Verordening houdende bepalingen om
trent het gebruik van de gemeentelijke
gymnastieklokalen voor particuliere lessen.
Verordening tot het heffen eener ver
goeding voor het gebruik van de gemeen
telijke gymnastieklokalen voor particu
liere lessen.
Verordening regelende de invordering
voor het gebruik van de gemeentelijke
gymnastieklokalen voor particuliere lessen
"Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 9 November 1886.
eens geringe retributie onderwijs in de gymnastiek aan min
vermogenden te geven, de helft van de vergoeding verschuldigd
zal zijn. Zijn nu, vraagt spr., daaronder ook begrepen
vereeuigingen van b'jzonder onderwijs in deze gemeente Kun
nen die ook van deze gunstige bepaling profiteren In de
toelichting wordt alleen met name genoemd de vereeniging voor
volksbijeenkomsten. Spr. zou gaarne daaromtrent worden
ingelicht.
De heer vail Harinxma tlioe Slooten deelt mede dat het
niet in de bedoeling ligt om vereeuigingen voor bijzonder on
derwijs op te nemen. De reden daarvan is hierin gelegen.
Men heeft hier te doen met gymnastieklokalen voor openbaar
lager onderwijs, doch men meent met het oog op de bijzondere in-
rigting dier lokalen ze ook te mogen openstellen voor anderen,
particulieren ol vereeuigingen die zich geen eigen lokaal kun
nen inrigten. Wil men nu echter treden in het bijzonder
ouderwijsdan kan dat tot moeijelijkheden aauleiding geven
en ligt het voor de handdat in verband met de inrigting
van dat onderwijs, de tijd dier lessen zoudeu zamenvallen met
de uren voor de gemeentescholendan zou de uitbreiding in
het belang van enkelen aan de bepaling der verordening te
geven, niet in het belang van de gemeente zijn. Het ge
meentebestuur is niet verpligt tot eeuige faciliteit in het
concurreren met het bijzonder onderwijs. Dat valt trouwens
ook niet in de termen van vereenigingen voor kosteloos on
derwijs, die in art. 2 bedoeld worden.
De Voorzitter zegt dat het gevoelen van den heer van
Harinxma niet als dat van het dagelijksch bestuur kan wor
den aangemerkt, aangezien ten opzigte van deze kwestie geene
beslissing van het dagelijksch bestuur is gevallen. Spr. geeft
als zijn particulier gevoelen te kennen dat hij de zienswijze
van den vorigen spreker niet deelt. Spr. beschouwt het bij
zonder onderwijs niet als te concurreren met het openbaar on
derwijs. De kwestie of dit artikel ook van toepassing zal zijn
op vereenigingen voor bijzonder onderwijs is slechts ter
loops bij burgemeester en wethouders besproken en niet in
een bepaalden zin uitgemaakt. Mogt het later blijken dat er
bij dit collegie bezwaren bestaan dan zou naar het hem voor
komt die moeijelijkheid kunnen worden overwonnen door eene
vereeniging te constitueren voor gymnastiekonderwijs.
De heer Bekhuis weet wel, dat de gymnastiekschoen ge
sticht zijn voor leerlingen van openbare scholen. Deze zullen
evenwel ook voor particulieren en vereenigingen worden open
gesteld op uren, die niet bestemd zijn voor de leerlingen der
gemeentelijke inrigtingen. Spr. heeft er niet op tegen dat aan
de vereeniging voor volksbijeenkomsten eene gunst wordt be
wezen, maar zou die bepaling ook toegepast wenschen te zien
op vereenigingen voor bijzonder onderwijs. Hij stelt derhalve
voor om den aanhef van dit artikel te lezen als volgt„In
dien de vergunning is verleend aan de commissiën voor het
bijzonder onderwijs, of voor vereenigingen die" enz.
Dit amendement wordt niet ondersteund en komt derhalve
niet in behandeling.
De heer Troelstl'il wenscht naar aanleiding van dit amen
dement te doen opmerkendat deze verordening ten doel
heelt om na den gewonen schooltijd de gelegenheid open te
stellen in de lokalen gymnastiekonderwijs aan particnlieren te
geven, hoofdzakelijk omdat daarvoor ruimte en toestellen noo-
dig zijn, die de gymnastiekonderwijzers zich moeijelijk kunnen
aanschaffen, en omdat oefeuingen in de gymnastiek toch wen-
sclielijk mogen worden geacht. M anneer nu aan dien maat
regel verdere uitbreiding zoude worden gegeven en de ver
gunning worden verleend aan commissiën voor bijzonder
onderwijs dan zou dat niet passen in het kader van deze ver
ordening. Ook zou de Vergunning niet anders kunnen worden
gegeven dan voor uren buiten den gewonen schooltijd en dus
des avondswat zeker voor schoolkinderen minder geschikt
zou zijn.
