Vergadering van Dingsdag 11 Februarij 1890.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dingsdag 11 Februari] 1890.
13
Tegenwoordig 17 leden.
Afwezig de heeren D. Tigler Wijbrandi F. Plantenga en J.
Theunisse met en de heer J. van der Scheer zonder kennisge
ving.
Voorzitter de heer P. Lycklama a Nijeholt, burgemeester.
I. De notuien van de vorige op 28 Januarij j.l. gehouden
vergadering worden gelezen er vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen
1. dat door de Gedeputeerde Staten is goedgekeurd het raads
besluit dd. 28 Januarij j.l., tot overdragt van gemeentegrond
nabij den Hoekstersingel aan J. Hilarius J. T. Höper en S.
Jansen.
2. dat bij koninklijk besluit van 31 Januarij 1890 aan den heer
Jhr. Mr. G. van Eijsinga ontheffing is verleend van het verbodge
steld bij art. 1506 alinea 3 van het burgerlijk wetboek, ten
einde onderhands van de gemeente te kunnen koopen een strook
grond in het St. Jobsleen.
3. eene resolutie dd. 6 Februarij jl. no. 70, van Gedepu
teerde Staten inhoudende een berigt van ontvangst van het
raadsbesluit dd. 28 Januarij j.l. tot wijziging der verordening
houdende algemeene bepalingen van politie voor de gemeente
Leeuwarden.
III. Wordt ter tafel gebragt
1. Een proces-verbaal van de opneming der kas van den
gemeente-ontvanger op den ln Februarij jl.
Wordt voor de leden ter visie gelegd.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders naar aan
leiding van een adres van Y. O. Faber c. s., tot het verleenen
van gemeentelijke subsidie voor den aanleg en de exploitatie
van den Noord-Frieschen locaalspoorweg.
3. Het rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek
der rekening betreffende het beheer van den Prinsentuin over
het jaar 1889.
De stukken sub 2 en 3 worden voor de leden ter visie ge
legd om in eene volgende vergadering te worden behandeld.
4. Een verzoek van den Schuttersraad om magtiging tot het
doen van af- en overschrijving op artikelen der begrooting van
kosten der dienstdoende schutterij voor het dienstjaar 1889.
Wordt ten fine van onderzoek en rapport in handen gesteld
van de heeren Meijer Beucker Andreae en Dijkstra.
5. Een verzoek van de voogden van het Old Burger-wees
huis alhier tot afkoop van eene grondpachtten voordeele der
gemeente rustende op het voorgebouw van het Abbe Freerks
Gabbema Gasthuis.
6. Een adres van het bestuur der afd. Leeuwarden van de
provinciale Friesche werkliedenvereeniginginhoudende eene
herhaling van het verzoek om bij de aanbestedingen van ge
meentewege in de bestekken een minimumloon voor den werk
man vast te stellen.
7. Een adres van den heer Dr. S. Meindersma houdende
verzoek om ontslag als stads-geneeskundige.
8. Een adres van den heer G. Pos Dz. alhier tot het er
langen van eene aanstelling als beëedigd makelaar te dezer
stede in roerende en onroerende goederen.
De stukken sub 5 tot en met 8 worden ten fine van prae-advies
in handen gesteld van burgemeester en wethouders.
9. Een rapport der raadscommissie omtrent bezwaarschrif
ten tegen aanslagen in den hoofdelijken omslagdienstjaar
1889.
Voor de leden ter visie gelegd om in de volgende vergade
ring te worden behandeld.
De voorzitter; het noodig oordeelende de vergadering met
gesloten deuren voort te zetten, heft de openbare zitting tijde
lijk op.
Bij heropening der openbare vergadering wordt overgegaan
tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanlei
ding van een verzoek van S. P. Nauta om gebruik te mogen
maken van gemeentegrond tot het leggen van een regenu-ater-
bak.
Nadat de voorzitter heeft medegedeelddat burgemeester en
wethouders de laatste zinsnede van de voorwaarde bij sub c
vermeld, als zijnde onnoodig, uit hun voorstel laten vervallen,
wordt dit zonder discussie en hoofdelijke stemming aangenomen,
zoodat wordt besloten
1. aan den publieken dienst te onttrekken den sub II bedoelden
gemeentegrond ter grootte van 3 centiare.
II. behoudens goedkeuring van heeren Gedeputeerde Staten
aan S. P. Nauta alhier tot wederopzegging vergunning te ver
leenen ten behoeve van de hem behoorende woning Noorder-
plantage no. 7 een regenwaterbak te maken in den tegen die
woning gelegen en op eene overgelegde teekening met zwarte
arceering aangeduiden gemeentegrond onder voorwaarde
a. dat de regenwalerbak geen grooter benedenvlak mag
hebben dan 3 centiare en ondergronds voldoende worde afge
dekt
b. dat als erkenning van het eigendomsregt der gemeente
op den grond waarin de regenwaterbak zal worden gemaakt
door den adressant jaarlijks, te beginnen met den 12en Mei
1890, eene retributie aan de gemeente moet worden betaald
van ƒ1.—
c. dat de adressantvoordat met de werken tot het maken
van den bak een aanvang wordt gemaaktaan het gemeente
bestuur eene verklaring moet overleggendat in de gestelde
voorwaarden genoegen wordt genomen
d. dat het maken van de bakde afdekking enz. moet ge
schieden volgens de aanwijzingen van den Directeur der ge
meentewerken.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot ruijziging
der verordening regelende den rang het getalde bezoldiging
en de wijze van benoeming der ambtenaren en bedienden be
last met het beheer en de zorg voor de plaatselijke werken e;i
eigendommen van de gemeente Leeuwarden(gemeenteblad no.
17 van 1883).
(Zie bijlage no. 3 tot het verslag van 's raads handelingen.)
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de
conclusie van het voorstel besloten
De verordeningregelende den rang het getalde bezol
diging en de wijze van benoeming der ambtenaren en be
dienden, belast met het beheer en de zorg voor de plaatselijke
werken en eigendommen van de gemeente Leeuwardenhet
laatst gewijzigd bij raadsbesluit van den 8 November 1883
(gemeenteblad no. 17 van 1883) opnieuw te wijzigen als volgt:
I. In art. 1 achter letter „c. drie opzigters" te plaatsen: d
een opzigler der beplantingen" en vóór de laatste zinsnede van
dat artikel te plaatsen de letter „e".
II. in art. 3 alinea 2 „letters b en c" te vervangen door
„letters b c en den in de 3de alinea de letter „<2" te ver
vangen door de letter „e".
III. achter de woorden en cijfers „opzigters (ieder) 600,—
ƒ1000", en vóór de woorden „tijdelijk teekenaar", te plaatsen
„opzigter der beplantingen ƒ600— ƒ1000".
IV. in den eersten regel van art. 4 te royeeren het woordje
„en", en achter „opzigters" te plaatsen„en de opzigter der
beplantingen".
De Voorzitter sluit de vergadering.
Boekdrukkerij van J. Jongbloedte Leeuwarden.
T- 2 i