Vergadering van Dingsdag 24 Julij 1888.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 26 Jnnij 1888.
grijpen0111 eene inrigting tot stand te brengen die wel is
waar niet geheel volgens den eisch is, maar waardoor niet lan
ger aan het volk de mogelijkheid wordt onthoudenom zich te
verfrisscheneene zaak toch van het grootste belang.
De heer Oosterhoff wenscht met een enkel woord de
kwestie van eene retributie te bespreken. Voor den heer Hijl-
kema lag daarin een hoofdbezwaarwaartegen door den heer
Duparc is betoogddat het zeker beter warezoo er geene
retributie behoefde geheven te worden maar dat het onder
deze omstandigheden toch wenschelijk is. Spr. gaat met den
heer Duparc mede. Nu de inrigting op deze plaats komt, acht
ook hij het betalen eener retributie noodig.
Waar hij echterevenals de heer Duparcalleen voor eene
retributie isomdat hij die onder de gegeven omstandigheden
bepaald noodig erkenten de heer Hijlkema er ten eenenmale
tegen ismeent spr. de vraag te moeten stellen of aan dit
bezwaar niet kon worden tegemoet gekomen door wekelijks
op een daarvoor vast te stellen dag, aan onvermogenden kos
teloos toegang te verleencn.
Men zou daartegen kunnen aanvoeren, dat het bezoek op dien
dag te druk zal wordenmaar aangenomen dat dit het geval
warewat echter nog zal moeten blijkendan zouden toch
maatregelen tot handhaving der orde genomen kunnen worden
onder anderen door een beperkt getal personen gelijktijdig toe
te laten.
De Voorzitter verwijst naar het laatste onderdeel van het
voorstelwaarbij burgemeester en wethouders zullen worden
uttgenoodigdte zijner tijd voorstellen te doen o. a. betreffende
de vergoeding voor het gebruik dor inrigting.
Bij de behandeling van dat voorstel zal het bezwaar van den
heer Hijlkema kunnen worden uit den weg geruimddoor eene
bepaling te maken dat één dag der week, bijv. des Zaterdags,
de inrigting kosteloos wordt opengesteld.
De beraadslagingen worden hierop gesloten.
Het eerste onderdeel waarin nu het woord „goedkeuring"" is
vervangen door vergunning"wordt in stemming gebragt en
aangenomen met 9 tegen 5 stemmen die van de heeren Hijl
kema PlantengaKuipers Bekhuis en Van der Scheer.
De overige onderdeelen en daarna het voorstel in zijn geheel
worden zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De heeren PlantengaKuipersBekhuis en Hijlkema verkla
ren zich tegendoch verlangen geene stemming.
12. Voorstel van burgemeester en wethouders tot aankoop
van een perceeltje water.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de
conclusie van dit voorstel besloten
1voorbehoudens goedkeuring van heeren Gedeputeerde Sta
ten, voor de gemeente van het rijk aan te koopen het perceel
water kadastraal bekend gemeente Leeuwarden in sectie F no.
879, groot 28 are, voor de som van 180en op de voor
waarden in de concept-acte van den ontvanger van registratie
alhier, ingezonden bij zijne missive d.d. 11 Junij jl.no. 3/1568
nader vermeld;
2. aan den heer H. Beekkerk hiervan mededeeling te doen
met opgaaf der motieven als beschikking op zijn adres van 20
Maart j.l.
13. Behandeling van reclames tegen aanslagen in den hoof-
delijken omslag.
In verband hiermede wordt de openbare vergadering door den
voorzitter gesloten.
Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 24 Julij 1888.
01
Tegenwoordig 10 leden.
Afwezig met kennisgeving de heeren Mr. J. S. baron van Ha-
rinxma thoe Slooten R. H. Dijkstra, Mr. J. Minnema Buma,
Mr. J. Dirks en D. Tigler Wijbrandi.
Voorzitter de heer P. Lycklama a Nijeholtburgemeester.
I. De notulen van de vorige op 26 Junij j.l. gehouden ver
gadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen
1. dat den secretaris verlof tot afwezigheid is verleend van
den 1 tot den 25 Julij en dat de heer J. H. Menkemacom
mies ter secretarie, is aangewezen, hem gedurende zijne afwe
zigheid te vervangen.
2. dat de heeren Jhr. Mr. F. van Panhuijs en G. Grataina
hebben berigt, hunne benoeming, onderscheidenlijk tot lid der
commissie van toezigt op de scholen van Middelbaar Onderwijs
en tot voogd van het Nieuwe Stads-weeshuis aan te nemen.
3. dat Mej. H. M. Boucher heeft berigt, hare benoeming tot
leerares aan de Middelbare school voor meisjes aan te nemen.
4. Verslag van het eindexamen aan de Burger-dagschool.
Wordt voor de leden ter visie gelegd.
5. dat door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd het raads
besluit tol aankoop van een perceeltje water.
6. dat door Gedeputeerde Staten vergunning is verleend tot
oprigting van eene volkszweminrigting in de Noordergracht.
7. dat het raadsbesluit tot vermeerdering van het getal scho
len voor lager onderwijs met één door Gedeputeerde Staten
voor kennisgeving is aangenomenterwijl de beslissing omtrent
het besluit tot bestemming van grond voor de stichting van
de nieuwe school is verdaagd.
8. dat door de Staten dezer provincie is besloten tot verdie
ping van de stadsgracht tusschen de Prins-Hendriks- en de
Vlietsterbrugvoor welke verdieping door de gemeente eene bij
drage in de kosten is toegezegd.
