176 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van den 19 December 1885. Volgu 79. Rapporteurs stellen voor dezen post met 35 te verminderen en art. 156 met dat bedrag te vermeerderen. De VOOI zitter zegtdat burgemeester en wethouders deze wijziging niet noodig achten. Dit bedrag uitgetrokken voor het herstellen van het plafond in een locaal van de voorma lige hoofdwachtbij de politie in gebruikbehoort meer on der dit volgn. dan onder volgn. 156 waaruit alleen de kos ten van onderhoud der meubelen in de locaïen bij de politie in gebruik worden bestreden en niet van de localen zeiven. De heer Beucker Andreae deelt mede, dat in de 2e sectie de vei mindering van dezen post met 35 is voorgesteldomdat uit de bijlagen van de begrooting blijktdat dit bedrag moet dienen voor stucadoorwerk in een locaaluitsluitend voor de pulitie in gebruik waarom het aan de sectie beter voor kwamom dat bedrag te brengen onder volgn. 156, waar onder gebragt is het onderhoud van de localen bij de polilie in gebruik. De Voorzitter wijst er op dat dit locaal een deel uit maakt van het gebouw waarin niet alleen het politiebureau gevestigd ismaar ook de bureaux voor bevolking en bur gerlijken stand en voor de gemeentewerken. Het onderhoud van het geheele gebouw wordt bestreden uit dezen post; al leen het onderhoud van de meubelen in de bureaux voor de politie wordt bekostigd uit den post onder volgn. 156. Het is ook zeer natuurlijk dat men die gebouwen als een geheel beschouwt Men zou anders in moeijelijkheden kunnen ge raken. Moest er bijv. een nieuwe zolder worden aangebragt. dan zou men kunnen vragenwaartoe behoort zijtot het bureau van gemeentewerken waarvan het de vloer is of van de politiewaarvan zij het plafond uitmaakt. Daarom wordt het onderhoud van het geheele gebouw onder dezen post ge bragt. Men zou evenwel aan het bezwaar van rapporteurs kunnen tegemoet komendoor de bewoordingen van den post volgn. 156, sub e, te veranderen in „onderhoud van meube len in de lotalen bij de politie in gebruik." Wanneer de vergadering zich met die zienswijze vereeuigtzal daartoe straks worden overgegaan. Hierop wordt de post sub volgn. 79 onveranderd goedge keurd. Hoofdst. II, afd. IllX, en hoofdst. Ill, afd. I, artt. 13, volgn. 80102, worden onveranderd goedgekeurd. Volgn. 103 art. 4 afd. 1 hoofdst. III. „Onderhoud van het plantsoen". Rapporteurs geven naar aanleiding van dezen post aan burgemeester en wethouders in overweging om bij eene volgende begrooting eene gedetailleerde opgave te voegen van de uitgaven voor arbeidsloonen in dezen post opgenomen. De Voorzitter geeft de toezegging dat aan dit verzoek in het vervolg zal worden voldaan. Hij moet intusschen me- dedeelendat de uitbreiding die de plantsoenen ook in dit jaar weder hebben verkregenverhooging van dezen post als van zeiven meebrengt. Reeds herhaaldelijk heeft men een arbeider meer tijdelijk in dienst moeten nemenwaarvoor op de begrooting niet was gerekend. Aangezien het noodzakelijk isdat in het volgende jaar die arbeider in dienst zal moe ten worden gehoudenhebben burgemeester en wethouders dezen post verhoogd om daaruit de bezoldiging te kunnen vinden. De heer Bekhuis heeft uit de bijlage gezien, dat onder de zen post is opgenomen een bedrag ad 180 voor ijzeren hekken i om de rondpoints op het Hofsplein. Spr. vraagt of de aan- j brenging van die hekkeu wenschelijk of noodzakelijk is. Zijn die hekkeu niet noodzakelijkdau zou hij ze liever niet zien aangebragt. De Voorzitter deelt mede dat die vraag ook bij burge meester en wethouders is besproken en in bevestigenden zin is beantwoord. Zij achtten die hekjes zeker noodzakelijk tot bescherming van het plantsoen tegen de lieve jeugd en de honden. Zij hebben daarom reeds om een der rondpoints een hek laten plaatsen, en stellen nu onder dezen post een bedrag voor ten einde de beide anderen van soortgelijke hekjes te voorzien. Kon men het goedschiks zonder hekken redden, dan zou men die uitgave gaarne besparen, maar dat gaat niet. De heer Bekhuis dankt voor de inlichting. Hij wenschte alleen te)weten of die hekken noodzakelijk zijn. Men heeft nu met één hek de proef genomen, zoodat hij zich bij het antwoord van den voorzitter gaarne nederlegt. Deze post wordt nu onveranderd goedgekeurd, zoo ook volg- no. 104. Volgno.