30 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 27 April 1882. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 27 April 1882. 31 verzoek van mej. L. V. de Grave om eervol ontslag als onder wijzeres aan gemeenteschool no. 3. Dit voorstel strekt, om het gevraagd eervol ontslag te ver- leenen met ingang van 1 Augustus 1882. 7. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot be noeming van eene onderwijzeres aan gemeenteschool no. 10. Burgemeester en wethouders dragen hierbijin afwijking van het bepaalde bij de 6e alinea van art. 128 der wet op het lager onderwijs, ter benoeming voor de eenige sollici tante voor die betrekking, zijnde mej. Elizabeth Petronella Bersma, thans onderwijzeres te Marssum. 8. De rekening en verantwoording der gemeentelijke gas- labriek, zoomede het verslag omtrent die inrigtingbeide over 1881. 9. Het verslag omtrent het eindexamen aan de burger avondschool. De stukken, vermeld onder nos. 1, 2, 3, 5, 6 en 7 zijn ter visie gelegdom in eene volgende vergadering te worden be handeld; de verslagen vermeld onder nos. 4 en 8 zullen worden gedrukt en aan de leden rondgedeeld, terwijl het verslag, omschreven onder no. 9 en de rekening bedoeld onder no. 8 voor de leden ter inzage zijn gelegd. III. Wordt medegedeeld a. dat door gedeputeerde staten is goedgekeurd 's raads be- luit dd. 13 April j.l.no. 7, tot onderhandsche verhuring van verschillende gemeente-eigendommen b. dat door burgemeester en wethouders is benoemd tot onderwijzer aan de herhalingsschool met 3-jarigen cursus voor den cursus 1882/3 met ingang van 1 April j.l., de heer L. bij de Leijhoofd der gemeenteschool no. 11 IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van een lid in het collegie van curatoren van het gymnasium (vacature, ontstaan door het overlijden van ds. J. B. Weerman.) Op de door curatoren ingezonden aanbeveling komen voor de heeren: 1. Dr. J. Baart de la Faille. 2. Dr. II. A. Middelburg. 3. Dr. N. Reeling Brouwer. Met 16 van de 19 stemmen (de heeren de la Faille en Wiersma waren nog niet aanwezig) wordt de eerst aanbe- volene tot lid van het collegie van curatoren benoemd. Op den heer dr. N. Reeling Brouwer werden 2 stemmen uitgebragt en op den heer dr. H. A. Middelburg 1 stem. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onderhand sche verpachting van de opkomsten van de Wirdumerpoortsbrug. Conform dit voorstel wordt besloten voorbehoudens goed keuring van gedeputeerde staten, de opkomsten der brug gelden van de Wirdumerpoortsbrug onderhands te verpachten aan Johannes Olijve, schipper alhier en zulks voor den tijd van drie jaren, tegen eene jaarlijksche pachtsom van ƒ135 en verder op de bestaande voorwaarden en bepalingen. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot verhuring van de wening van den voormaligen directeur der gemeente werken. De conclusie van dit voorstel luidt: burgemeester en wethouders te magtigen a. het vroeger goedgekeurd plan tot stichting van een school in den Arendstuinbehoudens goedkeuring van den districts schoolopziener te wijzigen, door de geprojecteerde overddeén bedrag van ƒ100, te verhoogen door a sc ïnjving van en open speelplaatsen te maken op de wijze, zooals op hoofdstuk l art. 3, bezoldiging van tijdelijke oppassers, me overgelegde situatie teekening is aangeduid; e«ne som van ƒ150 en daardoor hoofdstuk \I art. e ren- b. het huis van den voormaligen directeur der gemeen gen op j 250. Daaruit te versterken 1ui..-—i hoofdstuk I, art. 4, transportloonen enz. met 2. werken met den daarbij beschikbaar blijvenden tuin bij sloten briefjes te verhuren voor den tijd van drie jaren te gaan den 12n Mei e. k. of zooveel later, als zal blij'l noodig te zijn. Naar aanleiding eener opmerking van den heer Troels' omtrent het minder wenschelijke om het bedoelde pand tl.| nog, nu bijna ieder voorzien is, met ingang van 12MeieJ voor den tijd van drie jaar te verhurenwijzigen burgemee: en wethouders onderdeel b der conclusie in dier voege III IV jaarwedde schrijver enz. - 1. voeding -100. geneesmiddelen enz. - 102. diverse kleine uitgaven - 42. de verhuring zal geschieden voor 2Vs jaar en zal ingaan November 1882. Na deze wijziging wordt overeenkomstig het voorstel burgemeester en wethouders besloten. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot nadere zigïng der gemeentebegrootingdienst 1881. (Zie bijlage no. 3 vau het raadsverslag, jaar 1882). De heer Plantenga heeft tegen de voorgestelde Zamen 247. Rapport der raadscommissie belast geweest met het onder - van de rekening en verantwoording der dienstdoende schut- dienst 1881. De commissie stelt hierbij voor de bovenvermelde rekening en verantwoording goed te keuren in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van ƒ3837.50 Va doch wenscht den schuttersraad tevens in overweging te gevenom voortaan niet weder in de rekening te doen voorkomen uitgaven voor deelname aan elders gehouden schietwedstrijden. de wijzig^ienovereeD^oms^g wordt besloten zelve geen bezwaar, maar wenscht te vragen of bij dit bes18. Voorstel van den heer dr. J. Baart de la Failleom tot wijziging niet tevens moet worden ingetrokken het besi vroeger genomen omtrent de leening, welke men thans n wenscht aan te gaan. De heer Wiersma merkt op, dat de vroegere besluil tot het aangaan der hierbedoelde leening niet kunnen wore ingetrokken of vernietigd, omdat het hier eene leening treft van drie seriënwaarvan reeds twee ten bedrage ^)0r hem ƒ120,000 zijn opgenomen. Echter kan men wel, onder goi keuring van gedeputeerde staten, een besluit nemen tot sluiting der leening Door zoodanig besluit zal dan het v ,|e ger genomen besluit, voor zoover de 3e serie betreft, buil uitvoering blijven. n eene commissie uit den raad op te dragendie vergadering dienen van consideratien en advies omtrent de wenschelvjkheid t van gemeentewege een abattoir op te rigten en de bevoegd- id van den raad om het slagten daar ter plaatse verpligt te dien De heer de la Faille acht het onnoodigom aan het in eene vorige vergadering gedaan voorstel eene troerige memorie van toelichting toe te voegen, omdat jjoowel in die vergadering, als bij vroegere gelegenheden over wenschelijkheid en billijkheid van de hier bedoelde zaak ;euoeg van gedachten is gewisseld. Hij wenscht zich thans bepalen tot de opmerking, dat hij aanleiding tot het doen Hierna wordt de door burgemeester en wethouders voorlw rijn voorstel heeft gevonden in het laatste praeadvies, stelde en in bijlage no. 3 aangegeven wijziging der gemeei «oor burgemeester en wethouders verstrekt omtrent de on angs begrooting, dienst 1881, onveranderd vastgesteld. lehandelde aanvraag van particulierenom alhier een abattoir 5. Voorstel van burgemeester en wethouders tot af- en oi*4P rigten. In dat praeadvies heeft het co egie ze ie schrijving van posten op de gemeentebegrootingdienst 188lHeilhheeld geopperd, om de zaak aan e oor ee Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en weth«fi)C'riale commissie te onderwerpen, op a ce verse 11 ders worden goedgekeurd de door hen aangeboden ontwe®1^0'8 eens behoorlijk overwogen en een in ui gewc, besluiten strekkendeworstel aan den raad aangeboden worde. a. tot af- en overschrijving van artikelen, waarop zal M ®Pr- meen* dat hij zou anticiperen op den arbeid van e schikbaar blijven op het fonds voor onvoorziene uitgaven[?00r hem bedoelde commissie, indien ij nu in o ais rat b. tot het verleenen van toestemming aan burgemeesterJij rich daarom thans tot het ovenverme e epa n wethouders, om de op den overgelegden staat vermelde kelen te versterken krachtens daartoe bij de begrooting leende magtiging; c. tot afschrijving van het fonds voor onvoorziene uitga' wegens posten van uitgaaf, die hunne omschrijving niet op! begrooting vinden en waarvan het bedrag als buitengewd uitgaaf in de gemeenterekening zal worden verantwoord. 6. Rapport der raadscommissie belast geweest methetond zoek eener aanvraag om magtiging tot af- en ovvrschrijo van posten op de begrooting van het stadsziekenhuisdienst 18! Conform het voorstel der commissie wordt de gedane aal vraag ingewilligd en de commissie van bestuur over het lus slechts constaterendat zijn voorstel een gevolg is van- in verband staat met de vroeger omtrent de oprigting van n abattoir hier ter stede gevoerde discussie. De heer van Eijslnga merkt op, dat in eene der laatste ergaderingen in het vorig jaar, na uiteenzetting van verschil- !