2 Nol 1 der afzonderlijke bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden; 1884. Zij voorzien hunne recepten voor behoeftigen of verpleegden van een bijzonder kenmerk. Art. 17. Bij de beoordeeling of zieken in het armhuis zelf behoorlijk kunnen worden verpleegddan of hunne over brenging naar het ziekenhuis wenschelijk iszullen de stads genees- en heelkundigen niet alleen letten op de behoeften van den ziekemaar tevens op de huishoudelijke belangen van het armhuis. Art. 18. De stads genees- en heelkundigen zullen de zieken in hunne eigene woningen onderzoekenmet uitzondering alleen van diegenen, die zonder eenig bezwaar kunnen uitgaan. Deze laatsten kunnen zij op het daartoe door hen vast te stellen uuraan hunne huizenof in een door burgemeester en wethouders aan te wijzen lokaal, opwachten en onderzoeken. Zij zullen dit uur aan burgemeester en wethouders en aan de voogden der stads armenkamer opgeven en zal van het zelve melding worden gemaakt op de af te geven briefjes. Art. 19. De stads genees- en heelkundigen zullen geene geneesmiddelen voorschrijvendan na de zieken telkens te hebben gezien en onderzocht. Van deze bepaling zijn alleen uitgezonderd de chronische ziekenwelke zij evenwel minstens tweemalen 's weeks zullen moeten bezoeken. Art. 20. Zij zullen op den eersten en derden Woensdag van iedere maandten dienste van de stads armenkamer eene lijst in gereedheid maken van de herstelde zieken en van de zoodanigendie hun zijn aanbevolendoch door hen bevonden zijn of niet ongesteld te wezenof ten minste geene geneeskundige behandeling te behoeven. Deze lijst zal van wege de voogden der stads armenkamer worden afgehaald. Art. 21. De stads genees- en heelkundigen zullen de lijdersna ontvangen lastbriefjezoo spoedig mogelijk be zoeken, inzonderheid wanneer zulks op het briefje wordt vermeld. Art. 22. Bij weigering om de zieken naar het ziekenhuis over te brengenhetzij door hunzelvehetzij door hunne nabestaanden of huisgenootenzullen de stads genees- en heelkundigen met den meesten spoed daarvan kennis geven aan den burgemeesterten einde deze zoodanige maatregelen zal kunnen nemenals de omstandigheden vereischen. Art. 23. Indien de stads genees- en heelkundigen of stads vroedvrouwen oordeelendat er bij een zieke of kraamvrouw ter genezing behoefte bestaat aan liggingkleeding enz. zullen zij daarvan aan den voorzitter der stads armenkamer kennis geven. Art 24. Aan de stads genees- en heelkundigen wordt opgedragenom uit eigen beweging steeds toe te ziendat de koepok-inenting bij de stads-armen niet verzuimd wordt. Art. 25. Hun wordt overigens aanbevolenom alle zoo danige mededeelingen omtrent behoeftige personen of huis gezinnen aan de voogden der stads armenkamer te doen, als zij in het belang oordeelen, hetzij der administratie, hetzij der armen. Zij zijn verpligt alle die inlichtingen aan de voogden der armenkamer te gevenwelke van hen gevraagd worden en zij door hunne betrekking in staat zijn te geven. Aldus voorgesteld. Leeuwarden, 10 January 1884. MEMORIE van toelichting bij de ontwerp verordening op de genees-heel- en vroedkun dige behandeling van behoeftigen in de ge meente Leeuwarden. Naar aanleiding van het raadsbesluit tot benoeming van een geneesheer in de plaats der overleden geneesheeren dr. A. Frijda en M. B. Vosis het noodzakelijk de verordening te herzienwaarbij de geneeskundige behandeling van behoef tigen wordt geregeld. Uwe commissie voor het stedelijk ziekenhuis heeft zich met die herziening onledig gehouden en is tot het volgend resul taat gekomen. Art. 1In art. 1waarbij het aantal genees- en heelkun digen en vroedvrouwen wordt vastgesteldzal in de eerste plaats worden genoemd de nieuw aan te stellen geneesheer, die bevoegd moet zijn tot uitoefening der geneeskunde in haren geheelen omvang en daarna de thans nog in functie zijnde doctoren en heelkundige, en de vroedvrouwen. De omschrijving van de in het algemeen door hen te ver- rigten diensten wordt in den aanhef eenigzins gewijzigd, om dat in de verdere artikelen ook behandeling van personen die niet tot de behoeftigen gerekend kunnen worden te be- hooren hun wordt opgedragen Art. 2. Het oude art. 2 is gedeeltelijk opgenomen in het nieuwe artikel 1 en gedeeltelijk in het nieuwe artikel 7. Het nieuwe artikel 2 bevat, behoudens de regeling der jaarweddenalles wat in het oude artikel 3 werd bepaald. Art. 3. Bij dit artikel worden de jaarwedden vastgesteld, waarvan het bedrag in de bestaande verordening niet met cijfers werd aangeduid. Met inachtneming van het laatste raadsbesluit zijn de hier opgenomen bedragen overeenkomstig de jaarweddendie thans worden betaald. Art. 4. In dit artikel wordt de werkkring van den nieuw te benoemen geneesheer geregeld. De bewoordingen van het raadsbesluit zijn geheel overgenomen. Ter onderscheiding wordt hem den titel verleend van geneesheer-directeur van het stads ziekenhuis. Moeijelijkheden ten opzigte van de directie over het ziekenhuis kunnen