[ 105. Rapporteurs deelen mede, dat in de 2e sectie een klagt opging over den slechten staat van onderhoud en de weinige zorg aan de reinheid van de publieke urinoirs besteed. De Voorzitter zegt, dat de directeur der gemeente-reini ging uit den aard «ijner betrekking alles in 't werk stelt om die klagten te voorkomen. De urinoirs worden gedurig schoongemaaktgeteerdin één woord onderhouden. Maar de directeur klaagt er van zijn kant overdat het publiek dat onderhoud zeer bemoeijelrjktmen werpt er van alles in. Het personeel is steeds in de weer om dat ongedaan te makendoch het kan niet alle klagten voorkomen. Spreker geeft echter de verzekering dat de directeur er nogmaals op zal gewezen worden en dat hem zal worden opgedragen steeds met de meeste zorg voor de reinheid der urinoirs te waken. Hij geeft nu in overweging om overeenkomstig het voorstel van rapporteursdie 't van burgemeester en wet houders overnamen, dezen post met ƒ700 te verhoogen. De heer van Sloterdijck zal zich hiertegen niet verzet ten maar nu 't hier eene zaak geldtwaartegen wel waar schijnlijk geene oppositie zal gevoerd worden wenscht spr. eene opmerking'[te maken over de wijze w.iarop dit voorstel tot den raad is gekomen. Na afloop van het onderzoek van de begrooting in de sectiën hebben burgemeester en wethouders aan rapporteurs nieuwe voorstellen (spr. gebruikt het woord voorstellen omdat het behalve op dezen post ook ziet op volgen. 108) gezonden. Tegen die voorstellen op zich-zelf heeft spr. geen bezwaar maar nu burgemeester en wethouders het niet noodig oordeel den eene memorie van beantwoording aan te biedenacht spr. dit niet de geschiktste weg om aan den raad een voor stel te doen het zou zelfs gevaarlijk kunnen zijnwanneer het een post goldwaartegen eenig bezwaar te verwachten wasomdat men dau de kans zou loopen dat het voorstel niet werd aangenomen als niet langs den regelmatigen weg bij den raad aangebragt Hij meende 't nu veilig onder de aandacht van burgemeester en wethouders te kunnen brengen, omdat 't hier toch eene uitgaaf betreft, die algemeen wen schelijk wordt geacht. De Voorzitter stemt toe, dat het niet een gewenschte noch een gebruikelijke weg isgewoonlijk toch worden de voorstellen afzonderlijk aangebragt. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 19 December 1885. 177 De aanleiding echter tot deze wijze van handelen is hierin gelegen dat het zaken betreftdie eerst na de opmaking der begrooting bij burgemeester en wethouders in behandeling zijn gebragt. De directeur der reiniging n.l. stelde voor om eenige verandering in de openbare aschbakken aan te bren gen. Dit voorstel is behandeld en goedgekeurd en dit be sluit aan rapporteurs medegedeeld. Burgemeester en wethou ders hadden nu wel hiervan een afzonderlijk voorstel kunnen makendoch meenden 't direct aan de commissie van rappor teurs te kunnen zenden Dit geldt ook van de verhooging van post 108, waarbij ƒ300 meer wordt gevraagd ten einde de stedelijke uurwerken buitengewoon te verbeteren. Het voorstel daartoe is uitgegaan van den oppertoeziener dertijd- regeling en na de opmaking der begrooting door burgemee ster en wethouders behandeld en aangenomen. In den regel wordt evenwel deze wijze van voorstellen niet gevolgd. Hierop wordt, overeenkomstig het voorstel van rapporteurs, deze post met ƒ700 verhoogd, goedgekeurd Bij volgn. 108 deelt de heer Reeling Brouwer mede datzooals door rapporteurs reeds is gememoreerdin de le sectie werd voorgesteld, dezen post met 50 te verminde ren. Rapporteurs meenden aanvankelijk dat dit kon geschie den doch nader inlichtingen hebben de onjuistheid van die becijfering doen uitkomen. Bij besluit van 8 September j l. is door den raad de be trekking van kloksteller opgehevenen diens werkzaam heden opgedragen aan den oppertoeziener op de tijdregeling, wiens jaarwedde toen tevens tot ƒ600 werd verhoogd. De jaarwedde van den kloksteller kwam dus te vervallen en men had dezen post met 400 kunnen verminderen, indien burgemeester en wethouders niet hadden voorgesteld om den post met ƒ300 te verhoogen, wegens noodzakelijke reparatiën aan de gemeente-uurwerken. In verband hiermede stellen rapporteurs nu voor om dezen post met 100 te verminderen. Dienovereenkomstig wordt besloten. Hoofdst. III, afd. I, volgns. 109 -111, worden goedge keurd Bij volgn. 