58 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Dingsdag 27 Mei 1890. te kennen geeftdat er wel termen bestaan om het verzoek later op nieuw in overweging te nemen. Zij is dus overtuigd van de billijkheid van het verzoek waarop in beter tijden kan worden teruggekomen. Het verzoek zelf is bovendien ook niet zoo pertinent. Het strekt tochom tot afschaffing der huur over te gaan „ten tijde als zulks uitvoerbaar zal zijn". Hier uit blijktdat de adressanten zeiven hebben ingezien, dat het nu nog niet het geschikte oogenblik is om daartoe over te gaan en dat zij het aan den Raaddie over de uitvoerbaarheid heeft te beslissenwillen overlaten te beoordeelen wanneer tot dien maatregel zal kunnen worden besloten. De heer Planteilga heeft bezwaarmet het voorstel mede te gaan terwijl hij verklaartdat hij ook niet aan het advies der gascommissie heeft medegewerkt. Spr. deelt ten opzigte van deze aangelegenheid sommige der bezwaren van den heer Dijkstra en ofschoon hij niet met alle motieven van de adres santen kan meegaan vereenigt hij zich met hun hoofdbezwaar, dat de huur der gastoestellen in verhouding tot den kostenden prijs onevenredig hoog is, naar spr. meent ongeveer 12 pCt. van dien prijs. Dit is een winst voor de fabriek, die niet billijk isomdat het gebruik van de meter verpligtend is. Nu wordt er wel gewezen op de tijdsomstandighedenmaar deze mogen volgens spr. ten opzigte van deze zaak niet in aanmerking wor den genomen. Daarmede wordt bedoeld de hoogere prijs der gaskolen die eene verhooging der uitgaven voor de gasfabriek tengevolge zullen hebbendoch spr. ziet het verband tusschen de verlaging der huur voor de gastoestellen en den verhoogden kolenprijs niet in. Wanneer de grondstoffen (de steenkolen) in prijs stijgenis het rationeeldat de producten daarvan in casu het gasin verhouding daarvan in prijs worden ver hoogd en zal hij daarom met genoegen een voorstel daarom trent van burgemeester en wethouders afwachten. Maar omdat het artikeldat gemeten wordtduurder wordtbehoeft dat geen reden te wezen om eene onbillijk hooge huur van het meetwerktuig niet te verlagen. Deze huur brengt jaarlijks on geveer 6000 op, terwijl de onkosten ongeveer 3000 bedra gen. Dit voordeel behoort niet op de winst- en verliesrekening der fabriek voor te komen. Spr. acht dus verlaging van het tarief wenschelijk en zal daartoe het voorstel doen indien het voorstel van burgemeester en wethouders niet mogt worden aan genomen. Ofschoon in het adres gesproken wordt van gemeente toestellen regardeert het verzoek voornamelijk de gasmeters. De heer Beucker Andreae kan zich geheel aansluiten aan de woorden van den heer Duparc waar dezeop grond van de hooge kolenprijzen en de mindere winst der gasfabriek ten gevolge daarvan het ongeraden achtom nu aan het ver zoek van adressanten te voldoen. Hij wenscht betere tijden af te wachtenom de zaak in nadere overweging te nemen. De conclusie van het voorstel van burgemeester en wethouders is evenwel zóó gesteld datwanneer het wordt aangenomen, den adressanten zal worden berigtdat hun verzoek niet kan wor den ingewilligd. Hiermede zou de zaak voor goed uit zijn. Dit wil spr. nieten hij stelt daarom voorin de conclusie van het voorstel in te lasschen het woord „vooralsnog''waardoor den adressanten zal worden te kennen gegeven datwanneer later de omstandigheden het toelatenhun wensch nader zal worden overdacht en besproken. Het anmndement wordt voldoende ondersteund. De heer Dijkstra moet ei kennen, dat hij een voor de adres santen gunstiger prae-advies had verwacht na de praemissen van het voorstel, waarin burgemeester en wethouders zich gron den op het advies van de gascommissie diezooals de heer Duparc teregt aanmerkteduidelijk te kennen gaf, dat er ter men bestaan om later het verzoek opnieuw in overweging te nemenen alzoo zich in beginsel voor afschaffing van de meter- huur verklaarde. Waarom wordt ten aanzien van deze aange legenheid zoo gedrukt op de tijdsomstandigheden Deze zou den alleen in aanmerking moeten worden genomenals