128 Verslag der handelingen van den gemeenteras Het ontwerp-besluitdat hierbij ter vaststelling wordt aan geboden luidt als volgt De raad der gemeente Leeuwarden Overwegende dat het wenschelijk isart. 5 der verordening tot heffing van regten voor het gebruik van de beurs vau 9 December 1889goedgekeurd bij koninklijk besluit van 5 Ja nuary 1881, no. 4 te wijzigen, Gezien artt. 233 en 234 der gemeentewet; Besluit, onder 's konings goedkeuring Art. 5 der verordening bovengenoemd te wijzigen als volgt: Art. 5. Voor het gebruik van aanplakborden en muur vlakten wordt het volgend regt per vierk. decimeter geheven a. per week 2 Va cent; b. per drie maanden 5 cent; c. per jaar 10 cent. De aanwijzing van aanplakborden en muur vlakten geschiedt door de beurscommissie. Dit besluit treedt in werking den ln Januarij 1883. III. Wordt medegedeeld: 1. Dat van den gemeente-ontvanger is ingekomen eene missivehoudende dankbetuiging voor de hem toegekende verhoogde vergoeding voor bureaukosten. 2. Dat de heeren mr. B. W. N. Servatius en T. B. Plan- tengahebben aangenomen de eerste zijne herbenoeming tot voogd van bet nieuwe stads weeshuis, de laatste zijne be noeming tot voogd van de stads armenkatner. 3. Dat pachter is geworden van de exploitatie van den prinsentuin de heer JE. M. Broekens voor ƒ3007 per jaar. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten: 1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van het reglement der commissie van administratie der stads bank van leening. Dit voorstel strekt om bet reglement te wijzigenzooals door de commissie van administratie is aangewezen en het daarna op nieuw in zijn geheel vast te stellen. De Voorzitter stelt voor om dit reglement niet artikels- gewijze te behandelen maar en bloc, waarbij het den leden natuurlijk vrij zal staan op sommige artikelendes noodig geachtwijzigingen voor te stellen. Hij komt hiertoe omdat de voorgestelde wijzigingen meer bepalingen van huishoudelijken aard betreffen en vroeger reeds door den raad zijn vastgesteldde bepalingen van meer ingrijpenden aard b.v. die omtrent het getal en de bezoldiging der ambtenaren. Eene goedkeuring en bloc komt spr. in dezen voor als meer strookende met de economie der betrokken bepalingen. De heer van Sloterdijck had eigenlijk verwacht, dat omtrent de behandeling van dit punt een ander voorstel zou zijn gedaan en wel om ze uit te stellen, omdat de ter visie gelegde stukken weinig licht verspreiden over de portee van bet voorstel der commissie van administratie. Er wordt door burgemeester en wethouders voorgesteld de wijzigingen aan te brengenzooals ze door de commissie zijn voorgedragen. Het dagelijksch bestuur heeft zich dus gerefereerd aaii de voor- dragt der commissie en dit zou ook heel goed kunnen opgaan, indien nu uit de stukken maar verder de omvang van die voordragt, maar alles behoorlijk bleek. Dit is echter niet het geval. Wel staat er in een briefje van den secretaris der commissie bij de stukken aanwezig, dat de wijzigingen met blaauw potlood zijn onderstreeptmaar het blijkt niet of men het reglement zóó wil hebben gewijzigddan wel of de be palingen zoo reeds nu bestaan. In ieder geval ontbrak er d te Leeuwardenvan den 23 November 1882. een ex van het bestaande reglement aan de ter visie gelegde stukken. Was dat er geweest, dan had men het voorstel der commissie nog kunnen nagaan. Nu echter nietdaarom zou spr. wel eenige inlichting wenschen. De Voorzitter zegt, dat het reglement aan den raad is overgelegd zooals dat door burgemeester en wethouders van de commissie is ontvangen. Het dagelijksch bestuur heeft in de gedane voordragt geene aanleiding tot bezwaren gevonden. Het stuk dat ter visie heeft gelegen is het gewijzigd regle ment en de leden waren in de gelegenheid het oudedat in de verzameling der reglementen is opgenomen daarbij te raadplegen. Acht de raad echter het bezwaar van den heer v. Sloter dijck van dien aarddat uitstel wenschelijk ishij zal zich niet daartegen verzetten. De heer van Sloterdijck wenscht te constaterendat er geen exvan het bestaande reglement bij de stukken ter visie lag en