111 zegt de Voorzitter, dat aan de straatver lichting de meeste zorg wordt besteed. In vele straten wer den in den loop van dit jaar de leidingen verbeterd terwijl het aantal lantaarns belangrijk werd vermeerderd. Het voor nemen bestaat om in het volgende jaar daarmede voort te gaan. Volgns. 112120 worden onveranderd goedgekeurd. Bij volgno. 120 stelt de heer Troelstra voor om daarop een nieuw artikel 120a, „toelage aan de beurscommissie 100" te doen volgen, overeenkomstig het raadsbesluit van 10 No vember j.l. Zonder hoofdelijke stemming en discussie wordt daartoe besloten. Volgnos. 121136 worden onveranderd goedgekeurd. Volgno. 137. Rapporteurs stellen voor dezen post ad. 1800 te doen vervallen. De Voorzitter deelt mede, dat burgemeester en wethou ders het met het oog op de veiligheid wenschelijk achtten om langs het Nauw eene balustrade aan te brengen. Ver schillende teekeniugen en plannen waren door den directeur der gemeentewerken over^legd, een der laatsten werd op dit bedrag begroot; anderen waren er, waarvan de uitvoering meer zoude kosten. Wenscht de raad evenwel den toestand te behouden zooals die thans is en dus geen ballustrade te ma ken dan zullen burgemeester en wethouders zich daarbij neêrleggen. De heer Troelstra geeft te kennen, dat de omstandigheid, dat een paar jaar geleden iemand in 't Nauw is gevallen, aan burgemeester en wethouders aanleiding heeft gegeven om de wenschelijkheid te bespreken van door aanbrenging van eene balustrade 'tNauw te beveiligen. Het heeft ook aanleiding gegeven tot adviezen, van den directeur der gemeentewerken, waarvan het gevolg is geweest, dat deze post op de begroo ting is gebragt. Nadat het verslag door rapporteurs was uitgebragt is die zaak weder ter sprake gekomen en de mee ning uitgesproken, dat wanneer de raad van een ander gevoe len was, al wanneer hij den bestaanden toestand veilig genoeg achtte en daarmede de verantwoordelijkheid op zich nam, burgemeester en wethouders er zich bij zouden nederleggen. Zij wenschten echter niet op eigen verantwoordelijkheid den toestand te laten zooals hij is. Overeenkomstig het voorstel van rapporteurs wordt nu be sloten den post onder volgn. 137 te doen vervallen. Volgno. 138 art. 4, afd. VII hoofdst. III. „Herbouw van den Nieuwe- of St. Jacobstoren. Memorie." Rapporteurs stellen voor dit artikel op deze begrooting weg te laten. De heer van Sloterdijck kan zich daarmede niet ver eenigen. Hij ziet in dezen post niet die beteekenis, die er aan wordt toegekend en uit kracht waarvan zijdie den post niet willen, worden genoemd, tegenstanders van den toren bouw. Spr. veroorlooft zich de opmerking dat hier geen sprake is van een torenbouw, naar een ingediend plan, maar alleen van een memoriepost, waarbij geene onderscheiding van voor- en tegenstanders van torenbouw te pas komt. Het is alleen de kwestie, of men gedachte aan de overweging van de zaak zal openlaten of sluiten. Het voorstel tot den torenbouw is indertijd niet aangeno men door wetsduidingmaar waar de bezwaren hoofdzakelijk van finantiëlen aard warengebaseerd op de tegenwoordig min gunstigen toestand der gemeente-finantiëndaar acht spr. 't niet goedom de zaak van de agenda te schrappen en den raad te binden in eene opiniedie eerst over jaren weder kan worden gevraagd. Spr. is daarom voor den memoriepost. De heer Bekhuis is 't in meer dan een opzigt met den vorigen spreker eens. Hij gelooft met dezendat de voor naamste bezwaren van finantiëlen aard waren m. a. w. dat indien de gemeente-finantiëu rooskleuriger waren geweest, het voorstel van burgemeester en wethouders ware aangeno men. Maar let men op den korten tijdsinds de behande ling van dat voorstel verloopengedurende welke de toestand niet is verbeterddan zal men moeten erkennendat nu dezelfde finantiële bezwaren moeten gelden als toen. Men zal z. i niet eerder met een nieuw voorstel over den toren bouw, waarmede spr. op zich-zelf ten hoogste ingenomen zoude zijn kunnen komenvoor dat de finantiële toestand beter isDaarom blijft spr. zich tegen dezen post verklaren. De heer Reeling Brouwer kan niet medegaan met den heer van Sloterdijckomdat z. i. door dezen memoriepost op de begrooting te plaatsen in beginsel tot het bouwen van een toren wordt beslotenterwijl het dan alleen van den stand der finantiën afhangtwanneer hij zal gebouwd wor-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1885 | | pagina 2