Vergadering van Dingsdag den 23 Julij 1889. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Maandag 8 Julij 1889. commissie voor de bewaarscholen gehoord te worden over de vergrooting van de speelplaats der aangrenzende bewaarschool. De heer Kuipsrs [kan zich evenmin vereenigen met het plan om in dit perceel een consultkamer in te rigten. In het ziekenhuis is de ruimte vrij goed. Wanneer boven de voordeur eene ventilatie tot verkrijging van versche lucht en vóór den ingang een tochtportaal wordt aangebragten wordt dan de localiteit des winters verwarmd dan zal men eene zeer goede gelegenheid verkrijgenwaar de patiënten kunnen wachten. De heer Troolstra zou in ieder geval die gelegenheid zeer gebrekkig achten omdat de patiënten niet behoorlijk kunnen zitten. Burgemeester en wethouders hebben in het voorjaar het ziekenhuis bezochtzij hebben gewikt en gewogen maar zijn eenstemmig van oordeel geweestdat de localiteit niet ge schikt is en ook niet voor de ontvangst der loopende patiënten ge schikt kan worden gemaakt. Het is in het belang der zieken dat er een wachtkamer zijdie behoorlijk ruim en verwarmd isomdat zij er dikwijls een geruimen tijd moeten vertoeven. De heer van der Scheer heeft dit bevestigd. De heer Kuipers zegtdat er geen bezwaar tegen isom nog meer banken in de vestibule te plaatsen. De zieken be hoeven dan niet te staan. De heer Dijkstra heeftook als lid der bouwcommissie, met genoegen kennis genomen van het plan om dit perceel dat voor de gemeente een lastpost isproductief te maken hoewel hij zich niet even goed met alle bestemmingen der on derscheidene lokalen kan vereenigen. Op elke plaatsop elke inrigting zal echter wel wat te zeggen zijn. En dan plaatst spr. zich op het standpunt van den heer Troelstradat een uitgaaf van GOOO voor zoovele zaken niet te hoog is vooral nadat de voorzitter heeft medegedeeld, dat bij verwerping van dit plan er toch een voorstel tot het maken van eene turfberg- plaats zal moeten komen die meer dan ƒ3000 zal kosten. Ook zal toch hetzij door verandering van het ziekenhuis, hetzij door inrigting van eene naburige localiteit, een consultkamer voor de stadsgenecsheeren moeten worden verkregen. Verder is het wenschelijk eene voldoende bewaarplaats voor planten te maken met het oog op de berging des winters want de tegenwoordige wijze van bewaren in den koepel van den Prinsentuin kost te veel geld en is schadelijk voor de planten. Dit alles zal geen geringe uitgaaf medebrengenterwijl men nu volgens het plan alles voor eene betrekkelijk kleine som kan tot stand brengen. Spr. kan de doelmatigheid van het lokaal voor de vleeschkeuring niet beoordeelen maar wanneer dat lokaal toch voor iets an ders in gebruik kan worden genomen behoeft dat geen be zwaar op te leveren. De heer de la Faille waardeert zeer den ijver en de vaar digheid, waarmede burgemeester en wethouders getracht heb ben eene doelmatige bestemming aan dit perceel te geven en hij zou het betreurendat noodeloos oponthoud zou veroorzaakt worden wanneer de zaak werkelijk urgent is. Maar hij her haalt het dat enkele onderdedenbijv. de consultkamer en de kamer voor den zuivel-consulent niet voldoende geprepareerd zijn. Het is niet voldoendeom een lokaal aan te wijzen, maar het moet ook doelmatig worden ingerigt. Waar men nu het oog heeft op het pand in het Raadhuisstraatje zou het dan niet beter zijnom daar de consultkamer voor de geneeskun digen te maken en het lokaalvoor dezen in het perceel in 't St. Jobsleen bestemd, ter beschikking te stellen van den con sulent. Een en ander kan een punt van nader onderzoek uit maken. Spr. wenscht geen noodeloos oponthoud maar acht het nood zakelijk omvóór tot eene definitieve bestemming over te gaan, over de verschillende localiteiten het positief advies te vragen van de sladsgeneeskundigen en het bestuur der maatschappij van landbouw. De heer Troolstm herhaalt hetdat de bestemming der lokalen te veel op den voorgrond wordt gesteld. Gesteld, dat een ongunstig adres der geneeskundigen inkomt, wat zal men dan doen Moet dan het geheele plan worden verworpen Zijn dan de andere onderdeden van het plan niet van dien aarddat zij bchooren te worden goedgekeurd Door aanne ming van het voorstel wordt niets geprejudicieerd. Mogt de localiteit voor consultkamer later blijken daarvoor minder ge schikt te zijn dan kan ze voor iets anders gebruikt worden. Bovendien zou het aanbrengen van die kamer elders eene be langrijke verbouwing veroorzaken. De localiteit in het Raad