De reductie der vergoeding is met het oog op minvermo
genden voorgesteld en uit den aard der zaak voor zoodanigen
die de school reeds hebben verlaten. Indien zich nu vereeui
gingen constitueren, van welken kleur of rigting ook, die het
geven van gymnastiekonderwijs aan minvermogenden ten doel
hebben, zal dit artikel op dezen van toepassiug zijn.
De heer van Harinxma tlioe Slooten wenscht nog vooral
allen nadruk te leggen op het laatste argument van den heer
Troelstra, dat overigens ook voldoende in de toelichting is
gemoveerd. Daar het amendement van den heer Bekhuis niet
is ondersteundmaakt dat geen puut van behandeling uit
doch alleen de vraag van dien spreker is nog aan de orde, of'
vereenigingen voor bijzonder onderwijs ook van deze gunstige
bepaling in art. 5 zullen kunnen profiteren. Was dit het ge
val, dan zoude dit niet gelijk staau met het gebruik door
andere vereenigingen van de lokalen gemaakt, want het zoude
zijn een profiteren van het ouderwijs in een leervak van alge
meen onderwijs, en daarop slaat dit artikel niet. Het ziet al
leen op de vergunning aan vereenigingen speciaal voor het
geven van onderwijs in de gymnastiek opgerigt.
De heer Reeling Brouwer wijst er nog op, dat de vergoe
ding in art. 1 zoo miniem, zoo billijk is gesteld, dat zij voor
de meeste vereenigingenook zonder reductiegeen bezwaar
behoeft op te leveren.
Het artikel wordt nu zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De heer Bekhuis verklaart zich tegen.
Art. 3 en daarop de verordening in haar geheel met de
memorie van toelichting, worden zonder verdere discussie on
veranderd vastgesteld.
Ten slotte komt in behandeling de
Verordeningregelende de invordering der vergoeding voor het
gebruik van de gemeentelijke gynnastieklokalen voor particuliere
Geen der artikelen leidt tot eeuige discussie of bemerking
zoodat de verordening in haar geheel met de memorie van
toelichting zonder hoofdelijke stemming onveranderd wordt
goedgekeurd.
Alzoo zijn vastgesteld de navolgende verordeningen
De raad der gemeente Leeuwarden,
Gelet op zijn besluit van den 11 December 1884, waarbij
is bepaald dat het gebruik van de gemeentelijke gymnastiek
lokalen voor het geven van particuliere lessen nader zal wor
den geregeld
Besluit
Vast te stellen navolgende
Verordening houdende bepalingen omtrent het ge-
gymnastieklokalen voor
bruik van de gemeentelijke
particuliere lessen.
Art. 1.
De gemeentelijke gymnastieklokalen en de daarin aanwezige
toestellen kunnen door burgemeester en wethouders ten ge-
bruike worden afgestaan aan de onderwijzers in de gymnastiek,
voor het geven van particuliere lessen en gezamenlijke oefeningen
in de gymnastiek, mits alleen op uren die niet voor het open
baar gymnastiekonderwijs zijn bestemd.
Art. 2.
De vergunning wordt telkens voor niet langer dan voor
één jaar verleend en voor elk lokaal afzonderlijk en onder
voorwaarde, dat de vergunning kan worden opgezegd, in welk
geval zij eindigt eene maand na de opzegging,
Burgemeester en wethouders kunnen voorts aan iedere ver
gunning zoodanige voorwaarden verbinden als zij noodig zullen
oordeelen.
Art. 3.
De onderwijzer, die van de vergunning in art 1 bedoeld
v. cr
l 'i «ivipjJi SflPPPi
Verslag der handelingen van den gemeenteraad
te Leeuwarden, van den 9 November 1886.
117
gebruik wil maken, moet zich daartoe schriftelijk bij burge
meester en wethouders aanmelden met opgave van het lokaal
waarvan, het tijdvak waarvoor, en de dagen en uren waarop
hij het gebruik zou wenschen.
Indien hij tijdens den duur der vergunning wijziging ver
langt. in de dagen of uren of voor meerdere uren vergunning
wenscht, doet hij daarvan nadere opgave, behoudens de be
voegdheid van burgemeester en wethouders om het daartoe
strekkend verzoek te weigeren.
Art. 4.
De onderwijzer, aan wie de vergunning is verleend, is ge
houden tot vergoeding van alle schade gedurende en tenge
volge van de lessen of oefeningen aan de lokalen en de meu
belen en toestellen toegebragt, alsmede wegens het vermissen
van voorwerpen.
Hij verbindt zich hiertoe bij het doen zijner aanvraag om
vergunning.
Art. 5.
Eene vergoeding is verschuldigd voor verwarming, verlich
ting en het schoonhouden der lokalen en wordt bij afzonder
lijke verordening geregeld.
Art. 6.
Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1887.
