82
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 6 September 1881.
velen bestaan hebbende twijfel ongegrond was geweestdat
de toren goedof liever niet scheever dan te voren stond en
de ongerustheid werd alzoo weggenomen. Waarom zou men
nu vreezenook hier gelegenheid te geven eiken twijfel op
te heffen De heer v. d. Scheer heeft gezegd, dat eene enquête
minder vleijend voor de gascommissie zou zijn. Dat geachte
lid is plus ministerieel que le ministre. Spr. is, even als de
heer Bruinsma, van het begin af der gemeentelijke exploitatie
van de fabrieklid der gascommissie, maar de door burgemees
ter en wethouders thans noodig geoordeelde enquête zal hem
althans niet het minst krenken. Evenmin als de andere leden der
gascommissie van vroeger en van nu is spr. tecknicns. Hij
is hier bloot dilettant enook als secretaris der commissie
heeft spr. zich steeds uitsluitend moeten bepalen tot het ad
ministratief gedeelte van de taak der commissie. Daarom te
minder zal spr. zich zelfs mogen verzetten tegen onderzoek.
In geen geval echter zou de raad zich uit bijzondere consi
deration tegenover de commissie in dezen mogen laten leiden.
Het belang der zaak en niets dan datmoet ook hier op
den voorgrond staan.
De heer Dirks meent, dat men hier vooral dient te let
ten op de wijze en den tijd waarop burgemeester en wethou
ders het onderzoek willen hebben ingesteld. Zij gaan uit van
het denkbeeld dat de enquête moet plaats hebben vóór de
benoeming van een directeur. Nu is het aan te nemenmet
het oog op de flinke belooning welke men zal uitlovendat
men een zeer knap directeur zal krijgen en die knappe di
recteur zal zich dan naar de uitkomsten der enquête moeten
regelen. Zou het, vraagt spr., niet beter zijn eerst een kun-
digen directeur te benoemen en dan aan dezen op te dragen
om met behulp der oude commissie eens een naauwgezet on
derzoek in te stellen. Hij zou dit veel beter achtendan
het onderzoek op te dragen aan een geheel vreemde commis
sie die haar licht zal moeten putten uit de boeken en
bij de oude commissie te biecht zal moeten komen. Z. i. zal
eene speciale commissie bepaaldelijk niet anders kunnen pron
ken dan met de vederen welke haar door de bestaande com
missie voor de gasfabriek zijn gegeven.
Daarenboven is spr. in het algemeen tegen de enquêtes.
Hij heeft daarvan zooveel nut niet gezien. In den regel be
antwoorden de vruchten niet aan de gedane moeiten en ge
maakte onkosten. Het is een zich uitsloven om toch maar
iets te vindenwant het gaat toch wel niet op met een ne-
gatief rapport voor den dag te komen. Spr. herhaalt het
meestal leiden de enquêtes tot heel weinig anders als tot groote
kosten. Daarenboven, wanneer wordt een enquête ingesteld?
Hij meent alleen danwanneer er iets is dat kwijntzoo
heeft men indertijd een enquête doen instellen naar den toe
stand van de scheepvaart en naar de werking der oude zout-
wet. Bij het laatste heeft zich nog de dwaasheid voorgedaan,
dat er reeds eene nieuwe zoutwet was aangenomen voor dat
de enquête omtrent de oude gevoteerd werd. Doch hij wenscht
nu te vragenis er nu hier bij de gasfabriek wel van eenige
kwijning sprake Integendeelde gasfabriek is steeds meer
en meer bloeijende. Jaarlijks geeft zij in de elf laat
ste jareneen gemiddeld overschot van ƒ25,000. Er is zelfs
sprake om den gasprijs nogmaals te verlagen en te brengen
van 9 op 8 cent per stèreuithoofde der groote winsten van
de laatste jaren. Of zijn er dan zulke groote klagten over
de gasfabricatieJa, klagten zijn er en zullen er steeds ook
blijven, maar tegenover die klagten kan spr. stellen het oor
deel van den directeur der gasfabriek te Utrechtdie bij een
tijdelijk verblijf hier ter stede de zaak heeft nagegaan en
zijne goedkeuring heeft te kennen gegeven. Het groote gas-
verlies dat men hier heeftwerd door dezen niet beschouwd
als gas verlies maar als gasvervliegingdoor verdamping der
zich daarin bevindende waterdeelen die de meter ook voor
gas noteert, terwijl ook onze straatverlichting V3 of y* te
laag gefixeerd is. Spr. acht alzoo eene enquête onnoodig
doch wenscht men haardan nog heeft de gascommissie zich
tot het doen daarvan bereid verklaard. Hij moet echter wel
waarschuwen tegen de kosten van een onderzoek door eene
vreemde speciale commissie. De leden dier commissie zouden
hier niet een oogenblik maar vrij lang moeten verblijven en
nu weet ieder wel wat daarvan het gevolg wordt. Hij zal geen
bepaalde voorbeelden noemenmaar toch opmerken dat men
reeds genoeg ondervonden heeft, wat somtijds bemoeijingen
van expres gekozen deskundigen al kosten. En vraagt men
nuis er veel baat bij gevonden Lang niet altijdmen
herinnere zich slechts den tijd dat de Vrouwenpoortsbrug
gebroken in het water lag.