het de bepaling van den gasprijs betrof, die echter elk jaar door den Raad kan worden gewijzigd. Spr. blijft deze zaak beschouwen als eene kwestie van be ginsel. Naar zijn oordeel mag geen huur gevraagd worden voor werktuigendie voor de gaslevering noodig zijn. De heer Duparc had straks nog verzuimd te kennen te ge ven dat hij tevergeefs heeft gezocht naar het advies van den directeur der gasfabriek ter verduidelijking van het advies der gascommissiedie er naar verwijst. Voorts deelt spr. mede dat hij het amendement van den heer Beucker-Andreae heeft ondersteund omdat in de bijvoeging van het woord voorals nog" ligt opgesloten datzoodra de maatregel uitvoerbaar is hij in nadere overweging zal worden genomen. Dit acht spr. nu voldoende. Ieder kan begrijpendat het daarvoor thans niet het geschikte oogenblik is. De huur der gastoestellen brengt 6000 op. Werd die huur afgeschaft en steeg de ko lenprijs of bleef hij zelfs op dezelfde hoogte als in Aprildan zou de fabriek bovendien nog ƒ21,000 minder ontvangst hebben. Spr. betwijfelt hel dan ookdat het adres ware het niet in December ingediend nu nog zou zou inkomenwanneer een en ander bekend ware. Spr. geeft overigens volkomen toe, dat het tarief veel verbetering kan ondergaan. De heer van Harinxma thoe Slooten kan na het door den heer Duparc gesprokene in de verdediging van het voorstel van burgemeester en wethouders kort zijn want die geachte spreker heeft de opinie van de gascommissie en van burgemeester en wethouders vrij naauwkeurig weergegeven. Een enkele opmerking naar aanleiding van de woorden van den heer Dijkstra. Deze acht het beginsel van afschaffing der huur voor de gastoestellen prijzenswaardomdat de gasmeter behoort onder die voorwerpendie noodig zijn voor de exploi tatie der gasfabriek. Dit is waarmaar om gas te gebruiken heeft men nog veel meer noodig dan de meter. Indien men dat beginsel consequent huldigdedan zou er ook iets voor te zeggen zijn dat de gemeente kosteloos de binnenleiding in de huizen aanbragt. Bij elke zaak echter dient men een limiet te hebben. Door de voorgangers in het gemeentebestuur is deze limiet gestelddat de gemeente alles gratis levert tot aan het particulier eigendom van den verbruiker. Daar begint dan zijn risicohij moet alles koopen wat binnen de muren van zijn perceel noodig is, of, wanneer de gemeente het verstrekt, be taalt hij daarvoor eene retributie of huur. Voor dit beginsel is evenveel te zeggen als voor een ander. Nog heeft de heer Dijkstra gewezen op het motief in het adresdat de meerdere winst der gasfabriek door de huur der gastoestellen verkregenook den niet-gasverbruikers ten goede komt. Dit bezwaar is niet nieuw en werd ook vroeger bij de bespreking eener verlaging van den gasprijs te berde gebragt. Het is niet geheel onjuistmaar men ziet dan voorbij dat de opbrengst der gasfabriek wisselvallig is. Dit is nu geen banaliteitmaar is volgens de gedurende de laatste we ken opgedane ondervinding zeer juist. Volgens het laatste ver slag van den toestand der gasfabriek heeft deze in 1889 voor de gemeente een winst van ƒ29,000 opgeleverd. Korten tijd nadat dit verslag was opgemaakt en aan den Raad ingezonden, heeft de aanbesteding van gaskolen plaats gehaden het is daarbij geblekendat de meerdere uitgaaf voor die grondstof zoo wat de winst van 1889 zal absorberen. De heer Duparc drukte zijne bevreemding uit over den lan gen duur der voorbereiding van deze zaak. Spr. geeft te ken nen dat de behandeling der stukken juist is aangehouden met het oog op de omstandigheid, in 1889 en in het begin van dit jaar te voorziendat de grondstoffen voor de gasfabriek ver moedelijk in prijs zouden stijgen. De ondervinding heeft dit vermoeden bewaarheid. Men staat nu voor het feitdat over het halve jaar 1890/91 eene meerdere uitgaaf van ƒ15,000 moet worden gedekt. Nu moet de huur voor de gasmeter en andere toestellen er toe bijdragen, om de fabriek voor verlies te behoeden. De ervaring heeft aangetoond dat de meterhuur niet drukt Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van Dingdag 27 Mei 1890. 