P LA N,
44 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dingsdag 22 April 1800
Men zou kunnen volstaan met ƒ1000 en zich dan geheel aan
het plan van leening houden. Aan die vrijwillige gunst worden
evenwel twee voorwaarden verbonden om daardoor de con
versie beter te doen slagen voor een billijken prijs. Want als
minstens ii pari wordt ingeschreven dan blijft men beneden
de conversieleening van het vorig? jaarwaarvoor gemiddeld
iets boven pari is ingeschreven.
Ieder obligatiehouderdie op 1 October ?.k. zijne stukken
tegen nieuwe inwisselt, steekt f 17 in de zak en kan den vol
genden dag zijne stukken weder van de hand doen. Uit de
prijsnoteringen blijktdat de gemecnleleeningen minstens k pari
gaan. Door deze bepaling handelt men dus in het belang èn
van de obligatiehouders èn van de gemeente.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het amendement van den heer Menalda wordt in stemming
gebragt en verworpen met 11 tegen 7 stemden. Vóór stemden
de heeren Meijer, Bekhuis, PlantengaHijlkema, Wijbrandi
Dijkstra en Menalda.
De heer Oosterhoff vraagt naar aanleiding van de voor
waarde, dat men minstens a pari moet hebben ingeschreven,
om den voorgestelden bijslag te kunnen bekomen hoe het dan
gaan zalwanneer er zooveel boven pari wordt ingeschreven
dat geen inschrijvingen k pari worden gegund Zal dan toch
aan laatstbedoelde inschrijvers de bijslag worden verleend
De heer TrOölstra herinnert aan de bepalingverleden
jaar op voorstel van den heer Meijer in het plan van de con
versieleening en ook nu in de ontworpen plans opgenomen
dat de houders van oude schuldbrieven desverlangd bij gelijke
inschrijving de voorkeur genieten. Wanneer nu deze min
stens a pari inschrijven en daarbij den wensch te kennen ge
ven hunne oude obligatiën tegen nieuwe te verwisselen, maar
andere inschrijvers hebben een hooger bod gedaan en worden
aangenomen zoodat de inschrijvingen van eerstbedoelde obli
gatiehouders niet worden gegund dan zullen zij toch den bij
slag van f 17 ontvangen. Dit is naar spr. meent de bedoeling
van de bepaling.
Het onderdeel sub 2o wordt nu zonder hoofdelijke stemming
onveranderd aangenomen.
De overige onderdedenzoomede de plans van leening wor
den zonder discussie onveranderd vastgesteld.
Alzoo is er besloten
I. 1®. tot algeheeie aflossing der leening van/"528,000.— in
1885 ten behoeve der gemeente aangegaan, en zulks met 1
October 1890.
2®. te bepalendat de obligatiën der tweede en derde serie
dier leeningdie buitengewoon zullen worden afgelost, met
f 1017 per obligatie van f 1000, zullen worden aangeno
men mits men deze wenscht te verwisselen tegen obligatiën
der nieuwe 31 °/o leeningdaarvoor minstens a pari worde
ingeschreven en van de verwisseling bij de inschrijving kennis
worde gegeven.
3°. Tot vinding der middelen voor de sub 1° omschreven
buitengewone aflossing aan te gaan eene geldleening groot
f 472,000 tegen eene rente van 31 percent in het jaar
4°. voor deze geldleening vast te stellen het volgende
Art. 1.
Deze geldleening wordt tegen eene rente van drie en een
half ten honderd in het jaaraangegaan tot een bedrag van
ƒ472,000.
Art. 2.
De wegens deze leening onder een doorloopend volgnummer
uit te geven schuldbekentenissen worden gesteld op naam of
aan toonder ter keuze van de deelnemers ieder ten bedrage
van duizend gulden.
Zij kunnen ook in onderdeden van vijf honderd en van twee
honderd gulden worden gesplitstuit te geven onder hetzelfde
nummergeteekend met letter A, B en zoo noodig, G, D en E.
Art. 3.
Bij elke schuldbekentenis wordt afgegeven een stel halfjarige
couponsverschijnende 1 October en 1 April van elk jaar.
Daarbij wordt verder gevoegd een bewijs tot het kosteloos
bekomen van nieuwe coupons voor het vervolg.
De verschenen coupons en de volgens art. 9 bij uitloting
jaarlijks ter aflossing aangewezen schuldbekentenissen zijn be
taalbaar ten kantore van den gemeente-ontvanger te Leeuwar
den en bij de Kasvereeniging te Amsterdam.
De rente en aflossing der schuldbekentenissen worden gevon
den uit de plaatselijke inkomsten der gemeente.
Art. 4.
De deelneming in deze geldleening wordt bij openbare in
schrijving opengesteld.
