190
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 19 December 1885.
daaruit is hem gebleken, dat de lompenbonken enz. tot du
toe verzameld worden uit de geheele afvalmassa en de op
brengst daarvan wordt verdeeld onder een gedeelte der werk
lieden als een tegemoetkoming bij hunne bezoldiging. Zij
ontvangen als belooning f 6.50 per weeken 7 per week
als de persoon met een kar rijdt. In andere gemeenten wordt
het uitzoeken dier zaken aanbesteedmaar dan worden alleen
de goede lompen uitgezocht en de slechte blijven aanwezig
zoodat de specie daardoor veel minder in waarde wordt.
In Utrecht en Haarlem waar men zich bijzonder toelegt
op de verzameling en sorteriug van lompen glasbonken
cokesenz. brengt dit per jaar per inwoner op 31/* a 3%
cent, in Alkmaar en Kampen 2Vï cent en Deventer 0.6 cent.
Voor Leeuwardenwaar veel opkoopers langs de straten
loopen, 2Vi cent aannemende, verkrijgt men ƒ650. In min
dering zoude moeten worden gebragt eene loonsverhooging
van 23 man a J 0.25 per week299
voor wmschen der vodden sorteren enz. 2 vrou
wen a ƒ5 per week260
Te zamen ƒ559
Batig saldo voor de gemeente 100.
Dit bedrag is te gering als men daarbij in aanmerking
neemt, dat de zuiverheid en daardoor de verkoopsvoorwaarde
der mest zou lijdenThans brengt het eigenbelang der werk
lieden mede^ zoo naauwkeurig mogelijk alles er uit te zoeken.
De heer Dijkstra bedankt voor de bekomen inlichtingen.
Hij vindt het aangegeven batig saldo der opbrengst ook niet
hoogmaar het betreft hier ook een beginsel in zake beloo-
niug van het personeel en kan hij die wijze van belooning
niet goedkeurenallerminst bij eene gemeentelijke inrigting.
Daarbij komtdat de opbrengst hooger zou zijn indien de
behandeling der artikelen geschiedden van wege en voor re
kening van de exploitatie en de verschillende soorten lompen
werden uitgezocht, bijeengehouden en in massa verkocht. Nu
tracht iederwat hij krijgtaan den man t.e brengenen
gebeurt dit niet altijd op de voordeeligste wijze Het komt
spr. voor, dat eene andere, betere regeling wenschelijk is.
De heer Troelstra heeft den indruk gekregen, dat de heer
Dijkstra het bedrag van de opbrengst der lompen enz.in
de gemeentekas wenscht te doen storten. Op zich zelf is dat
beginsel juist, maar men moet zich ook de vraag stellen, of
't in de practijk goed zal werken en daardoor niet juist dat
zal worden verkregeuwat de heer Dijkstra niet wenscht.
Deze wil n 1. eene goede sortering, en dat uit de specie ge
haald worde wat er uit moet, omdat anders de compost min
der in waarde wordt. De arbeiders nu hebben bij de tegen
woordige regeling er direct voordeel vandat de s -ecie goed
wordt uitgezocht; verhoogde men hunne beloom gbijv.
met 25 of 50 ct. per week, als schadeloosstelling voor gemis
der opbrengst van de uitgezochte voorwerpen dan zouden
zij een minderen prikkel hebben om goed te sorterendan
wanneer de baten direct in hunne beurs teregt komen.
De heer Reeling Brouwer zegt, dat u Amsterdam juist
die methode wordt gevolgd, maar dat steeds over de compost
aldaar wordt geklaagd.
De discussiën worden hierop gesloteu.
Volgno. 37 wordt onveranderd goedgekeurd.
Een nieuw artikel 37a „winst bank van leening" is in de
2e sectie voorgesteld. Rapporteurs bepalen zich tot deze me-
dedeeling.
De heer van Sloterdijck vindt dat rapporteurs zich daar
bij niet hadden moeten bepalen, en dat zij ten minste de
juiste bewoordingen van het voorstel hadden moeten weer
geven. Zooals het nu is, is 't te kort, en doet afbreuk aan
den goeden zin. Spr. was 't, die in de sectie voorstelde een
nieuw artikel onder volgno 37a aan te brengen, luidende:
„zuivere winsten van de bank van leening," „Memorie." Dat
is een correlatief van den post voor verlies. Spr. doet thans
datzelfde voorstel, doch zal na het straks besprokene nu niet
in nadere motivering treden.
