N' H Vergadering van Dingsdag 8 April 1890. F1 i ,*m Verslag der handelingen van den gemccnleraad te Leeuwarden van Dingsdag 8 April 1890. 31 Tegenwoordig 19 leden. Afwezig met kennisgeving de hecren R. H. Dijkstra en D. Tigler Wijbrandi. Voorzitter de heer P. Lycklama a Nijeholtburgemeester. I. De notulen van de vorige op 25 Maart jl. gehouden ver gadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld 1. dat is ingekomen het verslag van het eind-examen van de burger-avondschool. Voor de leden ter visie gelegd. 2. dat zijn ingekomen de verslagen van het gymnasium en van het middelbaar onderwijs, over 1889. Zijn gedrukt als bijlagen tot het verslag van den toestand der gemeente over 1889. 3. eene dankbetuiging van N. H. Wilbers voor zijne benoe ming tot onderwijzer. 4. dat zijn vastgesteld de dagen voor de openbare lessen aan de gemeentescholen nos. I, 5 11. De heeren Jhr. Mr. G. van EijsingaJ. van der Scheer, D. Tigler Wijbrandi J. Theunisse en S. H. Hijlkema worden tot bijwoning dezer lessen uitgenoodigd. III. Wordt ter tafel gebragt 1. De rekening der administratiekosten van de stadsbank van leening, dienst 1889. Wordt ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van de heeren van SloterdijckDirks en OosterhofT. 2. Het rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der rekening en verantwoording van de dienstdoende schutterij, dienst 1889. 3. Een voorstel van burgemeester en wethouders omtrent de benoeming van stadsgeneeskundigen. 4. Idem naar aanleiding van het verzoek van Mej. N. T. HoogewerfT, om eervol ontslag als leerares in het handteekenen. 5. Idem om aan het gemeentebestuur van Menaldumadeel vergunning te verleenen van een gedeelte van den Harlinger trekweg gebruik te mogen maken als rijweg. 6. Idem tot conversie van gemeenteleeningen. 7. Idem tot het vaststellen van eene verordening op het heffen en eene op de invordering van marktgeld. 8. Idem tot overneming van eene stoep op het Schoenma kers perk. 9. Het rapport der reclame-commissie omtrent een be zwaarschrift tegen een aanslag in den hoofdelijken omslag. De stukken sub 2 tot en met 9 worden voor de leden ter visie gelegdom in eene volgende vergadering te worden be handeld terwijl die sub 6 en 7 zullen worden gedrukt in de bijlagen van 's Raads handelingen. 10. Het rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek eener aanvraag om magtiging tot wijziging der begrooting voor het stadsziekenhuis, dienst 1889. Dit stuk zal nog heden in behandeling worden genomen. 11. Een verzoek van de Commissie van administratie der stadsbank van leening om verlaging van de aan de gemeente verschuldigde rente wegens opgenomen gelden. 12. Alsboven om wijziging van het reglement voor de stadsbank van leening. Deze missives worden om berigt en raad gesteld in handen van burgemeester en wethouders. 13. Het verslag van den toestand der gemeente, over het jaar 1889. Gedrukte exemplaren van dit verslag zullen aan de leden worden gezonden. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Rapport der raads-commissie omtrent het onderzoek van eene wijziging der begrooting voor de Stads bank van leening dienst 1890. De conclusie van dit rapport luidtom aan de Commissie van administratie der bank van leening te berigtendat de Raad de voorgestelde wijziging in de omschrijving van het tweede onderdeel van hoofdstuk G der begrooting van die inngting over 1890 niet kan goedkeuren le. omdat hij haar als onnoodig beschouwt, daar de uitgaaf, waarvoor de wijziging wordt voorgesteld naar haren aard als extra belooning geheel past in het kader van den postzooals die in de begrooting onder hoofdstuk G onderdeel twee is om schreven 2e. omdat hij haar ongewenscht achtdaar de commissie van administratie blijkens haar schrijven daarin tevens meent te mogen vinden de goedkeuring op een post van uitgaaf, die door den Raad eerst na het onderzoek der betrekkelijke rekening kan worden verleend. De Voorzitter gelooft, dat deze commissie de bedoeling van de commissie van administratie der bank van leening niet goed heeft begrepen. Zij wenscht n.l., dat, door de bedoelde wijziging in de omschrijving van den post goed te keuren, voor goed worde aangezien dat aan den handlanger P. Steffering eene vaste toelage van ƒ100 worde toegekend. Nu had zij wel kunnen voorstellenom diens tractement met dit bedrag te verhoogendoch dit lag niet in de bedoeling der commissie dan zou de betrekkelijke verordening moeten worden gewijzigd en zij wilde alleen den tegenwoordigen titularis in het genot van eene verhoogde bezoldiging gesteld zien. Zij wenscht in het vervolg voor dat doel de beschikking te hebben over de som van ƒ100, die nu voor extra belooningen op de begroo ting is uitgetrokken terwijl dan hiervoor op eene volgende be grooting toch ook een bedrag zal dienen te worden vastgesteld. De commissie van administratie beschouwt het verleenen van eene personele toelage als eene principiëele kwestie, die de Raad nu zal hebben uit te maken. Wacht men tot de reke ning over dit jaar ter goedkeuring wordt aangebodendan zal de Raad voor een feit worden gesteld. De heer BöUCkör Andreae deelt mededat de Raads commissie bij de beoordeeling van de onderwerpelijke wijziging der begrooting voor de Stads bank van leening is uitgegaan van de veronderstellingdatwaar de Raad eenmaal de om schrijving van de onderscheidene posten op de begrooting voor deze instelling heeft vastgesteld, de commissie van administratie, bij gebleken wenschelijkheid tot het aanbrengen van eenige wij ziging daarin, hiertoe bepaaldelijk het voorstel had moeten doen. Dit is thans hare bedoeling nietalleen wil zij nadere goed keuring op het verleenen van eene toelage aan den tegenwoor digen handlanger. Hiertoe is echter de gevraagde wijziging niet noodigomdat deze toelage zeer wel kan worden bestreden uit den post voor extra belooningen. De commissie kan van het daarvoor uitgetrokken bedrag voor dit doel gebruik maken. Het is op grond van het bovenstaandedat rapporteurs voorstellen, afwijzend op het verzoek te beschikken. De heer van Sloterdijck moet tot zijn leedwezen de op merking makendat de vormde redactie van den brief der commissie van administratie hem niet heeft kunnen bevallen. Hoewel de commissieblijkens de heden ter tafel gebragte mis sives over een beter versneden pen kan beschikkenmunt deze missive niet door duidelijke redactie uit. Aan het hoofd er van verzoekt de commissie goed te keuren dat de omschrij ving van den post voor „extra belooningen" worde vervangen door personele toelage aan den handlanger P. Steffering", ter wijl zij aan het slot verzoekt te willen bevorderen dat aan P. Steffering met ingang van 1 Januarij 1890, eene personele toelage worde verleend van ƒ100. Spr. heeft nu met genoegen kennis genomen van het rapport en de conclusie der Raads commissie omdat het hier eene kwestie van principiëlen aard geldt. De commissie van administratiedie, binnen de perken welke de begrooting haar steltbeschikken kan over het be drag dat de Raad voor extra belooningen heeft goedgekeurd

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1890 | | pagina 1