214
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 11 en 23 October 1884.
5. Rapport van de commissie voor de reclames omtrent be
zwaarschriften bij gedeputeerde staten ingediend tegen aansla
gen op het primitief kohier der directe belasting op het inkomen
dienst 188)1.
In verband met de behandeling van dit rapport, wordt de
vergadering gesloten.
Vergadering van Donderdag 23 October 1884.
Tegenwoordig 20 leden.
Afwezig de heer mr. J. S. baron van Harinxma thoe
Slootenmet kennisgeving.
Voorzitter: de heer P. Lycklama a Nijeholt, burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 11 October 1.1 gehouden
vergadering worden gelezen en onveranderd goedgekeurd.
II. Wordt aangebragt
a. Het verslag van rapporteurs omtrent het onderzoek in
de sectiën van de gemeente-begrooting, dienst 1885.
Dit verslag met de daarop door burgemeester en wethou
ders in te dienen memorie van beantwoording te doen druk
ken als bijlage tot het raadsverslag,
b. Het rapport der raadscommissie, belast geweest met
het onderzoek der begrooting van kosten der d d. schutterij
over het jaar 1885.
Hierbij wordt voorgesteld: de ingediende begrooting be
treffende de kosten voor de d.d. schutterij alhier over het
dienstjaar 1885 goed te keuren in ontvangst en uitgaaf beide
tot een bedrag van ƒ4536.
c. De begrooting van het nieuwe stads weeshuis, dienst 1885.
d. De begrooting van administratiekosten der stads bank
van leening, dienst 1885.
e. Een voorstel van burgemeester en wethouders om af
wijzend te beschikken op een verzoek van mej. P. Jonker,
onderwijzeres in de handwerken aan gemeenteschool no. 10
om verhooging harer jaarwedde.
f. Een voorstel van burgemeester en wethouders om het
westelijk gedeelte van het gardenierslandkadastraal bekend
gemeente Leeuwarden in sectie F no. 1576, te bestemmen en
in te rigten tot terrein voor houtveilingen.
g. Een adres van S. Molenaarpachter van de opbreng
sten wegens het draaijen van de Potmargebrugom vermin
dering van die pacht.
h. Het proces-verbaal van verificatie der gemeentekas op
22 October 1884.
Wordt besloten de stukken sub be en f ter visie te leg
gen om ze in eene volgende vergadering te behandelen de
begrooting van het nieuwe stads weeshuis ten fine van on
derzoek en rapport in handen te stellen van de heeren Plan-
tengaKuipers en Menaldaen die der bank van leening in
handen van de heeren Duparc, Reeliog Brouwer en Bekhuis,
het adres sub lett. g aangeduid om prae-advies te stellen in
handen van burgemeester en wethoudersen het proces-ver-
baal der kasverificatie voor de leden ter visie te leggen.
III. Wordt medegedeeld:
a. Eene missive van den heer mr. J. L. van Sloterdijck
houdende mededeeling dat hij wegens ambtsbezigheden ver
hinderd zal zijn als lid zitting te nemen in het stembureau
voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Sta-
ten-Generaalop Dingsdag den 28 October er Woensdag
den 29 October e.k.
De voorzitter deelt mede dat de heer Brunger zich bereid
heeft verklaard den heer van Sloterdijck als lid van bedoeld
stembureau te vervangen.
b. Dat in eene openbare vergadering van burgemeester en
wethouders zijn uitgeloot twaalf aandeelena ƒ1000, in de
geldleening van 1879, groot ƒ180,000, en achttien aandee
len, a ƒ1000, in de geldleening van 1880, groot 900,000.
Deze mededeeling wordt voor kennisgeving aangenomen.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten
1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het benoe
men van een vakonderwijzer in het handteekenen aan gemeente
school no. 3.
De conclusie van dit voorstel luidt om bij wijze van proef,
voor den tijd van één jaar tot vakonderwijzer in het hand
teekenen aan de gemeenteschool no. 3 te benoemen den heer
G. Asman Az. alhier, op eene bezoldiging van ƒ200
Met algemeene (20) stemmen wordt de heer G. Asman tot
bovengemelde betrekking benoemd.
Aan burgemeester en wethouders wordt opgedragen den
datum van in functietreding van den benoemde nader te bepalen.
2. Benoeming van een lid der commissie van toezigt op het
middelbaar onderwijs.
Aanbevolen worden de heeren1. mr. J. S. baron van
Harinxma thoe Slooten 2. E. C. Jungius en 3. mr. C. J.