De heer van Harinxma thoe Slooten zal tegen dit
voorstel stemmen, en wel op dezelfde gronden, die zoo dui
delijk door den heer Wiersma zijn uiteengezet. Hij zou ech
ter den heer van Sloterdijck in overweging willen geven om
zich te houden aan de bewoordingen van het reglement
en zijn voorstel aldus te doen luiden„Zuivere winsten van
de bank van leeningdie zullen worden verkregen zoodra
zij werkt zonder bedrijfskapitaal waarvoor interest wordt be
taald." Dit is wel wat langer doch juister. Spr. zal er ch-
ter geen amendement van maken omdat hij toch tegen het
voorstel is.
De heer Bekhuis heeft den heer van Sloterdijck de op
merking hooren makendat rapporteurs zijn voorstel niet
juist hebben weergegeven. Hier kan echter alleen sprake
zijn van een verzuimdoor hem persoonlijk als rapporteur
van de 2e sectie begaanRapporteurs, gaarne willende mede
werken om deze fout te herstellen geven in overweging om
in het nieuwe artikel ook de uitgevallen woorden op te ne
men. Zij stellen nu voor om in het nieuwe artikel van „zui
vere" winst te spreken.
De heer Troelstra wenscht van den algemeenen rappor
teur te vernemen of de commissie het voorstel van den heer
van Sloterdijck ondersteunt. In het rapport is daarvan geen
sprake er wordt alleen mededeeling gedaan. Spr. zou gaarne
weten wat de bedoeling is.
De heer Bekhuis verklaart namens zijne mede-rappor
teurs, dat de commissie het voorstel ondersteunt.
Het gewijzigd voorstel daarop in stemming gebragt, wordt
aangenomen met 13 tegen 7 stemmendie van de
heeren Menalda, Dirks, Oosterhofï^ Troelstra, C. W. A. Buma,
Wiersma en van Harinxma.
Hoofdstuk IYartt. 1—20, hoofdstuk V, afd. I en II,
volgnos 38—59 worden goedgekeurd onder verhooging van
den post onder volgno. 50 met 50, in verband met de ver
hooging van den post onder volgno. 178 met ƒ100, aange
zien het rijk voDr de helft in die uitgave bijdraagt.
Alsnu wordt volgno. 225, post voor onvoorziene uitgaven
in verband met de aangebragte wijzigingenvastgesteld tot
een bedrag van ƒ5110,
De balans der begrooting wordt da rop voorloopig vast
gesteld als volgt
Inkomsten ƒ1.018,933.04.
Uitgaven - 1,018.929.
Waarschijnlijk saldo f 4.04.
Hierop wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 22 December 1885.
191
Vergadering van Dingsdag 22 December 1885.
Tegenwoordig 20 leden.
Afwezig denbeer dr. Jac. Baart de la Faille, met kennis
geving.
Voorzitter de heer P. Lycklama a Nijeholt, burgemeester.
I. De notulen vau de vorige op Zaturdag j.l. gehouden
vergaderinglworden gelezen en onveranderd goedgekeurd.
II Wordt medegedeeld
1. Dat door ged. staten is goedgekeurd het raadsbesluit
tot verhuring van de woning St. Jobsleen, no. 255.
2. Dat bij de op 19 December j.l. gehouden aanbestedingen
a. 1. Naufca Andreae Jr. aannemer is geworden van de le
vering van bureaubehoeften, naar 25 pet. beneden het tarief;
b. dat de gunning van de levering van bindwerken ééne
week is aangehouden
c. dat voor het bouwen van een gymnastieklocaal in de
Schoolstraat aannemer is geworden W. Ketelaar, voor 6269;
d. dat voor het veranderen van de voormalige gemeente
school 110. 11 tot gymnastieklocaal aannemer is geworden J.
Dokter, voor ƒ83.1
e. dat het maken leveren en stellen van gymnastiektoe-
stellen voor de verschillende gymnastiekscholen is gegund aan
J. Dokter, voor ƒ2397.
3. Dat zijn verpacht de opkomsten van
het tolhek te Ritzumazijl aan P. Atema voor één jaar,
voor 357
het tolhek te Kingmatille voor drie jaar aan J.
Posthumavoor ƒ470 per jaar;
c. het tolhek te Koetille voor drie jaar aan H. Hoekstra
voor ƒ353 per jaar.
III. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten:
1. Benoeming van een lid van het collegie van curatoren
van het gymnasium.
Door curatoren worden ter vervulling der vacature, te ont
staan door het aftreden van den heer mr. J. Minnema Buma
die niet weder in aanmerking wenscht te komen aanbevolen
de heeren :*fl.*dr. M. van Staveren 2. mr. E.'^Koningen
3. mr. I. Wolff
Eerstgenoemde wordt met algemeene (20) stemmen verkozen.
2. Benoeming van een ambtenaarlvan den burgerlijken stand.
De heeren F. Plantengamr. J. Minnema Buma en mr.
