66 Verslag tier handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 14 Augustus 18S8. door de plaatsing op den staat van waterstaatswerken omtrent het onderhoud niets wordt geregeld. Wat het eerste gedeelte betrett, spr. geloolt nietdat dit op Janssen en Allena van toe passing is, daar zij het tegendeel niet hebben beweerd, maar vooral liet tweede gedeelte acht spr. gevaarlijk. Het is waar, dat door dezen staat geen onderhoudspligt wordt geschapen maar onjuist is het, dat omtrent het onderhoud niets wordt ge regeld, daar deze slaatzooals spr. straks zeide, de grondslag kan zijn voor later op te maken leggers van onderhoudpligti- gen. Wordt dus deze overweging in de beschikking opgenomen, dan mag men met grond verwachten, dat dit later door belang hebbenden zal worden aangegrepen om hunne bezwaren tegen die leggers te steunen. Een en ander leidt spr. er toetot burgemeester en wethou ders de beleefde uitnoodiging te rig ten, om de onlwerp-beschik- kingen ecne nadere herziening te doen ondergaan en ze in eenc volgende vergadering weder aan het oordeel van den raad te onderwerpen. De Voorzitter gelooft niet, dat er eenig bezwaar zal be slaan tegen hel voorstel van den heer van Sloterdijckmaar wenscht toch op de bezwaren van dien geachten spreker te repliceren. In de eerste plaats moet spr. er op wijzen, dat deze staat geheel buiten de gemeentelijke verordening om is opgemaakt. Die slaat is het gevolg van een besluit van Gedeputeerde Staten, krachtens art 230 der gemeentewet genomen, en regelt in geen en kel opzigt het onderhoud, terwijl het den eigendom niet laedeert, ge lijk telkens door Gedeputeerde Statenwanneer inlichtingen werden gevraagdis voorgehouden en ook bij verschillende vonnissen van den llooge Raad is beslist. De gewraakte over weging is derhalve zeer teregt in de ontwerp besluiten opgeno men ook omdat alle reclamanten hel onderhoud bespreken en levens ter hunner geruststellingomdat zij vooropstellen dat zij eigenaar der werken zijn en blijkbaar den eigendom in gevaar achten. Nog werd door den heer van Slotcrdijk bezwaar gemaakt te gen het argument in de eerste beschikking opgenomen, dat de bewering van adressanten door geen enkel feit wordt geslaafd. De geachte spreker noemde drie feiten opmaar deze feiten hebben geen betrekking op de bestemming van den weg. Blijk baar is de weg bestemd, om door iedereen begaan te worden; men wil niemand weren en nu gaat het niet aan, eenvoudig te zeggen, dat de weg alleen is voor de bewoners der buurt en voor de eigenaren. Geen enkel feit toont het tegendeel aan de bewering van reclamanten wordt niet gestaafd en is een voudig onwaar. Indien men afsluitingen had gemaakt, dan zou er een feit zijn, waarop men zich zou kunnen beroepen, doch dat is niet het geval. De weg is aan weerszijden open en in gemeenschap met bestaande gemeentewegen. Voor liet gebruik van zoodanige wegen of straten is wel degelijk toezigt wensche- lijk. Nu is de eigendom nog in ééne hand, inaar over 25 jaar zijn misschien de woningen het eigendom van tien of twintig per sonen en dan doet niemand iels aan het onderhoud en vervalt deze opene gemeenschapsweg in een toestand, zooals dat in som mige buurten meer het geval is, terwijl er dan niets aan te doen is. De heer Duparc heeft hel woord gevraagd, om op eenc en kele onjuistheid in het door den voorzitter gesprokene te wijzen. Deze zeide nl., dat de slaat van waterstaatswerken is opgemaakt volgens een voorschrift, door Gedeputeerde Staten gegeven krach tens de bepaling van art. 230 der gemeentewet. Dit is minder juist.. De slaat is een uitvloeisel van het bekende provinciaal reglement, waarbij de bij het aangehaald wetsartikel aan Gede puteerde Staten toegekende bevoegdheid, om den gemeentebestu ren te bevelen, van de in de gemeente bestaande gemeentewe gen enz., voor de publieke dienst bestemd, een staat op te ma ken en bij te houden, door de Prrvinciale Staten lot eene ver- pligting van de gemeentebesturen is gemaakt. De Voorzitter erkent, dat hij zich hieromtrent heeft vergist en stelt nu voordit punt tot eene volgende vergadering te verdagen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 5. Een adres van de voorloopige commissie voor de feest viering op 31 Augustus c. 1c., betreffende eene subsidie uit de gemeentekas, enz. De commissie verzoekt ten eerstedat haar eene subsidie uit de gemeentekas worde verleend, ten einde de prijzen bij de alsdan te houden harddraverij te kunnen stellen op /'25ü en 100ten tweede, dat van gemeentewege muziekuitvoeringen worden gegeven bij de harddraverij en de volksfeesten op het plein vóór het Paleis van Justitie, en ten derde, dat voor reke