Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 13 Maart 1884. Bij loting wordt toegewezen plaats no. 1 aan den heer dr. N. Reeling Brouwer J. J. Brunger mr. E. Star Busmann dr. J. Baart de la Faille mr. J. Minnema Buma J. v. d. Scheer, jhr. mr. C. van Eijsinga, mr. W. J. v. Weideren baron Rengere, mr. J. L. van Sloterdijck no. 10 aan den heer mr. J. Dirks, 11 12 13 14 15 16 17 18 A. Duparc mr. C. W. A. Buma F. Plantenga H. Beucker Andreas, W. J. Oosterhofï, H. Kuipers, R. H. Dijkstra en J. Troelstra. De vergadering wordt hierna door den Voorzitter gesloten^ Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van den 27 Maart 1884 57 Vergadering van Donderdag 27 Maart 1884. Tegenwoordig eerst 17 later 18 leden. Afwezig de heerenmr. W. J. v. Weideren baron Rengers, mr, C. W. A. Buma en dr. N. Reeling Brouwer, allen met kennisgeving. Voorzitter: de heer P. Lycklama a Nijeholt, burgemeester. 1. De notulen van de vorige op 13 Maart j 1. gehouden vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld. II Wordt ter tafel gebragt 1. Het rapport der raadscommissie belast geweest met het onderzoek van de rekening en verantwoording der administratie kosten van de stads bank van leeningdienst 1883. Hierbij wordt voorgesteld de rekening goed te keuren tot een totaal bedrag van /6053.90 7a. 2 Het verslag vau rapporteurs uit de sectiën betreffende de behandeling van het kohier der dir. belasting op het in komen dienst 1884. 3. Het rapport der commissie belast geweest met het onder zoek van het voorstel van burgemeester en wethouders tot wij ziging der gemeente-begrootingdienst 1884. 4 Een adres van het bestuur der le afdeeling van de Friesche maatschappij van landbouwwaarbij de raad wordt verzocht niet aan te nemen het voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging der verordening op het meten en wegen van granen en nader wordt aangedrongen om binnen de gemeente weeghuisjes te stichten. Wordt besloten de drie eerstvermelde stukken ter visie te leggen om ze in eene volgende vergadering te behandelen en op het adres, omschreven onder no 4, te letten bij het heden aan de orde te stellen voorstel tot wijziging der verordening op het meten en wegen van granen. 5 Een adres van de heeren T. A. van den Broek en G. W. v. Barneveld Kooij Jr. te Amsterdam, om concessie voorden aanleg en de exploitatie eener drinkwaterleiding binnen de gemeente op door hen in overleg met burgemeester en wet houders ontworpen voorwaarden. De Voorzitter stelt voor om dit adres, waarvan een gedrukt exemplaar aan ieder der leden zal worden bezorgdnaar de sectiën te verzenden. De heer Duparc heeft tegen onderzoek dezer zaak in de sectiën geen bezwaarmaar vindt het wel wat vreemddat men hier niet heeft een voorstel van burgemeester en wet houders. Wel weet hij dat van adressanten reeds vroeger oen adres is ontvangen en verneemt hij thans, dat het tegenwoor dige adres de voorwaarden bevatwaarop de adressanten eene concessie zullen willen aanvaarden maar toch acht hij prae- advies van burgemeester en wethouders bepaald wenschelijk. Zonder voorstel van burgemeester en wethouders heeft men geen genoegzame leiddraad. Spr komt het bepaald wenschelijk voor dat eene zaak, zoo belangrijk als deze, niet in de sectiën moet worden onderzocht, dan nadat ze behoorlijk door burgemeester ei. wethouders is geïustrueerd en dit collegia daaromtrent to., eene bepaalde conclusie is gekomen. De Voorzitter gelooftdat wanneer de heer Duparc de stukken had ingezienhij waarschijnlijk geen bezwaar tegen de verzending van het adres naar de sectiën zou