Prakken.
Met algemeene (20) stemmen wordt eerstgenoemde als lid
der commissie herbenoemd.
3. Benoeming van twee voogden der stads armenkamer.
Aanbevolen worden ter vervulling der vacatures op 1 Janu
ary 1885 ontstaande door periodieke aftreding van
a. den heer mr. C. W. de Vriesede heeren
1. Mr. C. A. Römer 2. F. O. Bloembergen, en 3. mr.
W. Kolff
b. den heer D. Tigler Wijbrandide heeren
1. A. Gorter; 2. mr. C. W. de Vriese, en 3. N. T. Ha-
ver8chmidt.
Tot voogden der stads armenkamer worden benoemd de
heeren mr. C. A. Römer en A. Gorter, respectievelijk met
algemeene (20) en 17 stemmen. Op den heer mr. C. W. de
Vriese werden 2 stemmen uitgebragt, terwijl de heer N. T.
Haverschmidt ééne stem verkreeg.
4. Benoeming van een onderwijzer aan de gemeenteschool no. 2.
Op de voordragt komen voor
1. C. Balt te Leeuwarden; 2. J. Waijer te Joure en 3.
A. Haringsma te Warns.
De uitslag der gehouden stemming isdat eerstgenoemde
met 19 stemmen tot voormelde betrekking wordt benoemd
terwijl J. Waijer ééne stem verkreeg.
Aan burgemeester en wethouders wordt opgedragen den
datum van in functietreding nader te bepalen.
5. Voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek
van H. S. Wadmanom eervol ontslag als onderwijzer aan
gemeenteschool no. 1
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de
conclusie van het voorstel besloten aan H. S. Wadman, over
eenkomstig diens verzoek met ingang van 1 Januarij 1885
eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van onder
wijzer aan gemeenteschool no. 1.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 23 October 1884.
215
6. Voortel van burgemeester en wethouders op een adres van
S. Radersmahoudende verzoek om gebruik te mogen maken
van gemeentegrond voor het maken van eene stoep
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt conform de
conclusie van het voorstel besloten
aan J. S. Radersma en Cecilia Radersma tot wederopzeg
ging vergunning te verleenen tot het leggen eener stoep op
gemeentegrondvóór de door hen gestichte wagenmakerij op
den hoek van den Westerringel en den Harlinger singel en wel
langs den gevel aan den Westersingel, naar een door den
directeur der gemeentewerken aan te geven rooijiug, op voor
waarde
a. dat de eigenaars der stoep jaarlijks voor het gebruik
van den grond, waarop deze ligtvóór of op den len Mei
ten kantore van den gemeente-ontvanger moeten betalen eene
som van vijftig cents.
b. dat op de stoep geen hekkeu, palen of leuningen geplaatst
mogen worden en zij niet tot bergplaats van hout of wat ook
anders dienen mag.
c. dat, wanneer aan een dezer voorwaarden of aan beide
niet wordt voldaande krachtens deze vergunning gelegde
stoepbinnen een door burgemeester en wethouders vast te
stellen termijn weggenomen zal moeten worden.
7. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanleiding
van een adres van den heer R. Reijnders om afkoop van graf-
regten.
Wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming conform
de conclusie van het voorstel besloten den heer R. Reijnders
in kennis te stellen met het goedgekeurd raadsbesluit van 12
Junij 1.1. waarbij hem de gelegenheid wordt geopend om den
last van het onderhoud van graven tegen betaling in eens aan
de gemeente over te dragen.
8. Voorstel van burgemeester en wethouders tot goedkeuring
van een systematisch plan tot verbetering der kanalisatie ten
dienste der gasdistributie in deze gemeente.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de
conclusie besloten over te gaan tot verbetering der kanalisatie
ten dienste der gasdistributie, overeenkomstig het systema
tisch plan der deskundigen voor de verbetering en uitbreiding
der gasfabriek, met inachtneming van eenige wijzigingen over
eenkomstig het adres der commissie voor de gasfabriek.
9. Voorstel van burgemeester en wethouders tot toekenning
van eene gratificatie aan J. van Zandbergen.
Dienovereenkomstig wordt zonder discussie en hoofdelijke
stemming besloten: aan Jan van Zandbergen, opperman alhier,
eene gratificatie toe te kennen van ƒ60, aan hem in 20 we-
kelijksche termijnen, ieder van ƒ3, uit te keeren.
10. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanleiding
van een verzooek van den vischaf'slager J. H. Raam om ver
hooging van zijne jaarwedde.
Daarbij wordt voorgesteld het verzoek van J. H. Raam als
niet voor inwilliging vatbaar te wijzen van de hand.
De heer de la Faille wenscht de motieven te bespreken
die adressant er toe geleid hebben om verhooging van trac-
tement te vragen. Want zijn zij juist, dan verdienen zij in
spr's. oog dat er meer regard op wordt geslagen, dan door
burgemeester en wethouders is geschied. Adressant voert o.
a. aandat hij ongeveer dertig jaren in dienst der gemeente
werkzaam geweest, dat hij zijn inkomen heeft zien vermin
deren in de laatste jaren vooral als gevolg van den grooten
ramp bij Paesens en Moddergat. Spr. heeft uit de cijfers, door
burgemeester en wethouders opgegeven, gezien dat het inko
men werkelijk in de laatste jaren gemiddeld ƒ60 minder be
droeg dan in vorige jaren.
Eu in de tweede plaats beklaagt adressant er zich over dat
er zoo veel zeevisch aan de huizen wordt rondgevent zonder
aan de markt te zijn afgeslagen en dit nog wel niettegen
staande de commissaris van policie door burgemeester en wet
houders is uitgenoodigd er op te doen toezien dat alle aan
gevoerde zeevisch eerst aan de vischmarkt worde afgeslagen.
Spr. wenscht nu te worden ingelicht of deze sustenus juist
zijn, zoo ja, dan acht hij eene andere beslissing, dan wordt
voorgesteld, mogelijk.
De Voorzitter deelt mede dat adressant werkelijk 30 jaren
in gemeentedienst is geweest; vroeger is hij klerk ter secre
tarie geweest en is daarna vischafslager geworden, destijds op
een grooter tractement dan nu, omdat de aanvoer van visch
grooter was, maar altijd zijn zijne verdiensten als vischafsla-
ger grooter geweest, dan zijn tractement als klerk ter secretarie,
hetwelk ƒ400 bedroeg.
Een ander motief van adressant is, dat naar zijne beschei
den meening het tractement van elk gemeente-ambtenaar in
de laatste jaren is verhoogd. Spr. acht dit geen juist motief.
Adressant's verdienstendie behalve wat zijn vast tractement
aangaatpercentsgewijze uit de opbrengst van de vischmarkt
worden gevonden, zijn dus afhankelijk van het meer of min
der aanvoeren van visch. Wordt er minder aangevoerd, dan
zijn zijne verdiensten geringer, maar daarmede gaat ook ge
paard vermindering van werkzaamheden. Burgemeester en
wethouders hebben in een en ander geene aanleiding gevon
den om adressants tractement te verhoogen.
De heer de la Faille gelooft weldat het argument van
adressantdat alle tractementen zijn verhoogdzeker niet in
allen deele juist is, maar dat dit met eenigen het geval zal
zijn geweestwaardoor adressant misschien in dezen zoo ab
soluut heeft gesproken maar het blijft waar dat adressants
tractement is verminderdhetgeen spr. hard voor hem vindt
want al moge het waar zijn dat er minder visch wordt aan
gevoerd spr. gelooft niet dat dientengevolge de werkzaam
heden ook verminderen.
De mindere aanvoer toch bestaat waarschijnlijk meer hierin
dat de aanvoeren kleiner worden dan dat er minder keeren
wordt aangevoerdde vischafslager wordt dus even diuk als
vroeger gerequireerd hij moet altijd klaar staan en is dus
geen meester van zijn' tijd
Spr. acht verder hec beweren van adressant omtrent het
verkoopen van visch buiten de markt, nog niet weêriegd en
houdt het toch voor zeer wenschelijk dat op die omstandig
heid bijzonder worde gelet.
De vischmarkt zou zoodoende niet beantwoorden aan zijne
bestemming als plaats waar de visch wordt gekocht en gekeurd.
Vooral met het oog op de keuring acht spr. het van belang,
dat alle visch aan de markt wordt afgeslagen.
Met het oog op een en ander stelt spr. nu voor, om het vast
tractement van den vischafslagerdat 240 bedraagtte
vermeerderen met eene som van 60ongeveer gelijkstaande
met zijne mindere verdiensteen dat alzoo vast te stellen op
ƒ300 en om in overeenstemming daarmede het tractement
van den vischopbrenger met ƒ30 te verhoogen.
De Voorzitter wil er nog op wijzen, dat het verkoopen