grinn i'~r nr ar na" ai
ri*7- W
158
erslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 8 December 1881.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 8 Decern-er 1881.
159
De conclusie van dit voorstel luidt:
Voorbehoudens goedkeuring van gedeputeerde statende
opkomsten van de zijl- en bruggelden te Nesserzijl onder
Akkrumvoor den tijd van 3 jaar, ingaande 12 Mei 1882,
onderhands te verpachten aan Jochem Roelofs Dantuma
bakker en winkelier te Nesserzijl onder Nes, tegen eene
jaarlijksclie pachtsom van ƒ300 en verder op de bestaande
voorwaarden.
10. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot op
heffing der erfdienstbaarheid van een reed gevestigd op het
erf van den korenmolen „het Lam".
Dit voorstel strekt om te besluiten
1. de erfdienstbaarheid van reedgevestigd op het erf
van den korenmolen „het Lam", ten voordeele van het land
der gemeenteten kadaster bekend gemeente Leeuwarden
in sectie D no. 449, op te heffen onder voorwaarde:
a. dat alle kostendie op de daarvoor op te maken over
eenkomst vallenvoor rekening van adressant zijn
b. dat volgens de op bijgaande teekening met een roode
lijn aangegeven rigtinghet molenerf door een houten raster
werk ter hoogte van 0.90 meter van het eigendom der ge
meente worde afgescheiden
c. dat liet sub b bedoelde rasterwerk voortdurend door
den adressant en ten zijnen koste moet worden onderhouden,
ten genoegen van het gemeentebestuur
2. het verzoek van E. Kiestra tot opheffing van het open
baar voetpad naar Schenkenschansvoor zoover dat loopt
langs een gedeelte van zijn molenerf, als niet voor inwilli
ging vatbaarte wijzen van de hand
11. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot
wijziging van de bepalingen omtrent den prijs van het gas
en van de voorwaarden waarop het gas uit de fabriek wordt
geleverd.
Burgemeester en wethoudersofschoon de door de com
missie voor de gasfabriek voorgestelde nadere bepaling van
den gasprijs wenschende uit te stellen althans tot het voor
jaar, stellen hierbij voor, de door die commissie overgelegde
ontwerpbesluiten tot wijziging der voorwaarden waarop het
gas uit de fabriek wordt geleverd vast te stellen voor zoo
ver noodig gewijzigd wat den prijs van het gas betreft.
12. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een
adres van den heer G. J. v. d. Schroeff om restitutie van
betaalden hoofdelijken omslag.
Aangezien noch in de gemeentewetnoch in eenige andere
wetbepalingen voorkomen die aanleiding kunnen geven
omnadat een belasting-kohier overeenkomstig de voorschrif
ten der wet finaal is vastgesteld op nieuw in een onderzoek
te treden over aanslagen op dat kohierhebben burgemeester
en wethouders de eer te adviseren den adressant in zijn ver
zoek te verklaren niet ontvankelijk.
De stukken vermeld onder nos. 1 tot en met 5 7 tot en met
10 en 12 zijn ter visie gelegd om in eene volgende vergade
ring te worden behandeldterwijl dieomschreven onder
nos. 6 en 11 zullen worden gedrukt in de bijlagen tot het
raadsverslag.
III. Wordt medegedeeld
1. Eene missive van den directeur der gemeentewerken
waarbij wordt toegezonden een schrijven van R. K. de Boer
te Echteldgeplaatst onder no. 1 van een der voordragten
ter benoeming van een opzigter der gemeentewerke:1, waarbij
deze zijne sollicitatie intrekt.
2. Eene resolutie van gedeputeerde statenwaarbij magti-
ging wordt verleend aan de gemeenteraden van Leeuwarden
LeeuwarderadeelFerwerderadeelWestdongeradeelOost-
dongeradeel en Dokkum tot gemeenschappelijke regeling van
den aanleg en de exploitatie van stoomtramwegen door de
Nederlandsche tramwegmaatschappij.
3. Berigten van den heer inr. M. van Heioma en mevr.
Albarda Homan dat zij hunne herbenoeming respectievelijk
tot voogd en voogdes van het nieuwe stads weeshuis aannemen.
0 T4. Eene kennisgeving van den heer J. N. Witteveen, dat
hij aanneemt zijne herbenoeming tot lid der commissie van
administratie der stads bank van leening.
5. Eene dankbetuiging van het hoofd der gemeenteschool
no. 2den heer P. H. de Ruijtervoor de hem verleende
vergunning tot ontruiming* zijnerTwoning.
0. Dat bij publieke verpachting S. R. Steenhuizen te
Ritzumazijl pachter is geworden van de opkomsten van het
tolhek aldaarvoor den tijd van een jaar en voor een be
drag van ƒ419.
