VERSLAG DER HANDELINGEN VAN DEN
LEEUWARDEN, OVER 1889.
.IS 01
Vergadering van Dingsdag 8 Januarij 1889.
OP HET
TE
No. der
bijlage.
O M S C H R IJ V I N G.
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Het Kohier van de directe belasting op het inkomen dienst 1889.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van eene bepaling, waarbij onderwijzers der open
bare lagere scholen wordt verboden het geven van privaat onderwijs aan leerlingen van de scholen waaraan
zij zijn verbonden.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging der verordeningregelende de inrigting van het
personeel der politie in de gemeente Leeuwarden.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot verscherping der bepalingen betreffende de keuring van vee
vleesch enz.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van de verordening op het bestuur van het Stads
ziekenhuis.
oorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging der verordeningregelende de jaarwedden der docen
ten aan de middelbare school voor meisjes.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging der verordening op de gemeentelijke bewaarscholen.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het converteren van gemeentelijke schuld en tot vaststelling
van een plan van geldleening.
Rekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente, over het jaar 1888.
Verantwoording van burgemeester en wethouders.
Ontwerp-begrooting der gemeente voor den dienst van 1890.
Memorie van toelichting behoorende bij die begrooting.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van verordeningen op de heffing van veergelden.
Verslag van de commissie van rapporteurs uit de sectiën van den Raad omtrent het onderzoek der gemeente-
begrooting, dienst 1890.
Memorie van antwoord van burgemeester en wethouders op het verslag van rapporteurs omtrent het on
derzoek der gemeentebegrootingdienst 1890.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van eene verordeningomtrent het doen van aan
bevelingen en voordragten de benoeming en het ontslag van gemeente-ambtenarenenz.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 8 Januai'ij 1889.
1
Tegenwoordig 19 leden.
Afwezig met kennisgeving de heeren VV. J. Oosterhoff en
Mr. J. C. Meijer.
Voorzitter de heer P. Lycklama a Nijeholtburgemeester.
I. Nadat de voorzitter de vergadering heeft geopend, rigt
liij tot haar de volgende toespraak
Mijne Heeren
Bij den aanvang van onzen gemeenschappelijken arbeid in
het nieuwe jaar wensch ik U van harte alles goeds toe. Ik
hoop dat het u in 1889 in uwe gezinnen, in uwe maatschap
pelijke betrekkingen en ook in uwe betrekking als leden van
den gemeenteraad in alle opzigten naar wensch mag gaan en
dat wij het werk, dat ons hier in het nieuwe jaar wacht, een-
dragtelijk hoewel niet daarom altijd één van zienswijze met
elkander tot een goed einde mogen brengen.
Het laat zich niet aanzien dat ons vele belangrijke zaken
wachten. Onze geldmiddelen laten niet toe om groote werken,
waarvan de noodzakelijkheid niet algemeen wordt gevoeldop
touw te zetten. Onze verordeningen zijn voor het meerendeel
in de laatste jaren geheel herzienaan nieuwe gemeentelijke
instellingen bestaat voorshands geen behoefte.
Welligt is het mogelijk dat sommige wetten, welke de ge
meentelijke belangen rakenworden gewijzigd en verandering
brengen in bestaande regelingenwaartoe uwe medewerking
wordt vereischt.
Overigens zullen onze werkzaamheden zich bepalen tot het
behartigen van de belangen der ingezetenen, op den tegenwoor-
digen voet het afdoen der gewoonlijk voorkomende zaken en
het verhelpen van enkele gebreken in onze gemeentelijke huis
houding wanneer die aan het licht mogten komen.
Wanneer we een terugblik werpen op het jaar dat achter
ons ligtdan verheugt het mij te mogen constateren dat de
vergadering geene verhezen heeft geleden, integendeel eene aan
winst bekwam door de benoeming van den heer Tigler Wij-
brandidie de vacature vervultwelke bij den aanvang van
1888 bestond.
De bevolking onzer gemeente nam met ongeveer 300 zielen
toehoewel het getal geboorten iets minder was dan een jaar
vroeger, en de sterfte weinig verschilde met die in 1887. On
der de sterfgevallen moeten wij het verlies betreuren van twee
verdienstelijke ingezetenenleden van Gedeputeerde Staten, die
ook in deze vergadering geruimen tijd met eere werkzaam wa
ren de heeren Mrs. Altema en Buma.
Hoewel, onze gemeente gunstig staat aangeschreven wegens
haar gering sterftecijfer en ook om den algen:eenen gezondheids
toestand zoo komen toch in de laatste jaren herhaaldelijk eenige
besmettelijke ziekten voor. In 1888 bedroeg het cijfer aange
geven gevallen 119, waarvan 88 aan roodvonk. Van deze 119
aangetasten stierven 13.
Op den gezondheidstoestand onzer gemeente zal zeker de in
1888 tot stand gekomen waterleiding ook nog zijn gunstigen in
vloed in het vervolg doen gelden. Met genoegen mag ik hier
vermelden, dat omtrent de kwaliteit van het geleverde water tot
nog toe niet anders dan zeer gunstige mededeelingen van de
gebruikers zijn ontvangen.
