Vergadering van Dingsdag 8 October 1889. BESLUIT tot heffing eener belasting onder de benaming van veergeld voor het overvaren der Stadsgracht van den Nieuwe weg bij het ziekenhuis en van de Oosterkade tegenover de Oosterstraat naar de daartegenover gelegen gedeelten van den Grachts wal te Leeuwarden. VERORDENING op de invordering der belasting onder de benaming van veergeldvoor het overvaren der Stadsgracht van den Nieuwe weg bij het ziekenhuis en van de Oosterkade tegenover de Ooster straat naar de daartegenover ge- Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van Dingsdag 8 October 1889. 77 Tegenwoordig alle leden Voorzitter de heer P. Lycklama a Nijeholtburgemeester. I. De notulen van de vorige op 24 September j.l. gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen a. dat bij Koninklijk besluit van 11 September j.l. no. 15 is goedgekeurd het besluit tot heffing van eene belasting on der den naam van havengeld b. dat door Gedeputeerde Staten definitief is vastgesteld de gewijzigde legger van onderhoudpligtigen van den Dockumer trekweg c. dat door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd het raads besluit tot conversie van een gedeelte der gemeenteschuld d. dat het sectieonderzoek omtrent de gemeentebegrooting dienst 1890, is afgeloopen en dat tot rapporteurs zijn benoemd in de le sectie de heer Mr. J. L. van Sloterdijck, in de 2e sec tie de heer H. Beucker Andreae, in de 3e sectie de heer G. Menalda. Wordt besloten het verslag van de rapporteursdat eerst daags gereed zal zijn, te doen drukken en in deze maand nog in behandeling te nemen. III. Wordt ter tafel gebragt 1. eene aanvraag om magtiging tot wijziging van de begroo ting over 1889 voor het nieuwe stadsweeshuis. Wordt gesteld in handen van de heeren Bumade la Faille en van Eijsinga. 2. De begrooting voor het nieuwe stadsweeshuis, dienst 1890. Wordt gesteld in handen van de heeren: van der Scheer, Bekhuis en Duparc. 3. Het rapport der raadscommissie omtrent de begrooting voor de stads bank van leening, dienst 1890. 4. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot ver hooging van de jaarwedden van de bevolkings-agenten en tot wijziging van het reglement voor die beambten. De stukken sub 3 en 4 worden ter visie gelegd, om in eene volgende vergadering te worden behandeld. 5. Een voorstel van burgemeester en wethouders naar aan leiding van opmerkingen in de resolutie van Gedeputeerde Sta ten tot goedkeuring van het raadsbesluit betreffende conversie van gemeenteschuld. G. Alsboven tot overneming voor de gemeente van een stuk grond aan den weg langs Tulpenburg, met een nader adres van J. Nieuwenhuis. 7. Alsboven naar aanleiding van een adres van het bestuur der vereeniging „de Harmonie" om gedeeltelijke kwijtschelding van de door die vereeniging aan de gemeente verschuldigde re cognitie. De stukken sub 5 tot en met 7 zullen heden in behandeling worden genomen. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproe pingsbrief vermelde punten. 1Benoeming van een hoofd der gemeenteschool no. 6'. Op den door den districtsschoolopziener ingezonden voordragt zijn alphabetisch geplaatst: 1. A. J. P. de Beste te Middelburg 2. M. M. Blankert te Bolsward 3. H. Deelman te Eenum 4. G. Postma te Winschoten en 5. G. Smelt te Apeldoorn. De uitslag der gehouden stemming is, dat op G. Postma 13 en op M. M. Blankert 7 stemmen zijn uitgebragt, terwijl A. J. P. de Beste 1 stem verkreeg. G. Postma wordt alzoo tot hoofd der school benoemd. De datum van infunctietreding zal nader door burgemeester en wethouders worden bepaald. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van verordeningen op de heffing van veergelden. (Zie bijlage no. 13 tot het verslag van 's raads handelingen.) Daar geen der leden over het voorstel in het algemeen het woord wenscht te voerenwordt overgegaan tot behandeling van de ontwerp-verordeningen. De voorzitter deelt mededat burgemeester en wethouders in de ontwerp-verordeningen en in de ontwerp-voorwaarden als nog enkele wijzigingen in de redactie hebben aangebragt. Zonder eenige discussie wordt het ontwerp-hef'fingsbesluit dienovereenkomstig vastgesteld. Dit is mede het geval met de verordening op de invordering, nadat op voorstel van den heer Plantenga in de le alinea van art. 1 het woord „uitdrukkelijk" is vervallendaar dit overbo dig is, omdat de Raad nooit anders dan uitdrukkelijk besluit. Mitsdien worden vastgesteld navolgende verordeningen De Raad der gemeente Leeuwarden Overwegende dat er wensehelijkheid bestaatde verordenin gen tot heffing eener belasting onder de benaming van veergeld: a. voor het overvaren van de Stadsgracht met de pont tus- schen de Oosterkade en den Grachtswal tegenover de Ooster- straat, vastgesteld den 21 Februarij 1856, b. voor het overvaren van de Stadsgracht tusschen den weg naast het stadsziekenhuis en den daarover gelegen buitensingel, vastgesteld den 10 April 1856, aan te vullen en tevens om de regeling van beide heffingen in één besluit op te nemen. Gelet op artt. 238 240 en 254 der gemeentewet. Besluit vast te stellen het navolgend Art. 1. In deze gemeente wordt, onder den naam van veergeld, eene belasting geheven voor het overvaren der Stadsgracht van den Nieuweweg bij het ziekenhuis en van de Oosterkade tegenover de Oosterstraat, naar de daartegenover gelegen gedeelten van den Grachtswal. Art. 2. De in art. 1 bedoelde belasting bedraagt voor iedere overvaart per persoon een halve cent, of bij wijze van abonnement ge durende eene week, aanvangende iederen Maandagmorgen, per persoon voor elke pont vijf cent. Art. 3. Dit besluit treedt in werking den 12 Mei 1890, met welk tijdstip de bestaande besluiten tot heffing dezer belasting wor den ingetrokken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1889 | | pagina 1