BESLUIT tot heffing van regten aan de
Waag te Leeuwarden.
VERORDENING, regelende de invorde
ring der aan de Waag gelieven
wordende regten.
86
Verslag der handelingen van den gemeenteraad
te Leeuwardenvan den 14 September
6. Regeling van de rangorde van zitting in de vergadering.
Bij loting wordt toegewezen
plaats no. 1 aan den heer G. Menalda.
II
ii
2
II
n R. H. Dijkstra.
II
n
3
u
II
u H. Kuipers.
II
11
4
u
het
nieuw te verkiezen raadslid.
II
u
1!
5
n
den
heer Mr. E. Star Busmann.
II
6
n
u
11
Dr. J. Baart de la Faille.
u
II
7
n
W. J. Oosterhoff.
ii
8
n
n
u H. Beucker Andre®.
11
II
9
u
n
Mr. J. Dirks.
u
II
10
u
11
J. J. Brunger.
n
II
11
u
n
Jhr. Mr. C. v. Eijsinga.
n
II
12
u
n
F. Plantenga.
1/
II
13
n
n
u Mr., J. Minnema Buma.
11
II
14
n
11
n Mr. J. C, Meijer.
n
II
15
11
11
J. F. H. Bekhuis.
yy
16
yy
yy
J. v. d. Scheer..
yy
17
yy
yy
A. Duparc.
yy
yy
18
yy
yy
Mr. J. L. van Sloterdijck.
7. Verdeeling van den Raad in sectiën.
Be gehouden loting heeft tot uitslag dat worden aangewezen:
a. tot leden der Te sectie, waarvan de burgemeester voor
zitter is, de heeren Dr. J. Baart de la Faille, Mr. J. L.
van SloterdijckMr. E. Star BusmannMr. .T. C. Meijer
H. Kuipers, het nieuw te benoemen raadslid en Mr. J. S. baron
van Harinxma thoe Slootenwethouder.
b. Tot leden der 2e sectie de heeren Mr. J. Dirks, W.
J. Oosterhoff, A. üuparc, J. J. Brunger, H. Beucker A tul re»,
J. F. H. Bekhuis en tot voorzitter de heer J. Troelstra wet
houder.
c. Tot leden der 3e sectie, de heeren Jhr. Mr. C. van
Eijsinga, R. H. Dijkstra, G. Menalda, J. van der Scheer, Mr.
J. Minnejna Buma en F. Plantenga eu tot voorzitter de heer
Dr. N. Reeling Brouwer, wethouder.
8. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het op nieuw
vaststellen van het besluit tot heffing- en van de verordening op
de invordering van regten aan de waag, (zie bijlage no. 10
tot het verslag van 's raadshandelingen).
Geen der leden verlangt het woord te voeren noch over
het voorstel in het algemeen noch over de overgelegde ont
werpen in het bijzonder en de daarbij behoorende memorie
van toelichting.
Alzoo wordt onveranderd vastgesteld navolgend
Be raad der gemeente Leeuwarden
Overwegende dat er noodzakelijkheid bestaat tot nieuwe
vaststelling van het besluit tot heffing vau regten aan de waag
Gelet op art. 20 der verordening regelende het gebruik van
het waaggebouw en op de artikelen 238 en 254 der ge
meentewet
Besluit
Art. 1
Voor het wegen en verwerken der aan de waag aangevoerde
waren is verschuldigd
BOTER.
Van elk 1/% vat
u Vs n
h u Vis
f 0.16
-0.08
-0.04
KAAS,
Van elke partij van 121/2 kilogram of minder
Boven de 121/2 tot en met 25 kilogram
u n 25 n u n 50 n
Van elke meerdere 50 kilogram of minder
f 0.02
-0.03
- 0.08
- 0.06
WOL.
Los of gepakt in zakken van minder dan 150 kilogram
Van elke partij van 121/3 kilogram of minder f 0.021/a
Boven de 1272 tot en met 25 kilogram -0.04
a n 25 n n 50 n 0.09
Van elke meerdere 50 kilogram of minder - 0.07
Gepakt in balen of zakken, die per stuk 150 kilogram ot
meer wegen
Van elke baal of zakf 0.30
GESLAGT VEE en alle andere NATTE
en DROOGE WAREN.
Van elke partij van L 2x/2 kilogram of minder
Boven de 121/g tot en met 25 kilogram
n u 25 n u 50 a
Vau elke meerdere 50 kilogram of minder
Art. 2.
0.027,
- 0.037,
- 0.081/,
- 0.06
Voor het door den waagmeester af te geven billet van elke
gedane weging, indien dit verlangd wordt, is verschuldigd f 0.027,.
Art. 3.
Behoudens het bepaalde bij att. 6 is voor het uitstallen
van vaten boter en van kaas in de waag geen afzonderlijk
regt verschuldigd.
