42
Verslag der handelingen van den gemeenteraad le Leeuwarden, van den 8 Mei 1888.
De heer Heeling Brouwer acht het gebruik van pom
pen nuttig en in het belang van de gebruikers, juist omdat het
water van onzuivere dakgooten loopt. Bij gewone bakken met
eene monding, waaruit het water met emmers moet worden
opgehaald, wordt gedurig in het water geroerd, en daardoor
ook het vuildat op den bodem ligt, te voorschijn gebragt
terwijl het voordeel van pompen is, dat het water in rust blijft
en het vuil kan bezinkenDeze maatregel brengt wel is waar
meer kosten mede, maar is toch doelmatiger. Spreker wenscht
dus de tweede voorwaarde te behouden.
De Voorzitter wijst er ook nog op, dat de regen water
bakken, op welker monding een deksel ligt, met alleen gevaar
voor de veiligheid opleveren, maar ook meerdere gelegenheid
tot verontreiniging van het water geven, dan wanneer zij ge
heel zijn afgesloten en van eene pomp voorzien.
Het schoonmaken behoeft ook niet met het opbreken van de
straat gepaard te gaan, daar men den hals van den bak kan
doen afdekken mol een steen, waarop de pomp is geplaatst
zoodat men slechts de pomp en de deksteen behoeft te ver
wijderen, om in den bak te kunnen komen.
De lieer TrO0lstra erkent, dat enkele bezwaren van den
heer Bekhuis eenigennate gegrond zijn, doch ook wéér voor
een deel ontzenuwd door den heer Reeling Brouwer. Spr. zal
niet medegaan met het denkbeeld van den heer Bekhuis, om
de voorwaarde sub 2° te doen vervallenomdat hij op dit
oogenblik niet kan beoordeelen, of op eenige andere wijze de
veiligheid evenzeer kan worden gewaarborgd, tenzij de laatste
voorwaarde in dien zin worde aangevuld, dat burgemeester en
wethouders nader kunnen overwegen of het aanbrengen der
pompen al dan niet noodzakelijk is.
Ten slotte doet spreker den heer Bekhuis opmerken, dat
zijne meening, alsof burgemeester en wethouders omtrent de
inhoudsgrootte der bakken willen afwijken van het advies van
den directeur, minder juist is. Zij spreken zich dienaangaande
niet uit, maar hebben de eerste voorwaarde geheel in den geest
van het artikel der verordening geredigeerd volgens hetwelk
aan burgemeester en wethouders is overgelaten, vergunning
tot afwijking der bepaling te verleenen. Dit behoort niel lot de
bevoegdheid van den raad.
De heer Bokliuis wijst er op, dat daar het water, zooals
de heer Reeling Brouwer erkende, dikwijls verontreinigd zal
zijn, de bodem van de bakken spoedig met eene dikke laag vuil
zal bedekt zijn. Ten einde nu dit vuil niet mede op te pom
pen zal de zuigbuis op eene behoorlijke hoogte boven den bo
dem moeten worden aangebragt, waardoor de voorgeschreven
inhoudsgrootte wel wat illusoir wordt. De geachte voorzitter
beweert wel, dat de hals van den bak met een deksteen kan wor
den gesloten en dat bij het reinigen die steen en de
pomp eenvoudig kunnen worden weggenomenmaar spreker
blijft deze en dergelijke middelen lastig en kostbaar noemen.
Een en ander maakt het, naar spreker's meening, ongewenscht
den eigenaren de verpligting op te leggen op de bakken een
Douglas-pomp te plaatsen. Hij acht het evenmin noodig voor
de veiligheid, want zeker zijn wel andere middelen te vinden,
om de inrigting zoodanig te makendat niemands veiligheid
wordt bedreigd.
Daar burgemeester en wethouders zijn denkbeeld niet schij
nen te deelen, stelt spreker voor de voorwaarde sub 2° te doen
vervallen. Nu is z. i. volstrekt niet noodigdat sub 4°
wordt uitgebreid, want hierbij is bepaald, dat de voorschriften
van den directeur der gemeentewerken moeten worden opge
volgd. Dit is volgens spreker voldoende.
Dit amendement wordt ondersteund en in behandeling geno
men.
