VOORWAARDEN
n
12
Verslag der handelingen ran den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 25 January 1883.'
Intus9chen is hij er niet tegen omindien dit door velen
wordt geweuechtook het verleenen der concessie aan den
raad over te laten.
De heer van Sloterdijck zegtdat zijne bezwaren zich
eenvoudig zullen oplossen in het stemmen tegen punt IV.
Hij wenseht echter 's raads aandacht nog op een enkel punt
te vestigen. Een intrekken der concessie door den raad werd
wenschelijk geachtomdat bij den raad meest alles in het
openbaar geschiedt en er dus minder is te vreezen dat in
het geheim een enkel persoon zijn slag kan slaan. Maar
geldt nu dat zelfde beginsel ook hier niet bij het verleenen
der concessie Spreker meent van wel. Gesteld dat er eens
keuze is. Is dan eene keuze door den raad in het afgetrok-
kene niet deugdelijkerdan wanneer zij door burgemeester
en wethouders geschiedt. Terwijl het laatste collegia binnen
kamers kiestdoet de raad de keuze in het openbaar en geeft
hij reden voor zijne keuze. Het is spr's. bedoeling niet om
beletselen op te werpen tegen concessie of exploitatie van een
tramweg, of om de zaak op andere wijze te bemoeijelijken.
Wilde hij dit laatste hij zou de geheele voordragt afstemmen,
maar hij wil alleen doen uitkomen den strijd in theorie tus-
schen punt IV en art. 18.
Regel is hetdat de raad het regt verleent en intrekt
maar wenseht de raad de beschikking over dat regt niet aan
zich te houdendan dient hij dat geheel over te dragen, maar
niet ten halven.
De heer van Harinxma thoe Slooten kan verklaren,
dat het geenszins zijne bedoeling is, om bij burgemeester en
wethouders te brengen wat bij den raad behoort. Punt IV
is geheel onder cijfers te brengen. Krachtens haar wordt
alleen aan burgemeester en wethouders overgelaten de beoor-
ling wie der concessionarissen het best de waarborgsom kan
storten en wie overigens het meest solied kan worden geacht
voor de uitvoering en trouwe naleving der gemaakte voor
waarden en bepalingen. Hij wil herhalen, dat punt IV alleen
zijn ontstaan te danken heeft aan de wenschelijkheid tot be
spoediging der zaak. Men moet niet vergeten dat niet al
leen de Leeuwarder raad zou moeten beslissenmaar ook de
raden van al de andere gemeenten. Met de voorbereiding
het aanbrengen en de behandeling bij al de betrokken ge
meenteraden zou veel tijd verloopeu.
De discu8siën worden hierna gesloten en punt IV in stem
ming gebragt. Met 15 tegen 3 stemmendie van de heeren
PlantengaDuparc en van Sloterdijckwordt het aangenomen.
Punt V, luidende: aan de heeren Schaafsma c. s. en Stor-
nebrink mededeeling te doen van de besluiten sub 111 en IV
als beschikking op hunne adressenwordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen even als daarna het voorstel in zijn
geheel
Tengevolge een en ander is besloten
I. voor kennisgeving aan te nemen de mededeelingdat
het door ons den 12 October 1882 aangeboden voorstel, op
een adres van de heeren Schaafsma c. s.is teruggenomen
II. burgemeester en wethouders uit te noodigenter zijner
tijd, zoodra er gegrond vooruitzigt bestaat, dat een of meer
van navolgende lijnen kunnen worden aangelegdvan heeren
gedeputeerde staten magtiging te vragen tot gemeenschappe
lijke regeling met de betrokken gemeentebesturen van den
aanleg en de exploitatie van stoomtramwegen van Leeuwar
den door Menaldumadeel en Barradeel naar Harlingeu met
zijtakken van Beetgum naar het Bildt en van Berlikum naar
Franeker en van Leeuwarden door LeeuwarderadeelFerwer-
deradeelWest- en Oostdongeradeel naar Dockummet een
zijtak van Stiens of Finkum naar 'tBildt;
III. vast te stellen de bij het voorstel gevoegde voorwaar
den waarop concessie zal worden verleend voor den aanleg
van een stoomtramweg langs nader vast te stellen wegen in
deze gemeentein aansluiting met tramwegen door de ge
meente Menaldumadeel, via Marssum, Beetgum en Berlikum,
en zoo mogelijk door Barradeel naar Harlingeu en met zij
takken naar 'tBildt en Franeker, en door Leeuwarderadeel
via StiensFerwerdHolwerd naar Dockum met een zijtak
van Stiens of Finkum naar het Bildt
IV. burgemeester en wethouders te magtigen die concessie
te verleenen aan hemdie het eerst en het best waarborgen
levert, dat hij als concessionaris de verpligtingen kan nako
men hem in de voorwaarden opgelegd
V. aan de heeren Schaafsma c. s. en Stornebrink mededee
ling te doen van de besluiten sub III en IV als beschikking
op hunne adressen.
