114 Verslag der handelingen ran den gemeenteraad te Leeuwarden, van den O November 1882. VERBETERINGEN: a. In het raadsverslag van 26 October 1882 staat op pag. 104, tweede kolom, den 15n regel van onder af, no- „76", dit moet zijn: no. ,67"; pag. 103tweede kolomregel 1716 en 15 van onder af, „overgelegd te hebben afschrift van het dwangbevelvan „de acte van beteekening en van de verklaring van den deur- waarder", dit moet zijn: „overgelegd te hebben het dwang bevel de acte van beteekening en de verklaring van den „deurwaarder" h. in bijlage no. 20 tot het raadsverslag staat op pag. no. 110, regel 7 van boven af, kolom 1, „ƒ58,000", dit moet zijn: „ƒ5400" Verslag der handelingen van den gemeenteraad Vergadering van Zaturdag 18 November 1882. Tegenwoordig eerst 16, later 17 leden. Afwezig de heeren Brungerv. Eijsinga, Suringar en de la Faille, allen met kennisgeving. Voorzitter: de burgemeester. I. De notulen van de vorige op 9 November j.l. gehouden vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld. II. Wordt ter tafel gebragt 1Een voorstel van burgemeester en wethouders om den grond ten westen van de nieuwe school op het Zuidvliet als gardeniersland te verhuren. Dit voorstel strekt om burgemeester en wethouders te mag- tigen den grondgelegen ten westen van de onderwijzers woning bij de nieuw gestichte gemeenteschool no. 6 op het Zuidvlietdeel uitmakende van het perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden in sectie G no. 4164, bij besloten briefjes als gardeniersland te verhurenvoor den tijd van vijf jaren ingaande den 5n Maart 1883 en verder op door bur gemeester en wethouders vast te stellen voorwaarden. 2. Een voorstel om eenige voorwerpen uit de stedelijke kunstverzameling in bruikleen af te staan aan het Friesch ge nootschap voor geschied-, oudheid- en taalkunde. De conclusie van dit voorstel luidtaan het Friesch genoot schap voor geschied-oudheid- en taalkunde tegen re^u in bruikleen af te staan de voorwerpen uit de stedelijke kunst verzameling vermeld op den bij het voorstel overgelegden inventaris en het daaraan toegevoegd supplement, met uit zondering evenwel van de gedenkpenningen onder no. 39 omschreven met bepalingdat in den catalogus van het Friesch genootschap naauwkeurig zal worden uitgedruktdat de voor werpen aan de gemeente Leeuwarden behooren. 3. Eene aanbeveling ter benoemirg van een lid van het collegia curatoren van het gymnasium. Ter vervulling der vacaturete ontstaan door periodieke aftreding van den heer dr. J. Baart de la Faille, worden aanbevolen de heeren: dr. J. Baart de la Faille, mr. E. Koning en ds. P. A. J. Jas. De vorenvermelde stukken zijn ter visie gelegd om in eene volgende vergadering te worden behandeld. III. Wordt medegedeeld 1. Dat voor de 3e serie ad ƒ86,000 van de geldleening ad 4 pet. in het geheel groot ƒ900,000, is ingeschreven ƒ245,000, waarvan is aangenomen ƒ3500 a 99 pet., ƒ2000 a 98% pet., 5000 a 98Vs pet., 8000 a 98V* pet., 10,000 a 981/too pet., ƒ9000 a 98 pet., ƒ5000 a 97% pet., 40,000 a 97V, pot. en 3500 a 97-A pet. 2. Eene missive van den heer dr. N. Reeling Brouwer, houdende berigtdat hij voor de benoeming tot lid der com missie van toezigt op het lager onderwijs bedankt. 3. Een berigt van den heer S. Draisma van Valkenburg, dat hij de benoeming tot lid der commissie van administratie der stads bank van leening aanneemt. 4. Een schrijven van mevr. BumaPols, dat zij aanneemt hare herbenoeming tot voogdes van het nieuwe stads weeshuis. 