10
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 8 Januarij 1885.
van den concessionaris of wel een deel daarvan te naasten
tegen den prijswaarop die zullen worden geschat door drie
deskundigen van welke een zal worden benoemd door bur
gemeester en wethouders en een tweede door den concessio
naris terwijl de derde zal worden aangewezen door de beide
eerstgenoemden ofingeval daaromtrent tusscheu dezen geene
oveieenstemmiug mocht worden verkregen, door den kanton
rechter te Leeuwarden, uit de personen, ten wier aanzien de ge
voelens tusschen de eerste twee deskundigen zullen zijn verdeeld.
18. De concessionaris is verplicht ingeval de in het voor
gaande artikel bedoelde naasting niet geschiedt en de vergun
ning iutusschen niet is verlengd, tot wegneming van al het
geen zich in of op den openbaren weg en boven en aan de
gemeente-gebouwen bevindt, op de wijze en binnen den ter
mijn daarvoor door burgemeester en wethouders te stellen
bij niet voldoening waaraan dat college de bevoegdheid heeft
zonder eenige andere in gebreke stelling, daartoe voor reke
ning van den concessionaris over te gaan.
19. De concessionaris kiest met betrekking tot alles wat
deze concessie betreft en daarvan een uitvloeisel isdo
micilie te Leeuwarden op eene door bem aan te wijzen en
vóór dat met den aanleg een aanvang wordt gemaakt, aan
burgemeester en wethouders bekend te maken plaats.
6. Voorstel van burgemeester, en wethouders on> in beginsel
te besluiten tot invoering van het verpligt tonnenstelsel in de
gemeente.
De algemeene oeraadslagingen worden geopend.
De heer Dirks vraagt het woord om zijne bezwaren te
ontwikkelen tegen het voorstel, zooals het is liggende.
Vóór dat spr. daartoe overgaatvraagt de heer Star Bus-
mann het woord voor eene motie, om de behandeling van
dit onderwerp te verdagen. Het betreft hier een onderwerp
zegt spr., dat van het hoogste belang is, maar in zijn oog
zeer épineus. Er komt bijdat de tijd voor eene naauwkeu-
rige kennisneming van de stukken zeer kort is geweestna
inzage daarvan is hem geblekendat de raad hier voor eene
lastige zaak komt te staanwelke z. i. meer voorbereiding
behoe d an nu het geval heeft kunnen zijn.
Spr. stelt daarom voor, de behandeling te verdagen en de
zaak te renvoijeren naar de secties.
Deze motie in stemming gebragtwordt aangenomen met
16 tegen 4 stemmen, die van de heeren v. d. Scheer, Plan-
tenga, Troelstra en Duparc.
De Voorzitter stelt voor te bepalen dat het sectie-onder
zoek binnen 4 weken zal moeten zijn afgeloopenwaartoe
besloten wordt.
7. Voorstel van burgemeester en wethouders tot intrekking
van het raadsbesluit van 24 December j l waarbij aan I'.
Schafraad, wed. T. F. de Vries, in huur is afgestaan de wo
ning, plaatselijk gekwoteerd Raadhuisstraatje no. 5
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt dienover-
eenkomstig besloten.
Hierop wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 22 Januarij 1885.
11
Vergadering van Donderdag 22 Januarij 1885.
Tegenwoordig 20 leden.
Afwezig de heer J. v. d. Scheermet kennisgeving.
Voorzitter de heer P. Lycklama a Nijeholt, burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 8 Januarij j.l. gehouden
vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld.
II. Wordt ter tafel gebragt:
1. een voorstel van burgemeester en wethouders om mej.
G. Schuitemaker te benoemen tot onderwijzeres in de hand
werken aan de gemeenteschool no. 7op eene jaarwedde
van ƒ100;
2. een voorstel van burgemeester en wethoudersstrek
kende om aan Maria van Zwolgeboren den 14 Augustus
1804, weduwe van Marten Iiingnalda, in leven kloksteller
dezer gemeenteov«*r het jaar 1885 als tegemoetkoming in
haar levensonderhoud eene gratificatie toe te kennen van 100
3. het rapport der raadscommissie belast geweest met het
onderzoek eener aanvrage van den schuttersraad om magtL-
ging tot af- en overschrijving van posten op de begrooting
der d.d. schutterij dienst 1884.
Hierbij wordt geadviseerd de aangevraagde magtiging te
verleenen.
Wordt besloten deze stukken voor de leden ter visie te
leggenom ze in eene volgende vergadering te behandelen.