De hierboven sub III bedoelde voorwaarden luiden als volgt
voor den aanleg van een STOOMTRAMWEG
in de gemeente.
Art. 1. De tramweg zal wordeu aangelegd op de bermen
van den kunstweg. Op plaatsen alwaar wegens onvoldoende
breedte van de bermen, de tramweg in den kunstweg komt,
zal het kunstbed aan de tegenovergestelde zijde worden ver
breed van dezelfde constructie als het bestaande
De tramweg zal daarwaar eene vaart langs den kunstweg
loopt, aan die zijde moeten worden gelegd, behalve wanneer
burgemeester en wethouders hierop eene uitzondering meenen
te moeten maken.
De ligging van den tramweg mag zonder toestemming van
het gemeentebestuur niet worden veranderd.
De passage over den kunstweg moet steeds ongehinderd
kunnen plaats hebben.
De geheele weg wordt aaagelegd van rails op dwarsliggers,
echter zoodanig, dat daar, waar de rail in den kunstweg komt
te liggende constructie zoodanig zijdat de passage met
rijtuigen er ongehinderd over plaats kan hebben.
De plannen en teekeningen van den weg moeten aan de
goedkeuring van burgemeester en wethouders en zoo noodig
van heeren gedeputeerde staten worden onderworpen.
Art. 2. Voor dat met den aanleg begonnen wordtzal de
geprojecteerde lijn door burgemeester en wethouders van iedere
gemeentein vereeniging met den concessionaris en op kosten
van deze locaal worden opgenomen en onderzocht.
Art. 3. De aankoop en vergoeding van den, wegens den
aanleg des tramwegs benoodigden grond, stoepen, hekken, stekken,
boomenheesters, getimmerten als anderzins langs den weg
of in de dorpen zoover aan particulierencorporatiën of ge
meenten behoorendekomen even als alle door den conces
sionaris daar te stellen werken geheel ten zijnen laste
Art. 4. De hoogte en ligging van den tramweg moeten
voortdurend zóó zijn geregeld dat de goede afwatering van
den kunstweg of de bestrating bestaan blijve en met worde
belet.
Art5De benoodigde verhoogingverlagingverbreeding
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 25 Januarij 1883.
13
of verlegging van gedeelten weg of bestrating, en de be-
schoeijing van wallen, daar waar zulks door burgemeester en
wethouders noodig wordt geoordeeldmet bijlevering van
alle materialen, moet door den concessionaris in overleg met
en ten genoege van burgemeester en wethouders geschieden.
Art. G. Waar, door den concessionaris zelf geene afzon-
lijke bruggen worden gelegdmoet de vereischte vernieuwing,
verbreeding of versterking van de in den kunstweg liggende
bruggen voor rekening van den concessionaris geschieden, ge
heel in overleg met- en onder goedkeuring van burgemeester
en wethouderszonder dat dientengevolge de passage langs
den weg of de vaart eenige vertraging mag ondervinden. De
te leggen bruggen moeten niet alleen voldoende sterk zijn
maar ook aan de eischen van den welstand beantwoorden.
Art7De weg of bestrating tusschen en op 30 cMaan
de binnenzijde der sporenbermen en taiudsaan dien kant
waar de tramweg wordt gelegdbenevens de geheele buiten
zijde van de bermen en de door den concessionaris gemaakte
walbescboeijingen moeten voortdurend ten genoegen van bur
gemeester en wethouders door den concessionaris onderhouden
en de voorkomende gebreken op de eerste aanzegging hersteld
worden
Ingeval de concessionaris in gebreke blijft hieraan naar be-
hooren te voldoen, geschiedt dit voor zijne rekening vanwege
het gemeentebestuur.
De daarop vallende kosten zullen binnen veertien dagen na
de inzending eener declaratiedoor den concessionaris ten
kantore van den gemeente-ontvanger worden betaald.
Mogt de concessionaris gebruik maken van de in den kunst
weg liggende bruggen, dan komt de helft der kosten van
onderhoud zoo gewoon als buitengewoonzoomede de helft
der kosten van latere vernieuwing ten laste van den conces
sionaris. Het oordeel over het onderhoud en de instand
houding der bruggenblijft aan burgemeester en wethouders.