merkt opdat hij wel zoodanig reglement heeftmaar bij het inzien der stukken het niet in de zak haddus niet in de gelegenheid was de zaak behoorlijk na te gaan. Uit de overgelegde stukken kon zooals hij zooeven reeds op merkte, de wijziging niet voldoende blijken. Wanneer de andere leden zich echter genoegzaam ingelicht achtenzal hij zich ten opzigte van dadelijke behandeling geen partij stellen. Is echter bij de zaak geen haastdan zou hij uitstel wel in overweging willen geven en voorstellen. Aangezien de zaak niet presseertnemen burgemeester en wethouders het voorstel tot uitstel der behandeling over en wordt in verband daarmede het onderwerpelijk punt tot eene volgende vergadering verdaagd. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanleiding van een adres van den heer J. Vonkom eene strook gemeen tegrond te erlangen op den hoek van de Vijzelstraat. Conform de strekking van dit voorstel wordt besloten aan den adressant te kennen te geven, dat zijn verzoek niet voor inwilliging vatbaar is en mitsdien wordt gewezen van de hand. 3. Een voorstel van burgemeester en wethouders naar aan leiding van een adres van den heer A. Tvan Wijngaarden Jz., om eene strook grond in de Schoolstraat. Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor den adres sant te kennen te geven dat het gemeentebestuur niet ge negen is den grond gelegen aan de Schoolstraatten zuiden van de gemeenteschool no. 4 te verkoopen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 4. Een voorstel om den grond ten westen van de nieuwe school op het Zuidvliet als gardeniersland te verhwen. Conform dit voorstel worden burgemeester en wethouders gemagtigd den grond, gelegen ten westen van de onderwij zerswoning bij de nieuw gestichte gemeenteschool no. 6op het Zuidvlietdeel uitmakende van het perceel kad. bekend gemeente Leeuwardensectie G no. 4614bij besloten brief jes als gardeniersland te verhuren voor den tijd van 5 jaren, ingaande den 5 Maart 1883 en verder op door burgemeester en wethouders vast te stellen voorwaarden 6. Voorstel van burgemeester en wethouders om eenige voor werpen uit de stedelijke kunstverzameling in bruikleen af te staan aan tut Friesch Genootschap voor GeschiedOudheid en Taalkunde Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten aan het Friesch Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 23 November 1882. 129 Genootschap bovenbedoeld, in bruikleen af te staan de voor werpen uit de stedelijke kunstverzamelingvermeld op den o vergel egden inventaris en het daaraan toegevoegde supple ment met uitzondering evenwel van de gedenkpenningen onder no. 39 omschreven met bepalingdat in den catalo gus van het Friesch Genootschap naauwkeurig zal worden uitgedrukt dat de voorwerpen aan de gemeente Leeuwarden behooren. 7. Rapport eener raadscommissie omtrent het onderzoek der begrooting van administratiekosten der stadsbank van leening, dienst 1883. Op het voorstel der commissie wordt bovenvermelde be grooting goedgekeurd, en wel tot een bedrag van 5978.66 Va. 8. Benoeming van een lid der commissie van toezigt op het middelbaar onderwijs ter vervulling der vacature te ontstaan door periodieke aftreding van den heer J. W. Kramers. Aanbevolen worden de heeren: J. W. Kramers, jhr. mr. i O. de Marees van Swinderen en jhr. mr. D. O. Engelen. Eerstgenoemde wordt met 18 stemmen herbenoemd tot lid der commissie van toezigt op het middelbaar onderwijs. Op de heeren van Swinderen en Engelen werd ieder 1 stem uit- gebragt. 9Benoeming van een curator aan het gymnasiumter vervulling der vacature ontstaande door periodieke aftreding van den heer dr. J. Baart de la Faille. Aanbevolen worden de heeren: Dr. J. Baart de la Faille, mr. E. Koning en ds. P. A. J. Jas. Eerstgenoemde wordt met 19 stemmen herbenoemd als curator van het gymnasium. De heer mr. E. Koning bekwam 1 stem. De Voorzitter, het noodig achtende eene vergadering met gesloten deuren te houdenheft de openbare zitting tijdelijk op. Bij heropening van dezeniets meer te behandelen zijndesluit de Voorzitter de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1882 | | pagina 2