,r.f rl
Vergadering van Dingsdag den 22 Junij 1886.
Mr
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 22 Jutiij ISSC.
Tegenwoordig 16 leden.
Afwezig de heeren Mr. .T. DirksA. DuparcMr. .T. S.
baron van Harinxma thoe Slooten en Mr. C. W. A. Bunia
allen met kennisgeving.
Voorzitter de heer P. Lycklama a Nijeholtburgemeester.
I. 11e notulen van de vorige op 8 Junij j.l. gehouden
vergadering worden gelezen en onveranderd goedgekeurd.
II. Wordt aan de vergadering medegedeeld en voor ken
nisgeving aangenomen
1. dat de heer T. Ottema heeft berigt de benoeming tot
lid van den raad niet te kunnen aannemen.
De Voorzitter deelt mede dat de nieuwe verkiezing is be
paald op Donderdag den 1 Julij e.k. en de herstemming zoo
noodig op 15 Julij d. a. v. eu brengt in herinnering dat dooi
den raad de stembureaux zijn aangewezen voor de verkiezing
van een lid van dat collegie ter vervanging van wijlen Mr.
H. Wiersma, zoodat de stembureaux, die voor de verkiezing
op 15 Junij j.l. voor een lid van den gemeenteraad zitting
hebben gehad, zich ook voor de nieuwe verkiezing beschikbaar
moeten houden, terwijl de overige leden zoo noodig als plaats
vervangers optreden.
2. dat bij publieke aanbesteding het verrigten van eeuige
werken aan de gemeentelijke gasfabriek is gegund aan JDokter
alhier voor ƒ1995.
3. dat door gedeputeerde staten zijn goedgekeurd de raads
besluiten tot wijziging der gemeentebegrooting dienst 1886 en
tot vaststelling van het plan eener geldleening.
4. eene dankbetuiging van den heer G. Roker voor de
verhooging zijner jaarwedde wegens zijn 25-jarigen diensttijd
als hoold eener gemeenteschool alhier.
III. Wordt ter tafel gebragt
1. Een voorstel van burgemeester eu wethouders tot het
verleenen van eervol ontslag aan den heer Jhr. Mr. D. O. Engelen
als lid der commissie van toezigt op het lager onderwijs.
Dit voorstel is op den oproepingsbrief vermeld en zai heden
nog worden behandeld.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot wij
ziging der verordening op het gymnasium.
Daarbij wordt voorgesteld om artikel 14 2e lid dier veror
dening in dien zin te wijzigen, dat de bepaling voortaan luide:
Buiten de leerlingen kunnen met vergunning van curatoren
als toehoorders worden toegelaten zijdie afzonderlijke lessen
in hoogstens drie vakken verlangen te volgen."
Dit voorstel wordt ter visie gelegd, om in eene volgende
vergadering te worden behandeld.
3. Het verslag der Maatschappij tot exploitatie van staats
spoorwegen over 1885.
Wordt voor de leden ter visie gelegd.
4. Negentien reclames tegen aanslagen in de directe be
lasting op het inkomen, dienst 1886.
Worden gesteld in handen van de commissie voor de reclames.
5. Een adres van den heer E. Eontein Tuinhout om eer
vol ontslag als gemeente-archivaris.
Burgemeester en wethouders stellen naar aanleiding hiervan
voorom den heer F. Fontein Tuinhout overeenkomstig zijn
verzoek met ingang van 1 Julij e.k. eervol ontslag te verlee
nen uit gemelde betrekking.
Dit voorstel zal heden nog worden behandeld.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten.
1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verbe
ven van eervol ontslag aan den heer dhr. Mr. 1). O. Engelen,
a/s lid der commissie van toezigt op het lager onderwijs.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform dit
voorstel besloten
aan den heer Jhr. Mr. D. O. Engelen eervol ontslag te
verleenen als lid der commissie van toezigt op het lager on
derwijs, onder dankbetuiging voor de belangrijke diensten door
hem aan het onderwijs in deze gemeente bewezen.
2. Benoeming van een onderwij zei- aan de gemeenteschool no. 9.
Op de voordragt komen voor: 1. J. Stapert, te Franeker,
2. II. Dokter te Beilen en 3. G. Wind, te Oldeouwer.
Het resultaat der gehouden stemming is, dat met algemeene
(16) stemmen, eerstgenoemde voor gemelde betrekking wordt
benoemd.