Indien tengevolge van gemeentelijke werken aan de open
bare straten en wegen waarop de tramweg ligt, eene tijdelijke
verlegging van de sporen noodig is ter beoordeeling 'van het
gemeentebestuur, zal de concessionaris binnen een alsdan te
bepalen termijn de sporen tijdelijk moeten verleggen. De
daaruit voortvloeijende kosten kunnen door den concessionaris
op declaratie van het gemeentebestuur terug wordeu ontvangeu.
Art. 8. Voor het in gebruik nemen van den gemeentegrond
is de concessionaris eene vaste jaarlijksche vergoeding verschul
digd welke door burgemeester en wethouders wordt bepaald,
doch de som van ƒ50 per kilometer niet te boven gaat.
De gemeente behoudt het grasgewas der bermen van den weg
Art. 9De concessionaris is verpligtom dagelijks minstens
drie trammen in elke rigting van eindstation tot eindstation
te doen loopen.
Indien tegen de dienstregeling der treinen bij de meeerder-
heid der dagelijksche besturen van de betrokken gemeenten
bezwaren bestaan dan zal de concessionaris zich na^r de ver
langd wordende wijziging in die dienstregeling moeten gedragen,
binnen de grenzen in de eerste alinea van dit artikel bepaald.
Art. 10. Burgemeester en wethouders bepalen in overleg
met den concessionaris veiligheidsmaatregelenmogten deze
bij de exploitatie onvoldoende zijn, dan hebben burgemeester
en wethouders het regt deze te doen aanvullen zooals zal
blijken noodig te wezen.
Art11. De concessionaris verleent op vertoon van een
schriftelijk bewijsafgegeven door den burgemeester vati een
der gemeeuteu kosteloos vervoer met den tram aan de policie-
bedienden en de hun ter. opzending toevertrouwde personen J
wanneer voldoende plaats in de rijtuigen aanwezig is. Gemeld
bewijs moet vóór den reis worden overgelegd aan den conducteur:
Art. 12. De concessionaris is verpligt onderweg buiten de
stations en halten de zich aanmeldende personen op te nemen
zoolang er plaats is.
In de kom der dorpen wordt alleen op de bepaalde stations
gestopt tot het inlaten of uitstappen van personen
Art. 13. De vrachtprijzen zullen worden berekend naaf
het volgend tarief
Passagiersvracht
Het maximum der passagiersvracht wordt berekend per kilor
meter; voor de eerste klasse naar 4Vs cent en voor de tweede
klasse naar 2y3 cent per persoon.
Gedeelten van kilometers worden voor een geheel gerekend.
Aan kinderenen zijdie inrigtingen van onderwijs bezoe^
ken, wordt eene reductie der vrachtprijzen toegestaan.
Wanneer omstandigheden hiertoe leiden, kunnen er gezel-
schapsbilletten tegen verminderde prijzen worden uitgegeven.
Bij tijdige aanvrage kunnen voor corporatiëngezelschappen
enz. extra treinen worden ingesteld.
B a g a g e v r a c h t.
Bij alle treinen, die in de dienstregeling worden aangekondigd,
wordt bagage ter vervoer aangenomen tegen het navolgend tarief:
De vrachtprijzen der bagage zijn per vijf kilometer (gedeelten
daarvan voor vijf gerekend.)
Voor 1
tot
50 kilogra
m 8
cent.
51
100
12
101
150
n
15
151
n
200
20
201
250
23
251
n
300
25
301
n
350
30
351
400
33
401
450
38
451
500
40
Voor iedere 100 kilogram meer
10
cent.
Kleine bagagedie de reizigers met zich voerenwordt J
zoover plaatsruimte onder de banken dit toelaat en zij de mede
reizigers niet hindert, kosteloos vervoerd.
Bestelgoederen.
Aan alle kantoren worden bestelgoederen aangenomen voor
alle op de dienstregeling aangegeven treinentegen een cent
per kilogram, met een minimum van 15 cents per zending?
Art. 14. In bebouwde kommen van dorpen gehuchten of
buurten, wier begrenzing door burgemee ter en wethouders
wordt bepaaldzal de tram geen meerdere snelheid mogen
hebben dan 6 kilometer in het uur.
Art. 15. De bepaling der wijze waarop de tramweg aan
een anderen tramweg of aan den spoorweg zal aansluiten J
wordt overgelaten aan het bestuur der gemeente, binnen welke
die aansluiting moet plaats hebben.
Art. 1G. De concessie voor den aanleg en exploitatie van
den tramweg wordt verleend voor den tijd van 30 jaar; na
verloop van dien termijn is zij stilzwijgend vervallen.
Art. 17. Verlangt de concessionaris vóór het eindigen der
concessie verlenging daarvan dan moet hij zich een jaar te
voren daartoe aanmelden bij de verschillende gemeentebe
sturen. De gemeentebesturen beslissen binnen zes maanden
op dat verzoek.