Voor het plaatsen en verwerken der aan de waag aange
voerde vaten boter, die elders aan eene waag zijn gewogen
en van het vereischte billet zijn voorzienis verschuldigd
voor ieder ï/4 vat 5 cent en voor ieder 1/8 vat 3 cent.
Voor het bewaren van vateu boter in de daarvoor bestemde
bewaarplaats is door den belanghebbende telkens verschuldigd
een regt van vijf cent per vat voor den tijd, verloopende tus-
schen den eenen en den anderen dag voor den verkoop van boter
aan de waag bestemd, met een minimum van vijf en twintig cent.
Art. 14.
De bij artikel 1 bepaalde regten zijn verschuldigd door hem
die de weging heeft verlangd hetzij kooper of verkooper.
Be plaatsing der goederen in de waag wordt geacht het
verzoek tot weging in te sluiten.
Het regt in art. 3 genoemd, is verschuldigd door hem, die
de bewaring heeft verlangd.
Art. 5.
Onder de bij dit tarief bepaalde regten is niet begrepen
wat, krachtens het provinciaal reglement op de botervaten, tot
vinding van tractement en reiskosten voor den keurmeester
der botervaten wordt ingevorderd.
Art. 6.
Voor het gebruik der standplaatsen in de waag wordt per
jaar een regt geheven van 50 cent per centiare.
Be aanwijzing der standplaatsen geschiedt bij loting op de
wijze door de waagcommissie te regelen.
Art. 7.
Voor het gebruik van aanplakborden en muurvlakken wordt
het volgende regt per vierkante decimeter geheven
weekb cent.
b. n 3 maanden25
50
per
n 3
e- 1, jaar.
Art. 8.
Be regten bij artt. 6 en 7 bedoeld, worden bij vooruitbe
taling voldaan.
Het belastingjaar loopt van den len Januari) tot en met
den 31 December. Die het gebruik van de standplaatsen, be
doeld bij art. 6, gedurende de zes eerste maanden aanvaardt
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 14 September 1886.
87
betaalt, het regt over een vol jaarbij aanvaarding gedurende
de laatste helft van het jaar is slechts de helft van dat regt
verschuldigd.
Indien het gebruik in den loop van het jaar ophoudtge
schiedt geene teruggave van betaalde regten.
Deze verordening treedt in werking den 1 Januarij 1887.
Art. 1.
De weeg-, werk-, bewaar- en verdere regten worden van de
schuldenaren ingevorderd door den waagmeester.
Art. 2.
De regten verschuldigd voor de vaste standplaatsen, en het
doen van aankondiging worden bij vooruitbetaling voldaan aan
den waagmeester, tegen overgave van een bewijs van kwijting
van wege de waagcommissie door den voorzitter dier commissie
voor „gezien'' en door den waagmeester voor,,voldaan" geteekend.
Art. 3.
De weeg-, werk- en bewaarregten zijn dadelijk na de weging
of in bewaringstelliug der producten of waren verschuldigd en
moeten terstond bij de aanvraag worden betaald.
Art. 4„
ln geval van verschil over het bedrag der verschuldigde
'regten is de schuldenaar verpligt het door den waagmeester
gevorderde bedrag dadelijk te voldoen behoudens beroep op
de waagcommissie, die bij gegrond bevinding van het beroep,
den waagmeester gelast het te veel gevorderde terug te betalen.
Art. 5.
Geene goederen mogen van uit de waag worden wegge
voerd, zonder dat de daarvoor verschuldigde regten zijn betaald.
Overtreding van dit artikel wordt als ontduiking van be
lasting aangemerkt.
Art. 6.
De regten de waag betreffendedieom welke reden ook,
onbetaald zijn gebleven, worden door den gemeente-ontvanger
ingevorderd, overeenkomstig de voorschriften van artt. 258261
der gemeentewet.
Art. 7.
Deze verordening treedt in werking den 1 Januarij 1887.
9. Rapport der Raadscommissie omtrent het ondenoek der
begrooting van deadminislratieonerhet Stadsziekenhuis,dienst 1887.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de
conclusie van dit rapport besloten, bedoelde begrooting goed
te keuren sluitende in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van
f11710,90, en de subsidie uit de gemeentekas voor het jaar
1887 vast te stellen tot een bedrag van f 11308.90.
10. Voortzetting der behandeling van het voorstel der raads
commissie tot regeling van het voorbereidend onderwijs aan de
gemeentelijke bewaarscholen.
Met het oog op het vergevorderd uur en in verband met
de heden ter tafel gebragte nota van den heet Troelstra, waar
van de leden slechts oppervlakkig kennis konden nemen, stelt
de voorzitter voor de behandeling van dit punt tot eene vol
gende vergadering aan te houden en vooraf gemelde nota te
doen drukken in de bijlagen tot 's raadsverslag.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De voorzitter sluit hierop de vergadering.
gedrukt bi.) l. g. l. hoeks'j'EIN.
LEEUWARDEN.