De datum van infunctie-treding zal nader door burgemeester
en wethouders worden vastgesteld.
3. Voorstel van burgemeester en ■wethouders naar aanleiding
van een verzoek van den heer F. Fontein Tuinhoutom eervol
ontslag als gemeente-archivaris.
Burgemeester en wethouders stellen voor om genoemden
ambtenaar overeenkomstig diens verzoek met ingang van 1 Julij
e.k. eervol ontslag uit zijne betrekking te verleenen.
De heer Kuipers heeft geen bezwaar tegen hel, verleenen
van het eervol ontslag, maar wel tegen den voorgestelden da
tum van ingang, welken hij wel op den 1 September e.k.
wenschte gesteld te zien, waartoe spr. het voorstel doet, omdat
hij den tijd tusschen heden en den 1 Julij te kort vindt.
De heer van Sloterdijck heeft uit de door den lieer Kuipers
gegeven adstructie niet kunnen opmaken, waarop diens bezwaar
tegen den voorgestelden datum steuntis het alleen omdat
die zoo spoedig invalt of heeft dat geachte lid een gemeente
belang er bij op het oog? Spr. is van meening dat dewijl
adressant gevraagd heeft het ontslag den 1 Julij te doen in
gaan en burgemeester en w ethouders daartoe het voorstel doen
C
er voldoende motieven zijn om met dat voorstel mede te gaau.
De heer Kuipers herinnert zich met hoeveel zorg indertijd
de benoeming van een archivaris is voorbereid en wanneer nu
den titularis tegen een zoo kort ophanden zijnden termijn
ontslag werd verleend, zou spr. dat een veel te vlug heengaan
noemen. Had adressant zijn verzoek eenigen tijd vroeger in
gediend, dan zou spr. tegen dien datum geen bezwaar hebben;
nu echter vindt hij dien te kort.
De heer Troelstra kan niet ontkennen, dat voor het bezwaar
van den heer Kuipers iets te zeggen valt, maar moet er toch
op wijzen, dat indien het ontslag niet met ingang van 1 Julij
werd verleend, adressant Waarschijnlijk toch een verlof van
4 a 6 weken zoude vragen; zooals vele ambtenaren, wier werk
kring dit toelaat en die het om hunne finantiën niet behoeven
te laten, plegen te doen. Neemt men dit in aanmerking, dan
blijft er niet veel over van den termijn door den heer Kuipers
voorgesteld.
De secretaris heeft mede geen bezwaar tegen het ontslag
met 1 Julijwaarom spr. meent dat het verzoek kan worden
toegestaan.
Den heer van Sloterdijck heeft de bekomen inlichting van
den heer Kuipers niet geheel bevredigd. Die spreker grondt
alzoo zijn bezwaar tegen het voorstel van burgemeester en
wethouders op de opvatting, dat een ambtenaar een behoorlij
ken termijn bij zijn verzoek om ontslag in acht dient te nemen,
maar heeft niet gemoveerddat die termijn zoo groot moet
zijn, dat de raad voldoende gelegenheid zal hebben om in dien
tijd een opvolger te benoemenen evenmin eenig ander ge
meentebelang aangewezen, hetwelk een ruimen termijn wen-
schelijk zoude maken.
liet is dus eene kwestie van opvatting. Men mag echter
hiertegenover wel in aanmerking nemendat men van een
demissionair ambtenaar niet langer den ijver kan vorderen, dien
men anders van hem verwacht, en dat hij niets aanvangt, wat
hij binnen den gestelden termijn niet zou kunnen voltooijen.
Daarom ziet spr. geen bezwaar in het voorstel van burge
meester en wethouders en zal hij zich tegen het amendement
verklaren.
De beraadslagingen worden hierop gesloten.
Het amendement van den heer Kuipers wordt in stemming
gebragt en verworpen met 14 tegen 2 stemmen, die van de
heeren Kuipers eu Oosterhoff.
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt nu
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
4. Rapport der reclame-commissie omtrent bezwaarschriften
tegen aanslagen op het primitief kohier der directe betasting
op het inkomen, dienst 1886.
In verband met de behandeling van dit punt doet de voorzit
ter de openbare vergadering in eene met gesloten deuren ovenraau.