De heer Koeling Brouwer heeft alleen willen doen uit
komen, dat het water door eene pomp, zoo niet geheel rein, dan
toch veel zindelijker te voorschijn wordt gebragt. Het komt
spreker voorgelijk hij ook bij eene vroegere gelegenheid den
indruk heeft ontvangen, dat de heer Bekhuis het bouwen va
dergelijke woningen wil vergemakkelijken. Burgemeester el
wethouders echter willen dit wel is waar niet bemoeije)ijken
maar toch door het stellen van behoorlijke eischen bevorderei
dal de woningen met zeker comfort voor den arbeidersstan
worden gebouwd. Daardoor zal men ook alligt in de hand wei
ken dat de eigenaren gemakkelijker tot het aansluiten aan c
waterleiding zullen overgaan. De directie der waterleiding hee
nog niet kunnen opgeven voor welken prijs zij het water vo<j
deze soort van woningen zal kunnen leveren maar daar In
bedrag zeker niet hoog zal zijn, ware het zeer gewenscht, di
men, in plaats van regenwaterbakken te maken, zich bij d
waterleiding deed aansluiten.
De heer Troolstra blijft er bij, dat bij weglating van
voorwaarde sub 2°, die sub 4° moet worden uitgebreid, wai
daardoor zou anders de bevoegdheid verloren gaan, om het aai
brengen van pompen voor te schrijven. In het sub 4° won
bepaalddat het maken der bakken enz. moet geschieden vo
gens de aanwijzingen van den directeur, doch deze is niet 1
voegd het plaatsen van pompen voor te schrijven.
De heer van Eijsinga gaat niet zoover als de lieer Tro
stradat door weglating van de tweede voorwaardede g< 1
geilheid wordt benomenom het plaatsen van pompen voor f
schrijven. Die bevoegdheid ligt z.i. voldoende opgesloten in J
laatste voorwaarde wanneer het later mogt blijken dat
pompen werkelijk gewenscht zijn. Spr. acht het evenwel n
noodig, de verpligting daartoe vooraf vast te stellen. Voor
veiligheid en de hygiëne zijn misschien andere maatregelen j
nemen die nog beter aan het doel zullen beantwoorden dal
de Douglas-pompen. Op grond van een en ander komt II
spr. voordat het wenschelijk ishet amendement van
heer Bekhuis aan te nemen.
De heer dö la. Faillo acht het bij het thans geblek^
verschil van meening met gewenscht, omtrent de détails in de
kwestie uitspraak te -doen. Althans spr. aarzelt welom z;ji|
stem in een of ander zin uit te brengen en wil het liever
burgemeester en wethouders overlaten nader de voorwaard!
vast te stellen. Hij stelt derhalve voorde conclusie aid]
te lezen
behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten aan de adrej
santen vergunning te verleenenten behoeve van de door liq
te stichten woningen aan den Wissesdwinger en den Opga
vijf regenwaterbakken te maken in den vóór die woning^
gelegen gemeentegrondtegen betaling van eene jaarlijks*
retributie van ƒ1.voor eiken bak, als erkenning van
eigendomsregt der gemeente op den grondwaarin de rege
waterbakken zullen worden gemaakten verder op voorwa
den door burgemeester en wethouders te stellen in het
lang van de publieke veiligheid en de gezondheid der bewoncij
Het aldus gewijzigd voorstel wordt nu zonder verdere discus
en hoofdelijke stemming aangenomen.
De heeren Dirks en Oosterhoff verlaten de vergadering.
8. Voorstel van burgemeester en wethouders in zake de
ten van vervanging van wijlen MejK. M. Hengeveldals let i
ar es aan de Middelbare School voor meisjes.
Burgemeester en wethouders stellen voorbedoelde kost
over het eerste kwartaal van 1888 tot een bedrag van - 1
voor rekening der gemeente te nemen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
9. Voorstel der verordeningscommissie tot geldige erklari
der bestaande verordeningentegen welker overtreding s/r|
is bedreigd.
(Zie bijlage no. 4 tot het verslag van 's raads handelingen
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt vastgesl
navolgende
VERORDENING, houdöndo geldigver- 7. Verordening, regelende de politie op den in- en vervoer,
klaring van bestaande verordenin- den verkoop enz. van dood vee en van vleescl, viscli en vruch-
ten waarvan het gebruik voor de gezondheid schadelijk kan
zijn, vastgesteld bij raadsbesluit van den 24n Januarij 1884,
afgekondigd den 11 n February 1884, gewijzigd bij raadsbesluit
van den Kin Augustus 1887, afgekondigd den 6 September 1887.
gen, tegen welker overtreding straf
is bedreigd.
De Raad der gemeente Leeuwarden
Gezien artikel 178 der wet van 29 Junij 1851 Staatsblad
i- 85)
Herzien de plaatselijke verordeningen dezer gemeentetegen
welker overtreding straf is bedreigd
Besluit
Te verklaren dat nog gelden de volgende plaatselijke veror
deningen
1Verordening van politie op het begraven en de begraaf
plaatsen in de gemeente Leeuwardenvastgesteld bij raadsbe-
iluit van den 23n Junij 1870, afgekondigd den 26n Julij 1870,
gewijzigd bij raadsbesluit van den 24n April 1873afgekondigd
Sen 15n Mei 1873, en bij raadsbesluit van den 16n Augustus
ft 887 afgekondigd den On September 1887.