De raad der gemeente Leeuwarden
Gelet op art. 5 van zijne op heden vastgestelde verordening
omtrent het gebruik van de gemeentelijke gymnastieklokalen
voor particuliere lessen
Gezien de artikelen 238 en 254 der gemeentewet
Besluit
Art. 1
Voor verwarming, verlichting en het schoonhouden van de
gemeentelijke gymnastieklokalen die in gebruik worden gege
ven voor het geven van particuliere lessen en oefeningen is
door den onderwijzer, aan wie de vergunning voor dat gebruik
is verleend, eene vergoeding verschuldigd van 30 cent per uur.
Gedeelten van een uur worden voor een vol uur gerekend.
Art. 2.
Indien de vergunning is verleend voor vereenigingendie
ten doel hebben kosteloos of tegen eene geringe retributie on
derwijs in de gymnastiek aan minvermogenden te gevenis
voor deze de helft van de in art. 1 vermelde vergoeding
verschuldigd.
De beoordeeling, of de vereeniging in deze termen valt, is
verbleven aan burgemeester en wethouders.
Art. 3.
Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1887.
De raad der gemeente Leeuwarden
Gelet op zijn heden genomen besluit tot het heffen eener
vergoeding voor het gebruik van de gemeentelijke gymnastiek
lokalen voor particuliere lessen.
Besluit
Vast te stellen de volgende
Verordening regelende de invordering dezer vergoeding.
Art. 1.
De vergoeding is vorderbaar op 10 Januarij, 10 April, 10
Julij en 10 October, telkens voor het dan afgeloopen kwartaal.
Art. 2.
Vóór of op den 5den van iedere der genoemde maanden
zenden burgemeester en wethouders aan den gemeenteontvan
ger een opgave van het door iederen onderwijzer verschuldigde.
De gemeenteontvanger doet onmiddellijk een "tract uit deze
opgave uitreiken aan ieder der daarin genoemde personen, voor
zooveel hem aangaat, met uitnoodiging om het verschuldigde
vóér of op den vervaldag ten zijnen kantore te voldoen.
Art. 3.
Bij niet tijdige voldoening van het verschuldigde wordt dit
door den gemeenteontvanger ingevorderd overeenkomstig de
voorschriften van de artikelen 258261 der gemeentewet.
Art. 4.
Deze verordening treedt in werking op 1 Januarij 1887.
12. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der
suppletoire begrooting van de stadsarmenkamer, dienst 1886.
De commissie stelt voor te besluiten de aanvrage der stads
armenkamer om verhooging van subsidie over 1886 groot
f8500 vast te stellen en alzoo die subsidie te stellen op
f34035.10, en het eindcijfer der begrooting over 1886 goed
te keuren, beide in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van
f41230.17.
De heer van Sloterilijck vraagt aan de commissie of zij
niet verzuimd heeft over te leggen een ontwerpbesluit tot
verhooging van de subsidie. Dat is toch, volgens art. 59
der wet op de armbesturen noodzakelijk, want, of het eene
subsidie dan wel eene verhooging van subsidie geldt, krachtens
dat wetsartikel kan die niet worden toegestaan dan bij een
gemotiveerd raadsbesluit. Gaarne zou spr. vernemenof de
commissie eene bijzondere reden heeft gehad voor het niet in
dienen van dergelijk ontwerp besluit.
De Voorzitter erkent thans dat niet als gewoonlijk een
tweede ontwerpbesluit bij het gemotiveerd voorstel is overge
legd, doch wTanneer de vergadering de conclusie tot besluit
verheft, worden de overwegingen die daartoe hebhen geleid
gevonden in de consideration die aan het voorstel voorafgaan
in verband met de toelichting van den post op de begrooting
van de voogden der stadsarmenkamer. Als het voorstel der
commissie wordt aangenomen is er een gemotiveerd raadsbesluit.
Het voorstel der commissie wordt nu zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
13. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek van
de begrooting van het nieuwe stads weeshuis, dienst 1887.
Conform de conclusie vau dit rapport wordt zonder discus
sie en hoofdelijke stemming besloten
„De begrootiug van ontvang en uitgaaf voor het nieuwe
stads-weeshuis voor den dienst van 1887 goed te keuren en
vast te stellen tot een bedrag van f24248.01 in ontvang en
f 24245.40 in uitgaafen mitsdien met een vermoedelijk ba
tig slot van f 2.61.
De heer Beucker Andreae verzoekt aanteekening in de no
tulen, dat hij, voogd zijnde van voornoemd weeshuis, niet tot
het nemen van dit besluit heeft medegewerkt.
14. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der
begrooting van uitgaven ten behoeve der administratie van de
stadsbank van leening, dienst 1887.
De commissie stelt voor deze begrootingonder toezending
van een afschrift van dit rapport, te renvoijeren naar de com
missie van administratie, met verzoek de posten op hoofdstuk
X sub a en b voorloopig uit te trekken „pro memorie."