2 Verslag der handelingen ran den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 10 Januarij 1884. 28 Dec. a. v., zijn aangekocht drie woningen en een plek grond aan den Wissesdwingerte zamen voor eene som van 1639. IV. Verder wordt ter tafel gebragt 1. Een adres van den heer J. van Hulst te Harlingen, als bestuurder van de vereeniging van Friesche steenfabriekanten, houdende verzoek om Friesche steen te laten gebruiken bij de uitvoering van gemeentewerken. Aangezien dit stuk niet op gezegeld papier is geschreven wordt het ter zijde gelegd. 2. Een voorstel van burgemeester en wethouders om voor alsnog niet uit te keeren de toegezegde subsidie ten behoeve van het pare vaccinogène. Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor, om, wijl het bureau voor animale vaccinatie slechts voorloopig in een daartoe gehuurd gebouw is gevestigd en derhalve niet voldaan is aan een der bij de toezegging der subsidie gemaakte voor waarden goed te keuren dat vooralsnog de subsidie ad 1500, bepaald bij raadsbesluit van 26 October 1882no. 10niet door burgemeester en wethouders worde uitgekeerd. 3. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een adres van F. K. Bokma c. s. tot demping van de sloot langs zijn erf aan dén Harlinger trekweg en overdragt van de daar door ontstane plek grond. Dit voorstel strekt om te besluiten I. den sub II hierna omschreven over te dragen strook grond te verklaren als niet meer bestemd voor de publieke dienst II. voorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde staten van Friesland aan den heer F. K. Bokma vergunning te verleenen tot demping van het gedeelte slootgelegen langs zijn perceelplaatselijk gekwoteerd Harlinger trekweg, nos. 2 en 4, en hem in eigendom over te dragen de noorde lijke helft van den daardoor te ontstanen grond ter opper vlakte van 84 centiare zulks tegen betaling eener koopsom van 42 en verder op de volgende voorwaarden a. de demping der slootdie niet anders dan over de ge- heele breedte mag geschiedenmoet door en op kosten van den adressant plaats hebben, tot een hoogte van den boven kant van den trekwegvolgens aanwijzing van den directeur der gemeentewerken b. door adressant moet op het midden van de gedempte sloot over de geheele lengte een rasterwerk of stek en op het einde van het te dempen gedeelte over de breedte der sloot een muur of houten beschoeijing worden geplaatst en onderhoudenten genoegen van burgemeester en wethouders de rigting en rooijing van de te plaatsen erfscheiding en muur of beschoeijing zal worden aangewezen door den directeur der gemeentewerken, zonder dat deze verpligt is zich daarbij te houden aan het mathematisch midden der sloot c. achter de scheiding op de aan den adressant over te dragen helft der te dempen sloot moet door hem eene grop of goot worden gelegd en onderhoudenzoodanigdat het water van zijn erf niet kan vloeijen over den weg; d. de adressant heeft geen regt van waterlossing1 in de sloot ten noorden van het door hem aangevraagd te dempen gedeelte sloot e. bij eventuele stichting van gebouwen op het erf van adressant, nevens meergemeld gedeelte sloot, mogen die ge bouwen nimmer onmiddelijk tegen het sub b bedoelde stek of rasterwerk worden geplaatst, maar moeten ze daarvan min stens 1.25 meter verwijderd blijven; f. de betaling der koopsom moet geschieden bij verteeke- ning van het wegens deze eigendoms-overdragt op te maken contract g. wanneer adressant binnen drie maanden na de dagtee- kening van het sub f vermelde contract de demping der sloot nog niet heeft bewerkstelligd is de daartoe strekkende ver gunning vervallen en de betaalde koopsom ten voordeele der gemeente verbeurd. 4. Een voorstel van burgemeester en wethouders strekkende om hun collegie te magtigen den Nieuwetoren met vereischten spoed te amoveren en op te dragen in overweging te nemen of, en zoo ja, waar en op welke wijze er ter vervanging van den Nieuwetoren, een anderen toren binnen deze gemeente zal worden gesticht en het resultaat hunner overwegingen aan den raad mede te deelen, casu quo onder aanbieding van zoo danige voorstellen, als in het belang der gemeente wenschelijk worden geacht. 5. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een vezoek van de wegers aan de stads waag om verhooging hun ner bezoldiging. 6. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot wijzi ging der verordening op de genees-heel- en vroedkundige behandeling en verzorging van behoeftigen alhier en tot wij ziging van het reglement op het bestuur van het stads zie kenhuis. 7. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot wij ziging der verordening regelende de zamenstelling enz. van van de commissie van toezigt op het lager onderwijs. Hierbij wordt voorgesteld te besluiten: 1. met ingang van 1 Januarij 1884 de jaarwedden van de wegers aan de waag alhier te verhoogen met ƒ25 voor ieder en dus te stellen op ƒ200, onder voorwaarde evenwel, dat beiden zoowel Maandags als Vrijdags in de waag tegenwoor dig moeten zijnwanneer dit door den waagmeester wordt verlangd 2. art. 12 van de verordening regelende het gebruik van de waag te wijzigen, door het cijfer 175 te doen vervangen door 200. 8. Het voorstel van burgemeester en wethouders, vermeld onder no. 5 van den oproepingsbrief, en ingediend, naar aan leiding van een schrijven der commissie voor de gasfabriek betreffende de in 1884 aan die fabriek aan te brengen ver beteringen. Wordt besloten De voorstellen omschreven onder nos. 2, 3, 5 en 7 ter visie te leggen om in eene volgende vergadering tot behandeling daarvan over te gaan, het voorstel betreffende amotie van den Nieuwetoren en dat vermeld onder no. 6 te doen drukken in de bijlagen tot het raadsverslag en dat, aangeduid onder no. 8 nog heden te behandelen na afdoening der andere op den oproepingsbrief vermelde punten. V. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van art. 17 der voorwaarden voor den aanleg en exploitatie van een tramweg in de gemeente. Dit voorstel strekt om art. 17 der voorwaarden voor den aanleg van een tramweg in deze gemeente te wijzigen en te doen luiden als volgt Verlangt de concessionaris voor het eindigen der concessie Verslag der handelingenvan den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 10 Januarij 1884. 3 „verlenging daarvan, dan moet hij zich één jaar te voren „daartoe aanmelden bij de verschillende gemeentebesturen. „De gemeentebesturen beslissen binnen zes maanden op „dat verzoek. „Alleen in geval het gemeentebestuur na verloop van 30 „jaren den tramweg ten behoeve en voor rekening der ge beente wil exploiteren en bij overtredingen van art. 18, kan „verlenging der concessie geweigerd worden. „Wanneer de exploitatie voor rekening der gemeente zal „plaats hebbenis het gemeentebestuur verpligt en geregtigd „het vast en roerend materieel na het eindigen der concessie „gezameulijk over te nemen tegen den prijs, te bepalen door „twee deskundigen, waarvan door elk der partijen een zal worden „benoemd en die zich te zamen van een derden zullen voorzien. „Kunnen beide partijen zich over de benoeming van den „derden niet verstaan dan zal deze door heeren gedeputeerde „staten van Friesland worden aangewezen." De heer Duparc zegt, dat uit het bij de stukken over gelegd schrijven van den heer Stornebrink blijktdat hij niet in de mogelijkheid is geweest op den bepaalden tijd het waarborg-kapitaal te storten. In den heden morgen rnede- gedeelden brief wordt de zaak echter nog al vrij rooskleurig voorgesteld. Spr. zou nu gaarne willen weten of het waar borgkapitaal thans reeds is gestort. De Voorzitter kan hierop antwoorden dat dit nog niet het geval is. De storting is meermalen in het vooruitzigt gesteldzij behoorde tot dusver tot de illusiën van den heer Stornebrink en het is nog op lange na niet zekerdat zij ook ditmaal geene illusie is. De heer Duparc geeft hierop aan burgemeester en wet houders in overweging om nogmaals een bepaalden termijn van storting te stellen en laat de concessionaris dan ook dien termijn verloopende zaak als afgedaan te beschouwen. Terwijl andere gemeenten reeds lang in het bezit zijn van tramwegenheeft men hier nog alzoo slechts tramwegen op het papier. Daaraan dient een einde te komenmet het oog zoowel op de belangen dezer gemeente, als van die der