Verslag der handelingen van den gemeenteraa over de daarin gesproken puntendaar meent spr. dat de raad behoort te verklaren dat dit schrijven niet bij hem behoort. De heer Plantenga is van oordeeldat waar het besluit •van burgemeester en wethouders tot intrekking van hun voorstel tot wijziging der verordening voor de gascommissie, als bijlage tot het verslag van 's raads handelingen is gedrukt, zonder dat de raad den. inhoud daarvan kendemen zich con sequent behoort te blijven en ook het thans van de gascom missie ontvangen schrijven behoort te doen drukken. Waar het eene is gedrukt om het publiek er kennis van te doen dragen moet z. i. het andere als antwoord daarop ook worden gedrukt. Spr. kan ook gerust verklarendat was het bedoelde besluit van burgemeester en wethouders in de vorige verga dering voorgelezen, en de raad er dus vooraf mede in kennis gesteld hij zich er hoogst waarschijnlijk tegen zoude hebben verklaard om het te doen drukken en zoodoende pu bliek te maken. Dit is nu echter eenmaal een feit. De Voorzitter zegt, dat er in de vorige vergadering bloot is medegedeeld, dat burgemeester en wethouders hun voorstel tot wijziging der verordening voor de gascommissie bij gemo tiveerd besluitdat als bijlage tot het raadsverslag zal worden gedrukthebben ingetrokkenVan dat besluit kon toen echter geen lecture gegeven worden omdat het stuk er niet was. De heer van Sloterdijck betreurt deze laatste mede- deeling en weet niet hoe de houding van den voorzitter moet worden gekwalificeerddie officieel een stuk aanbrengtdat er niet is. Overigens wenscht hij nog eene opmerking te makenvooral naar aanleiding van het door den heer Plan tenga gesprokene. Men schijnt er, zegt spr., nog ai bijzonder gewigt aan te hechten dat het publiek met deze liaspelarij als hij het zoo noemen magin kennis wordt gesteld. Het publiek weet er echter nu al alles van. Het pro et contra is gehoord. Eerst heeft de gascommissie hare meening ge zegd en nu hebben ook burgemeester en wethouders dit ge daan. Het komt hem voor, dat het nu wenschelijk is de debatten te sluiten want volgt repliekdan is ook dupliek te wachten. Hij acht het verkeerd dat de raad zich zal inlaten met dergelijke kleinigheden, met twistpunten tusschen burgemeester en wethouders en de gascommissie. Dat zijn z. i. zaken, waarmede de raad niets te maken heeft. De heer Duparc gelooft, dat de heer v. Sloterdijck de zaak minder juist voorstelt. Hij spreekt van aanstaande repliek, doch deze is er nu reeds, en wel van de zijde van burgemeester en wethouders. De raad heeft eerst gehoord wat men noemt den èischnl. het in de vergadering van 18 Julij behandelde voorstel van burgemeester en wethouders, waarop in die vergadering van de zijde der gascommissie is ge antwoord. Door burgemeester en wethouders is thans repliek geleverd bij het schrijven, opgenomen in de bijlage 110. 17, en aan de gascommisie moet thans het regt van dupliek worden gegeven of anders zou de raad onbillijk handelen. De heer van Sloterdijck merkt opdat de twistpunten tusschen de gascommissie en burgemeester en wethouders niet loopen over het voorstel van laatstgemeld collegiemaar over eene insinuatie bezijden dat voorstel aan het dagelijkscli be stuur gerigt. De heer Duparc vraagt en bekomt het woord voor een persoonlijk feit. Als hier valt te spreken van eene insinuatie aan burgemeester en wethoudersdan wijst hij er opdat die insinuatie was voorafgegaan door eene van dat collegie aan het adres der gascommissie. Deze heeft slechts geantwoord 1 tó Leeuwarden, van den 12 October 1882. 87 De Voorzitter wil zich gaarne in dezen zoo onpartijdig mogelijk hóuden maar toch komt het hem voor, dat in het ge motiveerd besluit van burgemeester en wethouders uitdrukkingen voorkomen, welke.de gascommissie toch maar niet zoo geheel klakkeloos kan laten voorbijgaan. Men zal toch van die commissie niet vergenom zich zoo maar bij de zaak neêr te leggen. De heer Wiersma heeft nog niet vernomen of er ook kan en zal worden voldaan aan den door hem uitgedrukten persoonlijken wensch tot lecture van het stuk der gascom missie. De heer Troelstra stelt naar aanleiding der gevoerde dis cussie voor bedoeld stuk ter visie te leggen voor de leden om dan in de heden over 14 dagen te houden vergadering te besluiten of het al dan niet zal worden gedrukt. De heer Duparc kan zich met dat voorstel niet vereeni gen. Hij gelooftdat men de zaak bij haren waren naam noemen en geen struivogelpolitiek in dezen volgen moet. Wat is hier het geval De commissie voor de gasfabriek is door burgemeester en wethouders op onzachte wijze aange vallen en spr. persoonlijk, die in hoofdzaak de bestrijding van het door burgemeester en wethouders ingediend voorstel tot wijziging van de verordening der gascommissie op zich genomen hadin de allereerste plaats. En nu kan z. i. een kind wel begrijpendatwaar het stuk dat naar aanleiding van die bestrijding door burgemeester en wethouders is op gesteld door den druk is medegedeeld aan het publieker door de gascommissie prijs op wordt gesteld, dat ook de verdedi ging worde publiek gemaakt. Het is zeker niet meer dan billijk, dat thans ook de regtvaardiging der commissie aan het pu bliek wordt medegedeeld. Worden in het stuk der gascom missie uitdrukkingen gevonden, die misschien voor burge meester en wethouders minder aangenaam zijndan is de verantwoordelijkheid daarvan niet bij den raaddie tot het doen drukken beslootmaar alleen en uitsluitend bij de gas commissie. De heer Minnema Buma kan zich wel vereenigen met hetgeen door den heer Tïoelstra is voorgesteld. Wel heeft de heer Duparc eenige dubia daartegen aangevoerd maar deze verliezen al hun krachtdoor dat de hoofdzaak zelven.l. het al of niet drukken van het ingekomen stuk niet wordt gepraejudicieerdmaar slechts 14 dagen uitgesteld. Het publiek kan immers nu in het raadsverslag lezendat er een stuk van de gascommissie, betrekking hebbende op het gemotiveerd besluit van burgemeester en wethouders tot in trekking van hun voorstel tot wijziging der verordening, van die commissie is ingekomen en dat de zaak dus aan de orde is. Spr. vindt het voorstel van den heer Troelstra zeer aanbeve lenswaardig. Hierna wordt dit voorstel in stemming gebragt en met 14 tegen 4 stemmen conform de strekking daarvan besloten, het schrijven der gascommissie ter visie te leggen om in de ver gadering van heden over 14 dagen te besluiten ot het al dan niet zal worden gedrukt. Tegen stemden de heeren v. Eijsinga, Plantenga, Duparc en Brunger. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten, als:

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1882 | | pagina 1