Over den gezondheidstoestand der gemeente, en in het alge
meen over alle gemeentelijke aangelegenhedenwaarin het be
stuur belang steltvinden wij uitvoerige mededeelingen en op
gaven in een werk van onzen stadsgeneesheer Dr. Kooperbei g,
dat met goud werd bekroond en in 1888 in druk verscheen
getiteld Geneeskundige plaatsbeschrijving van Leeuwarden.
Met dat feit in uwe herinnering terug te roepen wensch ik
den schrijver mijne welgemeende hulde te brengen.
Als wij de handelsbeweging over het afgeloopen jaar nagaan,
dan blijkt bet, dat de aanvoer van boter aan de waag alhier
eenigzins minder is geworden. In 1887 bedroeg de aanvoer
2,227.000 en in 1888 2,207.000 kilogram.
De aanvoer van kaas bedroeg 1000 kilogram meer dan in
1887, en was 535,128 kilogram.
De mindere aanvoer van boter is een gevolg van de oprigting
van fabrieken waarvan bet product registrceks naar de Lon-
densche markt of naar de afnemers wordt verscheept.
De aanvoer van vee neemt nog steeds toe en was tienduizend
stuks meer dan ten vorige jare. Het beursbezoek is voortdurend
zeer bevredigend. De opbrengst der kaarten bedraagt 3960.
Voor zoover de aanvoer van graan moet worden beoordeeld
uit de omgeslagen en gemeten hoeveelheden door de meters-we
gers, zou men tot de gevolgtrekking komen, dat die aanvoer ver
minderde in 1888 werden gemeten 230199 en in 1887 301854
hectoliter. Meer en meer wordt echter graan aangevoerd, dat
zonder tusschenkomst der stedelijke meters-wegers wordt ge
wogen, zoodat ik te dien opzigte geen betrouwbare gegevens
bezit.
De uitkomsten der exploitatie van de openbare reiniging zijn
niet ongunstig. De opbrengst der verkochte compost, ier en puin
bedroeg wel niet zooveel als in 1887, maar overtrof toch de ge
raamde som met ƒ500.
De prijzen zijn intusschen niet onbelangrijk gestegen, zoodat
ook voor het volgend jaar een hoogere opbrengst mag worden
verwacht.
De kosten der brandweer konden worden bestreden uit de
toegestane sommen.
Ook de sommen voor armenzorg beschikbaar gesteld, bleken
voldoende ter bestrijding der uitgaven.
De gasfabriek gaf over 1888 meer winst dan in 1887. Het
gasverbruik der particulieren nam met 7 procent toe en bedroeg
1,268,000 tegen 1,180,000 stère in 1887 hoewel het getal gas-
verbruikers hetzelfde bleef.
Er werden 33000 stère meer gefabriceerd dan het voiig jaar
en het gasverlies bedroeg ruim 68000 stère minder dan in 1887.
Van de gelegenheden tot sparen, welke in deze gemeente be
staan, met name de spaarbank en de spaarkas, werd wederom
ruimer gebruik gemaakt.
Tot de spaarbank traden 800 nieuwe deelnemers toe een
getaldat in geen der vorige jaren werd bereikt.
De inlage was in het afgeloopen boekjaar ƒ272,749 en de
terugbetaling ƒ230,000. Van de spaarkas maakten 833 perso
nen gebruik.
Wij mogen ons verheugen dat in het afgeloopen jaar do on
veiligheid van het spoorweg-emplacement alhier werd opgehe
venterwijl het vooruitzigt bestaat, dat in 1889 nog belang
rijke verbeteringen zullen worden aangebragt.
En hiermede wensch ik mijn terugblik op 1888 te besluiten.
Wij zagen, dat de algemeene toestand van Leeuwarden wei
nig verandering onderging. Groote onheilen kwamen intusschen
niet voor. Moge het jaar, dat wij beginnen, een jaar van voor
spoed worden voor onze gemeente. Moge onze stad in wel
vaart en bloei toenemen en uw werk onder hoogeren zegen daar
toe in alle opzigten bevorderlijk zijn.
II. De notulen van de vorige op 27 December jl. gehouden
vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
III. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen
a. dat voor den tijd van drie jaren de opkomsten der tol
hekken aan den Harlinger trekweg zijn verpacht
die te Ritzumazijl aan P. A. Atema aldaar voor ƒ334 per jaar,
die te Kingmatille aan J. Posthuma aldaar voor ƒ411 per jaar,
die te Koetille aan H. Hoekstra aldaar voor ƒ356 per jaar.
b. eene resolutie van Gedeputeerde Statenhoudende be-
rigt van ontvangst van een afschrift der verordening op het
bewaren van buskruit.
c. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd
1. het 2e suppletoir kohier der directe belasting, op het inko
men dienst 1888.
2. het raadsbesluit tot wijziging der gemeente-begrooting
dienst 1888.
3 idem tot onderhandsche verhuring van diverse gemeente
eigendommen.