Bijlage no. 1. a
8
No. 2 der afzonderlijke bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1884.
in billijkheiddoch met inachtneming van de meeste bezui
niging geregeld.
V. Over de voorschotten zonder interest.
Art. 4(3. Ingeval giften of legaten aan de banken van
leening gemaakt worden met bepaling om daarvoor gelden
voor te schieten zonder interestof ingeval de instellingen
van iiefdadigheid een gedeelte barer inkomsten daartoe willen
gebruiken of eindelijkingeval de bank zelve zich in omstan
digheden bevindtdie haar zulke voorschotten veroorloven
zoo wordt derzei ver administratie waargenomen door het be
stuur in art. 7 bedoeld.
Art. 47. Deze beleeningen worden op pand gedaan en onder
dezelfde formaliteiten als de beleeningen op interest.
Zij worden alleen gedaan ten voordeele van zulkewier
middelen van bestaan voor een bepaalden tijd door ziekte
brand en dergelijke onvoorziene toevallen meer. gestaakt zijn.
Derzelver duur wordt uaar omstandigheden bepaald
Bij aanvrage op dergelijke beleening eischt de administratie
zoodanige bewijzen en getuigenissenals zij noodig oordeelt.
Art 48. Alle voorwaardenwaaronder schenkingen of
legaten aan banken van leening zouden kunnen vermaakt,
en door deze wettig aangenomen zijnblijven van kracht
al strijden zij met de bepalingen der twee voorgaande artikelen.
6. Over de geregtelijke vervolgingen der overtredingen.
Art. 49. Onze procureurs-generaal en procureurs bij de hoven
en regtbanken en alle verdere officieren van justitie en policie,
wie het aangaatzijn bepaaldelijk gelastom strengelijk te
waken tegen elk en een iegelijkdie onbevoegdelijk belee
ningen op pand doetof zich bij eene bank van leening, zon
der wettige benoeming als inbrenger opwerpt, als ook tegen
alle directeuren van wettige banken van leening en wettig
aangestelde inbrengersdie niet het voorgeschreven register
houdenof op eenige andere wijze handelen tegen de maat
regelen van policie en publieke ordebij Ons tegenwoordig
besluiten wel voornamelijk bij artikel 19, 21 en 45 vastgesteld
De overtreders zullen worden betrokken voor de bevoegde
regtbankenen aldaar worden gevonnisd naar de bij het
lijfstraffelijk wetboek en andere vigerende wetten bepaalde
straffen.
Onze ministers van binneniandsche zaken en van justitie
zijn ieder voor zooveel hem aangaatbelast met de uitvoering
dezeswaarvan tot informatie en narigtzal worden kennis
I gegeven aan de commissiebenoemd bij Ons besluit van den
3 Januarij 1822, no. 36, en aan den raad van state.
Gegeven te Brusselden 31 October des jaars 1826van
Onze regering het dertiende.
(Get.) WILLEM.
Van wege den Koning
(Get.) J. G. de MEIJ vak STREEFKERK
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1884.
1
VOORSTEL van burgemeester en wet
houders tot vaststelling van ontwerp-veror-
deningen regelende a. de genees-heel- en
en vroedkundige behandeling van behoef-
tigen in deze gemeenteen b. het bestuur
van het stads ziekenhuis.
MIJNE EEEBEN!
Naar aanleiding van uw besluit tot wijziging der genees-
kundige dienst voor behoeftigen en de opdragt aan ons eol-
legie daarbij verstrekt, om de verordeningen te dier zake aan
eene herziening te onderwerpen, is de commissie van beheer
van het stads ziekenhuis uitgenoodigd ons te dienen van advies.
Wij ontvingen van deze commissie daarop twee ontwerp
verordeningen regelende
a. de genees-heel- en vroedkundige behandeling van be
hoeftigen in deze gemeenteen
b. het bestuur over het stads ziekenhuis.
Wij hebben deze ontwerpen nauwgezet onderzocht en
daarin slechts hier en daar eene geringe wijziging aangebragt.
De voorgestelde bepalingen houden rekening met den be-
staanden toestand en regelen den werkkring van den nieuw
te benoemen geneesheer, aan wien de titel van geneesheer
directeur van het stads ziekenhuis wordt verleend.
De verhouding van dezen ambtenaar tegenover de com
missie bovengenoemd en het personeel van het ziekenhuis is
duidelijk en naar het ons voorkomt zeer juist omschreven.
De artikelen dezer verordeningen zijn uitvoerig toegelicht,
zoodat wij ons van verdere algemeene beschouwingen kunnen
onthouden.
