Jl Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 8 Januarij 18Sü. nieuwe Roomsch Katholieke kerk alhier, een prachtig monu mentaal gebouwaan zijne bestemming werd gewijd. I. Wordt ter tafel gebragt: 1. Een voorstel van burgemeester en wethouders om aan T. van der Werf alhier tot wederopzeggingdoch hoogstens voor één jaar, ingaande den 12 Mei e.k. in huur af te staan de plek grondgelegen aan de St. Anthonystraatzulks tegen een huursomberekend naar 7J) in het jaar. 2 Alsboven om aan F. Vuist voor den tijd van één jaar, ingaande den 12 Mei e.k. in huur af te staan de woning Posthoornsteeg no. 15, tegen een huursom van 125. 3. Alsboven tot intrekking van het raadsbesluit van 24 December 1884no. 6waarbij aan P. Schafraadwed. T. F. de Vries in buur is afgestaan de woning, plaatselijk ge- kwoteerd Raadhuisstraatje no. 5. 4. Alsboven tot stichting van meet- en weeghuisjes en vaststelling van eene verordening op het meten en wegen van granen. De conclusie van het voorstel luidt te besluiten: a. tot het stichten van drie meet- en weeghuisjes, te weten: een op den Oostersingel bij het Vliet, in de nabijheid van de overdekte bank een op de Willemskade noordzijdenabij de gemeenteschool no. 4en een op den wal van den Arendstuintegenover de gas fabriek b. tot goedkeuring en vaststelling van de overgelegde ont- werp-verordeningregelende het meten en wegen van granen, zaden en peulvruchten in deze gemeente. Wordt besloten de voorstellen sub no. 1 2 en 4 ter visie te leggen voor de ledenom ze in eene volgende vergade ring te behandelentevens dat sub 4 te doen drukken in de bijlagen tot het verslag van 's raads handelingenterwijl nog heden zal worden overgegaan tot de behandeling van het voorstel sub 3. II. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen a. dat bij openbare aanbesteding aan H. van der Heide al hier, voor eene som van 7246is gegund het maken van funderingen onder de waterkuipafsluitput en kolommen van een nieuw te maken gashouder bij de gemeentelijke gasfabriek b. dat bij de verhuring met gesloten briefjes voor den tijd van drie jaren de heer mr. P. A. Bergsma huurder is ge worden van het huis Arendstuin no. 41, tegen eene jaarlijksche huursom van 655 c. dat bij openbare verpachting voor 3 jaar zijn gegund de opkomsten 1. die van de Nesserzyl aan J.R. Dantuma, voor ƒ300 per jaar; 2. die van de Yrouwenpoortsbrug aan S. Molenaar, voor ƒ200 per jaar 3. die van de Boomsbrug aan K. J. Hazelhof, voor ƒ122 per jaar; 4. die van de Prins Hendriksbrug aan G. J. van Riezen voor 200 per jaar 5. die van de Wirdumerpoortsbrug aan J. Olijvevoor f 235 per jaar 6 die van de Potmargebrug aan E. M. van Bateles, voor 780 per jaar en voor één jaar de opkomsten van de Verlaatsbrug aan D. Tasma voor ƒ1000; d. dat door ged staten is goedgekeurd het raadsbesluit tot onderhandsche verhuring van diverse gemeente-eigendommen het raadsbesluit tot onderhandsche verhuring van de woning Raadhuisstraatje no. 5 aan P. Schafraad, wed. T F. de Vries; het 2e suppletoir kohier der dir. belasting op het inkomen, dienst 1884* III. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten 1. Voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek van den onderwijzer J. Hiemstra om eervol ontslag. Conform de conclusie van dit voorstel wordt besloten aan J. Hiemstra op diens verzoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan de gemeenteschool no. 4 met ingang van 28 Januarij e.k. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek om eervol ontslag aan mej. J. Cfftrhausonderwijzeres in de handwerken. Overeenkomstig de conclusie van dit voorstel wordt besloten aan mej. J. Offerhausop haar verzoek, eervol ontslag te verleenen uit hare betrekking van onderwijzeres in de hand werken aan de gemeenteschool no. 7 met ingang van den 3 Februarij 1885. 3. Voorstel van burgemeester en ivethouders tot verhooging der jaarwedde van mej. Jtl Buijs, hoofd der gemeenteschool no. 3. Conform de conclusie wordt besloten de jaarwedde van het hoofd der gemeenteschool no. 3, mej. H. Buijs, wegens door haar volbragten 12-jarigen diensttijd te verhoogen met 100 en die alzoo te brengen op 1500, en deze verhooging te doen rekenen te zijn ingegaan den 12 October 1884. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot niet-inwil liging van het verzoek van de firma Bertels en Co. te Amster dam om concessie voor het aanleggen en exploiteren van elec- trische klokken binnen deze gemeente. Den heer Plantenga komt deze zaak van meer belang voor dan zulks bij burgemeester en wethouders het geval schijnt geweest te zijn en daarom is hij bij het inzien der overgelegde stukken teleurgestelddat hij zoo weinig toelichting der zaak heeft gevonden. Spr. stemt het toedat ook de concessie aanvragers weinig motieven tot toelichting omtrent de exploi tatie hebben aangevoerd maar evenmin heeft hem het ant woord van burgemeester en wethouders kunnen bevredigen. Deze putten voornamelijk hun bezwaar uit den termijn van drie jaren die den aanvragers zouden moeten worden ge gund om van de concessie gebruik te maken spr. echter meent wel te mogen veronderstellen dat na eene nadere cor respondentie met de aanvragers in den duur van dezen ter mijn wijziging zal kunnen worden gebragt. Bovendien is nog eene door burgemeester en weth. te berde gebragte omstandigheid n.l. de nog onbesliste vraag of er al dan niet een toren zal worden gesticht. Spr. wil die stich ting nu niet in het debat brengenmaar hetzij men tot dien 780 per jaar; bouw overga, dan is dat toch niet overwegend gei.oeg, om 7 die van de Noorderbrug aan T. van Alberdavoor 180 mede daarom de concessie te weigeren. Indien de raad al per jaar; mogt besluiten om hetzij op de standplaats van den vroege- 8. die van. de Vlietsterbrug aan I. Vermans, voor de bedie- ren Nieuw etorenhetzij op welke andere plaats ook een aingtoren te bouwen, hetgeen spr. niet hoopt, zal het daarop te Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 8 Januarij 1885. 3 plaatsen uurwerk alleen kunnen strekken ten dienste van j hen die in de naaste omgeving wonenterwijl de aanvraag toch mede ten doel heett om klokken aan te leggen en te regelen binnenshuis, dus voor alle ingezetenen. Daarom acht spr. het wenschelijk dat burgemeester en wet houders vooraf nog meerdere inlichtingen van de aanvragers verzoekeopdat de raad beter deze aangelegenheid kunne beoordeelen. De Voorzitter wijst er op, dat, gelijk den heer Plan tenga bekend zal zijn, de eerste aanvraag om concessie zeer kort gesteld was. Het was een brief van drie of vier regels. Burgemeester en wethouders hebben daarop den aanvragers verzocht eene nadere breedere omschrijving te geven van hetgeen verlangd werd en wat daarvoor gegeven zou worden waaraan voldaan is door het tweede, uitvoerige adres. Maar ook daarin geven zij niet duidelijk aan wat zij verlangen en op welke wijze zij werkzaam zullen zijn. Misschien is dat hieraan toe te schrijven, dat de heeren Bertels en Co. niet de personen zijn, die den aanleg zullen uitvoeren, maar meer als tusschenpersonen, als commissionairs zijn te beschouwen. Deze omstandigheden nu, gevoegd bij de in het voorstel aan gevoerde motievenhebben aan burgem. en weth. aanleiding gegeventot niet inwilliging van het verzoek te adviseren. De heer Plantenga blijft bij zijne meening en stelt voor om met de concessie-aanvragers in nadere onderhandeling te treden. Deze motie wordt voldoende ondersteund en in behande ling genomen. De heer van Harinxma thoe ölooten heeft tegen deze motie een overwegend bezwaar. Er is immers reeds aan de heeren Bertels en Cq. gelegenheid gegeven zich te doen kennen als ernstige concessie-aanvragerszij hebben zich daarop wel nader omtrent hunne bedoeling uitgesproken in hun tweede adres, hetwelk bij de stukken is overgelegd, maar daaruit blijktvolgens spr., ten duidelijkstedat van eene nadere onderhandeling geen betere uitslag is te ver wachten. Door het weigeren nu van deze aanvraag wordt den adres santen niet de gelegenheid benomenom later op nieuw en meer gemotiveerd eene concessie aan te vragenmaar spr. vindt het bedenkelijk datnadat zij in staat zijn gesteld na dere inlichtingen te geven en daaruit is gebleken dat zij geene ernstige aanvragers zijnhet gemeentebestuur zich nu wederom tot hen zal wenden en daarmede implicite te ken nen geven, dat het