Vergadering van Dingsdag 28 Augustus 1888.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 28 Augustus 1888.
69
Tegenwoordig 14 leden.
Afwezig de heeren Dr. N. Reeling Brouwer Jhr. Mr. G. van
Eijsinga, G. Menalda, Dr. J. Baart dc la Faille, R. H. Dijkstra,
meten de heeren H. Beucker Andreae en H. Kuipers zonder
kennisgeving.
Voorzitter de heer P. Lijcklama a Nijeholtburgemeester.
I De notulen van dc vorige op 14 Augustus j.l. gehouden
vergadering worden gelezen en vastgesteld.
II Wordt ter tafel gebragt
1. De begrooting van dc Stadsarmenkamer, dienst 1889.
Wordt ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen
van de heeren BumaVan der Scheer en Van Eijsinga.
2. Een adres van IJ. v. d. Meer houdende het verzoekom
het trottoir langs zijne woning aan de Westerkade, 10 c.M. be
neden de stoep van die woning te doen leggen.
3. Een adres van J. D. v. d. Meerom de zathe en landen
aan het Kal verdijkje weder te mogen inhuren.
4. Een adres van de directie der „Harmonie" om gedeelte
lijke kwijtschelding der door haar over 1888/89 aan de gemeente
verschuldigde retributie.
5. Een adres van A. Hoekstra en F. v. d. Meer, om dc
breedte voor eene nieuw aan te leggen straat voor te schrijven.
6. Een adres van A. J. IJpes e. a. gymnastiek-onderwijzers
om twee kleedkamertjes te doen maken in het gymnastieklokaal
bij de Put.
Deze adressen worden om berigt en raad gesteld in handen
van burgemeester en wethouders omwat het laatste adres
betreft, daarop te kunnen letten bij het opmaken der gemeen-
te-begrooling dienst 1889.
7. Een adres van Mej. N. Bongaardtom eervol ontslag als
onderwijzeres aan de gemeente-bewaarschool no. 5.
Wordt ten fine van beschikking aan burgemeester en wethou
ders gerenvoijeerd.
8. Een adres van den heer M. Verdenius, gemeente-veearts,
om niet aan te nemen het voorstel tot wijziging zijner instructie.
Dit adres wordt om bericht en raad in handen gesteld van
burgemeester en wethouders terwijl in verband daarmede de
lieden aan de orde zijnde behandeling van bel betrekkelijk voor
stel wordt verdaagd.
9. Een voorstel van burgemeester en wethouders naar aan
leiding van het verzoek van het bestuur der aansprekers-veree-
nigingom kosteloos gebruik van dc gereedschappen op de be
graafplaats.
10. Alsboven tot in gebruik geving van gemeentegrond aan
A. Schilderman e. a.
11. Alsboven naar aanleiding van het verzoek van den heer
H. Blok Wijbrandi om ontheffing van de huur zijner woning.
12. Alsboven om den heer P. Adriani eervol te ontheffen
van de waarneming der betrekking van stadsgeneeskundige.
13. Eene lijst van benoembaren tot lid van het collegie van
zetters. Vacature E. J. Bruinsma.
14. Een rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek
der begrooting voor dc d d. schutterij, dienst 1889.
15. Een rapport der raadscommissie voor de reclames om
trent bezwaarschriften tegen den Hoofdelijken Omslag.
De stukken sub 9 tot en met 15 worden voor de leden ter
visie gelegd om in eene volgende vergadering te worden be
handeld.
10. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot het
oen vernieuwen en herstellen van eenige straten en betreffende
en aankoop van keijen.
17. Het rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek
er gemeenterekening over 1887.
Beide laatstgenoemde stukken zullen nog heden, na afdoening
er aan dc orde zijnde punten, in behandeling worden genomen.
III. Wordt overgegaan lot behandeling van de op den op-
ocpings-brief vermelde punten.
1. Vaststelling van staten tot aanvulling en wijziging van
den staat der openbaretot de yemeene dienst van allen be
stemde water staatsie erken.
De voorzitter deelt mededat naar aanleiding van de in de
vorige vergadering gedane opmerkingeneenige wijzigingen in
de motivering van de ontwerp-beschikkingen op de reclames
zijn aangebragt.
Hij stelt nu voordie besluiten goed te keuren en alzoo op
de tegen die staten door Janssen en AltenaH. Steffens J.
Ruitenschild J. Jurjens J. H. F. de Boer en E. van Zuijlen
ingebragte bezwaarschriften afwijzend te beschikken, en daarna
de door burgemeester en wethouders opgemaakte staten onver
anderd vast te stellen.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt daartoe be
sloten.
2. Vaststelling van den legger van onderhoudplichtigen van
den Dokkumer trekweg.
Burgemeester en wethouders hebben ter voldoening aan het
bepaalde bij de verordeninginhoudende algemeene bepalingen
van politiedezen legger opgemaakt en nadat hij ter visie
heeft gelegenaan den raad gezondenonder overlegging van
een ingekomen bezwaarmet een verslag daarover.
Wordt nu zonder discussie beslotende reclame in te willi
gen en nadat de legger dienovereenkomstig is gewijzigdde
zen vast te stellen.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling
van eene verordening regelende de kostelooze plaatsing van leer
lingen op de gemeentelijke inrigtingen van middelbaar onderwijs.
De Voorzitter biedt namens burgemeester en wethouders
hunne verontschuldiging aandat dit voorstel niet gedrukt bij
de leden is uitgereikt. Hij geeft de verzekeringdat zij in het
vervolg hierop zullen lettenten einde de kennisneming der
stukken den leden gemakkelijker te maken.
De algemeene beraadslagingen worden geopend.
Dc heer Duparc begint met te verklarendat het denk
beeld dat aan dit voorstel ten grondslag ligtvoorzeker ieders
goedkeuring zal wegdragen. Toch heeft hij op dit voorstel en
de daarbij overgelegde stukken enkele kantteekeningen gemaakt,
die hij zich zal veroorloven den raad mede te deelen.
Blijkens het ingekomen adresdat de aanleiding tot dit voor
stel is verzoekt de adressant wijziging van de verordening op
de heffing van schoolgeld aan de middelbare school voor meis
jes ten einde de kinderen van min- en oavermogendende ge
legenheid te gevenvan het onderwijs aan die school gebruik
te maken. Burgemeester en wethouders stellen intusschen voor,
meer te geven dan gevraagd wordt door geheel kostelooze toe
lating open te stellen dus alleen voor onvermogenden. Spr.
keurt dit niet goed. Evenzeer als de wet op het lager onder
wijs bepalingen inhoudt omtrent de toelating van min- en on-
vermogenden zou men nu voor de scholen van middelbaar on
derwijs bepalingen kunnen vaststellen volgens welke minver
mogenden b. v. tegen het halve schoolgeld en onvermogenden
geheel kosteloos plaatsing konden erlangen. De commissie van
toezigt vreest echterdat casu quo van de bevoegdheidom
het halve schoolgeld te betaleneen te ruim gebruik zou wor
den gemaaktwaarvan dan al weer het gevolg zou kunnen
worden dat de lokalen spoedig onvoldoende zouden blijken te
zijnom al de leerlingen te bevatten en dus de localiteit uit
gebreid en in verband daarmedehet personeel vermeerderd
zou moeten worden. De commissie wil daarom slechts in zeer
beperkte mate gelegenheid tot kosteloos bezoek geven. Zij acht
een verminderd schoolgeld niet raadzaam, omdat de toeloop dan
grooter zal worden en de gemeente voor de aanzienlijke ver
meerdering van kostenwelke zij op zich zoude moeten nemen,