59 op het gasverbruik als overigens de gasprijs bescheiden blijft. Dat dit in het vervolg ook zoo zal zijn, is natuurlijk eene gissing, maar het is zeer waarschijnlijk. Wanneer men het gasver bruik over de laatste tien jaren nagaatdan ziet men, dat het telkens bij verlaging van den gasprijs meer is toegenomendan bij handhaving van den status quo. Nu zal binnen eenige weken de aanbesteding moeten plaats hebben van de nog overige benoodigde hoeveelheid kolen. Bur gemeester en wethouders zullen trachten een geschikt oogenblik af te wachten. Het is te hopendat betere conditiën kunnen worden bedongen dan onlangs in de maand April, maar in ieder geval is het vrij zeker, dat de prijzen hooger zullen zijn dan in 1889. Wanneer men dil in aanmerking neemt dan verdient het aanbeveling om zoo zuinig mogelijk met verlaging te werk te gaan. Evenals ieder ander industrieel moet de ge meente hare winsten trekken niet alleen uit het hoofdproduct het gas maar ook uit de bijproductenals cokesteer enz. Om nu met het oog op het wisselvallige van die inkomsten te spoedig en niet omzigtig genoeg tot verlaging van het tarief over te gaan zou zeer zijn af te keuren. Spr. geeft gaarne eene herziening in uitzigtomdat ook hij gelooft, dat de ver houding niet goed is. Ten einde den adressanten dat uitzigt te openen, wil de heer Beucker Andreae in de conclusie het woord „vooralsnog" opne men. Spr. heeft zelfen hij meent dat dit met burgemeester en wethouders ook het geval zal zijn, geen bezwaar hiertegen, omdat het toch de bedoeling is van dat collegie en van de gas commissie, om te eeniger tijd die revisie van het tarief te doen plaats hebben. Ten slotte moet spr., naar aanleiding van de opmerking van den heer Plantengadat het voordeel van de meterhuur niet op de winst- en verliesrekening van de gasfabriek mag voorko men doen opmerken dat hij de argumenten voor die bewe ring niet heeft kunnen begrijpen. De gemeente is een indus trieel en moet dus winst over de mate waarvan men na tuurlijk kan verschillen trachten te maken uit alle lakken van haar bedrijf. Zooals de toestand nu is, mag men zoo maar geen winst prijsgeven. De heer Bekhuis wenscht een enkel woord te zeggen. Al lereerst de hoofdkwestie. De adressanten vragen afschaffing of verlaging van de meterhuur. De heer Dijkstra schijnt ook afschaffing te willen. Hieraan valt, naar spr s overtuiging, niet te denken. De directeur der gasfabriek heeft dit ernstig ontra den. Wanneer de gemeente de metei gratis levert, dan zullen ook zijdie zelden gas gebruiken toch een meter nemenhet aantal van die vrij kostbare voorwerpen zou dan belangrijk moeten worden uitgebreid. Tegenwoordig laten zij, die geen gas meer gebruiken of gaan verhuizen, terstond de meter weg nemen. Dit gebeurt door de zorg van de gasfabriek, die tevens de leiding afsluit. Als er geen huur meer werd gevraag I, zou dan voldoende zorg voor de meter worden besteed Volgens de verklaring van den directeur wordt overal huur voor de me ters betaald. In de enkele gemeente waar die is afgeschaft zag men dan ook het onhoudbare daarvan in en haastte men zich op dien maatregel terug te komen. Spr. gelooft wel dat er iets te zeggen is voor eene verla ging van het tarief, als de tijdsomstandigheden gunstiger zijn. Hij heeft hierbij niet het oog op den prijs van de steenkolen wel op de prijzen der metalen in het algemeen. Toen dit adres voor de eerste maal in Maart jl. bij de commissie voor de gasfabriek in behandeling kwam, stond men niet alleen voor een verhooging van den kolenprijsmaar ook van de prijzen der metalen. De gascommissie achtte het daarom niet gera den, om eene ingrijpende verandering in het tarief te brengen, vooral niet, omdat dan tevens het tarief voor de dienstleidin gen enz. onder handen zou moeten worden genomen. Dit ta rief isnaar spr. meentvan ouden datum en zal eene be langrijke wijziging moeten ondergaan. De heer Duparc meent, dat dit is eene eenvoudige kwestiemaar als men alles in verband beschouwt dan zal het blijkendat