om de tot stand koming van de zaak als het ware vraagt. Daarenboven heeft de ondervinding geleerddat ernstige aanvragers van eene of andere concessie deze met vele kos ten en moeite voorbereiden en vooraf de zaak grondig onder zoeken. Dit nu schijnt door adressanten niet te zijn geschied. Spr. moet er nog op wijzen dat deze zaak niet nieuw is reeds vroeger is eene dergelijke als de hier bedoelde con cessie aangevraagd door den heer Jansma van der Ploeg, welke met een geheim middel de uurwerken wenschte te regelenmaar, ondanks het noodige onderzoek, tot geen goed resultaat is kunnen komen. Wanneer men nu evenwel eenige zekerheid had, dat de zaak tot stand konde komen, dan zou spr. de eerste zijn om daartoe te willen medewerken, maar hij moet zich verklaren tegen het verleenen eener concessiezooals die door adres santen wordt aangevraagd. De heer Troelstra wenscht aan het zooeven gesprokene nog enkele opmerkingen toe te voegen. Een ieder toch zegt hij zal toestemmendat een aanvrager van eene con cessie voor een of andere zaak daaromtrent uitvoerige inlich tingen dient te geven en de voorwaarden over te leggen waarop hij wenscht dat de concessie hem zal worden ver leend. En in verband daarmede meent spr. uii den gevraag- den termijn van beraad van drie jaren te moeten afleiden ten eerste dat de aanvragers met de voorbereiding van de zaak niet gereed zijnen ten tweededat zij toch trachten willen nu maar de concessie te verkrijgen om zoodoende voor die jaren eene ernstige aanvraag van anderen af te snijden. Om die reden acht spr. het niet wenschelijk het verzoek toe te staan. De heer Wiersma heeftbehalve de door de beide vo rige sprekers aangehaalde bezwaren, nog een overwegend bezwaar. Hij acht het verkeerd met wie ook in overleg te te treden over een aanleg van electrische klokken waartoe verbindingen moeten aangelegd worden boven of onder den grond. Dit moet ook plaats hebben bij het aanleggen van telephonische verbindingen, welke zaak heden ook zal worden behandeld. Die beide exploitaties welke verbindingen langs denzelf den weg medebrengen moeten niet ieder afzonderlijk maar in verband met elkander worden beschouwd, anders vreest spr. dat er bij de uitvoering vele moeijelijkheden zullen ontstaan Afgescheiden echter daarvan beschouwt spr. de aanvraag minder eene concessie als wel eene leverantie aan de ge meente. Deze toch zal de klokken moeten betalen. En waar nu reeds met vele kosten op eenige punten in de stad goede klokken zijn aangebragt en welligt een nieuwe toren zal worden gebouwdop welke de wisselende loop des tijds aan alle hoeken der stad zal kunnen worden waargenomendan gelooft spr. dat men in eene stad als deze geene electrische klokken noodig heefthetgeen een ander geval is met ste den als Londen en andere groote plaatsen. Men zou daarenboven treden in eene onbekende en tevens onbestemde concessie-aanvraag, die langdurige corresponden- tiën zoude vereischen, omtrent eene aangelegenheid die zon der nut voor de gemeente is en een onderwerp betreft, waarin reeds voldoende is voorzien. Spr. is dus om een en ander tegen het verleenen der aan gevraagde concessie. De heer Plantenga geeft te kennen, dat de bezwaren van het dagelijksch bestuur, hoe schijnbaar gewigtig ook, hem niet hebben bevredigd, omdat het hem alleen te doen is meerdere inlichtingen te vragen en daarnaar het al of niet wenschelijke en uitvoerbare te beoordeelen. Hij is, in tegen stelling met den heer van Harinxma, van meening, dat men door weigering van deze concessie, voor het vervolg alle andere aanvragen zal afschrikken En wat het bezwaar be treft in den langen termijn van drie jaren gelegen, spr. her haalt het, dat die termijn wel zal kunnen en ook behooren te worden ingekort. Evenmin deelt spr. de opvatting van den heer Wiersma, alsof het hier niet eene concessiemaar eene leverantie geldt. Het is uit de weinige toelichting die men heeft niet ge bleken, of, en zoo ja, hoeveel de kosten van eene eventuele plaatsing van electrische klokken op den openbaren weg zou den bedragen. Die klokken zouden dan natuurlijk strekken

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1885 | | pagina 2