daaruit niet voortvloeijen, omdat in het reglement voor het stads ziekenhuis de bevoegd heden der verschillende autoriteiten hare nadere omschrijving vinden. Tevens is eene bepaling opgenomen, waaruit blijkt dat met het stedelijk ziekenhuis ook het hulpziekenhuis wordt bedoeld. Art. 5. Dit artikel vervangt het oude artikel 4. Het komt ons beter voor dat het dagelijksch bestuur de wijken aanwijst, waar de geneesheeren hunne dienst uitoefenen. De bestaande verdeeling der werkzaamheden kunnen dan behouden blijven. Latere geschillen worden door burgemees ter en wethouders steeds in het hoogste ressort besliBt. Art. 6. De moeijelijkheid om spoedig een geneesheer te krijgenwanneer de politie bij drenkelingen of verwonde per sonen of bij het vinden van lijken die noodig heefteene moeijelijkheidwelke meermalen ontstaat uit de vrees om als getuige in eene strafzaak te moeten optredenwordt door de bepaling in dit artikel eenigzins beperkthoewel misschien niet geheel weggenomen. Art. 7. Dit artikel regelt de werkzaamheden der vroed vrouwen. De bestaande bepalingen zijn hier zamengevat met inachtneming der noodzakelijke wijzigingen wat betreft ver schuldigde gehoorzaamheid aan den directeur van het ziekenhuis. Nol 1 der afzonderlijke bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden; 1884. Art. 8. Overeenkomstig het oude artikel 5. De bepaling in het oude artikel 6 dat de geneesheeren niet zullen mogen practiseren op grooter afstand dan een half uur van de stad, acht uwe commissie niet noodig te behouden. Zoolang die bepaling bestaat, is er tegen gezondigd. Art. 9. De bepaling omtrent het verleenen van verlof, in het oude artikel 7wordt eenigzins gewijzigd voorgesteld. Men oordeelt dat de toestemming van den burgemeester steeds noodig moet zijn om langer dan 24 uur de stad te verlaten. De burgemeester zal het verlof niet verleenen als voor de behandeling en verpleging der patiënten gedurende de af wezigheid vooraf niet wordt gezorgd. Art. 10 is gelijk aan het oude art. 8. Er wordt voorge steld de oude artikelen 9—12 te schrappen: Art. 9 omdat, wanneer de geneesheeren niet al te onvriendschappelijk zijn jegens elkanderzij niet verzuimen zullen onderling te raad plegen. Is de verstandhouding minder aangenaam, dan geeft de raadpleging weinig kans op gunstig resultaat, terwijl steeds de gevolgen voor de gemeente duur zullen zijn. De koepokinenting (art. 10) is geregeld. Art. 11 behoeft niet in dit reglement voor te komen. Ieder geneesheer behoortzonder geschreven bepalingdienover eenkomstig te handelen. Art. 11 is gelijk aan oud artikel 13. Art. 12 14. Art. 13 an a lb. Art. 14. In plaats van de jaarlijksche herziening van den tauxwordt voorgesteld herziening te bepalen zoo dikwijls burgemeester en wethouders dit noodig achten. Deze herzie ning is geregeld in oud artikel 16. Art. 15. In het bestaande art. 17 der verordening wordt de contröle geregeld. De stedelijke genees- en heelkundigen zijn daarmede belast, terwijl aan de plaatselijke commissie voor geneeskundig toevoorzigt (reeds geruimen tijd opgeheven) de tauxatie der recepten wordt opgedragen. Een en ander geschiedt niet meer. Daarom wordt thans voorgesteld de commissie voor het ziekenhuis met deze controle te belasten en daarbij te bepa len dat die commissie zich desverlangd door bevoegde per sonen kan doen bijstaan. Mede is het voorschrift voor de apothekers opgenomen," om bij de maandelijksche rekening de recepten en de recep tenboeken over te leggen. Art. 16. In dit artikel wordt den geneesheeren opgedra gen toe te ziendat de geneesmiddelen, door hen voorgeschre ven ook worden verstrekt en de recepten van een bijzonder kenmerk te voorzien, wat reeds nu gebeurt, zonder dat het voorgeschreven is. De inhoud der oude artikelen 18, 19 en 20 vond een plaats in het nieuwe artikel 7. Het behoud van artikel 21 wordt niet noodig geacht. Is er hulp noodig in het armhuisdan kan die dagelijks wor den verkregen. Art. 17 is gelijk aan het oude artikel 22. Art- 18 23. Art. 19 gelijk aan oud artikel 24, met deze wijziging, dat burgemeester en wethouders het lokaal aanwijzen waar de stads geneesheeren de zieken ontvangendie ze niet aan huis bezoeken of bij zich aan huis laten komen. Art. 20 is gelijk aan het oud artikel 25. Het oud artikel 26 kan vervallenomdat de daarin ver vatte bepaling niet wordt nageleefd. Art. 21 is gelijk aan het oud artikel 27. Het hierin gegeven voorschrift is nuttig en in de toepas sing niet moeijelijk. Art. 22 is gelijk aan oud artikel 28met weglating van de tweede zinsnedewelke betrekking heeft op armen elders domicilie van onderstand hebbende. Art. 23 gelijk aan oud artikel 29. Art. 24 30. Art. 25 31. Art. 26 32. De artikelen 33 en 34 der bestaande verordening kunnen worden geroijeerd en behooren meer thuis in het reglement, waarbij de verpligtingen worden omschreven van de voogden der stads armenkamer. Aldus voorgesteld enz.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1884 | | pagina 3