huisstraatje is hiervoor veel te klein. Spr. verdedigt met warmte het plan van burgemeester en wethouders, omdat het zijne volle overtuiging is, dat het een goedkoop plan is. Voor de betrekkelijk kleine som van GOOO zal men dit gebouw voor vele doeleinden bruikbaar kunnen makenterwijl een turfbergplaats die zeer soliede moet zijn van nieuw materieel gebouwd, alleen reeds meer dan ƒ3000 zou kosten. De raad zal dus naar zijne meening in ieder op- zigt wel doen met dit plan goed te keuren. De heer Oosterhoff heeft bij de discussies hooren zeggen, dat het voorstel zwevend is. Nu heeft het, naar spr's. mce- ning dit karakter nog meer verkregen na de woorden van den heer Troelstra. De gemeente heeft een gebouw zonder bestem ming. Men zal het nu voor verschillende doeleinden verdeelen in eenige localiteiten en eerst wanneer deze klaar zijndecide ren waarvoor zij gebruikt zullen worden. Spr. acht dit op zijn zachtst genomen ondoeimatig. Veel liever volgt hij liet denk beeld van den heer de la Failleom eerst adviezen in te win nen en dan eene beslissing te nemen. De heer Dijkstra begrijpt niet wat den heer Oosterhoff aanleiding geeft, om het voorstel van burgemeester en wethou ders zwevend te noemen, daar toch duidelijk is aangewezen voor welke doeleinden men het gebouw in kwestie wenscht te gebruiken. De heer Oosterhoff antwoordt dat hij het voorstel van burgemeester en wethouders niet zwevend heeft genoemd maar alleen heeft beweerd dat het na de toelichting van den heer Troelslra iets zwevends heeft gekregen. Hij herhaalt dan ook, het ondoelmatig te vinden, ƒ6000 op deze wijze te verbouwen; onder anderen een zitkamer voor de stadsgeneesheerenmet wachtkamer in te rigten waarvan de doelmatigheid later zal moeten blijken. De Voorzitter wijst er op, dat de kamer, voor consult kamer te bestemmenniet gemaakt moet wordenmaar reeds bestaat. Het is de beneden-voorkamer van het perceel waar van de bovenverdieping wordt weggenomen. Deze kamer zou nu reeds door burgemeester en wethouders kunnen worden aan gewezen als lokaal voor de geneeskundigen waar zij hunne patiënten kunnen ontvangen want de verordening geeft die be voegdheid aan burgemeester en wethouders. Sinds jaren is daarvoor het ziekenhuis in gebruikzonder dat er eenig besluit bekend is waarbij die aanwijzing is geschied. De beraadslagingen worden hierop gesloten. De motie van den heer de la Faille om de beslissing van het voorstel aan te houden wordt in stemming gebragt en aange nomen met 10 tegen 4 stemmen die van de heeren Dirks van Sloterdijck Troelstra en Dijkstra. De heeren van Harinxma thoe Slooten en Hijlkema hadden vóór deze stemming de vergadering verlaten. De voorzitter sluit hierop de vergadering. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dingsdag 23 Julij 1889. 49 Tegenwoordig 14 leden. Afwezig de heeren Mr. J. Minnema BumaG. MenaldaMr. J. Dirks, H. KuipersMr. J. L. van Sloterdijck, S. H. Hijlkema en J. van der Scheer. Voorzitter de heer P. Lycklama a Nijeholtburgemeester. I. De notulen van de vorige op 8 Julij j.l. gehouden verga dering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen 1. dat de heer G. Menalda heeft berigt, zijne benoeming tot ambtenaar van den burgerlijken stand niet aan te nemen. Heden zal tot eene nieuwe benoeming worden overgegaan. 2. dat den Secretaris verlof tot afwezigheid is verleend van den 17 Julij tot en met den 10 Augustus e.k.en dat de heer J. H. Menkema commies ter secretarie, door burgemeester en wethouders is aangewezen den secretaris gedurende zijne af wezigheid te vervangen. 3. dat is ontvangen van den heer H. J. van Berckel te Breda een exemplaar van een Feestlieddoor hem gedicht en gecom poneerden dat door hem op 31 Augustus e.k. aan Prinses Wilhelmina zal worden aangeboden. In het archief te deponeren. 4. Dat is ingekomen het verslag van het eind-examen aan de Burgerdagschool. 5. De Voorzitter deelt mede dat burgemeester en wet houders omtrent de vergrooting van het gymnasiumgebouw eene bespreking hebben gehouden met den heer van Sloterdijck die namens curatoren van het gymnasium te kennen gaf, dat zij zich in hoofdzaak met het ontwerp voor die vergrooting kunnen vereenigen en het niet noodig achtenden afstand tusschen het bestaande gebouw en het geprojecteerde grooter te maken, doch slechts eene kleine wijziging wenschelijk vonden. Hiertegen bestond geen bezwaar, zoodat burgemeester en wet houders het ontwerpin dien zin gewijzigdhebben goedge keurd en de aanbesteding van de uitvoering van dit werk heb ben bepaald op 31 Julij e.k. III. Wordt ter tafel gebragt 1. De gemeente-rekening over het dienstjaar 1888 met eene verantwoording van burgemeester en wethouders. Deze stukken zullen worden gedrukt in de bijlagen tot het raadsverslagen in de volgende vergadering zal worden over gegaan tot de benoeming van eene commissie van onderzoek. 2. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der begrooting voor het stads-ziekenhuis dienst 1890. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders betreffende de stichting van een wagenloods voor den dienst der stads-reiniging. 4. Alsboven tot onderhandschen aankoop van de woning Achter de Witte Hand no. 1. 5. Alsboven om over te gaan tot conversie van gemeente- leeningen. De stukken sub 2 tot en met 5 worden ter visie gelegd om in eene volgende vergadering te worden behandeld, terwijl dat sub 5 zal worden gedrukt in de bijlagen tot het raadsverslag. 6. Rapport der raadscommissie omtrent reciames tegen den hoofdelijken omslag. Zal heden in behandeling worden genomen. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van een ambtenaar van den burgerlijken standtengevolge van het niet aannemen eener benoeming door den heer G. Menalda. De uitslag der gehouden stemmmingen is, dat bij eerste stem ming werden uitgebragt op den heer Dijkstra 6, den heer van Harinxma thoe Slooten 3den heer Reeling Brouwer 2 stem men en op de heeren Beucker Andreae en Hijlkema 1 stem terwijl bij tweede stemming de heer Dijkstra 7 en de heer van Harinxma thoe Slooten G slemmen verwierf, zoodat de heer Dijkstra wordt benoemd. De heer Dijkstra betuigt zijnen dank voor het in hem ge steld vertrouwen doch verklaart de benoeming niet te kunnen aannemen. De Voorzitter deelt mede, dat hij in de volgende verga dering eene nieuwe benoeming aan de orde zal stellen. 2. Benoeming van eene onderwijzeres aan de gemeenteschool no. 0 (vacature Mej. W. Grosjean). De voordragt is zamengesteld uit: 1. Mej. N. Meineszte Leeuwarden2. Mej. F. Beintemate Giethoorn 3. Mej. A. Smedingte Leeuwarden en 4. Mej. K. van der Sluiste Appelscha. Het resultaat der gehouden stemming isdat Mej. N. Mei nesz wordt benoemd met 12 stemmen. Eén stem werd uitge bragt op Mej. A. Smeding. De datum van infunctietreding zal nader door burgemeester en wethouders worden vastgesteld. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlee- nen van eervol ontslag aan Mej. G. Haitsmaonderwijzeres in de handwerken en tot benoeming van eene onderwijzeres in hare plaats. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten, aan Mej. G. Haitsma eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres in de handwerken aan de gemeenteschool no. 7. Hierop wordt overgegaan tot benoeming van eene onderwij zeres in hare plaatswaarvoor wordt voorgedragen Mej. R. Pranger, reeds tijdelijk aan die school werkzaam. Met aigemeene stemmen wordt Mej. Pranger benoemd. Wordt beslotenhet ontslag van Mej. Haitsma en de benoe ming van Mej. Pranger heden te doen ingaan. De heer van Harinxma thoe Slooten was bij deze stemmin gen niet tegenwoordig. 4. Rapport der raadscommissie omtrent de rekening der Stads-armenkamer over 1888. Wordt conform de conclusie van dit rapport besloten 1°. de rekening en verantwoording betreffende het beheer der stads-armenkamer over 1888, goed te keuren en vast te stellen in ontvang tot een bedrag van ƒ35.278,88J. in uitgaaf - 34,0G0,95 Saldo 1,217,93' en dit saldo over te brengen op de rekening van 1889 en wel op de inkomsten waaraan eene bijzondere bestemming is verbonden, vermeld in hoofdstuk II aid. III, dienst 1888, overeenkomstig de specificatie aan het slot dier rekening voor komende. 2°. heeren voogden der stadsarmenkamer 's Raads dank te betuigen voor het gehouden beheer. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders om aan D. Cu- perijovereenkomstig zijn verzoek met ingang van 1 Septem ber 1889eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van onderivijzer aan de gemeenteschool no. 7. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt dienovereen komstig besloten. G. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging der verordening op de gemeentelijke bewaarscholen. (Zie bijlage no. 7 tot het verslag van 's raads handelingen). Wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkom stig de conclusie van dit voorstel besloten Art. 12 van de verordening op de gemeentelijke bewaarscho-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1889 | | pagina 1