2. Verordening, betreffende de verdeeling der gemeente
eeuwarden in wijken en nummering der gebouwen vastge-
Iteld bij raadsbesluiten van den 23n Maart en 13n April 1876,
afgekondigd den 12n en 14n April 1870, gewijzigd bij raads
besluit van den 9n Mei 1877 afgekondigd den 2n Junij 1877,
bij raadsbesluit van den 16n Augustus 1887 algekondigd
pen tin September 1887.
3. Verordening op de huizen van ontucht en de publieke
•rouwen te Leeuwarden, vastgesteld bij iaadsbesluit van den
|Gn October 1870, afgekondigd den 23n November 1876, ge
wijzigd bij raadsbesluit van den lOn Augustus 1887 afgekon
digd den On September 1887.
4. Verordening tot instandhouding van de goede orde op de
luitenpleinen van en de toegangen tot het spoorwegstation
stgesteld bij raadsbesluit van den 9n November 1876 afge-
iigd den 25n November 1876, gewijzigd bij raadsbesluit van
den I6n Augustus 1887 afgekondigd den 6n September 1887.
Verordening op het houden of mesten van varkens bin-
de bebouwde kom der gemeente Leeuwardenvastgesteld
bij raadsbesluit van den 27n November 1879, afgekondigd den
|3n December 1879 gewijzigd bij raadsbesluit van den lOn
ugustus 1887, algekondigd den On September 1887.
8. Verordening op de marktpolitie te Leeuwardenvastge
steld bij raadsbesluit van den lOn Maart 1884afgekondigd den
25n Maart 1884, gewijzigd bij raadsbesluit van den lön Augus
tus 1887 afgekondigd den 6n September 1887.
9. Verordeningregelende de verpligting tot kennisgeving
van de verhuizingen binnen de gemeente Leeuwardenvast
gesteld bij raadsbesluit van den 13n Maart 1884, afgekondigd
den 25n Maart 1884 gewijzigd bij raadsbesluit van den 16n
Augustus 1887 afgekondigd den On September 1887.
10. Verordening van politie op het leggen der schepen en
op de scheepvaart in de gemeente Leeuwarden, vastgesteld bij
raadsbesluit van den 24n April 1884, afgekondigd den 13nMei
1884, gewijzigd bij raadsbesluit van den I6n Augustus 1887,
afgekondigd den 6n September 1887.
11Verordening tot voorziening tegen en bij brand vastge
steld bij raadsbesluit van den 12n Maart 1885, afgekondigd
den 31 n Maart 1885, gewijzigd bij raadsbesluit van den 16n
Augustus 1887 afgekondigd den Ün September 1887.
12. Verordening op het aanleggen, onderhouden en gebrui
ken der openbare ijsbanen in de gemeente Leeuwardenvast
gesteld bij raadsbesluit van den 23n April 1885, afgekondigd
den lln Mei 1885, gewijzigd bij raadsbesluit van den 10n
Augustus 1887, afgekondigd den On September 1887.
13. Verordening, houdende algemeene bepalingen van poli
tie voor de gemeente Leeuwardenvastgesteld bij raadsbesluit
van den 28n Junij 1887, afgekondigd den 13n Julij 1887.
14. Verordening tot voorkoming wering en beteugeling van
besmettelijke ziekten vastgesteld bij raadsbesluit van den 13n
September 1887 afgekondigd den 27n September 1887.
15. Verordening op het bouwen en op het inrigten van wo
ningen en tegen het bewonen van voor de gezondheid nadee-
I lige of voor het leven gevaarlijke woningenvastgesteld bij
raadsbesluit van den 13n Maart 1888, afgekondigd den 4n
April 1888.
10. Reclames tegen aanslagen in de directe belasting op het
6. Verordeningregelende de politie op de openbare ver- I
tkelijkheden plaatsen van vereeniging voor personen en ver
ingen in de gemeente Leeuwarden vastgesteld bij raadsbe- inkomendienst 1888.
luit van den 24n Januarij 1884, afgekondigd den lln Febru-
arij 1884 gewijzigd bij raadsbesluit van den 1 On Augustus 1887, In verband met de behandeling van deze reclames, wordt
ekondigd den 611 September 1887. (,e openbare vergadering door den voorzitter gesloten.
Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.