I 1 Vergadering van Dingsdag 12 Augustus 1890. I 1 I 1 i r 1 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dingsdag 12 Augustus 1890. 81 Tegenwoordig 13 leden. Afwezig de heeren Mr. J. S. baron van Harinxma thoe Sloo- ten, Dr. N. Reeling Brouwer, Mr. J. Dirks G. MenaldaMr. J. G. MeijerJ. v. d. ScheerR H. Dijkstra en H. Beucker Andreae. Voorzitter de heer P. Lyklama a Nijeholtburgemeester. I. De notulen van de vorige op 22 Julij j.l. gehouden ver gadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen 1. dat is ingekomen eene dankbetuiging van Mej. L. G. Red- dingius voor hare benoeming tot leerares in het teekenen aan de Middelbare school voor meisjes. 2. dat door Ged. Staten zijn goedgekeurd het le suppletoir kohier van hoofdei ijken omslag. b. het raadsbesluit tot verkoop op afbraak van de woning Oldegalileën No. 299. III. Wordt ter tafel gebragt 1. het proces-verbaal van de opneming der kas van den ge meente-ontvanger op 31 Julij j.l. Wordt voor de leden ter visie gelegd. 2. De gemeente-rekening over 1889. Zal met de verantwoording worden gedrukt in de bijlagen terwijl heden zal worden overgegaan tot de benoeming van eene commissie van onderzoek. 3. De begrooling voor het stadsziekenhuis, dienst 1891. Wordt gesteld in handen van de heeren van Sloterdijck de la Faille en Duparc. 4. De begrooting voor de stadsarmenkamer, dienst 1891. Wordt gesteld in handen van de heeren Beucker Andreae Theunisse en Oosterhofï. 5. De begrooting voor de dienstdoende schutterijdienst 1891. Gesteld in handen van de heeren Planten ga Wijbrandi en Meijer. Eene ontwerp-wijziging der gemeentebegrooting dienst jaar 1890. Wordt gesteld in handen van de heeren van Sloterdijck Beucker Andreae en Menalda. 7. Een adres van J. Vonk houdende bezwaren tegen het voorstel van burgemeester en wethouders in zake zijn adres tot verplaatsing van eene standpijp op den hoek van de Vijzelstraat. Zal worden behandeld bij het heden aan de orde zijnde voor stel. 8. Een voorstel van burgemeester en wethouders in zake de keuring van tuigpaarden op 1 September e.k. Zal heden worden behandeld. 9. Eene voordragt voor onderwijzer aan de gemeenteschool no. 11. 10. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot ver hooging der jaarwedde van den heer G. Geerts, hoofd der ge meenteschool no. 1, wegens 12-jarigen dienst als zoodanig. 11. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot het verleenen van eene jaarlijksche subsidie aan het Friesch ge nootschap voor geschied- oudheid- en taalkunde. Wordt besloten de stukken sub 9 tot en met 11 ter visie te leggen om in de volgende vergadering te worden behandeld. 12. Het verslag van rapporteurs uit de sectiën omtrent het onderzoek van een voorstel van burgemeester en wethouders lot wijziging van het besluit op de heffing en de verordening op de invordering van eene directe belasting op het inkomen. De voorzitter stelt voor dit verslag in de volgende vergade ring te behandelen. Aangezien hiertegen van verschillende zijden bezwaren werden vernomen wordt dit voorstel in stem ming gebragt en verworpen met 7 tegen G stemmen. Vóór stemden de heeren Oosterhoff, Theunisse Kuipers, Wijbrandi, Duparc en Troelstra. Hierop wordt besloten het verslag te behandelen in de eerste vergadering in de maand September. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van eene commissie voor het nazien der ge meente-rekening dienst 1889. Het resultaat der gehouden stemming is dat bij meerder heid van stemmen lot leden der commissie worden benoemd de heeren G. Menalda van der Scheer en Hylkema. 2. Opmaking van eene lijst van benoembaren tot leden van het collegie van zetters. Ter vervulling der vacatures welke op 1 Januarij 1891 in het collegie van zetters zullen ontstaan door periodieke aftre ding van de heeren A. O. Swalue Asman, J. G. Kutsch Lojen- ga en P. Fabrij de Jonge worden door burgemeester en wet houders aanbevolen de heeren A. O. Swalue Asman, J. G. Kutsch Lojenga P. Fabrij de Jonge, allen aftredende leden, R. Reijn- dersE. J. Kuipers G. H. v. d. Meulen, H. ter Horst Wzn., J. Feenstra Rzn. en A. Alberts. Het resultaat der gehouden stemmingen is, dat tol plaatsing op de nominatie aan den heer Commissaris des Konings in le dienen worden gekozen de heeren A. O. Swalue Asman J. G. Kutsch LojengaP. Fabrij de JongeR. Reijnders E. J. Kuipersallen met algemeene stemmen en G. H. van der Meu len met 12 stemmen. De heer A. Alberts verkreeg 1 stem. 3. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der rekening van het nieuwe stadsweeshuis over het dienstjaar 1889. Zonder discussie wordt conform het voorstel der commissie besloten de rekening van ontvang en uitgaaf van het nieuwe stads weeshuis over het jaar 1889 goed te keuren tot een bedrag in ontvang van f 50082.534 en in uitgaaf van ƒ48255.11 alzoo met een batig slot van ƒ1827.424. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanleiding van een adres van J. Vonk, tot het doen verplaatsen van eene standpijp op den hoek van de Vijzelstraat. Burgemeester en wethouders stellen hierbij voorhet verzoek van de hand te wijzen. De beraadslagingen worden geopend. De heer van Sloterdijck heeft door kennisneming van het voorstel de overtuiging verkregen, dat het besluit, op 8 Julij j.l. door den Raad genomen om dit adres om praeadvies te stellen in handen van burgemeester en wethouders onjuist is geweest. Ook burgemeester en wethouders erkennen dit zelf eenigszins in hunne toelichting. De beslissing op het verzoek, n.l. de plaatsing en dus ook de verplaatsing van standpijpen behoort tot de taak van burgemeester en wethouderswelke hun bij het raadsbesluitwaarbij de voorwaarden van concessie voor de waterleiding werden vastgesteldis opgelegd. Er be staat dus eene wettige opdragt op burgemeester en wethouders tot regeling. Deze is alzoo onttrokken aan den Raad bij wien evenmin hooger beroep van de beschikkingen van burgemeester en wethouders openstaat. Het adres van 2 Julij j.l. had dus op 8 Julij d.a.v. in handen van burgemeester en wethouders moeten zijn gesteld tot afdoening. Het voorstel nu om afwij zend te beschikken op het verzoek, is een indirect gevolg van het praeparatoir besluit van den Raad om het adres ten fine van praeadvies te stellen in handen van burgemeester en wet houders. Maar op dit besluit kan en moet de Raad terugko men het eenig bijgebragte motiefn.l. dat de zaak zooals burgemeester en wethouders zeggenreeds tweemalen bij hen in behandeling is geweestis geen reden voor den Raad om de zaak tot zich te nemen. Inmiddels is de Raad in kennis gesteld met hetgeen over

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1890 | | pagina 1