152
Verslag der handelingen yan den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 24 November 1885.
Het eerst is aan de orde de verordening regelende het ge
bruik van de overdekte vischmarkt.
Artt. 1 en 2 worden onveranderd goedgekeurd.
Bij art. 3 wijst de heer Bekhuis er op, dat de laatste
bepaling van dat artikeln.l. „met bijzondere toestemming
van den burgemeester kan ook op zon- en feestdagen ver
koop bij afslag op de vischmarkt plaats hebben niet in de
oude verordening wordt gevonden en vraagt of voor die be
paling noodzakelijkheid bestaat.
De Voorzitter deelt mede dat soms des zaturdags avonds
of 's nachts visch wordt aangevoerddie niet tot maandag
goed kan blijvenvooral des zomers. Enkele malen heeft
spr. dan vergunning gegeven om des zondags morgens vóór
9 uur afslag van visch te doen houden hetgeen tot nu toe
nimmer eenig bezwaar heeft opgeleverd. Burgemeester en
wethouders meenden daarom eene bepaling als deze te kun
nen doen opnemen in de verordening. Het spreekt van zelf,
dat slechts bij uitzondering daarvan gebruik wordt gemaakt.
De heer Bekhuis betuigt zijnen dank voor de bekomen
inlichtingen en heeft nu geen bezwaar meer tegen die bepa-
ling daar dezezooals hij heeft bemerkteene bestendiging van
den bestaanden toestand is en geene bezwaren heeft opgeleverd.
De heer Oosterhoff wenscht naar aanleiding van de door
den Voorzitter gegeven inlichtingen, een en ander in 't mid
den te brengen. Het komt hem voordatwanneer in de
verordening bepaald werd dat alleen op werkdagen afslag
van visch kan geschiedener des zaturdags laat geene aan
voer van visch zoude plaats hebben. Bovendien vergete men
nietdat de vischdie des zondags morgens wordt afgesla
gen ook in den loop van dien dag moet worden verkocht.
Daarom heeft spr. die nieuwe bepaling in dit artikel met be
vreemding gezien. Het is toch in den laatsten tijd duidelijk
aan t licht gekomen dat er bij mannenvan de meest uit-
eenloopende rigting. een streven bestaat, om den arbeid op zondag
zooveel mogelijk te verminderen. Met dit streven is deze nieuwe
bepaling in strijd, waarom hij er zich dan ook tegen zal verklaren.
De heer Minnema Buma heeft ook eenige bedenking
daartegen. De toestand is hem niet regt duidelijk. De Voor
zitter heeft medegedeeld dat vroeger hoewel 't niet bij de
verordening was bepaaldtoch nu en dan vergunning werd
verleend om des zondags voormiddags afslag van visch te doen
houden. Geschiedde dit naar aanleiding van de Zondags
wet spr. kan zich op dit oogenblik de bepalingen dier
wet niet duidelijk te binnen brengen dan ware het beter
den ouden toestand te behouden en de 2e alinea van art. 3
niet in de verordening op te nemen.
De V oorzitter gelooft niet dat door afslag des zondags
morgens den handel in visch in den loop van dien dag wordt
in de hand gewerkt. Het geschiedt alleen danwanneer
daardoor het bederven van den des zaturdags nog laat aan-
gevoerden visch kan worden voorkomen. De afslag is vóór
9 uur voormiddags afgeloopen en zal dus niet te kort doen
aan de zondagsrust. Wat de Zondagswet betreft, spr. meent
niet dat deze wet bij die vergunning van toepassing is geweest.
De burgemeester heeft de bevoegdheid volgens die wet om
vergunning te geven voor ietsdat geen uitstel kan lijden
maar daarom zou de gemeenteraad zeer goed kunnen voor
schrijven dat de vischmarkt op zondag gesloten bleef.
De heer Menalda zou 't ook betreuren wanneer door
het weglaten der gemaakte bepalingde aanvoerders van
visch zouden worden veroordeeld om hunnen visch te zien
bederven. Hij meent, dat door eene kleine wijziging aan de I
j tegenstanders dier bepaling kan worden tegemoetgekomen.
Die bepaling zou n.l. nu ook gelden voor fruit en gevogelte,
waarvoor spoedige afslag niet van zoo groot belang is als bij
visch. Spreker stelt dus als amendement voor om die voor
werpen uit de bepaling weg te laten en deze aldus te lezen:
„met bijzondere toestemming van den burgemeester kan ook
op zon- en feestdagen verkoop bij afslag van visch op de
vischmarkt plaats hebben".
De heer Troelstra heelt van een der vorige sprekers ge
hoord dat de omstandigheid zich kan voordoen dat, indien
geen vergunning tot verkoop op zondag wordt verleend de
aanvoerders van den visch schade zullen lijden. Hij acht die
opmerking volkomen juist. Wordt er te Moddergat en Paesens
in het warme saisoen 's zatur Jags visch aangevoerd, dan wordt
deze veelal 's nachts naar Leeuwarden gebragt en dient die
's zondags te worden verkocht. Verbiedt men dit hier, dan
moet de visch naar elders gebragt wordenDe verkoop zal
dan toch op zondag plaats hebben zoodat de heer Oosterhofif
zijn doeleerbiediging van de zondagsrust, toch niet kan be
reiken. Of wel, de visch zal hier, buiten afslag, langs de
huizen worden rondgeventwant afslag is niet verpligtend
Ook bij het roijeren der aangevallen bepaling wordt dus het
bezwaar van den heer Oosterhoff, wat deze gemeente betreft,
niet opgeheven.