9. Het verslag van den landbouw in Nederland over 1886.
Wordt voor de leden ter visie gelegd.
III. Wordt ter tafel gebragt:
1Het proces-verbaal van opneming der kas van den ge
meente-ontvanger op 18 Juli j.l.
Voor de leden ter visie gelegd.
2. De begrooting van inkomsten en uitgaven voor het stads-
ziekenhuis, dienst 1889.
Wordt ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen
m van de heeren Hijlkema Wijbrandi en Theunissc.
3. Een voorstel van burgemeester en wethouders naar aan-
leiding van een verzoek van G. IJ. Greijdanus om van den Har-
I linger trekweg als rijweg gebruik te mogen maken.
4. Alsvoren tot vaststelling van staten tot aanvulling en wij-
ziging van den staat van waterstaatswerken en het nemen van
I eene beslissing omtrent daartegen ingebragte bezwaren.
5. Rapport der commissie voor de reclames omtrent bezwaar- 1
fa schriften tegen aanslagen in den hoofdelijken omslagdienst
I1888.
De stukken sub 3—5 worden voor de leden ter visie gelegd,
om in eene volgende vergadering te worden behandeld.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op-
I: roepingsbrief vermelde punten.
1Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der
Irekening van de Stads-armenkamerdienst 1887.
Conform het voorstel der commissie wordt besloten
a. de rekening en verantwoording over 1887 betreffende het
beheer der stads-armenkamer goed te keuren en vast te stellen
als volgt
In ontvang tot een bedrag vanf 33,964.391\
uitgaaf - 32,748.20
Saldo f 1,216.19'/a
en dit overschot over te brengen op de rekening van 1888 en
wel op de inkomsten van de bijzondere fondsen waaraan eene
bijzondere bestemming is verbonden vermeld onder Hoofdstuk
II afd. Ill, dienst 1887 overeenkomstig de specificatie aan het
slot der rekening voorkomende.
b. heeren voogden der stads-armenkamer 's raads dank te be
tuigen voor hun naauwkeurig beheer.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het ver-
leenen van eervol ontslag aan den heer Dr. O. M. Slothouwer,
leeraar aan het gymnasium.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt overeenkom
stig de conclusie van dit voorstel besloten
aan den heer Dr. G. M. Slothouwer, overeenkomstig diens
verzoek, met ingang van den 1 September e. k. eervol ontslag
te verleenen als leeraar in de Nederlandsche taal en letterkun
de en in de Aardrijkskunde aan het gymnasium alhier.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging
der verordening op de inrigting en het gebruik van de alge-
meene begraafplaats en begrafenisssen van de instructie voor
de doodgravers en van het besluit tot heffing van begrafenis-
regten.
(Zie bijlage no. 5 tot het verslag van 's raads handelingen.)
Het eerst wordt aan de orde gesteld onderdeel A n.l. de
wijziging van de verordening op de inrigting en het gebruik van
tie algemeene begraafplaats en de begrafenissen.
De algemeene beraadslagingen over dit voorstel worden ge
opend.
De heer Menalda heeft reeds vroeger een en andermaal
zijne grieven te kennen gegeven tegen het weinige decorum, dat bij
de begrafenisplegtigheden werd in acht genomen en ook den
Voorzitter daarvan niet geheel onkundig gelatenzoodat hij na
tuurlijk zeer ingenomen is met dit voorstel tot het aanbrengen
van wijzigingendie hij als zoovele verbeteringen beschouwt.
Spr. hoopt dan ookdal de vergadering met het voorstel zal
medegaan. Alleen had hij wel gewenschtdat burgemeester
en wethouders met deze wijzigingen tevens als 't ware eene
nieuwe editie van de geheele verordening hadden ter tafel ge
bragt, omdat het altijd eenigszins lastig is eene verordening van
zoo ouden datum, met hier en daar verspreide verbeteringen, te
raadplegen doch bovendien ook omdat de redactie van deze
zoo onsmakelijk isdat zij hoog noodig verbetering behoeft.
Spr. zal nu afwachten dat de voorgestelde wijzigingen worden
aangenomen en dan burgemeester en wethouders uitnoodigen,
de verordening, met de aangebragte wijzigingen en eene verbe
terde redactie, in haar geheel aan te bieden.
De Voorzitter doet opmerken, dat eerst na de vaststelling
der wijzigingen sprake kan zijn van het doen drukken der ge
heele verordening. Mogt het nu de bedoeling van den geachten
vorigen spreker zijndat eerst de wijzigingen zullen worden
aangenomen en dan de geheele verordening weder ter tafel ge
bragt dan ware het beter terstond de geheele verordening
aan de orde te stellen, omdat de raad dan niet tweemaal haar
zoude behoeven te behandelen. Is het echter de bedoeling, om,
na het vaststellen der wijzigingen de geheele verordening te
doen drukken, met magtiging aan burgemeester en wethouders
tot verbetering van de redactie, dan zou de raad daartoe na
afdoening van de aanhangige voorstellen kunnen besluiten.
De heer Menalda heeft juist in den geest van den voorzit
ter deze kwestie ter sprake gebragt vóórdat tot de behandeling
der wijzigingen in het bijzonder wordt overgegaanopdat bur
gemeester en wethouders vooraf zich daarover zouden kunnen
uitspreken. Hij kan zich er evenwel mede vereenigen dat eerst
de wijzigingen in behandeling komen en dan aan burgemeester
en wethouders de verbetering der redactie van de geheele ver-