IV. Verder wordt medegedeeld eene circulaire van gede
puteerde staten (Prov. Blad no. 125), houdende verzoek om
berigt of wijziging van de jaarwedden der wethouders wen-
schelijk wordt geacht en zoo ja op welk cijfer die jaar
wedden behooren te worden vastgesteld.
Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten deze cir
culaire om praeadvies in handen te stellen van eene straks
te benoemen raadscommissie.
V. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van eene stads vroedvrouw vacature mej.
OlijveBovekamp.
Aanbevolen worden JG. Vierdagvroedvrouw te Gronin
gen en K. BoeligHesseid. te Andijk.
Met algemeene (20) stemmen wordt eerstgenoemde benoemd
tot stads vroedvrouw, op eene jaarwedde van ƒ175.
2. Benoeming van een opzigter der gemeentewerken vacature
A. T. van Wijngaarden.)
Op de voordragt komen voor
1K. L. Faber Jr. te Deventer2. J. D. Moele Berg
veld te Nijmegen; 3. K. Tromp te Franeker.
Eerstgenoemde wordt met algemeene stemmen tot opzigter
der gemeentewerken benoemd op eene jaarwedde van 800.
3. Benoeming van een opzigter der gemeentewerken vacature
T. O. F. Anken).
In verband met de missive van den directeur der gemeente
werken, hiervoor vermeld onder^ub. Ill no. 1, wordt deze
benoeming tot later^aangehouden.
4. Benoeming van eene leerares in de Fransche taal- en
letterkunde aan de school van middelbaar onderwijs voor meis
jes (vacature mej. J. de Lange).
Op de aanbeveling komen^voormej. l.rC. M. G/de Wijs
te Delft: 2. mej. P. H. M. Gordon te Gouda.
Met algemeene stemmen wordt eerstgenoemde'tot boven
genoemde betrekking benoemd, op eene jaarwedde van 1500.
5. Benoeming van een directeur der gemeentelijke'gasfabriek
(vacature P. Pama de'\ Kempenaer).
Aanbevolen worden^de heeren :?1. J.'C. W.*de"Ronde, ge-
employeerde aan dejgasfabriek te Bonn2. S. Kenens, adjunct
directeur der gasfabriek Je Gouda: 3. W. de Liefdedirecteur
der gasfabriek te Hoorn.
Bij eerste stemming worden uitgebragt op den heer de
Ronde 10, op den heer Keuens 5, op den heer de Liefde 3
en op den heer Dr. Vitus Bruinsma 2 stemmen.
Bij tweede vrije stemming verkreeg de heer de Ronde 10,
de heer Kenens 8 en de heer de Liefde 2 stemmen.
Bij herstemming tusschen de heeren de Ronde en Kenens
werden op ieder 10 stemmen uitgebragt.
De hierop ingevolge art. 44 van het reglement van orde
voor de vergaderingen van den raad gehouden loting heeft
tot resultaat, dat de heer J. C. W. de Ronde tot wederop-
zeggens wordt benoemd tot directeur der gemeentelijke gas
fabriek, zulks op eene jaarwedde van ƒ2500, benevens vrije
woningvuur en licht.
Met goedvinden der vergadering wordt alsnu overgegaan tot
6. Benoeming eener raadscommissiein wier handen ten fine
van praeadvies zal worden gesteld de circulaire van gedeputeerde
staten (Prov. Blad no. 125), houdende verzoek om berigt of
wijziging van de jaarwedden der wethouders wenschelijk wordt
geacht en zoo ja, op welk cijfer die jaarwedden behooren te
worden vastgesteld.
Bij eerste stemming wordt de heer mr. J. L. van Sloter-
dijck met 17 stemmen tot lid van bedoelde commissie be
noemd, terwijl bij tweede vrije stemming de heeren D. van
Goens en mr. J. Minnema Buma als leden dier commissie
worden aangewezen, beiden met 16 stemmen.
7. Voorstel van burgemeester en wethouders tot ontbinding van
het huurcontract met den heer GRokerhoofd der gemeente
school no. 4.
Conform de conclusie van het voorstel wordt besloten
a. Voorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde
Staten de huurovereenkomst, aangegaan den 12 Mei 1880,
(geregistreerd op dienzelfden datum) met den heer G. Roker,
hoofd der gemeenteschool no. 4, met ingang van 12 Mei 1882
te ontbindenmet bepaling dat de daarop vallende kosten
komen ten laste van den heer Roker voornoemd.
b. Burgemeester en wethouders voor diligent te houden
omtrent de indiening van een voorstel aangaande de aan die
woning te geven bestemming.
8. Voorstel van burgemeester en wethouders om het gebouw
in de Doelestraatvroeger gemeenteschool no. 2 en laatstelijk
gebruikt voor gymnasiumtijdelijk aan te wijzen voor hulpschool
der gemeenteschool no. 8.