5. Eene kennisgeving van den heer dr. 8. Meindersma, dat hij aanneemt zijne benoeming tot voogd der stads armen- kamer IV.t, Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten Bijvoegsel biboobbndb bh de Lebvwibbek Covbint. te Leeuwarden, van den 18 November 1882. 115 1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot tijdelijke aanstelling van eene onderwijzeres in het handteekenen aan ge meenteschool no. 3. Hierbij wordt voorgesteld om te besluiten a. voor het onderwijs in het handteekenen aan gemeente school no. 3 eene vakonderwijzeres aan te stellen b. tijdelijk en tot wederopzegging te benoemen tot vak onderwijzeres in het handteekenen aan de gemeenteschool no. 3 mej. Nicolette Theodora Hoogewerff, leerares aan de school van m. o. voor meisjes en zulks ep eene belooning naar 200 in het jaar berekend en verder op voorwaarden door burger meester en wethouders nader vast te stellen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 2. Behandeling van de gemeentebegrootingdienst 1883. (Zie bijlagen nos. 12, 13, 14 en 20 van het verslag van 's raads handelingen Nadat op voorstel des voorzitters was besloten bij deze be handeling de vroeger steeds gevolgde wijze in acht te nemen, worden de algemeene beraadslagingen geopend. De heer Troelstra is van oordeeldat een algemeen debat weinig vrucht zal opleveren. Hij zal daarom kort zijn en zich eenvoudig bepalen tot enkele opmerkingen naar aanlei ding van de memorie van antwoord op het verslag der com missie van rapporteurs. Het is sprvoorgekomendat burgemeester en wethouders rapporteurs voor grooter pessimisten houden dan ze werkelijk zijn en is af te leiden uit het verslag omtrent het sectie- onderzoek. In den aanhef van dat verslag wordt eenvoudig herinnerddat ondanks de belangrijke toename der bronnen van inkomst in de laatste jaren niet aan eenige vermindering van belasting kan worden gedachtja dat men zelfs tot ver hooging der belasting zal moeten komenindien niet bij alles de gepaste zuinigheid wordt in acht genomen. Voor dit be weren is naar spr. meent, ook alle grond. Immers, niet tegenstaande de gemeente-inkomsten tengevolge de subsidie van het rijk in de kosten van het onderwijs de mindere rente die tengevolge de plaats gehad hebbende conversie van een deel der gemeenteschuld behoeft te worden betaaldde be lasting welke wordt geheven voor het verleenen van vergun ning voor kleinhandel in sterken drank enz. met ƒ50,000 zijn vermeerderdis de begrooting nog niet eens zóó gesteld, dat de gewone uitgaven door de gewone inkomsten worden gedektDochaangenomen dat er geen tekort ismaar de gewone uitgaven en gewone ontvangsten équivalerendan gelooft sprnogdat op grond der ervaring in de gegeven omstandigheden zuinigheid meer dan ooit is aan te bevelen wil men verhooging van belasting zoo lang mogelijk vermij den daar het niet te verwachten isdat in de eerste jaren de bronnen van inkomst der gemeente op nieuw zoo zullen toenemen De desbetretfende opmerking van rapporteurs sluit daarom nog niet in dit, dat bij rapporteurs groote vrees of groote on gerustheid omtrent de toekomst bestaat, welke woorden her haalde malen in de memorie van beantwoording voorkomen. De gemaakte opmerking is eenvoudig eene vingerwijzing. Zij strekt alleen om er op te attenderendat wanneer geen ge paste zuinigheid bij alles in acht wordt genomenmen dan zal moeten komen tot verhooging der belasting. Dit sluit daarom nog niet indat belastingverhooging bepaald verme den moet worden het hangt er hoofdzakelijk van af waar het 26

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1882 | | pagina 1