- _v
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 25 October 1883.
80
Vergadering van Donderdag 25 October 1883.
Tegenwoordig alle leden.
Voorzitter: de heer J. J. Bruinsma, waarnemend burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 11 October j.l. gehouden
vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld.
II. Wordt ter tafel gebragt:
1Het rapport der raadscommissie aan wie bij besluit
van 8 Februarij j.l. werd opgedragen den raad te dienen van
praeadvies omtrent een adres van de zich kwalificerende succes-
seurs der Roomsch Catholieke mannendie in den jare 1800
met de commissiën uit de andere kerkgenootschappen werden ge
committeerd om te reclameren de niet nationaal verklaarde
kerkelijke goederenin welk adres de uitvoering wordt ge
vraagd van het raadsbesluit van 4 Nov. 1800 en het daaruit
voortgevloeid contract van 15 Dec. 1800 betreffende de over-
dragt dier goederen aan de kerkgenootschappen.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders naar aan
leiding van een adres van den heer M. v. d. Kuyl, aannemer
te Slikkerveerom kwijtschelding van beloopen boete.
Dit voorstel strekt om het verzoek van den heer M. v. d.
Kuijl om teruggave van de hem ingehouden som van ƒ580
wegens boete, beloopen op te late oplevering van de nieuwe
ijveren bedekking van den grooten gashouderals niet voor
inwilliging vatbaarte wijzen van de hand.
3. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot het
maken van houten vloeren in het middengedeelte der beurs.
De conclusie van dit voorstel luidt:
a. eenen houten vloer te doen aanbrengen in het midden
gedeelte van de beurs
b. burgemeester en wethouders uit te noodigen ter zijner
tijd finantiële voorstellen te doen tot bestrijding van de kosten
der sub a bedoelde werken.
4. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot wij
ziging der verordeningregelende het getal enz. der ambte
naren voor het beheer en de zorg der plaatselijke werken en
eigendommen en van de verordening regelende het getal en
de bezoldiging der ambtenaren ter secretarie.
Hierbij wordt voorgesteld te besluiten
I. het aanhouden der registers en de verdere administratie
betrekkelijk de comptabiliteit van den directeur der gemeente
werken over te brengen naar de secretarie der gemeente
II. de verordening regelende den rang, het getal, de be
zoldiging en de wijze van benoeming der ambtenaren en be
dienden, belast met het beheer en de zorg voor de plaatselijke
werken en eigendommen van deze gemeente Gemeenteblad no.
18 van 1873), zooals die is gewijzigd bij raadsbesluit van den
28 April 1881, Gemeenteblad no. 10 van dat jaarte wijzigen
door in art. 1 te rojeren: „lett. d. een schrijver" en de overige
bepalingen der verordening daarmede in verband te brengen;
III. art. 1 der verordening regelende het getal en de be
zoldigingen van de ambtenaren ter gemeente-secretarie alhier,
zoomede van de beambten voor den verderen dienst in het ge
meentehuis (Gemeenteblad no. 5 van 1881) te wijzigen als
volgt
a. op het hoofdbureau in plaats van „vier" te lezen „vijf'
klerken, ieder op eene jaarwedde van ƒ400 tot ƒ800.
5. Voorstel van burgemeester en wethouders betreffende
het onderwijzend personeel voor de nieuw gestichte bewaar
school aan den Oostersingel.
BuveKffSEL BE1IOORENDE BIJ DE LEEUWARDER COURANT.
Hierbij wordt voorgesteld te besluiten
I. aan het hoofd der gemeente-bewaarschool no. 5 aan den
Oostersingel te plaatsen eene onderwijzeres;
II. de jaarwedde van de sub I bedoelde onderwijzeres te
bepalen op ƒ800;
III. burgemeester en wethouders te magtigen de vereischte
maatregelen te nemen tot benoeming van het hulppersoneel
dat voor de gemeente-bewaarschool no. 5 zal blijken noodig
te zijn
IV. burgemeester en wethouders uit te noodigen de ver
eischte voorstellen te doen omtrent het bedrag, dat als gevolg
van dit besluit op de gemeente-begrooting voor 1884 zal
moeten worden aangebragt.
G. De begrooting van het nieuwe stads weeshuis, dienst 1884.'
7. De begrooting van de administratiekosten der stads bank
van leening, dienst 1884.
8. Aanbeveling ter benoeming van twee voogden der stads
armenkamer.
Ter vervulling der vacature, te ontstaan door periodieke
aftreding van den heer G. Gratama worden aanbevolen de
heeren 1. mr. J. C. Meijer, 2. G. Gratama en 3. A. J. E.
Lucardieen voor de vacaturete ontstaan door gelijke aftre
ding van den heer F. O. Bloembergende heeren: 1. S. Stel
lingwerf Beintema, 2. P. Lijcklama a Nijeholt en 3. mr. J.
Tjebbes.
9. Een adres van den heer F. C. Andre®, waarbij deze
verzoekt, om met ingang van 1 Januarij 1884 eervol te wor
den ontslagen als lid der commissie van administratie der
stads bank van leening.
10. Het proces-verbaal van verificatie der gemeentekas op
17 October 1883.
Wordt besloten
het rapport, vermeld onder no. 1, te doen drukken en aan
de leden rond te deelen, de voorstellen omschreven onder nos.
2, 3, 4 en 5 met de aanbeveling onder no. 8 ter visie te
leggen om ze in eene volgende vergadering te behandelen
de begrooting van het nieuwe stadsweeshuis ten fine van on
derzoek en rapport te stellen in handen van de heeren Kui
pers Troelstra en Reeling Brouweren die der bank van
leening in handen van de heeren Plantenga, Oosterhoff en
Dijkstra, het adres aangeduid onder no. 9, om prae-advies te
renvoijeren aan burgemeester en wethouders en het proces
verbaal omschreven onder no. 10 voor de leden ter visie te leggen.
III. Wordt medegedeeld en door de vergadering voor ken
nisgeving aangenomen
1Dat is afgeloopen het onderzoek in de sectiën van
a het voorstel van burgemeester en wethouders betreffende
de uitbreiding der gemeentelijke gasfabriek
b. de ontwerp-gemeentebegrootingdienst 1884,
en dat tot rapporteurs zijn gekozen voor de eerstgenoemde
zaak de heeren PlantengaAndre® en Star Busmann en voor
de laatste de heeren mr. C. W. A. Buma, Plantenga en Troelstra.
2. Dat in eene openbare vergadering van burgemeester en
wethouders zijn uitgeloot twee aandeelen in de geldleening
van 1879, groot ƒ180,000 en 18 aandeelen in de geldleening
van 1880, groot ƒ900,000.
3. Dat door den Koning is goedgekeurd 's raadsbesluit tot
heffing van havengelden voor den tijd van 3 jaar.
4. Dat met ingang van 1 November e.k. aan den heer
K. Albertsop zijn verzoekeervol ontslag is verleend als
13