Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den ld Jauuarij 188G. ement van 1878, waarop deze grond zou voorkomen gelijk dit het geval is met tal van andere voorwerpen, stegen, goten, enz. die allen, ten gevolge van wetsduiding, als waterstaatswerken zijn te beschouwen. De heer Dirks moet dit overigens even goed als spr. wetendaar hij met den heer van Sloterdijck en spr. eeuige jaren geleden uitmaakte de door den raad benoemde commissie tot voorbereiding der nadere vaststelling van den genoemden staat. Spr. zou deze plek grond o]) zicli zelf geenszins een waterstaatswerk willen noe men zelfs niet in het vooruitzigtdat er misschien eerlang een waterwerk op zal verrijzen. De heer Reeling Brouwer komt terug op hetgeen hij reeds zeide. De bezwaren van den heer van der Scheer acht hij niet ongegrond; doch omtrent het doel van een hoog reservoir maakt men zich eene verkeerde voorstelling. Dit dient om liet water, dat te veel wordt aangevoerd door de machine, te verzamelen 0111 bij meerder verbruik in de stadsleidingen te vlocijenwanneer de machine stilstaat, of geen voldoende hoeveelheid water levert. De gegevens echter ter beoordeeling van een en ander zijn z. i. te beperktwaarom spr. dan ook voorstelt om de be slissing in dezen tot eene volgende vergadering te verdagen, waardoor de leden in de gelegenheid zullen zijn, meerdere in lichtingen omtrent andere plaatsen voor den toren in te winnen. De Voorzitter verklaart dat de bezwaren van den heer van der Scheer in werkelijkheid niet bestaan. De openingen, die volgens dezen in den toren zouden worden aangebragt, zullen niet bestaan, liet zal een digte toren worden. En wilde men al lichtgaten hebben, dan kunnen deze toch zoo gemaakt worden, dat de lucht en met deze bacte riën niet kunnen toetreden. De opvatting van den heer Brouwer, als zou de toren al leen dienen tot. reservoir voor het overtollige water, acht spr. niet juist. 1 let water dat van buiten wordt aangevoerd wordt eerst in den toren opgevoerddaardoor wordt een drukking verkregenvoldoende 0111 het water i 11 de verschillende bui- zenleidingen op te voeren en het naar de hoogste gedeelten der huizen te brengen. Had men hier een terrein als bij Arnhemwaar het reservoir in een liooger gelegen gedeelte bij de stad is aangebragt en op die wijze een natuurlijken druk uitoefentdan zou men misschien geen toren behoeven te bouwen. De motie van den heer Reeling Brouwer wordt voldoende ondersteund en in behandeling genomen. De Heer Troelstra kan zich met deze motie niet vereenigen. Hij is er voor zicli zelf van overtuigd dat deze voorgestelde plaats niet de geschiktste is in het belang van de gemeente en dat wel een ander terrein is te vinden. Hij zal dus stemmen tegen de motie enmogt die worden verworpen, evenzeer tegen het voorstel. Heeft hij reeds aangekondigd dat hij bij de behandeling der onderdeelen van de conclusie een amendement daarop zoude voorstellen zoo deelt hij nu mede, dat hij 11a de bezwaren door de heeren v. Eijsinga en Brouwer te berde gebraadvan dat voornemen afziet. Hij zal ziclizooals hij zeide bepalen tot het stemmen tegen het voorstel. Wanneer dit toch niet wordt aangenomen dan zal daarvan het gevolg zijn dat burgemeester en wet houders een nieuw voorstel zullen moeten aanbieden. Zij hebben dan de gelegenheid 0111 de verschillende aandui dingen voor eene plaats voor den watertoren met den direc teur der gemeentewerken te besprekenvooral ook met het oog op mogelijke technische bezwaren waarna dan eene andere plaats kan worden voorgesteld, llij gelooft dat men hiermede verder komt dan met de verdaging der behandeling. Straks is door den Voorzitter er op gewezendat er eenige haast is bij de afdoening dezer zaak, maar waarneer nu toch de concessionarissen tot 20 Mei voor de indiening van hun ontwerp den tijd hebbenterwijl burgemeester en wethouders binnen twee maanden 11a die indiening hunne beslissing daar omtrent moeten geven en binnen 14 dagen daarna de waar borgsom moet gestort zijndan hebben de concessionarissen toch tijd en gelegenheid genoeg 0111wanneer eene andere plaats mogt worden aangewezenin hun ontwerp de daardoor noodzakelijk geworden wijzigingen aan te brengen. Deze zul len tocli van weinig invloed kunnen zijn op het eigenlijk buizennetmaar alleen het punt van aansluiting betreffen. De Voorzitter verwijst naar art. 6 der voorwaardendat handelt over het indienen van de technische plannenwelke de heer Troelstra zich zoo gemakkelijk voorsteltdoch inder daad Y niet zijn. Dat artikel bepaalt o.a. dat de concessiona rissen binnen zes maandennadat zij de concessie hebben aanvaardaan het gemeentebestuur zullen aanbieden het vol ledig technisch