J. Dirksleden dezer vergadering en ambtenaren van den
burgerlijken stand hebben den voorzitter'Schriftelijk verzocht
deze benoeming heden aan de (orde te stellen om te voorzien
in de vacature ontstaan door het bedanken van den burge
meester voor die betrekking.
De heer Planteuga heeft het woord ^gevraagd om nader
toe te lichtenwaarom dit voorstel op zoo ongewone wijze
den raad heeft bereikt. De tegenwoordige ambtenaren van
den burgerlijken stand stelden er belang in dat de vacature
die met 1 Januarij e.k. ontstaan zalwijl de burgemeester
tegen dien datum zijn ontslag als ambtenaar van den burger
lijken stand heeft gemeend te moeten nemen, tijdig werd vervuld.
Zij hebben met de indiening van dit voorstel gewacht tot
dat de voorzitterwiens taak het toch is om voorstellen te
doen tot de vervulling van vacatures, die er in de gemeen
tehuishouding ontstaanzulks zoude hebben gedaan. Nu de
BIJVOEGSEL BEHOORENDK BIJ DK LEEUWABDEB COÜBANT.
voorzitter dat evenwel niet gedaan heeftgebruiken de tegen
woordige functionarissen de laatste vergadering van het jaar,
om te trachten de vacature met den 1 Januarij vervuld te
zienniet zoo zeer omdat zij tegen vermeerdering van werk
zaamheden opzienmaar wel om een geregelde gang daarin
te houden. Met leedwezen hebben zij indertijd de mededeeling
van den burgemeester ontvangen, dat hij meende te moeten be
danken nadat hij pas in September 1.1. tot die betrekking
was benoemd. Vooral omdat zij het ge wenscht achten, en
blijkens de toen gehouden stemming deelde de raad dat ge
voelen dat een lid van het dagelijksch bestuur ambtenaar
van den burgerlijken stand zoude wezen. De bureaux immers
van den burgerlijken stand zijn in het gemeentehuis; die tak
van werkzaamheid behoort bij de gemeente-administratie, dus
zou het vreemd zijn dat die werd overgelaten aan een lid
van den raaddie niet uit den aard zijner betrekking ten
allen tijde op het gemeentehuis kan zijn. Spr. brengt hulde
aan den ijver en de accuratesse van den ambtenaar op het
bureau met wien hij gedurende de jaren dat hij de eer heeft
ambtenaar van den burgerlijken stand te zijn geweestmet
genoegen heeft zamengewerktmaar er kan gedurig verwisse
ling van personeel plaats hebben en dan verdient het aan
beveling dat een lid van het dagelijksch bestuur het toezigt
houdt op de werkzaamheden op die bureaux en op den ge-
geheelen gang van zaken aldaar.
Dit een en ander strek ke tot toelichting, waarom dit voor
stel op eene eenigzins onregelmatige wijze tot den raad is ge
komen.
De heer Dirks ondersteunt de zienswijze.van den heer
Plantenga. Hij wenscht er nog iets bij te voegen. Toen in
eene vorige vergadering het voorstel van den voorzitter aan
de orde was om nog twee ambtenaren te benoemenis door
den heer Plantengaals spr. zich wel herinnerd medege
deeld dat tu8schen hem en den burgemeester was overeen
gekomen dat deze de werkzaamheden van den burgerlijken
stand zoover die op het gemeentehuis werden verrigtop
zich zou nemen en de heer Plantenga het voltrekken der
huwelijken zou waarnementerwijl de overige ambtenaren
den heer Plantenga daarin, zoonoodig, zouden steunen. Tot
nu toe is dat goed gegaan. Nu zal men echter met 1 Janu
ary 1886 in eene andere phase treden. Onder de ambtenaren
toch zal er niet één zijndie dagelijks op het stadhuis
komtwie van hen zal dan verantwoordelijk gesteld worden
voor het teekenenhet parapheren der stukken en het gel
delijk beheervraagt spr. Het ligt toch in den aard der
zaakdat een lid van het dagelijksch bestuur daarmede wordt
belast. Voor de gewone leden van den raadambtenaren
van den burgerlijken standis ook dit eene gratuite waar
neming terwijl de leden van het dagelijksch bestuur in al
len gevalle eenige belooning genieten. Gene offeren hun
tijd op en stellen zich bovendien bloot aan onaangenaamhe
den. Zij zien niet op tegen de werkzaamhedenmaar geen
hunner kan billijkerwijze verantwoordelijk gesteld worden voor
de andere werkzaamheden buiten het voltrekken der huwelij
ken. Een lid van het dagelijksch bestuur is daarvoor de
aangewezen persoon en de andere ambtenaren moeten wor
den aangewezen om hem te assisteren bij het voltrekken van
de huwelijken.
Hierop worden de beraadslagingen gesloten en wordt tot
stemming overgegaan.
27