III. Mededeeling geschiedt van:
1. dat aan de firma L J Enthoven en Co. te 's Hage is
gegund het makenleveren en stellen van een gegoten ijze
ren gashouderkuipmet pla .tijzeren gashouder enz. ten dien
ste der gemeentelijke gasfabriek voor 33,056
2. dat bij publieke verpachting voor den tijd van één jaar
zijn gegund de opkomsten van het tolhek te Ritzumazijl aan
P. A. Atema voor ƒ423, van dat te Kingmatille aan J.
Posthuma voor 475 en van de Koetille aan H. Hoekstra
voor f 322
3. dat voor de leden ter visie is gelegd het proces-verbaal
van verificatie der kas van den gemeente-ontvanger op den
19 Januarij 1885;
4. eene missive van den heer commissaris des konings in
deze provinciegeleidende een afschrift van een besluit van
den minister van waterstaathandel en nijverheidwaarbij
aan de firma Ribbink van Bork en Co. te Amsterdam tot we
deropzegging vergunning is verleend tot den aanleg en het ge
bruik van voor het publiek bestemde electrische verbindin
gen in deze gemeente;
5. alsbovengeleidende een afschrift van een ministerieel
besluitwaarbij aan de firma Swildens en Kuipers alhier ver
gunning is verleend tot den aanleg en het gebruik van eene
electrische geleiding tusschen haar kantoor en hare fabriek
alhier
6. dat de rog- en weitmoler.genaamd ,de Hoop"voor
de gemeente is aangekocht voor eene som van ƒ1562, bui
ten de op dien aankoop gevallen kosten.
Deze mededeelingen worden voor notificatie aangenomen
7. eene missive van heeren gedeputeerde staten dezer pro
vincie aan burgemeester en wethouderswaarbij deze uitge-
noodigd worden den raad voor te stellen het reglement voor
de bank van leeningvastgesteld in de raadsvergadering van
4 October 1884, te wijzigen in den bij die missive aangege
ven zin
Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant.
8. eene missive van heeren curatoren van het gymnasium
houdende voorstel om aan art. 14 van de verordening voor
het gymnasium als le alinea toe te voegen van de deelne
ming aan laatstgenoemd leervak (de gymnastiek) worden ech
ter vrijgesteld de leerlingen der 5e en 6e klassedie hun
verlangen hiertoe te kennen geven.
Wordt besloten beide laatstgemelde missives ten fine van
prae-advies in handen te stellen van burgemeester en wethou
ders
9. eene missive van het bestuur der vereeniging ,de Am
bachtsschool" naar aanleiding van het heden aan de orde
zijnd voorstel van burgemeester en wethouders om niet over
te gaan tot de reorganisatie van de burgerdag- en avondschool.
Deze missive zal bij de behandeling der zaak in nadere
overweging worden genomen.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten
1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onderhand-
sche verhuring van een plek grondgelegen aan de St. An-
thony straat.
De heer van Sloterdijck heeft wol eenige bedenking
tegen dit voorstel. Hij bedoelt n.l. dat er bij deze verhuring
geringe kans zal bestaan op de instandhouding van clien grond
voor het doel, waarvoor hij oorspronkelijk bestemd is, n.l.
als tuingrond. De tegenwoordige huurder, T. van der Werf,
gaf eertijds wel te kennendat hij dien grond wenschte te
gebruiken tot verbouwing van groenten doch het is geble
ken dat hij dien meer gebruikt als bergplaats voor kisten
manden enz. Het komt spr. voor dat dit niet overeenkomt
met de bestemming van dien grond en het niet ten voordeele
van dat gemeente-eigendom is.
Hij doet daarom nu de vraag of de gemeente die plek grond
niet in eigen gebruik kan houden tot aankweeking van plan
ten ten behoeve der plantsoenenis echter de aanwezige
ruimte voor dat doel voldoendedan zal hij zich niet tegen
het voorstel verklarendaar er toch geene andere huurders
zich hebben aangemeld. Maar voor het geval dat burgemees
ter en wethouders van meening zijndat bij de meerdere
uitgebreidheid der plantsoenen liet gebruik van dien grond
voor de gemeente dienstig zoude kunnen zijn, zou spr. wen-
schen voor te stellen dien te reserveeren en te gebruiken
voor het aankweeken van planten enz.
De Voorzitter deelt nopens het eerste bezwaar van den
geachten vorigen spreker mededat burgemeester en wethou
ders dat niet deelendaar zij niet de ervaring hebben opge
daan dat het tegenwoordig gebruik van dien grond aan dat
gemeente-eigendom nadeel toebrengt.
En wat het tweede punt betreftspr. gelooft weldat de
opzigter der plantzoenen zeer ingenomen zoude zijn met uit
breiding van terrein voor het aankweeken van planten en
bloemen maar zoodanige uitbreiding gaat gepaard met ver
meerdering van kosten voor de plantsoenen waarop bij de
begrooting van 1885 niet is gerekend. Mogt het echter later
blijken dat voor de plantsoenen meer bloemen en planten
noodig zijn en tot aankweeking daarvan het tegenwoordige,
daarvoor bestemde terrein niet groot genoeg isdan is het
wel te verwachten dat burgemeester en wethouders in de
eerste plaats de plek grond in de St. Anthonystraat daartoe
zullen aanwijzen. Vooralsnog is echter dergelijke uitbreiding
niet noodzakelijk.
2