De inschrijvingen geschieden voor een of meer aandeelen
groot duizend gulden terwijl daarbij wordt vermeld hoeveel
obligatiën van 1000 of van ƒ500 of van ƒ200 de inschrijver
verlangtingeval zijne inschrijving wordt aangenomen onder
opgave van den persoon ten wiens name de obligatiën moeten
worden gesteldwanneer daaraan boven het stellen van dezen
aan toonder de voorkeur wordt gegeven.
Voor zoover de aanbiedingen aan burgemeester en wethou
ders aannemelijk voorkomen, erlangt de hoogste bieder de aan
delen waarvoor hij heeft ingeschreven daarop volgt degene,
die na hem het hoogste bod heeft gedaan en zoo vervolgens.
Indien door twee of meer der hoogstbiedenden voor gelgken
prijs meer is ingeschreven dan benoodigd is beslist het lot
tusschen hen, met dien verstande, dat bij gelijk cijfer van in
schrijving houders van oude schuldbekentenissen in de conver
sie begrepen (zijnde de leening van 1885 groot ƒ528,000) de
voorkeur genieten mits zij bij de inschrijving te kennen ge
ven dat zij van die voorkeur eventueel gebruik wenschen te
maken.
De billetten van inschrijving moeten op zegel geschreven en
vóór of op den door burgemeester en wethouders te bepalen
tijd bij dat collegie ingekomen zijn.
Op den omslag der billetten moet worden vermeld„Billet
van inschrijving voor de geldleening van ƒ472,000/'
De opening daarvan heeft in het openbaarop een door bur
gemeester en wethouders te bepalen tijdstipin eene vergade
ring van hun collegie plaats.
Binnen vier dagen na het openen der billetten wordt aan de
belanghebbenden wier inschrijvingen geheel of gedeeltelijk zijn
aangenomen daarvan kennis gegeven.
Art. 5.
Wanneer niet voor het volle bedrag van deze leening is in
geschreven of wel door burgemeester en wethouders de in
schrijvingen ten deele onaannemelijk zijn geachtwordt door
dat collegie voor het resterend bedrag opnieuw eene inschrij
ving opengesteld overeenkomstig de bepalingen van dit plan
behoudens zoo noodig wijziging van den termijn van storting
en het tijdstip van ingang der rente.
Ook kan in die gevallen het bedrag, waarvan de inschrijvingen
aannemelijk voorkomen, aangenomen en de verdere deelneming
door hen gesloten worden.
Art. 6.
De storting der ingeschreven sommenzoover betreft de ten
gevolge der eerste openstelling aangenomen inschrijvingen, moet
geschieden in één termijn op 1 October 1890.
De rente gaat in met evengemelden datum.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Dingsdag 22 April 1890.
45
Bij vernieuwde openstelling der inschrijving wordt het tijd
stip van storting en ingang der rente van de alsdan aan te
nemen sommen ingevolge art. 5 aangewezen.
Art. 7.
Bij de storting worden aan de deelnemers de verlangde
schuldbekentenissen door den gemeente-ontvanger afgegeven.
Art. 8.
Op deze leening wordt, te beginnen met 1891 afgelost als
volgt
de eerste drie jaren minstens ƒ17,000 per jaar, de volgende
zeven jaren minstens ƒ18,000 per jaar, en vervolgens jaarlijks
minstens ƒ19,000.
Dc raad regelt verder het bedrag der af te lossen som.
Art. 9.
De uitloting heeft jaarlijks plaats in eene openbare verga
dering van burgemeester en wethouders in de maand Julij.
De uitslag daarvan wordt in een of meer der in de gemeente
uitkomende dagbladen alsmede in twee te Amsterdam of elders
verschijnende effecten-bladen bekend gemaaktmet oproeping
tevens van de houders der ter aflossing aangewezen schuldbe
kentenissen om op den volgenden eersten October de hun aan
komende gelden tegen overgave der schuldbekentenissen en
van de alsdan niet verschenen coupons met bijbehoorende ta
lons in ontvang te nemen ten kantore van den gemeente-ont
vanger van Leeuwarden of van de Kasvereeniging te Amster
dam.
Art. 10.
Aan de gepatenteerde kassiers of handelaars in effecten wordt
pCt. provisie toegekend voor de door hen ingeschreven en
door burgemeester en wethouders aangenomen sommente
voldoen op daartoe aan dezen in te dienen declaratie.
Art. 11.
De obligatiën en coupons welke niet binnen vijf jaren na
den termijn van aflossing en verschijning zijn aangeboden, wor
den na dien tijd niet meer voldaanmaar vervallen ten voor-
deele der gemeente Leeuwarden.
II. 1®. tot algeheeie aflossing der geldleeningen ten behoeve
van de gemeentelijke gasfabriek in 1884 en 1885 aangegaan,
respectievelijk tot een bedrag van ƒ172,000 en ƒ113,000, en
zulks met 2 Januarij 1891.