Wat het amendement van den heer Menalda aangaat, spr.
doet dat geachte lid opmerken dat hier zelden of nooit af
slag van gevogelte plaats heeften dat de verkoop van fruit
in het ontwerp hier is opgenomen naar aanleiding van een
soort van publieken verkoop van kersen die nu en dan plaats
had op de Berlikumer markt. Ook afslag van fruit zal wel
bij uitzondering plaats hebbenzoodat hij ook geen reden
weet te vinden waarom men deze van de vergunning zou uit
zonderen. En wanneer de bedoelde bepaling wordt aangeno
men dan zal de burgemeester nog slechts bevoegd zijn om
toestemming te geven tot afslag van een en ander op zon
en feestdagen waarbij men toch zeker wel mag aannemen
dat deze de vergunning niet zal geven dan wanneer de nood
zakelijkheid voor dien afslag hem is gebleken. Spr. zal dus
stemmen voor het onveranderd behouden der bedoelde bepaling.
De heer Minnema Bumadie intusschen de Zondags
wet heeft ingezienleest daar in art. 2 dat op zon- en feest
dagen met uitzondering van geringe eetwaren geene koop
waren hoegenaamd op markten straten of openbare plaatsen
zullen mogen worden uitgestald of verkocht, en dat kooplie
den en winkeliers hunne waren niet zullen mogen uitstallen,
noch met opene deuren verkoopen. De gemeentewetgever
zou dus het afslaan en het verkoopen van visch op zondag
toestaan, wat toch bij de rijkswet verboden is. Spr. stelt
derhalve voor om die bepaling niet op te nemen en dit te
meerdaar bij de Zondagswet het verkoopen op openbare
plaatsen absoluut is verboden en dus noch het plaatselijk be
stuur noch de burgemeester bevoegd isdaarop uitzondering
te maken.
De heer Oosterhoff verklaart, dat het hem zeer goed be
kend was dat de vischook zonder afslagverkocht kan
worden. Hij meent echter dat het niet hetzelfde is, den
afslag op zondag bij de verordening toe te staan of den ver
koop te laten plaats hebben, hetzij men die niet kan of niet
wil tegengaanBovendien is spr. er van overtuigd, dat men
zaturdag niet ligt visch zal aanvoerenwanneer men de ze
kerheid heeft dat ze niet vóór maandag kan worden afgesla
gen. Hij geeft toedat op zich-zelf afslag des zondags vóór
bi
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 24 November 1885.
153
9 uur voorm. niet van zoo groote beteekenis ismaar wan-
neer het motief daartoe is het bederven van den visch te
voorkomen, dan zal het gevolg daarvan zijn, dat de visch in
den loop van dien dag wordt rondgevent. Daarom zou ook
hij de bepaling willen weglaten.
De heer Troelstra ziet juist in de Zondagswet eene aan
leiding om deze bepaling niet uit de verordening weg te la
ten want dan zou de burgemeester niet bevoegd zijn om ver
gunning te geven des zondags den visch bij afslag te verkoo
pen wèl om het venten toe te staan. En spr. achter het
beter om den verkoop van visch zooveel mogelijk op één
plaats te doen geschiedendan er den verderen dag langs de
huizen mede te laten venten.
De heer Star Busmann heeft den heer Minnema Buma
0 a. hooren aanvoeren dat de betrokken bepaling in strijd
zoude zijn met de Zondagswetdie reeds een dergelijk voor
schrift 'behelst. Spr. wil in het midden laten, of naast dat
voorschrift der wet deze bepaling in de verordening niet regts-
geldig zoude kunnen bestaan. Maar er is iets anders. Art
1 toch der Zondagswet spreekt van eene schriftelijke toestem
ming van de plaatselijke regering tot het verrigten van open
baren arbeid op zon- en feestdagen hier in de verordening
wordt in het algemeen gesproken van toestemming, waaron-
'der dus ook eene mondelinge kan worden begrepen. Dat
zoude evenwel eene uitbreiding zijn eener wetsbepalingbij
verordeningdie niet opgaat en uit dien hoofde zoude spr.
zonder wijziging in den aangeduiden zin de verordening on
aannemelijk achten.
De Voorzitter geeft naar aanleiding van het laatst ge
sprokene te kennen dat burgemeester en wethouders voor
stellen in plaats van .bijzondere toestemming" te lezen .schrif
telijke toestemming".
De heer van Sloterdijck wijst er opdat indien de wet
toestemming van den burgemeester toelaatin de verordening
iets zal worden bepaald dat bij de wet reeds is voorgeschre
ven en dat, indien de wet die toestemming niet toelaat, de
verordening met haar in strijd zou zijn. Noch het een noch
het ander is geoorloofd Het eenvoudigste zal dus zijn, om
de geheele nieuwe bepaling te laten vervallen.