ning der gemeente dien dag een vuurwerk worde afgestoken op gemeld plein. De Voorzitter deelt mede, dat dit adres heden is ingeko men en terstond aan de orde wordt gesteld, met het oog op den voor de adressanten nog beschikbaren tijd, die van de te nemen beslissing de verdere regeling van de feestelijkheden afhankelijk moeten maken. Burgemeester en wethouders hebben om die reden nog heden liet adres in overweging genomen. Spr. kan namens hen verklaren dal bij hun collegie geen bezwaar be staat tegen het verleenen van eene subsidie. Op den begroo- tingspost voor openbare vermakelijkheden is nog f 400 beschik baar, terwijl van den post ad f 300 voor het aandeel der ge meente in de kosten der harddraverij om den gouden zweep dit jaar niets is uitgegeven. Hieruit kan dus eene subsidie ad ƒ150 worden bestreden, benevens 100 voor het geven van muziekuitvoeringen. Burgemeester en wethouders kunnen evenwel omtrent het derde verzoek niet gunstig adviserenomdat zij reeds hadden beslotendien dag een vuurwerk in den Prinsentuin te doen af steken. De lieer Hijlkoma kan zich met dit voorstel niet geheel verecnigen. De adressanten vragen eene subsidie, voornamelijk met het doel, om den prijs en de premie voor de te houden harddraverij te kunnen verhoogen welke anders respectievelijk f 150 en f 50 zullen moeten bedragen. Spr. acht deze som men voldoende. Men is in den laatsten tijd er wel op uit, om de prijzen voor harddraverijen op te voeren maar de ervaring heelt geleerd, dal daardoor de luister van die feestelijkheden niet wordt verhoogd, ja, dal integendeel, ondanks dat hooger op voeren, de liefhebberij minder wordt. Ware dit anders, spr. zou er dan geen bezwaar legen hebben, om voor dit doel eene sub sidie te geven. De Voorzitter deelt mede dat de keurmeesteis, over dit punt geraadpleegd te kennen gaven, dat een prijs van f 150 voldoende is voor een dorp, maar voor eene gemeente als deze niet. De president van dat collegie gaf dan ook in overweging, door eene kleine subsidie uil de gemeentekas de gelegenheid te verschaffen, om prijs en premie te verhoogen. De gemeentebegrooting zal door deze uitgaaf nietwoulen ver zwaard zooals spr. straks reeds deed uitkomen. De heer Flantonga had liever gezien, dat deze zaak niet tot dadelijke afdoening ware voorgedragen, daar hij haar, niet wat de kosten betreft, maar wel wat het principe aangaat be langrijk genoeg oordeelt0111 er met zoo voetstoots over te be slissen. Zonder nog over het bedrag van de prijzen bij de harddraverij te willen spreken, kan hij wel zeggendat hij in principe niet met het voorstel van burgemeester en wethouders ingenomen is. De zaak is primitief van ingezetenen uitgegaan, maar nu zij bij hunne mede-ingezetenen niet dien steun hebben gevonden, dien zij voor hun doel noodig hebber., komen zij ter stond tot hel gemeentebestuur. Spr. kan dit niet goedkeuren. Geeft de gemeente haren steun, dan verliest het feest geheel het eigenaardig opgewekt karakter dat het zou dragen wan neer het geheel van de ingezetenen uitging. Nu blijkt het, dat er bij de inwoners weinig sympathie voor bestaat. En boven dien, wanneer dit jaar het verzoek wordt ingewilligd, dan zal men welligt in volgende jaren met grootere eischen komen en zullen de ingezetenensteunende op de subsidie van de gemeente, Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 14 Augustus 1888. 67 I zich aan het geven van bijdragen geheel gaan onttrekken. Spr. I zal om een en ander zijne stem niet aan het voorstel geven. De heer Troolstra herinnert er aan, dat dit jaar den 18 I Junij geen gouden zweep is verharddraafd en dientengevolge van I gemeentewege op dien dag geen vuurwerk is afgestoken. Dit I is waarschijnlijk de eerste aanleiding geweest, om nu, den 31 I Augustus, eene harddraverij te doen houdenterwijl men later I op het denkbeeld zal zijn gekomendaaraan ecnige volksspelen li tc verbinden. Daarop heeft de commissie, die zich voorloopig I voor de feestviering constitueerdezich tot de ingezetenen ge- I wendmet het verzoek om voor dit doel eenc geldelijke bijdrage I te geven. Zij heeft ongeveer f 4U0 bijeengekregen, voorzeker I eene niet groole som voor eene gemeente als deze, en die het I onmogelijk maakt iels van bclcekenis uit te voeren. De com- I missie wendt zich nu tot den raad om medewerking, niet alleen I tot het geven van eene subsidie, maar ook, om muziekuitvoeringen I te doen geven en een vuurwerk tc doen afsteken. De gevraag- I de „medewerking" wordt dus wel wat ver uitgestrekt. De gc- I meenlc zou toch bijna alles voor hare rekening moeten nemen. I Dit gaat, naar spr's. meening, te ver. Het moet eene particu- I licre zaak blijven. De