2®. te bepalendat de obligatiën der derde serie van de
leening van 1884, die buitengewoon zullen worden afgelost, met
ƒ1017 per obligatie van ƒ1000 zullen worden aangenomen,
mits men deze wenscht te verwisselen tegen obligatiën der
nieuwe 3i leeningdaarvoor minstens a pari worde inge
schreven en van de verwisseling bij de inschrijving kennis
worde gegeven
3®. tot vinding der middelen voor de sub 1® omschreven
buitengewone aflossing aan te gaan eene geldleening groot
ƒ226,000 tegen eene rente van 3J percent in het jaar.
4®. voor die geldleening vast te stellen het volgende
PLAN.
Art. 1.
Deze geldleening wordttegen etne rente van drie en een
half ten honderd in het jaaraangegaan tot een bedrag van
22G,000.
Art. 2.
De wegens deze leening onder een doorloopend volgnummer
uit te geven schuldbekentenissen worden gesteld op naam of
aan toonderter keuze van de deelnemersieder ten bedrage
van duizend gulden.
Zij kunnen ook in onderdeden van vijfhonderd en van twee
honderd gulden worden gesplitstuit te geven onder hetzelfde
nummergeteekend met letter A, B en zoo noodig C, D en E.
Art. 3.
Bij elke schuldbekentenis wordt afgegeven een stel halfjarige
coupons verschijnende 1 Januarij en 1 Julij van elk jaar.
Daarbij wordt verder gevoegd een bewijs tot het kosteloos
bekomen van nieuwe coupons voor hel vervolg.
De verschenen coupons en de volgens art. 9 bij uitloting jaar
lijks ter aflossing aangewezen schuldbekentenissen zijn betaal
baar ten kantore van den gemeente-ontvanger te Leeuwarden
en bij de Kasvereeniging te Amsterdam.
De rente en aflossing der schuldbekentenissen worden ge
vonden uit de plaatselijke inkomsten der gemeente in het bij
zonder zullen de inkomsten van de gasfabriek daarvoor zijn
verbonden.
Art. 4.
De deelneming in deze geldleening wordt bij openbare in
schrijving opengesteld.
De inschrijvingen geschieden voor een of meer aandeelen
groot duizend guldenterwijl daarbij wordt vermeld hoeveel
obligatiën van ƒ1000 of van ƒ500 of van 200 de inschrijver
verlangtingeval zijne inschrijving wordt aangenomenonder
opgave van den persoon ten wiens name de obligatiën moeten
worden gesteldwanneer daaraan boven het stellen van dezen
aan toonder de voorkeur wordt gegeven.
Voor zoover de aanbiedingen aan burgemeester en wethou
ders aannemelijk voorkomen erlangt de hoogste bieder de aan
deelen waarvoor hij heeft ingeschreven daarop volgt degene
die na hem het hoogste bod heeft gedaan en zoo vervolgens.
Indien door twee of meer der hoogstbiedenden voor gelijken
prijs meer is ingeschreven dan benoodigd is beslist het lot
tusschen henmet dien verstande dat bij gelijk cijfer van
inschrijving houders van oude schuldbrievenin de conversie
begrepen (zijnde de leeningen voor de gasfabriek van 1884 en
1885) de voorkeur genieten, mits zij bij de inschrijving te ken
nen geven, dat zij van die voorkeur eventueel gebruik wenschen
te maken.
De billetten van inschrijving moeten op zegel geschreven en
vóór of op den door burgemeegter en wethouders te bepalen
tijd bij dat collegie ingekomen zijn.
Op den omslag der billetten moet worden vermeld „Billet
van inschrijving voor de geldleening van ƒ220,000."
De opening daarvan heeft in het openbaarop een door bur
gemeester en wethouders te bepalen tijdstipin eene vergade
ring van hun collegie plaats.
Binnen vier dagen na het openen der billetten wordt aan de
belanghebbenden wier inschrijvingen geheel of gedeeltelijk zijn
aangenomendaarvan kennis gegeven.
Art. 5.
Wanneer niet voor het volle bedrag van deze leening is in
geschreven of wel door burgemeester en wethouders de inschrij
vingen ten deele onaannemelijk zijn geachtwordt door dat
collegie voor het resterend bedrag op nieuw eene inschrijving
opengesteldovereenkomstig de bepalingen van dit planzoo
noodig met wijziging van den termijn van storting en het tijd
stip van ingang der rente.
Ook kan in die gevallen het bedrag, waarvan de inschrijvingen
aannemelijk voorkomen, aangenomen en de verdere deelneming
door hen gesloten worden.
Art. 6.
De storting der ingeschreven sommenzoover betreft de ten-