus 1881/82 op
eene jaarwedde van 2500, den heer Lubbertus Patroclus
Roegholt te Groningen.
Met algemeene (20) stemmen wordt de heer Roegholt tot
bovenvermelde betrekking benoemd.
4. Voorstel tot regeling van het tractement van den directeur
en den boekhouder der gemeentelijke gasfabriek.
De conclusie van dit voorstel strekt te besluiten:
1. dat de directeur en de boekhouder door den raad zul
len worden benoemd en ontslagen;
2. dat de benoeming zal geschieden op aanbeveling van
burgemeester en wethouders;
3. dat de jaarwedden zullen bedragenvoor den directeur
van ƒ2500 tot ƒ3500, voor den boekhouder van ƒ1200 tot
ƒ1600;
4. burgemeester en wethouders uit te noodigen, den raad
een nader voorstel aan te bieden tot wijziging van de veror
dening dd. 31 Augustus 1865.
De heer Troölstra zou gaarne zoo mogelijkeene enkele
inlichting van burgemeester en wethouders ontvangen. Vol
gens de overgelegde missive van de commissie van de gasfa
briek zal ei in het vervolg geen inspecteur behoeven te zijn.
Trouwens de bepaliug dat er zoodanig ambtenaar aan de fa
briek zal zijn is dan ook steeds een doode letter gebleven.
Burgemeester en wethouders hebben echter die kwestie ge
heel in het midden gelaten en spreken alleen van een later
in te dienen voorstel tot wijziging der verordening voor de
gasfabriek. Gaarne zou hij nu weten of het ook in de be
doeling van het collegie ligtom de betrekking van inspec
teur te doen vervallen. Naar zijne meeniug moet dit van
invloed zijn op de belooning, toe te kenuen aan den directeur.
De Voorzitter zegt, dat het groote belang in dezen was