De Voorzitter deelt mede dat burgemeester en wethou
ders hebben gemeend dit voorstel eenigzins te moeten wijzi
gen en wel in dier voege, dat het bedoelde gebouw niet be
paald zal worden aangewezen als hulpschool der gemeente
school no. 8maar als hulpschool van de scholen 3e klasse.
In verband hiermede luidt thans de conclusie te besluiten
1. het gebouw in de Doelestraat, vroeger gebruikt als
gemeenteschool no. 2tijdelijk te bestemmen tot hulpschool
van de scholen 3e klasse
2. aan burgemeester en wethouders op te dragen de ver
dere regeling betreffende het onderwijzend personeel enz.
Dien overeenkomstig wordt besloten.
9. Voorstel op het verzoek [van 'eenige pachters der opkom
sten van bruggenom vermindering van paclitpenningen.
Dit voorstel strekt om het verzoek van adressanten te
wijzen van de hand.
Den heer Brunger spijt het dat de conclusie van dit voor
stel strekt om de ingekomen verzoeken van de hand te wij
zen. Hij toch gelooft, dat de in het algemeen aangeheven
klagten vrij gegrond zijnNiet wil hij bewerendat er
thans in vergelijking met de opbrengst der bruggen over de
3 laatste jaren zooveel redeu van klagen bestaat, maar hij
meent, dat men hier niet moet vergeten met welk soort
menschen men heeft te doen. Het zijn menschcndie
het er om te doen isom door het afdraaijen of wippen
van een brug hun kost te verdienen. Dan is bepaald ook
waar de algemeene opmerking, dat het jaar 1881 zich heeft
gekenmerkt door een buitengewoon lagen waterstand. Nu
weet spr. weldat mogen de ongelukkige pachters zelve
niet in staat zijn de door hen verschuldigde pacht te vol
doen het ontbrekende kan worden verhaald op de door hen
gestelde borgenmaar hij gelooftdat men niet zoo zeer
met het oog op eventuele lage opbrengst der bruggen de
borgen heeft geeischtmaar meer voor gevallen van ontrouw,
b. v. dat de betrokken pachter met de kas gaat strijken.
Hij zou gaarne eenige vermindering van pacht willen toe
kennen omdat het hem bekend isdat schepenwaarvoor
bijna altijd de bruggen moesten worden gedraaiddezen
zomer steeds onder de bruggen door zijn kunnen varen. Spr.
is voorstander van verpachting en heeft als zoodanig tot het
indertijd genomen besluit tot verpachting der bruggen mee
gewerkt. Ook weet hijdat de gemeentekas door verhaal
op de borgen zich voor schade kan dekkenmaar toch is
hij er voor, om de pachters in dezen zoo met het oog op den aard
hunner betrekking^als met het oog op de buitengewone om
standigheden welke zich hebben voorgedaanvooral voor
dit jaar eenigzins te gemoet te komen.
Spr. wjjst speciaal nog op den pachter van de Prins Hen-
driksbrugdie staande het pachtjaar de pacht van den vori-
gen pachter heeft overgenomen. Nu gaat het zeker toch
niet op dien mandie op nieuw borgtogt heeft moeten
passerenniet een weinig te gemoet te komen. Bepaald
overtuigd J van de wenschelijkheid daarvan in het algemeen
stelt hij voor den adressanten 10°/o vermindering op de
pachtsommen toe te staan.
Dit amendement wordt ondersteund door den heer de la
Faille en komt dientengevolge in behandeling.
De heer Wiersma heeft het woord gevraagd niet zoozeer
om het voor en tegen van dit amendement in het licht te
stellenmaar alleenom den heer Brunger met een enkel
woord te beantwoorden. Die geachte spr. heeft zich ver
wonderd dat dergelijk voorstelnl. tot afwijzing der inge
komen verzoeken door burgemeester en wethouders is inge
diend. Hij gelooft echter dat de raad van het collegie geeu
ander voorstel kon en mogt verwachten. Ook burgemeester
en wethouders hadden gaarne met het nog op de pachters
de conclusie anders willen doen luidenmaar zij meenden
dat zoo iets niet is overeen te brengen met een rigtig be
heer der gemeente financiën. Zij zijn van oordeel dat al
leen de pachters in dezen het nadeel moeten lijdenniet de
gemeentekas. Hij zal in het midden laten den omvang van
dat nadeel en ofschoon vertrouwendedat de cijfers daar
omtrent door de pachters opgegeven zeker niet de gunstigste
zullen zijnaannemen dat de pacht der bruggen onvoor-
deelig is geweest. Maar nu rijst dadelijk de vraagindien
zich juist eens het tegenovergestelde geval had voorgedaan
en de pacht eens voordeelig ware geweestof de gemeente
van wie nu eene tegemoetkoming wordt gevraagddan ook