een langdurig onderzoek noodig zal zijn om alles billijk te regelen. Spr. heeft daarom medegewerkt lot het advies der gascom missie en zal ook gaarne zijne stem geven aan het voorstel van burgemeester en wethouderstegen het amendement van den heer Beucker Andreae heeft hij geen bezwaar. De heer Troelstra had ook aanvankelijk gedachtdat het amendement van den heer Beucker Andreae wel aannemelijk was maar na de opmerking van den heer Bekhuis is hij er van teruggekomen en acht hij de toevoeging van het woord „vooralsnog" niet wenschelijk. De laatste spreker is de eenige, die aangetoond heeftdat afschaffing van meterhuur in begin sel ongewenscht is. De daartoe aangevoerde argumenten acht spr. alleszins gegrond. Hij kan er nog aan toevoegen dat wanneer de meters gratis worden geleverd, er meer aanvragen om een meter zullen inkomendan noodig isalsmede van grootcre meters, dan vereischt worden. Lastige verschillen tus schen de directie der gasfabriek en de verbruikers kunnen daar van het gevolg zijn. Men moet niet uit het oog verliezendat de adressanten afschaffing van meterhuur vragen. Indien nu het woord „vooralsnog" in de conclusie wordt opgenomen, dan ligt er te veel in opgesloten, dat de Raad in beginsel niet te gen afschaffing is. Dit neemt echter niet wegdat later eene herziening van het tarief in overweging kan worden genomen. De heer Dirks heeft het woord gevraagd om nog te wij zen op de omstandigheiddat in den loop van dit jaar werken ten behoeve der exploitatie van de gasfabriek moeten worden uitgevoerddie groote kosten zullen medebrengenwaarvan het bedrag aan de gascommissie nog niet bekend is. Spr. bedoelt nl. het leggen van vier zinkers in de buitengrachten, nl. bij de Willemskadebij den Grachtswalaan het Vliet en misschien ook bij Gamstraburen. Dit zijn kostbare werkendie met zorg moeten worden uitgevoerd met zeer gecompliceerde werktuigen, die waarschijnlijk van buiten de gemeente zullen moeten wor den geleverd. Dus niet alleen de hoogere kolenprijsmaar ook deze buitengewone uitgaven zullen op de uitkomsten der ba lans van de gasfabriek over dit jaar drukken. De heer Dijkstra gelooftdat de gasprijs alleen een zui vere maatstaf is voor liet genot van het gebruik van gas maar de meterhuur niet. Deze drukt meer de kleinere dan de grootere gasverbruikers. Nog is spr. voor afschaffing der me terhuur, omdat de meter geleverd wordt door de gemeente, die eigenares blijft, en men niet kan onderzoeken wat toestel men krijgt. De heer van Harinxma zeide, dat de gemeente niet alleen leverancier is van gas, maar ook van andere pro ducten en daaraan zou spr. kunnen toevoegen, dat de gemeente ook verhuurdersche van gastoestellen zou kunnen worden ge noemd. Dit is een terrein, waarop zij zich niet bewegen moet. De heer van Harinxma thoe Slooten komt terug op zijne straks gedane verklaring, dat hij kan medegaan met het amendement van den heer Beucker Andreaeom aan de con clusie het woord „vooralsnog" toe te voegen. Bij nadere inzage van het adres is het hem gebleken, dat het hem ontgaan was, dat de adressanten geene verlaging van het tarief, maar ge- heele afschaffing van de huur voor gastoestellen vragen. Hoe wel hij niet tegen herziening van het tarief is acht hij niet goed, om door de bedoelde toevoeging eene afschaffing der huur in uitzigt te stellen. Den heer Beucker Andreae doet het leed, dat de heer van Harinxma hem nu weer is afgevallen, nadat hij eerst zijne medewerking had toegezegd. Het is spr's bedoeling nietom aan de adressanten te kennen te geven, dat hun verzoek later zal worden ingewilligdmaar alleen, dat het in nadere over weging zal worden genomen hetgeen öf tot afschaffing óf tot verlaging van de meterhuur zal kunnen leiden. Dit is ook de bedoeling van de gascommissie terwijl burgemeester en wet houders de zaak voor goed als afgedaan willen beschouwen. De Voorzitter doet opmerken, dat door den vorigen spre ker teregt is gewezen op het verschil tusschen het advies der

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1890 | | pagina 2