Wij hebben de eer u bij deze ter vaststelling aan te bieden
a. een ontwerp-verordening regelende de genees- heel-
en vroedkundige behandeling van behoeftigen in deze gemeente
b. een ontwerp-verordening regelende het bestuur van het
stads ziekenhuis.
Aldus voorgesteld in de raadsvergadering van 10 Januarij
1884 door
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden.
ON TWERP- VERORDENING op het bestuur
van het stads ziekenhuis te Leeuwarden.
Art. 1. Het stads ziekenhuis te Leeuwarden is eene ge
meente-instelling van weldadigheid, bestemd tot verpleging
van behoeftige zieken zwangere- en kraamvrouwen
Het dient tevens om aan ziekendie niet tot de eigenlijk
gezegde behoeftigen behoorenin bijzondere gevallen gele
genheid te bieden voor eigen rekening geneeskundige verple
ging te erlangen.
De gebouwen tot het stads ziekenhuis behoorende, zijn:
a. het hoofdgebouw, gekwoteerd wijk D Blokhuisplein, no. 38
b. hulpziekenhuis, A Voorstreek, no. 300;
c de localen bestemd tot onderzoek van publieke vrouwen.
Art. 2. Het beheer over het stads ziekenhuis wordt op-
bljvoeoselbehoorende bij de leeuwarder courant.
gedragen aan eene commissievan welke de burgemeester
lid en voorzitter is. Bij ontstentenisziekte of afwezigheid
van dezen, wordt hij als zoodanig vervangen door het lid
van het gemeentebestuur dat hem als burgemeester vervangt.
De verdere ledendrie in getalwaaronder minstens een
geneesheer zal zijn worden benoemd door den gemeenteraad,
op eene aanbeveling vaji twee personen, voor ieder te be
noemen liddoor de commissie in te zenden welke aanbe
veling met een gelijk getal door burgemeester en wethouders
wordt vermeerderd.
Ter vervulling bij gewone aftreding wordt de aanbeveling
vóór den 1 November ingezondenbij openvalling tusschen-
tijdsbinnen eene maand na die openvalling.
Art. 3. De ledenbuiten den voorzitterworden benoemd
voor den tijd van zes jaren.
Om de twee jaren treedt de eerstbenoemde af.
De aftredende is dadelijk weder benoembaar.
Die ter vervulling van eene tusschentijds opengevallene
plaats benoemd wordttreedt af op het tijdstipwaarop
degeenin wiens plaats hij is benoemdhad moeten aftreden.
Art. 4. De commissie benoemt uit haar midden een secre
taris-penningmeester welke door een bezoldigd beambte wordt
bijgestaan door de commissie daartoe aan te wijzen.
De jaarwedde van dezen beambte bedraagt 150. Zijne
instructie wordt door de commissie vastgesteld en aan den
gemeenteraad medegedeeld.
Art. 5. De besluiten der commissie worden bij volstrekte
meerderheid van stemmen opgemaakt.
Bij staken van stemmen besli stzoo het benoemingen of
voordragten van personen geldthet lotin alle andere za
ken de stem van den voorzitter.
Art. 6. Jaarlijks in de maand Julij zendt de commissie
eene begrooting' over het volgende jaarvoor hare admini
stratie ingerigt naar de door den gemeenteraad te geven
voorschriften aan den raad in.
Buiten de begrooting mag geene uitgave geschieden dan
met afzonderlijke voorafgaande magtiging van den gemeente
raad.
Indien het eindcijfer der begrooting moet worden over
schreden biedt de commissie den raad eene suppletoirs be
grooting aan. Af- en overschrijving op posten der begroo
ting van uitgaven mag desgelijks geen plaats hebben dan op
daartoe door den raad verleende magtiging.
De rekening en verantwoording van de ontvangsten en uit
gaven over het afgeloopen jaar, wordt jaarlijks in de maand
Mei door haar aan den raad ter goedkeuring overgelegd.
Art. 7. In de eerste helft der maand Maart van elk jaar
zendt de commissie aan burgemeester en wethouders een be
redeneerd verslag in omtrent hare verrigtingen den toestand
der instelling het getal der verpleegden het aantal der ver-
pleegdagenhet getal der herstelden verbeterden niet ver
beterden en overledenen en al hetgeen verder dienstig wordt
geacht.
Art. 8, De commissie zorgtdat een naauwkeurige staat
opgemaakt en bijgehouden worde van de meubelenhet huis
raad de gereedschappen en hetgeen verder tot het zieken
huis behoort.
Deze staat en de daarin jaarlijks gebragte veranderingen
worden aan het gemeentebestuur medegedeeld.
Art. 9. Het huishoudelijk beheer en de verpleging van
j de zieken worden opgedragen aan eenen vader en eene moe-
1