mm I v w *V- 18 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden," van den 2 Maart 1882. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden J van den 9 Mhart 1882.' 19 der kostendie het gevolg zullen zijn van de onder nos. I en II genomen besluiten. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders in zake de overname in eigendom van grond in de Houtstraat voor publieke straat. Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor, om aan W. Loot en andere eigenaren van panden in de Houtstraat, naar aanleiding van hun verzoek 0111 bestrating en riolering van die straatte kennen te geven I. Dat het gemeentebestuur genegen is, voorbehoudens goed keuring van heeren ged. staten, in eigendom over te nemen a. het gedeelte der Houtstraatloopende van Camstraburen in westelijke rigting tot het midden der sloot, ten oosten van het perceel ten kadaster bekend gemeente Leeuwardenin sectie E 110. 1151over eene lengte van 114 meter en eene breedte van 4 meter; b. het gedeelte terreinloopende in noordelijke rigting van de Houtstraattot op één meter afstand van het perceel ten kadaster alsvoren bekend in sectie E no. 633over eene lengte van 47 meter en eene breedte van 4 meter; c. den grond die tengevolge het maken van een ronden hoekgetrokken met een straal van 2.60 meter aan de oost zijde van den noordelijk loopenden weg van het terrein van den heer T. Helder, en door het maken van een ronden hoekgetrokken met een straal van 4 meteraan de west zijde van dien wegvan het terrein van S. Jansma zal vrij vallen een en ander zooals is aangeduid op de door den directeur der gemeentewerken overgelegde situatie-teekening en zulks tegen betaling van eene som van ƒ100, en die we gen vóór den 1 September 1882 te bestraten, rioleren en van putten en kolken te voorzien op de wijze zooals het gemeen tebestuur zal vermeenen te behooren. II. Dat het gemeentebestuur eveneens genegen is aan de eigenaren van huizen of open ervengelegen aan de sub. I gemelde wegen, vergunning te verleenen voor elk perceel eene waterlossing te verbinden met het te maken hoofdriool, mits die spruitriolen niet gebruikt worden voor afvoer van faecale stoffen en verder onder voorwaarde 1. dat de overblijvende strook grond aan het noordeinde van de straatgrenzende aan het perceel kadastraal bekend in sectie E no. 633, lang 1 meter, breed 4 meterniet mag worden bebouwd en ten allen tijde door het gemeentebestuur in eigendom kan worden overgenomen tegen eene som be rekend naar den prijs waarvoor de bovenbedoelde strooken grond aan de gemeente worden afgestaan 2. dat alle regenbakken putten kolken riolen enz., voor zooverre die zich op of in den afgestanen grond sub I van dit besluit omschreven bevinden, het eigendom der gemeente worden en, zoo noodig, verwijderd kunnen worden op de wijze als liet gemeentebestuur zal vermeenen te behooren-, zonder aanspra kelijk te zijn voor de eventueel daaruit voortvloeijende gevolgen 3. dat de aan weerszijden van de geprojecteerde straten overblijvende grondvoor zoover die niet tot stoepen zijn ingerigttot bleekjes mag worden bestemdonder uitdruk kelijke voorwaardedat daarop geen kippenhokken of ander getimmerte, van welken aard ook, mogen worden geplaatst. Indien op dien grond stoepen worden aangelegddan zul len deze ter breedte van plus minus 1 meter, minstens 10 centimeter hooger dan de bestrating moeten worden aangebragt. De stoepen vóór de huizenplaatselijk gekwoteerd Hout straat nos. 3, 5, 7, 9, 11, 13 en 15 zullen, alvorens met de bestrating een aanvang wordt gemaaktvoorzien moeten worden van een keermuurtje op een afstand van minstens 1 meter, buitenwerks gemetenvan de voorgevels der genoemde panden. In die stoepen moet een afwateriugsbuis naar het van wege de gemeente aan te brengen riool worden gelegdeen en an der door en ten koste van de betrokken eigenaren en op aanwijzing van den directeur der gemeentewerken 4. dat het gemeentebestuur het regt heeft aan de gevels van de huizen zonder eenige vergoeding, lantaarnarmen of naambordjes tot aanwijzing der straat aan te brengen 5. dat adressanten in de kosten voor riolering en bestra- ting van de afgestane gronden zullen bijdragen eene som van ƒ1100, door hen te storten ten kantore van den gemeente ontvanger bij de verteekening der op te maken acte 6. dat de kosten op evenbedoelde acte vallende, voor rekening komen van de gemeente en de adressanten, ieder voor de helft. Zonder discussie en hoofdelijke stemming is conform boven staande conclusie besloten. Niets verder te behandelen of voorgesteld zijndesluit de Voorzitter de vergadering. Vergadering van Donderdag 9 Maart 1882. Tegenwoordig 20 leden. Afwezig de heer dr. J. Baart de la Faille. Voorzitter: de burgemeester. I. De notulen van de vorige op 2 Maart j.l. gehouden vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld. II. Wordt ter tafel gebragt 1. De rekening en verantwoording der stads bank van lee ningdienst 1881. Ten fine van onderzoek en rapport in handen gesteld van de heeren Beucker Andre® Hommes en Plantenga. 2. Een voorstel van burgemeester en wethouders strek kende tot herbenoeming voor den tijd van 3 jaar van de heeren dr. A. Frijdadr. H. AMiddelburg en dr. S. R. D. v. Wageningen als stads geneesheerenelk op eene jaar wedde van ƒ500, van de heeren G. W. Metz en M. B. Vos als heelkundigen, elk op eene jaarwedde van 375 en van mej. S. v. d. Zee als stads vroedvrouwop eene jaarwedde van ƒ175. 3. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot aan wijzing van de plaats voor de stichting van een schoolge bouw op het terrein van den verschwatervijver aan den Oos tersingel. Onder overlegging van de situatie-teekeningstellen bur gemeester en wethouders hierbij voor te besluitenbehoudens goedkeuring van gedeputeerde statenhet noordwestelijk deel van het terrein van den verschwatervijver, gelegen tusschen dien vijver en den Oostersingel, aan te wijzen voor de stich ting van eene school 3e klasse. 4. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot on- derhandsche verhuring voor den tijd van vijf jaar van een' perceel land op Oldegalileëndezer dagen voor de gemeente aangekocht. Dit voorstel strekt om te besluitenbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde staten te besluitenaan Sipke Hen driks Ritmangardenierwonende te Leeuwarden onder hands voor den tijd van vijf jaarin te gaan terstond na de ontvangst van het berigt der goedkeuring van dit besluit, tot den 5 Maart 1887te verhuren het perceel gardeniers- land op Oldegalileënten kadaster bekend gemeente Leeu warden, in sectie F no. 1264, ter grootte van 1 hectare 37 are 70 centiare, tegen een jaarlijkschen huurprijs van ƒ310, met bepalingdat de gemeente zich het regt voorbehoudt over het gehuurde of een gedeelte daarvan naar goedvinden te beschikkenonder eene evenredige korting van de huur- som en verder op voorwaarden door burgemeester en wet houders vast te stellen. 5. flen voorstel van burgemeester en wethouders om af wijzend te beschikken op liet adres der heeren A. L. Feste te Heeswijk en J. Godfernaux te Brussel, om concessie tot stichting van een publiek slagthuis alhier. Aangezien adressanten als voorwaarde van concessie o. a. van gemeentewege de verbodsbepaling wenschen gesteld te hebbendat bij de opening van een openbaar abattoir elke slagting van vee in particuliere slagthuizen is verboden en burgemeester en wethouders niet zijn teruggekomen van hunne vroegere zienswijze, dat het gemeentebestuur niet bevoegd is tot het stellen van zoodanige verbodsbepalingstrekt het aangeboden voorstel om het ingekomen verzoek, als niet voor inwilliging vatbaar te wijzen van de hand. Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant. De voorstellen vermeld onder nos. 2 tot en met 5 zijn ter visie gelegd, om in eene volgende vergadering te worden be handeld. 6. Een adres van het hoofdbestuur der schippersvereeni- ging Schuttevaer te Bolswardhoudende verzoek, om verbete ring te brengen in den toestand van het vaarwater „de Pot- marge". Op voorstel des voorzitters wordt besloten burgemeester en wethouders te magtigen aan adressanten mede te deelendat op de gemeente-begrootingdienst 1882 voor de gevraagde verbetering reeds de benoodigde gelden zijn uitgetrokken en dat die verbetering dus dezen jare wel tot stand gebragt zal worden. III. Wordt medegedeeld 1. Dat door burgemeester en wethouders tengevolge op 25 Febr. j.l. gehouden openbare verpachting zijn gegund voor den tijd van 3 jaaringaande 12 Mei 1882de opkom sten van 1. de Harlingervaarts- of Verlaatsbrug aan H. J. Bakkerus voor ƒ600, de Potmargebrug aan S. Molenaar voor ƒ706, de Prins Hendriksbrug aan G. van Riezen voor 550de Noorderbrug aan T. van Alberda voor ƒ315, de Vrouwen- poortsbrug aan D. Tasma voor ƒ156.90, de Boomsbrug aan K. J. Hazelhoff voor ƒ122 per jaar, de Vlietsterbrug aan I. Vermans voor de bediening, doch dat voor de opkomsten der Wirdumerpoortsbrug geen bod is gedaan. 2. Dat door burgemeester en wethouders is goedgekeurd de rekening en verantwoording van den Stads- of Prinsentuin over 1881 en die rekening voor de leden ter visie is gelegd. 3. Dat voor rekening der gemeente zijn aangekocht twee woningen in de Korenmetersgloppe voor te zarnen ƒ526. Aangezien voor dezen aankoop door den raad voor alsnog geen bepaalde magtiging is verleendstelt de voorzitter voor en besluit de vergadering dezen aankoop goed te keuren. 4. Dat verder ingevolge 's raads magtiging voor de ge meente is aangekocht het perceel gardeniersland hiervoor vermeld sub II no. 4 met annexe huizingen enz. voor 8940. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten 1. Voorstel van burgemeester en ivethouders tot wijziging der verordeningregelende den ranghet getalde bezoldiging en de wijze van benoeming van de ambtenaren en bediendenbe last met de stadsreiniging. Conform de conclusie van dit voorstel wordt besloten de verordening regelende den ranghet getalde bezoldiging en de wijze van benoeming van de ambtenaren en bedien den belast met de stadsreiniging en de exploitatie van het aschland in de gemeente Leeuwardenvastgesteld den 31 Maart 1870 Gemeenteblad no. 3) en gewijzigd bij besluit van den 4 November 1875 Gemeenteblad no. 24) op nieuw te wijzigenen wel in dier voegedat de laatste zinsneden volgende op de woorden „door burgemeester en wethouders in te dienen" worden geroijeerd. 2. Rapport der beirokken raadscommissie tot goedkeuring der rekening van de kamer van koophandel en fabriekendienst 1881. Overeenkomstig het advies der raadscommissie wordt be sloten de ingekomen rekening goed te keuren in ontvang en uitgaaf beiden tot een bedrag van ƒ329.69. Wordt opgemerktdat de heer Duparc zichals secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1882 | | pagina 1