ontwerpbehoorlijk uitgewerkt met plannen en teekeningen van alle werken van af en met inbegrip der prise d' eau tot aan en in de gemeente Leeuwarden. Er is dus wel veel verbonden aan het indienen van een technisch ontwerp. De heer van Sloterdijck kan in afwijking van de gronden door den heer Troelstra ten nadeele van de motie aangevoerd, een grond ten voordeele daarvan releverendie in overeen stemming is met het denkbeeld van den heer Troelstra. Deze wenscht den raad op den regten weg te houdenmaar spr. gelooft dat men juist bij een uitstel der beslissing meer op den regten weg zal blijven. Want wordt liet voorstelzooals de heer Troelstra wenschtverworpendan wordt daarmede beslist dat de toren niet op de onderwerpelijke plek grond zal verrijzen. Dit is echter niet gewenscht. De raad moet de bevoegdheid behouden omna nogmaals de zaak te hebben overwogen en te hebben nagegaanof er niet eene andere plaats zonder technisch bezwaar is aan te wijzen, toch nog ten slotte dit terrein te kiezen. Daarom is spr. voor de motie tot uitstel, in het vertrouwen tevens dat dit door burgemeester en wethouders zal worden benuttigd voor een onderzoek naar andere geschikte plaatsen. Hierop worden de beraadslagingen gesloten- De motie van den heer Reeling Brouwer tot uitstel der beslissing wordt nu in stemming gebragt en aangenomen met 12 tegen 8 stemmendie van de heeren Plantenga, Troelstra, Kuipers, Andrea;, Menalda, Dijkstra, Dirks en van Harinxma. De heeren de la FailleC. W. A. Buma en van Eijsinga verlaten de vergadering. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders tol onderhand- sche verpachting van de opkomsten der bruggelden geheven wordende voor het draaijen van de Verlaaisbrug. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten Burgemeester en Wethouders te magtigen behoudens goed keuring van Gedeputeerde Staten aan Douwe Tasma alhier onderhands voor den tijd van twee jarenin te gaan den 12 Mei 1886 te verpachten de opkomsten der bruggelden ge heven wordende voor het draaijen van de Y erlaatsbrug tegen den tegenwoordigen pachtprijs ad /'1000.per jaar en op nader door lien vast te stellen voorwaarden. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders om de plek tuingrond aan de St. Anthony straat te bestemmen voor kweekerij van planten en bloemen. Daarbij wordt voorgesteldde plek tuingrond aan de St. Anthony straat te bestemmen voor kweekerij van planten en bloemen ten behoeve der gemeentelijke plantsoenen en in ver band daarmede het verzoek van T. van der erf, poelier alhier, 0111 dien grond weder voor een jaar onderhands te huren, als niet voor inwilliging vatbaar, te wijzen van de hand. De heer Duparc wenscht eene vraag te doen. In de praemissen van het voorstelalsook in liet advies van den directeur der gemeentewerken wordt gewag gemaakt van liet voornemen om van dit terrein een gedeelte at te nemen voor den aanleg van een toegangsweg naar het belen dend gymnastiek-locaal. In de conclusie staat evenweldat de plek grond bestemd zal worden voor kweekerij van planten en bloemenmaar er wordt van den toegangsweg geene melding gemaakt. Xu vraagt spr., of het toch in de bedoeling ligt om dien toegangs weg over den grond aan te leggen. Zoo jadan had hij beter gevonden dat de conclusie in dien zin luiddedat de plek grond voor zoo veel noodig voor kweekerij zal worden bestemd. De Voorzitter wijst op het thans nog geldende contract met den tegenwoordigen huurder van der Werf geslotenwaarbij de gemeente zich de vrije beschikking over eene strook grond van het verhuurde heeft voorbehoudenvoor den aanleg van een toegangsweg naar gemeld lokaal. Reeds hebben burge meester en wethouders het maken van een overdekten gang aanbe steed. De grond, in het voorstel bedoeld en omschreven, om vat niet hetgeen er voor de overdekte gang noodig is. Spr. vertrouwt hiermede den heer Duparc voldoende te hebben in gelicht. Yerslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 12 Januarij 1886. Het voorstel wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 5. Het Ie suppletoir kohier der directe belasting cp hel in komen dienst 1885. De voorzitter doet in verband met de behandeling van dit punt de openbare vergadering tijdelijk in eene met gesloten deuren overgaan. 7 Na heropening der openbare vergadering wordt zonder dis cussie ön hoofdelijke stemming het tweede suppletoir kohier der directe belasting op het inkomen, dienst 1885, vastgesteld met ecu belastbaar inkomen van 17233.115 en een totaal der aanslagen ad 606.60s. Hierop wordt de vergadering gesloten. GEDIU'KT HIJ Li Ui L. HOLKSTEI.W - LEJÏL WAUÜEjf.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1886 | | pagina 4