hebben ge opperd. De wijze waarop deze zaak is behandeldheeft aan- BlJ VOEGSEL BEHOORENDE BIJ DE LEEUWARDER COÜRANT. leiding gegeven tot het voorstel om het ingekomen adres zoo maar rauwelijks naar de sectiën te verzenden. De voorwaar den toch waarop adressanten nu eene concessie aanvragen zijn een gevolg van zamenspreking tuascheu hen en het col- legie van burgemeester en wethouders. Door gemeen overleg zijn ze tot stand gekomen en juist met het oog daarop is een voorstel van burgemeester en wethouders onnoodig geacht. De raad heeft toch nu maar alleen uit te makenof hij eene concessie op die voorwaarden wil. Intusschen zal hij zich niet tegen het indienen van een voorstel van burgemeester en wethouders verzettenindien de raad dit wenscht. De heer Duparc blijft, wat hem althans persoonlijk aan gaat, prae-advies van burgemeester en wethouders wensche lijk achten. De raad moet toch een uitgangspunt hebben en vooral ook de finantiële kwestie behoorlijk kunnen overzien. Is er een voorstel van burgemeester en wethouders dan weet de raad hoe het collegie over de zaak denkten zal het veel gemakkelijker zijn een oordeel te vellen. Den heer Wiersma komt het voor, dat de heer Duparc eigenlijk geen verzending naar de sectiën wil. Wat toch is het geval De zaak is reeds zooveel mogelijk door burge meester en wethouders voorbereid. Zij hebben met de con cessie-aanvragers de noodige voorwaarden vastgesteld. Alles is geregeld en de raad heeft nu alleen nog maar uit te spre ken in hoever hij eene concessie op die voorwaarden wensche lijk acht. De verdere voorbereiding door den heer Duparc bedoeld zal dus die wenschelijkheid betreffen, maar waarvoor dan sectie-onderzoek? Daarenboven, het geval is zeer goed denk baar dat de meerderheid van burgemeester en wethouders niet de wenschelijkheid beaamde en dan zouden de voorwaarden welke thans aan 's raads beoordeeling zijn onderworpenvrij zeker niet eens den raad hebben bereikt. Neen, het collegie heeft het beter geacht niet te treden in eene beoordeeling van de al of niet wenschelijkheidmaar wildoor sectie- onderzoek voor te stellen, den raad geheel daaromtrent vrij laten. Intusschen wil ook hijeven als de voorzitterer wel toe medewerkendat, als de raad dit wenschteen voor stel van burgemeester en wethouders aan het adres wordt toegevoegd. De heer Duparc komt terug op het gezegde van den ge- achten laatsten spr.dat de zaak vrij zeker niet den raad zou hebben bereiktindien burgemeester en wethouders vooraf over de wenschelijkheid hadden moeten beslissen. Dit gaat z. i. niet opomdat de raad toch in ieder geval op aan hem gerigte adressen moet beschikken. Overigens blijft hij bij zijn gevoelendat het vrij vreemd ishet adres zonder voorstel van burgemeester en wethouders naar de sectiën te verzen den. Bij eene zaak welke zoowel uit een finantieel als uit een byg uisch oogpunt zoo belangrijk is als de onderwerpe- lijke, acht hij prae-advies of voorstel van het dagelijksch be stuur bepaald gewenscht. ja heer Troelstra is niet zoo tijdig ter vergadering ge- komeudat hij den juisten inhoud van het adres kentmaar wat de zaak zelve betreft, n.l. het voorstel tot verzending naar de sectiëndaaromtrent schaart hij zieh geheel aan de zijde van den heer Duparc. Z. i. moet omtrent eene zaak welke naar de sectiën wordt verzondeneen bepaald voor stel zijn gedaan. Heeft hij het nu goeddan is er in dezen niet zoodanig voorstelmaar wat is dan de bedoeling van het sectie-onderzoek? Wenscht men dat rapporteurs zelf een 6

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1884 | | pagina 1