gemeente moet zich op dit standpunt I plaatsen, dat zij, evenals spr. en vele andereneene geldelijke I bijdrage kan geven, zonder dat daaraan de voorwaarde wordt I verbonden, dat die bijdrage moet dienen om prijs en premie I voor de harddraverij te verhoogen of om muziekuitvoeringen te I geven of iets dergelijks. Daarin moet de raad zich niet mengen. Spr. zou er dus voor zijn om in eens eene subsidie te geven zonder meer. De Voorzittor stelt zich op een ander standpunt. Hij acht den 31 Augustus een belangrijken feesdag, een dag die I voor het volk veel genot belooft en voor de neringdoenden een groot voordeel. Spr. is daarom van oordeeldat men niet moet I aarzelenom eene gunstige beschikking te nemen op het ge- I lieelc verzoek. De heer Duparc gelooft niet, dal het standpunt van den voorzitter geheel juist is. Immers, de commissie heeft zich ge- constilueerd, om te trachtenden 31 Augustus als een voor het I geheele land gewigtigen dag tot een feestdag te maken voor I bet volk, maar niet, om door het houden van eene harddra- verij en het geven van andere vermakelijkheden aan sommigen der ingezetenen voordeelen te bezorgen. Het hoofddoel is dus I de feestvieringal het andere is bijzaak. Spr. heeft dit willen I vooropstellenopdat de leden die soms geheel of gedeeltelijk te lgen het voorstel van burgemeester en wethouders mogtcn stem - men, niet gecenseerd zouden wordende belangen van de ne- ringdoenden minder te willen behartigen, dan de voorzitter zegt I te verlangen. I De heer Reeling Brouwer kan zich er mede vereenigen, dat eene subsidie in eens worde verleend, met de clausule, dal I liet bedrag moet worden bestemd voor de prijzen bij de hard- draverij en voor liet geven van muziek, dus voor de eerste twee I onderdeden van het verzoek. Spr. heeft wel eenig bezwaar tegen het voldoen aan het der- 1 de onderdeel van het verzoek, nl. het doen geven van een vuur werk van gemeentewege op hel plein vóór hel Paleis van Ju stitie. Als gevolg van het niet doen verharddraven van een gouden zweep op den 18 Junij, is ook het gewone vuurwerk in den Prinsentuin dien dag achterwege gebleven, lot groole schade van den pachter van dien tuin. Ten einde dezen ecnigszms tc gemoet te komen, hebben burgemeester en wethouders op spr.'s voorstel besloten, dat vuurmerk later toch te doen afsteken en oordeelden den 31 Augustus daarvoor een gcschikten dag. Komt men nu op dit besluit terug en wordt het vuurwerk op het Zaailand afgestoken, dan zal dat tot groot nadeel voor den pach ter strekken. Spr. zou niet gaarne daartoe medewerken. Hij weet wel dat er wel wat voor te zeggen isom op dien dag een vuur werk op bedoeld plein tc doen afsteken, maar hij wenscht er aan te herinneren dat op 1) September, ter gelegenheid van het Floralia- fcest, in den Prinsentuin een concert met vuurwerk zal worden gegevendat voor een groot getal ingezetenen uit den arbei denden stand toegankelijk zal zijn. De heer Troolstra stelt nu voor, aan de commissie eenc subsidie van f250 ten behoeve van de feestviering op 31 Augus tus tc verleenen zonder meer en zonder daaraan nadere bepa lingen en voorwaarden te verbinden. De heer Hijlkoma kan zich daarmede niet vereenigen want indien men subsidie geeftzonder eenige bestemming dan zal men een deel daarvan kunnen gebruikenom de prijzen te verhoogen waar hij zich juist tegen heeft verklaard. Zoo zijn weer andere leden tegen het geven van muziek en het doen afsteken van een vuurwerk. Daarom zal het beter zijn zich te houden aan de drie punten van het verzoek en deze ieder afzonderlijk te behandelen. De heer Bekhuis kan met het denkbeeld van den heer Troelstra medegaan. Hij wenscht gaarne mede te werken, om den 31 Augustus tot een feestdag te maken en daarvoor eene som uit de gemeentekas beschikbaar te stellen maar de rege ling van de feestelijkheden wil hij aan de commissie overlaten, zonder inmenging van het gemeentebestuur. De heer Troolstra zegtdat hij dit met zijn voorstel ook geheel bedoeldezoodat aanneming daarvan moet worden beschouwd als eenc beschikking op het verzoek in zijn geheel. De beraadslagingen worden hierop gesloten. liet voorstel van den heer Troelslra wordt nu in stemming gebragt en aangenomen met 12 legen 2 stemmen, die van de heeren Hijlkema en Plantenga. Alzoo wordt besloten aan de adressanten als beschikking op hun verzoek eene subsidie van ƒ250 uit de gemeentekaste ver leenen, ten behoeve van de feestviering op 31 Augustus e.k. 6. Reclames tegen aanslagen in de directe belasting op het inkomen, diëtist 1888. In verband hiermede wordt de openbare vergadering gesloten. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1888 | | pagina 2