zssmmmz
Vergadering van Dingsdag 26 Junij 1888.
j
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van den 20 Junij 1888.
Tegenwoordig 14 leden.
Afwezig met kennisgeving de heeren J. Troelstra, Mr. J. S.
I baron van Harinxma tlioe SlootenG. MenaldaMr. J. Minne-
ma BumaJhr. Mr. C. van Eijsinga, Dr. J. Baart de la Faille
I en Mr. J. Dirks.
Voorzitter de heer P. Lycklama Nijeholt, burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 12 Junij jl. gehouden ver-
I gadering worden gelezen en goedgekeurd.
Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen
1. Eene kennisgeving \an bestuurders-collatoren van het
I Houckama-leen, te Bolsward dat in de maand Augustus e. k.
I tot eene begeving van een deel der inkomsten van het leen zal
I worden overgegaan.
2. Een berigt van curatoren van het gymnasium, dat op 9
I 10 en 11 Julij c. k. de overgangsexamens aan die inrigting
I zullen worden gehouden.
De voorzitter noodigt de heeren Dr. N. Reeling Brouwer, Mr.
I J. C. Meijer en Jhr. Mr. C. van Eijsinga tot bijwoning dier exa-
|mens uit.
3. dat de heer F. Plantengatijdelijk wethouder, is aange-
I wezen den heer Van Harinxma thoe Slooten gedurende diens
I afwezigheid te vervangen als voorzitter der raadscommissie voor
I de gasfabriek.
4. Eene resolutie van Gedeputeerde Staten houdende be-
Ipaling, dat de gemeenterekening over 1887 aan hun collegie
Imoet worden ingezonden vóór den 6 September e. k.
III. Wordt ter tafel gebragt
1. Een adres van G. Ris, houdende verzoek om ook voor
I kinderen van min- en onvermogenden het bijwonen der lessen
laan de Middelbare School voor meisjes mogelijk te maken, door
leene wijziging aan te brengen in de verordening tot heffing van
schoolgelden aan die inrigting.
Wordt ten fine van berigt en raad gesteld in handen van
I burgemeester en wethouders.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot wijzi
ging van
a. de verordening op de inrigting en het gebruik van de
algemeene begraafplaats en de begrafenissen in de gemeente
Leeuwarden;
b. de instructie voor de doodgravers
het besluit tot heffing van begrafenisregten.
Dit voorstel zal in de bijlagen tot het verslag van 's raads
handelingen worden gedrukt, ten einde in eene volgende ver
gadering te worden behandeld.
3. Een 16tal reclames tegen aanslagen in den hoofdelijken
bi n slag.
Worden gesteld in handen van de commissie voor de re
clames.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproe
pingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van een v^ogd van het nieuwe stadsweeshuis
er voorziening in de vacature, ontstaan door het overlijden van
den heer Mr. E. Attema.
Door het bestuur worden aanbevolen de heeren: 1. G. Gra-
una 2. Mr. G. Beekhuis en 3. Mr. J. Tjebbes.
Het resultaat der gehouden stemming isdat de heer G.
ratama met algemeene (14) stemmen wordt benoemd.
2. Benoeming van een lid der Commissie van toezigt op de
cholen van middelbaar onderwijster voorziening in de vaca-
re, ontstaan door het overlijden van den heer Mr. E. Attema.
Op de door de commissie ingezonden aanbeveling komen voor
de heeren: 1. Jhr. Mr. F. van Panhuijs, 2. Dr. C. A. Römer
en 3. N. A. M. van den Thoorn.
I De uitslag der gehouden stemming is, dat alle (14) stemmen
zijn uitgebragt op den heer Jhr. Mr. F. van Panhuijs, zoodat
deze tot lid der commissie wordt benoemd.
3. Benoeming van een onderwijzer met hoofdacte aan de
gemeenteschool no. 11 (vacature G. E. Keilholz).
De voordragt is zamengesteld als volgt: 1. K. R. Wester
terp, 2. H. Wartena en 3. A. Nawijn.
Uit de gehouden stemming blijkt, dat op K. R. Westerterp
12 en op H. Wartena en A. Nawijn ieder l stem zijn uitge
bragt, zoodat eerstgenoemde wordt benoemd.
Wordt besloten, dat de datum van infunctietreding nader door
burgemeester en wethouders zal worden bepaald.
4. Benoeming van leden van een stembureau voor de ver
kiezing van een lid van de Provinciale Staten.
Het resultaat der gehouden stemmingen is, dat tot leden van
dit bureauwaarvan de burgemeester voorzitter isworden
benoemd de heeren J. van der Scheer en H. Kuipers.
Wordt bepaald, dat de overige leden worden aangewezen
om bij ontstentenis der benoemden als hunne plaatsvervangers
op te treden.
5. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der
rekening van inkomsten en uitgaven van het stads-ziekenhuis
over het dienstjaar 1887.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten
1. de rekening van inkomsten en uitgaven van het stads
ziekenhuis over het jaar 1887 goed te keuren en vast testellen
tot een bedrag in ontvang en uitgaaf van ƒ11,655.075.
2. onder mededeeling daarvan 's raads dank toe te brengen
aan de commissie van bestuur voor de ook over het afgeloopen
dienstjaar weder met zorg gevoerde administratie.
Wordt opgemerkt, dat de heeren v. d. Scheer en Kuipers
leden der commissietot het nemen van dit besluit niet heb
ben medegewerkt.
6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot oninvorder-
baar-verklaring van posten wegens de directe belasting op het
inkomenwegens de belasting op het houden van honden en
wegens onbetaalde schoolgelden over de jaren 18801885 en
1886.
Wordt conform het voorstel besloten
den gemeenteontvanger te magtigen in zijne rekening over
1887 als oninvorderbaar te verantwoorden:
a. wegens onbetaalde belasting op het inkomen ten laste
van de op de overgelegde staten vermelde personen, over 1880
tot een bedrag van ƒ11.09, over 1885 f 1.30 en over 1886 ƒ310.97.
b. wegens onbetaalde belasting op het houden van honden
over 1886 een bedrag van 3.
c. wegens onbetaalde schoolgelden over 1886 een bedrag van
ƒ0.50.
7. Voorstel van burgemeester en wethouders tot oninvorder-
baar-verklaring van onbetaald gebleven gedeelten van aanslagen
in de directe belasting op het inkomen over 1887ten laste van
personendie in den loop van het dienstjaar naar elders zijn
vertrokken.
Wordt beslotenden gemeente-ontvanger te magtigende
onbetaald gebleven gedeelten van aanslagen wegens belasting
op het inkomen, dienst 1887, ten laste van de op den overge-
legden staat vermelde personen tot een gezamenlijk bedrag van
ƒ12.681 als oninvorderbaar in zijne rekening over 1887 te ver
antwoorden.
8. Voorstel van burgemeester en wethouders tot oninvorder
baar-verklaring van posten wegens de belasting op het houden
van hondenover 1887.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten
den gemeente-ontvanger te magtigende aanslagen van de