üde meeningenis besloten mee te gaan met het destijds [edaan voorstel van burgemeester en wethouders, strekkende |m althans vooralsnog niet over te gaan tot de oprigting au gemeentewege van een abattoir. Nu zijn er sedert dat esluit slechts eenige maanden verloopen, waarin niets is voorgevallendat in de toen door den raad geuitte zienswijze ^ijziging zou kunnen brengen. Daarom kan spr. niet inzien, ziekenhuis alzoo gemagtigd tot navolgende af- en overschrjftat het voorstel van den heer de la Faille veel reden van be vingen op de begrooting dier instelling, dienst 1881. Staan heeft. De zaak is reeds onderzocht. De raad heeft zijne Hoofdstuk \I art. 1, onvoorziene uitgaven, toegestaan Queening daaromtrent reeds uitgesproken en waar zich sedert geene nieuwe argumenten hebben voorgedaanacht hij nader onderzoek onnoodig en zal hij dus tegen het daartoe strek kend voorstel stemmen. De heer Wiersma zal zich ook niet vereenigen met het voorstel van den heer de la Faille, zooals het is liggende en wel 1. op grond der volgorde, daarbij in acht genomen en 2. omdat het alleen betreft de bevoegdheid van den raad tot het maken eener bepalingwaarbij het slagten anders dan in een algemeen slagthuis wordt verboden. In opzigt tot dit laatste, moet hij opmerken, dat burge meester en wethouders niet alleen de bedoelde bevoegdheid in twijfel trekken, maar ook de wenschelijkheid om van die bevoegdheid, indien zij bestaat, gebruik te maken. Immers, al leidde het onderzoek omtrent de bevoegdheid tot het door den voorsteller gewenscht resultaat, dan zou de raad, indien de commissie haar mandaat niet verder had uitgestrekt, nog volstrekt geen leiddraad hebbenbij de bespreking omtrent de wenschelijkheid der oprigting van gemeentewege van een abat toir. Spr. komt het bepaald noodig voor, dat het onderzoek der commissie loope over beide punten. Wenscht de geachte voorsteller zijn voorstel indien geest te wijzigen, dan zal hij daar niet tegen stemmen, om niet den schijn op zich te laden nader onderzoek te vreezen. Iutusschen moet ook hij ver klaren dat men's raads laatste beslissing in aanmerking nemendewel wat vlug met het voorstel tot nader onder zoek der zaak is. 't Is waarburgemeester en wethouders hebben bij de on langs behandelde particuliere aanvraag om vergunning tot oprigting van een abattoir, zelf van ter zijde te kennen ge geven, dat, wanneer de raad zich niet met hunne zienswijze mogt kunnen vereenigen, zij zich niet tegen een commisso riaal onderzoek zouden verzetten, maar daarbij hadden zij niet op het oog een onderzoek of bespreking der zaak zooals vroeger. Wil men een geheelen maatregel, dan kan spr. méégaan; niet met een halven, omdat het zeer goed kan blijken, dat er verschillende leden zijn, welke de bevoegdheid van het gemeentebestuur zullen avoueren, maar niet de wenschelijk heid, om van die bevoegdheid gebruik te maken. Daarenboven hecht spr. ook veel aan de volgorde. Hij meent, dat men eerst een onderzoek moet instellen naar de bevoegdheid en dan naar de wenschelijkheidomdat men an ders wel van veel de wenschelijkheid zou kunnen uitspreken, zonder dat dit, wegens gemis van bevoegdheid, tot eeuig resultaat zou leiden. De heer Duparc acht voor zich persoonlijk een onderzoek naar de wenschelijkheid van de oprigting van een gemeente lijk abattoirevenmin als naar 's raads bevoegdheidom het slagten daar ter plaatse verpligt te stellen, noodig. Bij her haling heeft hij in dezen raad zijn gevoelen daarover ont wikkeld en men weet dusdat die wensohelijkheid en be voegdheid bij hem vaststaan. Hij vraagt voortswat het eigenlijk zal gevenindien de raad die bevoegdheidom zich voor 't oogenblik tot dit punt alléén te bepalenzal uit spreken? Het zal niets anders zijn dan een soort declara toir voor zich-zelf. Doch dit isnaar sprekers meeniugin dezen niet voldoende. Al bragt de in te stellen commissie een rapport uit in een voor hem bevredigenden zin en al nam de raad de bevoegd heid met algemeene stemmen aandan zou het pleit daarmede

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1882 | | pagina 1