Doch hoe dit ook zij men zal hier zeker met het oog op
de flinke jaarwedde, welke men heeft vastgesteld, een direc
teur krijgen die klinkt als een klok. Laat men nu eerst eens
afwachtenwat dezegesteund door de commissie voor de
gasfabriek, kan en zal doen, en met het inroepen van vreemde
hulp wachten zooals dat in den regel ook geschiedt bij
ziekenwaarbij niet eerder een doctor of professor wordt ge
raadpleegd, voordat die hulp noodig wordt gerekend. Nu
is die dure hulp, zijns inziens, nog onnoodig. De gasfabriek
is niet ziek.
De heer Brunger kan na het gesprokene door de heereu
Bruinsma en Dirks kort zijn. In deze plaats wil hij naar
aanleiding van het geen door den heer v. d. Scheer is in het
midden gebragtverklarendatmogt de raad conform het
voorstel van burgemeester en wethouders tot het instellen van
eene enquête besluiten, ook hij als lid der commissie voor de gasfa
briek zich dat besluit geenszins zal aantrekkenDaarenboven
schroomt hij geen onderzoek. Hij acht het echter ongeraden
op dit oogenblik of voor het tegenwoordige daartoe over te
gaan, maar zou het wenschen uit te stollen tot na het tijd
stip waarop door de gascommissie zullen zijn beantwoord de
vragen welke burgemeester en wethouders aan de speciale
commissie van enquête willen doen. Laat men eerst die be
antwoording eens afwachten. Kan ook die niet de gewenschte
zekerheid geven en bij burgemeester en wethouders allen
twijfel ter zake de fabriek wegnemen, welnu laat men dan
tot eene speciale commissie van enquête zijn toevlugt nemen.
Ook hij moet echter verklaren, dat het zijne overtuiging is,
dat men er weinig door zal winnen en dat in ieder geval de
vruchten van dat speciale onderzoek niet tegen de kosten
daarvan zullen opwegenDaarenbovenhet gaat met de fa
briek immers goed. Het kan blijken, dat zoo zij al niet de
beste dan toch een der besten in ons land is. Er is bijna
geen fabriek die meer winst afwerpt, dan zij. Er is gewezen
op het groote gasverlies, maar voor dat verlies bestaat reden,
een reden, die, nadat spr. daarover onlangs een deskundige
heeft geraadpleegd nog meer aannemelijk is geworden. De
groote meter in de fabriek staat nl. te veel onder den invloed
der vuren, het gas wordt vooraf niet genoegzaam afgekoeld.
Met het gas gaat dus ook veel stoom door dien meter, welke
stoom zich later natuurlijk weer condenccert.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 6 September 1881.
83
En wat nu de hoeveelheid verkregen gas betreft, men maakt
hier uit 1 hectoliter steenkool 22 ?7/Ioo stère gas. In andere
fabrieken bedraagt die hoeveelheid meestal 20 stère per H.L.
Men verkrijgt dus hier 2 77/loo stère gas meer uit een hec
toliter kool. Bij die gegevens ligt het voor de handdat
de opmerking omtrent het onnoodige van een onderzoek door
eene speciale commissie, vrij gegrond is. Hij schroomt ech
ter geenszins zoodanig onderzoek, maar zou het, indien men
het toch bepaald wil, willen verdagen tot na de benoeming
en komst van den nieuwen directeur. Op dit oogenblik is
het te praematuur.
Naar aanleiding van eene mededeeling des Voorzitters, dat
hij niet op eene zoo langdurige zitting gerekend had en thans
tot zijn leedwezen verpligt is de vergadering te verlaten, dient
de heer Duparc eene motie van orde in, strekkende tot
schorsing der debatten en tot verdaging der verdere behan
deling van dit punt. Hij komt hiertoeomdat hij meent dat
de raad er prijs op stelt, dat de Voorzitter niet alleen ook
de discussiën, welke omtrent dit punt nog te wachten zijn,
persoonlijk zal kunnen leiden, maar, daar het mogelijk heden
nog tot stemming zou kunnen komen, mede zijne stem, hetzij
vóór, hetzij tegen, zal kunnen uitbrengen.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt deze motie
aangenomen.
De Voorzitter, alsnu de vergadering verlatende, draagt het
presidium op aan den oudsten wethouderden heer J. J.
Bruinsma, die aan de orde stelt de behandeling van de ver
dere punten op den raadsbrief vermeld, als:
7. Voordel terzake afstand van een gedeelte sloot langs den Har-
linger trekweg aan de heeren Swildens en Kuipers.
Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt zonder
discussie en hoofdelijke stemming besloten
a. den hierna sub b omschreven grond te verklaren niet
meer bestemd te zijn voor de publieke dienst
b. voorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde sta
ten van Friesland den heeren Swildens en Kuipers alhier in
eigendom over te dragen de noordelijke helft van de sloot
tusschen den Harlinger trekweg en hunne erven, bekend ten ka
daster der gemeente Leeuwardenin sectie D no. 538, tegen
den prijs van ƒ0.50 per centiare, en voorts ouder de navol
gende voorwaarden
1. dat de bepaling der breedte van de af te stane helft
der sloot door den directeur der gemeentewerken zal geschie
den en door piketten aangewezen worden
2. dat de betaling der koopsom moet geschieden bij het
teekenen van het deswege op kosten van adressanten op te
maken contract;
c. aan adressanten vergunning te verleenen tot demping
van de sloot, gebruik te maken van daarvoor door de ge
meente af te stane aardeonder voorwaarde
a. dat de demping geschiede over de geheele breedte der
sloot en tot de hoogte van den trekweg, ten genoegen van
burgemeester en wethouders;
b. dat langs de geheele lengte van het gedempte gedeelte
volgens de door den directeur der gemeentewerken aan te
geven rooilijndoor adressanten een rasterwerk of stek moet
worden geplaatst en voortdurend onderhoudenten genoege
van burgemeester en wethouders;
c. dat achter die scheiding op het aan de adressanten af
te stane gedeelte sloot door hen een goot of grup moet wor
den gemaakt en onderhoudenopdat het water van het ter
rein van adressanten niet kan vloeijen over den trekweg.
8. Voorstel op het verzoek van mej. Ilengeveldom eervol ont
slag als onderwijzeres aan gemeenteschool no. 3.
De conclusie hiervan luidt: aan mejufvrouw K. M. Henge-
veldeerste onderwijzeres aan gemeenteschool no. 3 als zoo
danig eervol ontslag te verleenen met ingang van den 1
November e. k.
De heer van. Sloterdijck wenscht naar aanleiding van
dit voorstel eene poging te doen in het belang der gemeente
school no. 3. Burgemeester en wethouders stellen voor het
gevraagd eervol ontslag aan mej. Hengeveld te verleenen met
ingang van 1 November. Dien datum acht hij tegen het be
lang der gemeenteschool no. 3 en wel speciaal tegen dat der
leerlingen van de klasse van mej. Hengeveld. Die leerlingen
hebben juist ook ten vorigen jare door wisseling van perso
neel een minder gunstigneen men kan wel zeggen een
bedorven jaar gehad. Dit past die leerlingen nu juist het
allerminstomdat zij de klas formeren waarin men zich voor
bereidt voor de toelating tot het middelbaar onderwijs. Wordt
nu het ontslag verleend met 1 November, dan voorziet spr.,
dat bij den bedachtzamen spoed die in den regel op de voor
bereiding tot benoemingen wordt toegepaster aan gemeen
teschool no. 3 gedurende een paar maanden vacature zal zijn.
Nu weet hij wel, dat bij later ontslag van mej. Hengeveld
de vacature van leerares in de Engelste taal- en letterkunde
aan de middelbare school voor meisjes ook langer zal duren,
maar dit weegt bij hem niet zooveel als eene vacature aan
gemeenteschool no. 3.
In verband hiermede stelt hij voor om mej. Hengeveld het
gevraagd eervol ontslag te verleenenmet ingang van den
dagwaarop hare opvolgster aan de gemeenteschool no. 3 in
functie zal zijn getreden.
Dit amendement ondersteund zijnde wordt in behandeling
gebragt.
De heer Duparc merkt opdat over het onderwerpeiijk
verzoek om ontslag ook de plaatselijke commissie van toezigt
is gehoord, die bij haar adviesom het gevraagd eervol ontslag
met 1 Nov. te verleenen, het oog heeft gehad op de uitdruk
kelijke bepaling der onlangs vastgestelde verordeningkrach
tens welke ontslag van onderwijzers niet eerder wordt ver
leend dan twee maanden na de indiening van het verzoek
daartoe. Van die bepalingwelke men zeker iu ieder ander
geval den onderwijzers voor oogen zou houdenwenscht hij
ook nu niet af te wijkenhoezeer hem ook de belangen der
gemeenteschool no. 3 ter harte gaan gelijk hij, speciaal com
missaris van die schoolwel niet zal behoeven te verzekeren.
Het is thans juist de eerste maaldat de bedoelde bepaling
der nieuwe verordening zal moeten worden toegepast, en zal
men zich nu reeds bij die eerste maalalleen omdat het
in het belang eener gemeenteschool iseene afwijking veroor
loven Men dient ook wel te letten op de belangen der
middelbare school voor meisjes.
Den heer van Sloterdijck moet opmerken dat zijn voor
stel niet ten doel heeft de verordening te overtreden. Deze
bepaalt tochdat het ontslag niet eerder ingaat dan twee
maanden na de indiening van het verzoek. Men mag dus
niet eerderniet vroeger het ontslag verleenenmaar wel
later. Wenscht men het ontslag later dan twee maanden na