De heer Troelstra erkentdat de verordening niet in
strijd mag zijn met de wet. Die bepaalt, dat op zondag geen
openbare arbeid mag plaats hebben tenzij bij gebleken nood
zakelijkheidmet toestemming van het bestuur. Zou het nu
wnscheiijk zijn, herhaalt spr., om, waar de regering volgens
de wet wel bevoegd is om vergunning tot verkoopen te geven,
nu door het weglaten van deze bepaling aan den burgemee
ster de bevoegdheid te ontnemen om den verkoop bij wijze
van afslag te doen plaats hebben
De Voorzitter vestigt nog bovendien er de aandacht op,
dat het hier geene strafverordening geldtdoch alleen eene
regeling van het gebruik van een gemeente-eigendom, waarin
toch zeker wel eene bepaling omtrent den tijd van dat ge
bruik kan worden opgenomente meer wijl het hier geldt
geringe eetwaar, waarvoor uitzondering gemaakt is in de
Zondagswet.
De beraadslagingen over dit artikel worden hierop gesloten.
Het amendement van den heer Menalda wordt nu in stem
ming gebragt en verworpen met 13 tegen 6 stemmen Vóór
stemden de heeren Bekhuisv. d. Scheer MenaldaDirks
v. Sloterdijck en Kuipers.
Het amendement van den heer Oosterhoff, tot weglating van
de laatste zinsnede, wordt daarop in stemming gelyagt en
eveneens verworpen met 13 tegen 6 stemmen. Vóór stem
den de heeren: Bekhuis, Menalda, Busmann, Oosterhoff',
Minnema Buma en van Sloterdijck.
Het artikelzooals het met inachtneming van de heden
aangenomen wijziging is voorgesteldwordt nu zonder hoof
delijke stemming goedgekeurd.
De overige artikelen wat artikel 9 betreft met inachtne
ming van de heden voorgestelde weglating der laatste twee
zinsnedenalsmede de verordening in haar geheelworden
verder zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Daarop komen in behandeling de ontwerp-verordening op
de heffing en die op de invordering van eene belasting voor
het gebruik van de vischmarkt.
Beide ontwerpen leiden noch in hun geheelnoch bij de
artikelen in het bijzonder tot eenige bedenking. Alleen wordt
op voorstel van den heer Troelstra besloten om te bepalen
dat beide verordeningen in werking zullen treden één maand
na de koninklijke goedkeuringin plaats van daartoe den
datum van 1 Januarij 1886 vast te stellen, zooals in de ont
werpen was voorgesteld.
Alsnu wordt besloten navolgende verordeningen vast te stellen
De raad der gemeente Leeuwarden
Overwegende dat er noodzakelijkheid bestaat tot herziening
der verordening regelende den afslag van zeevisch en gevo
gelte aan de vischmarkt te Leeuwarden
Besluit vast te stellen navolgende
VERORDENING regelende het gebruik
van de overdekte vischmarkt te Leeuwarden.
Art. 1. De vischmarkt is bestemd voor den verkoop bij
afslag van vischgevogeltegroente en fruit.
Art. 2. De verkoop bij afslag van het aangevoerde wordt
opgedragen aan een afslager.
De afslager wordt door een opbrenger bijgestaan.
Eene afzonderlijke verordening regelt de inrigting en de werk
zaamheden van het personeel voor de bediening van de vischmarkt.
Art. 3. Dagelijks uitgezonderd op zon- en feestdagen
bestaat er gelegenheid tot het aanvoeren en doen verkoopen
bij afslag op de vischmarkt van visch gevogeltegroente en
fruit. Met schriftelijke toestemming van den burgemeester kan
ook op zon- en feestdagen verkoop bij afslag op de visch
markt plaats hebben.
Art. 4. De afslag geschiedt in den regel des voormiddags
ten negen ure doch kan ook in overleg met den afslager
op andere tijdstippen van den dag worden gehouden.
Art. 5. Iederdie een verkoop van vischgevogelte
groente of fruit op de vischmarkt wenscht te doen houden
doet daarvan aangifte bij den afslager. Deze geeft onmiddellijk
daarvan kennis aan den opbrenger.
Art. 6. Elke verkoop bij afslag op de vischmarkt wordt
vooraf door den stadsomroeper bekend gemaakt.
Art. 7. De volgorde van den afslag wordt door den afsla
ger bij loting geregeld minstens een half uur vóór den aan
vang der verkooping. Belanghebbenden kunnen daarbij tegen
woordig zijn. Zij die na de loting aangifte doen moeten
wachten en worden naar den tijd van aankomst aan de markt
opvolgend geholpen.
Art. 8. De ligplaatsen der schepen met visch gevogelte
groente of fruitvoor den afslag bestemdlangs de visch
markt worden door den afslager geregeld.
Art. 9. De afslager verdeeltnaar gelang van de hoeveel
heid het aangevoerde in verskillende partijen.
Yk wa