andere gemeentenwelke bij den hier bedoelden aanleg zijn betrokken. Spr. wil nu den adressant een laatsten termijn hebben ge steld. Men moet niet vergeten, dat, zoolang nog steeds met den heer Stornebrink wordt onderhandeld aan elk anderdie misschien veel vlugger den aanleg zou tot stand brengende gelegenheid daartoe wordt ontnomen Spr. heeft niet voor zich de voorwaarden waaronder aan den heer Stornebrink concessie is verleend. Hij zou echter gaarne willen vernemen, of er o<>k poenale bepalingen op het niet op tijd storten van het waarborgkapitaal zijn gesteld. De Voorzitter deelt hierop mede, dat de strafbepaling, waarop de heer Duparc doelteerst in werking treedt, nadat met den heer Stornebrink een contract is gesloten. Zoodra de concessie aanvaard en de overeenkomst geteekend is moet de concessionaris het waarborg kapitaal storten. Daarna is hij gebonden aan termijnen waar binnen hij moet aan vangen met de noodige werken en met het in exploitatie brengen van den tramweg. Wordl te dien opzigte niet aan de bepalingen der overeenkomst voldaan, dan vervalt de waar borgsom aan de gemeente, krachteus de voorwaarden, daar omtrent in het contract opgenomen. De heer Dirks gelooft, dat de heer Duparc eene om standigheid wat te veel uit het oog verliest en wel deze. De heer Stornebrink heeft n.l. verzocht het waarborg-kapitaal niet te stortenzoolang een der betrokken gemeenten en wel Barradeel nog niet vrij was van de door haar aan andere heeren naar spr. meent aan de heeren Schaafsma uit Harlingen verleende concessie. Eerst op 1 November of 1 December is een besluit genomen, tengevolge waarvan de weg voor den heer Stornebrink als het ware geheel vrij werd. Het ging niet opom reeds dadelijk de waarborgsom te storten wijl de heer Stornebrink daardoor in eene nadeeliger positie zou geraken dan anderen. Spr. meende dit een en ander in het belang van den concessionaris even in het open baar te moeten mededeelen. De heer van Sloterdijck vestigt de aandacht op eene schrijffout. In de conclusie staat 2 deskundigendit moet kennelijk zijn 3. Nadat de conclusie in dien geest was gerectificeerdwordt zij zonder discussie en hoofdelijke stemming aangenomen. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging der verordeningregelende de brandweer. (Zie bijlage no. 26 van het verslag van 's raads handelingen.) Bij het aan de orde stellen van dit puntdient de heer Duparc eene motie in tot uitstel der behandeling van deze zaak. Eerst Dingsdag avond is het voorstel den leden ge drukt toegezonden. Slechts ter loops heeft spr. de zaak kun nen nagaan en hij is niet in de gelegenheid geweest het voorstel met de overgelegde stukken te vergelijken. Wel weet hijdatblijkens het voorstelde voorgedragen wijzi gingen niet van groot belang zijnmaar daartegenover staat, dat de zaak reeds sedert Junij j.l. hangende is en het daarom wel niet zoo veel kwaad zal kunnen doenindien de behan deling der voorstellen tot de volgende vergadering wordt uitgesteld. Men zal dan de gelegenheid hebben de zaak be hoorlijk na te gaan. De door den heer Duparc ingediende motie wordt vol doende ondersteund. Geen der leden zich tegen verdaging der behandeling tot de volgende vergadering verklarende wordt daartoe zonder hoofdelijke stemming besloten. 3. Voorstel van burgemeester en ivethouders tot wijziging der gemeentebegrooting voor 1884. Dit voorstel strekt om 1. Aan hoofdst. V afd. 1 der inkomsten toe te voegen art. 4luidendegeldleening ter bestrijding der uitgaven ten behoeve der werken tot demping van den Eewal enz. 70,500. 2. Den post, vermeld onder hoofdst. II afd. X, art. 8 der uitgaven kosten vallende op aan te gane geldleeningen, gesteld voor memorie uit te trekken op 500. 3. Aau hoofdstuk IIIafd. VII der uitgaven toe te voe gen een nieuw artikel 10, luidende: „Demping van den Eewalde gracht onder het Hofplein en die langs het Hee ren waltje 70,000en 4. Om in verband met de hiervoren vermelde wijzigingen de balans der begrooting vast te stellen als volgt Inkomsten ƒ878,588.38 Uitgaven 878,585.50 Waarschijnlijk saldo ad 2.88

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1884 | | pagina 2